Wereldreis

Van Himeji naar Kobe is het maar zo’n 50 minuten met de trein en we zijn dan ook al rond het middaguur in Kobe. We brengen de bagage vast naar het hotel en wachten daar op papa en mama, die een grotere afstand af moeten leggen. We hebben hier gelukkig weer een ruime kamer met een groot tweepersoonsbed en een eenpersoonsbed. Een van de kinderen mag bij opa en oma op de kamer slapen. Wanneer papa en mama inchecken, blijkt hun kamer aanzienlijk kleiner te zijn dan die van ons (toen wij boekten konden we alleen nog een duurdere kamer krijgen) en met de extra slaapbank voor Wouter Jan/Carien erbij, kun je bijna niet meer naar binnen! Omdat ze niet willen ruilen met ons – wij zijn al helemaal uitgepakt- maakt mama met handen en voeten duidelijk aan een jongen van het hotel dat het extra bed opgeklapt moet worden tot bank tot de avond. Omdat de jongen geen Engels spreekt, begrijpt hij het verkeerd en neemt hij al het beddengoed mee. Gelukkig spreekt de erbij gehaalde manager wel een beetje Engels en krijgen we de lakens weer terug.

Papa, Wout, Wouter Jan en ik verkennen de omgeving een beetje en lopen naar een park, waar we even voetballen en handballen en kijken naar de mensen die hun aangeklede hondjes uitlaten.

Op 5 mei is het Kinderdag in Japan, een feestdag die wordt aangekondigd met zijn eigen symbool: windvaantjes in de vorm van vissen. Die hangen overal en we zien ze al sinds we in Japan zijn aangekomen, nu bijna een maand geleden. We lopen door een van de vele overdekte winkelstraten richting de China Town van Kobe. De kinderen krijgen snoepjes bij winkels en Carien hengelt een zakje snoep uit een badje. Ze wil ook graag geschminkt worden, maar dan blijkt dat er een lange rij is die wij niet hadden gezien: de mensen staan netjes uit de loop van het winkelend publiek, langs de kant in een rij. Japanners staan trouwens overal netjes in de rij: niet alleen bij kassa’s of balies maar ook op het perron (wachtend op de trein), voor de lift, om naar binnen te gaan in een winkel of de gokhal als die nog niet open is of voor een oversteekplaats als het stoplicht op rood staat.

In China Town is het nog drukker dan in de rest van de stad op deze feestdag. We schuifelen door de straatjes waar rijen mensen staan bij kraampjes met allerlei etenswaren. We duiken ergens een restaurant in voor de lunch en besluiten daarna terug te gaan naar het hotel; we vinden het te druk om nog langer te blijven. Aan het eind van de middag lopen we naar Kobes haven met zijn mooie en moderne skyline. Er heerst een echte vakantiestemming met flanerende Japanners en een Amerikaan -die vloeiend Japans spreekt- die jongleert en grappen uithaalt. We gaan zitten op het

sasenwout

44 chapters

Kobe, Japan

May 07, 2017

|

Kobe

Van Himeji naar Kobe is het maar zo’n 50 minuten met de trein en we zijn dan ook al rond het middaguur in Kobe. We brengen de bagage vast naar het hotel en wachten daar op papa en mama, die een grotere afstand af moeten leggen. We hebben hier gelukkig weer een ruime kamer met een groot tweepersoonsbed en een eenpersoonsbed. Een van de kinderen mag bij opa en oma op de kamer slapen. Wanneer papa en mama inchecken, blijkt hun kamer aanzienlijk kleiner te zijn dan die van ons (toen wij boekten konden we alleen nog een duurdere kamer krijgen) en met de extra slaapbank voor Wouter Jan/Carien erbij, kun je bijna niet meer naar binnen! Omdat ze niet willen ruilen met ons – wij zijn al helemaal uitgepakt- maakt mama met handen en voeten duidelijk aan een jongen van het hotel dat het extra bed opgeklapt moet worden tot bank tot de avond. Omdat de jongen geen Engels spreekt, begrijpt hij het verkeerd en neemt hij al het beddengoed mee. Gelukkig spreekt de erbij gehaalde manager wel een beetje Engels en krijgen we de lakens weer terug.

Papa, Wout, Wouter Jan en ik verkennen de omgeving een beetje en lopen naar een park, waar we even voetballen en handballen en kijken naar de mensen die hun aangeklede hondjes uitlaten.

Op 5 mei is het Kinderdag in Japan, een feestdag die wordt aangekondigd met zijn eigen symbool: windvaantjes in de vorm van vissen. Die hangen overal en we zien ze al sinds we in Japan zijn aangekomen, nu bijna een maand geleden. We lopen door een van de vele overdekte winkelstraten richting de China Town van Kobe. De kinderen krijgen snoepjes bij winkels en Carien hengelt een zakje snoep uit een badje. Ze wil ook graag geschminkt worden, maar dan blijkt dat er een lange rij is die wij niet hadden gezien: de mensen staan netjes uit de loop van het winkelend publiek, langs de kant in een rij. Japanners staan trouwens overal netjes in de rij: niet alleen bij kassa’s of balies maar ook op het perron (wachtend op de trein), voor de lift, om naar binnen te gaan in een winkel of de gokhal als die nog niet open is of voor een oversteekplaats als het stoplicht op rood staat.

In China Town is het nog drukker dan in de rest van de stad op deze feestdag. We schuifelen door de straatjes waar rijen mensen staan bij kraampjes met allerlei etenswaren. We duiken ergens een restaurant in voor de lunch en besluiten daarna terug te gaan naar het hotel; we vinden het te druk om nog langer te blijven. Aan het eind van de middag lopen we naar Kobes haven met zijn mooie en moderne skyline. Er heerst een echte vakantiestemming met flanerende Japanners en een Amerikaan -die vloeiend Japans spreekt- die jongleert en grappen uithaalt. We gaan zitten op het

kleine stukje gras waar dat niet verboden is (de rest van de grasveldjes “are curing until June”) en kaarten een paar potjes.

De volgende ochtend blijven we ‘s morgens in hotel. Ik moet een paar dingen schrijven voor mijn werk en mama geeft les aan Wouter Jan en Carien en helpt ze briefjes schrijven aan hun klasgenoten. Die hebben allemaal lieve persoonlijke berichtjes geschreven en/of getekend voor WJ en Carien en die aan mama meegegeven voordat ze naar Japan vertrok. De kinderen lijken school en hun klasgenoten niet echt te missen, maar na het lezen van de briefjes krijgen ze toch een beetje heimwee.

Op onze laatste dag in Kobe gaan we Mount Rokko (400 m) op met een kabelbaan. Vanaf de top heb je een prachtig uitzicht over Kobe en de zee. Gewaarschuwd door onze vorige bergafdaling, in Beppu, kopen we dit keer een retourtje voor de kabelbaan. Maar de afdaling blijkt hier een peulenschil: over brede paden en trappen lopen we naar beneden door de Nunobiki tuin die vol staat met kruiden en bloemen. We lopen tot halverwege de berg en stoppen daar bij een grote speelplaats. Het is vandaag geweldig weer en in de speeltuin zijn kinderen in de weer met ballen, hoepels en ringen. Papa gooit zo’n ring om een Japans meisje, dat eerst heel verbaasd reageert (dat zouden Japanners nooit zomaar doen) maar daarna moet lachen en wijst dat papa de ring om de pááltjes moet gooien! Het valt ons op dat het zelfs hier rustig is. De Japanse kinderen zijn zo opgevoed dat ze rustig en zachtjes praten, je hoort bijna geen geschreeuw of gegil -behalve dan van ons! Op het tussenstation van de kabelbaan stappen we weer in een karretje en dalen daarmee de rest van de berg af, terug de stad in.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.