Onze route is inmiddels iets gewijzigd. Als we op 20 januari in Polonnaruwa aankomen, regent het pijpenstelen. Onze tuktuk driver brengt ons - met Wouter Jan aan het stuur, die het geweldig vindt dat hij af en toe zelf mag rijden- naar een viezig restaurantje. Bovendien hebben we een kleine kamer. We zien het niet zitten om hier 4 nachten te blijven. We veranderen wat boekingen en hebben daardoor tijd om later ook nog 4 dagen in het zuiden van Sri Lanka aan het strand door te brengen.

In Polonnaruwa huren we fietsen voor de 2e dag en rijden over het tempelcomplex. Het is die dag enorm warm en het zweet loopt langs onze rug maar het is indrukwekkend om de oude tempels en ruïnes te bekijken, zeker omdat het complex zo in de jungle ligt. Het doet Wout en mij enigszins denken aan Angkor en Ayuthaya. De kinderen fietsen ondanks de hitte en de gammele fietsjes lekker rond.

Na 2 dagen worden we door de eigenaar van ons hotel naar Sigiriya gereden. Hij rijdt hard (wel 80 en soms zelfs 100 km per uur, en dat is voor hier erg hard!) en na de zoveelste bocht en hobbel begint Carien te spugen. We stappen snel uit en maken Carien en de auto zo goed als het kan schoon. Omdat we midden in een wildpark zijn gestopt, wil de chauffeur dat we ons haasten. Er kunnen zomaar olifanten voor onze neus staan…

In Sigiriya hebben we een prachtige kamer met uitzicht op de rijstvelden. Als Wouter Jan, Carien en ik aan het eind van de middag een stukje wandelen, worden we door een mevrouw en een meisje uitgenodigd met hen mee te komen. Er sluiten zich steeds meer vrouwen bij ons aan. Bij een huisje krijgen we thee met crackers, Carien sluit vriendschap met het meisje dat ook 6 jaar blijkt te zijn (maar een kop kleiner is!). De vrouwen spreken geen Engels, maar een jongeman vertaalt af en toe. Bij het afscheid geeft Carien haar olifantenkettinkje aan het meisje. Nu willen de vrouwen haar helemaal niet meer laten gaan.

Wout en Wouter Jan beklimmen de volgende dag de Lion Rock en kunnen uitkijken over het plateau en de omgeving. Ik vind de rots veel te hoog en heb gehoord dat je o.a. met een wenteltrap langs de rots moet dus ik bedank en Carien wil een dagje lekker ‘thuis’ op de i-pad.

Via de rotstempels van Dambulla – grotten met eeuwenoude Boeddhabeelden- rijden we naar Kandy. Op woensdag bezoeken we daar de Botanische Tuinen. De tuinen zijn geweldig, net alsof je in een enorme kas loopt! Er staan gigantische bomen en planten, bloemen in felle kleuren en reuzenbamboe (wel 40 m hoog). En we zien apen die door honden de bomen in worden gejaagd en honderden vleermuizen die in de bomen hangen.

Vandaag gaan we naar de Temple of the Tooth, waar het druk is. Om 10 uur begint een ceremonie en daar komen veel Singalezen maar ook toeristen op af. De tand van de Boeddha wordt tijdens deze ceremonie getoond en de mensen offeren bloemen, geld en eten. Ook zien we veel moeders met baby’s. Terug in het hotel vertelt de man die altijd een praatje met ons komt maken -en de kinderen over hun hoofd komt aaien- ons dat in Sri Lanka baby’s tot ze drie maanden oud zijn niet buiten komen. Na die drie maanden nemen de ouders de baby eerst mee naar een tempel en pas daarna gaan ze op bezoek bij familie en vrienden.

Net als gistermiddag brengen we de middag door in ons hotel. We zitten hier buiten de stad, midden in het groen, en de kinderen maken hun huiswerk aan de eettafel.