Onze laatste twee weken in Maleisië breken aan en die zullen we aan zee doorbrengen, na vooral steden en het binnenland te hebben gezien. Nu niet meer rondsjouwen in de hitte maar zwemmen en lezen.
Van 21 tot en met 25 maart slapen we in een houten huisje op een privéstrandje van Pulau Kapas (Katoeneiland, er groeit geen katoen maar de witte stranden deden de mensen aan katoen denken). De Nederlandse eigenaresse wacht ons op in haar bikini, wat even vreemd is na alle bedekte vrouwen aan de oostkust. Ze kookt zelf en ook het eten is weer even wennen voor ons: geen rijst of noedels meer, maar volle borden met cordon bleu, lasagne en roti. Dat ligt zwaar op de maag.
We kunnen snorkelspullen gebruiken en na even oefenen hebben ook de kinderen het ademen door de snorkel onder de knie. We hoeven niet ver de zee in, het koraal begint meteen bij ons strandje. We zijn allemaal heel enthousiast: dit lijkt wel safari maar dan onder water! We zien zebravissen, grote blauw-met-groene vissen, zee-egels en nog veel meer vissen in de mooiste kleuren en vormen. En natuurlijk koraal, zeeanemonen en zeekomkommers.
In een poging iets meer van het eilandje te zien, maakt Wout nog een junglewandeling en lopen we met z’n vieren op een morgen naar een afgelegen strand waar het goed snorkelen moet zijn en waar we misschien zeeschildpadden kunnen zien omdat daar nauwelijks mensen komen en er zeegras groeit. Maar als we er aankomen, is het er juist druk met bootjes en Maleisiërs die er snorkelen: het is nog steeds schoolvakantie! We doen onze snorkels op en spotten nog meer vissen en koraal dan op ons eigen strandje, maar de schildpadden laten zich niet zien.
De dagen gaan snel voorbij op Pulau Kapas en na vier dagen komt de boot ons weer ophalen en varen we naar het vasteland. Zoals inmiddels gebruikelijk, slaan we bij de Seven Eleven koekjes en drinken in voor de reis en dan stappen we op de bus naar Cherating, zo’n 200 kilometer (drie uur) zuidelijker, ook weer aan de oostkust. De schoolvakantie loopt op zijn einde en het is gelukkig weer rustig op de weg. Onderweg zien we kampongs met de mooie traditionele houten huizen, grote moskeeën met gouden koepels, kleurrijke vissersbootjes wanneer we een rivier oversteken, en natuurlijk restaurantjes. Elk dorp, hoe klein ook, heeft verschillende eettentjes langs de weg waar je in ieder geval nasi lemak (rijst met gebakken ei, pinda’s en gedroogde visjes), nasi ayam (met kip) en ice lemon
sasenwout
44 chapters
March 29, 2017
|
Mersing
Onze laatste twee weken in Maleisië breken aan en die zullen we aan zee doorbrengen, na vooral steden en het binnenland te hebben gezien. Nu niet meer rondsjouwen in de hitte maar zwemmen en lezen.
Van 21 tot en met 25 maart slapen we in een houten huisje op een privéstrandje van Pulau Kapas (Katoeneiland, er groeit geen katoen maar de witte stranden deden de mensen aan katoen denken). De Nederlandse eigenaresse wacht ons op in haar bikini, wat even vreemd is na alle bedekte vrouwen aan de oostkust. Ze kookt zelf en ook het eten is weer even wennen voor ons: geen rijst of noedels meer, maar volle borden met cordon bleu, lasagne en roti. Dat ligt zwaar op de maag.
We kunnen snorkelspullen gebruiken en na even oefenen hebben ook de kinderen het ademen door de snorkel onder de knie. We hoeven niet ver de zee in, het koraal begint meteen bij ons strandje. We zijn allemaal heel enthousiast: dit lijkt wel safari maar dan onder water! We zien zebravissen, grote blauw-met-groene vissen, zee-egels en nog veel meer vissen in de mooiste kleuren en vormen. En natuurlijk koraal, zeeanemonen en zeekomkommers.
In een poging iets meer van het eilandje te zien, maakt Wout nog een junglewandeling en lopen we met z’n vieren op een morgen naar een afgelegen strand waar het goed snorkelen moet zijn en waar we misschien zeeschildpadden kunnen zien omdat daar nauwelijks mensen komen en er zeegras groeit. Maar als we er aankomen, is het er juist druk met bootjes en Maleisiërs die er snorkelen: het is nog steeds schoolvakantie! We doen onze snorkels op en spotten nog meer vissen en koraal dan op ons eigen strandje, maar de schildpadden laten zich niet zien.
De dagen gaan snel voorbij op Pulau Kapas en na vier dagen komt de boot ons weer ophalen en varen we naar het vasteland. Zoals inmiddels gebruikelijk, slaan we bij de Seven Eleven koekjes en drinken in voor de reis en dan stappen we op de bus naar Cherating, zo’n 200 kilometer (drie uur) zuidelijker, ook weer aan de oostkust. De schoolvakantie loopt op zijn einde en het is gelukkig weer rustig op de weg. Onderweg zien we kampongs met de mooie traditionele houten huizen, grote moskeeën met gouden koepels, kleurrijke vissersbootjes wanneer we een rivier oversteken, en natuurlijk restaurantjes. Elk dorp, hoe klein ook, heeft verschillende eettentjes langs de weg waar je in ieder geval nasi lemak (rijst met gebakken ei, pinda’s en gedroogde visjes), nasi ayam (met kip) en ice lemon
tea (ons favoriete drankje) kunt bestellen. Je vraagt je af hoe al die restaurantjes kunnen overleven.
De bus dropt ons bij ons hotel in Cherating, een soort Spaanse haciënda met een grote tuin en een zwembadje. En als we het hek achterin de tuin doorgaan, lopen we zo het brede, lege strand op. Er is geen restaurant bij het hotel en we komen erachter dat het weliswaar een prachtige plek is, maar niet zo handig zonder eigen vervoer. Gelukkig is het personeel heel aardig: ze kunnen ’s avonds wel iets te eten voor ons maken, als we van tevoren zeggen wat we willen hebben. We kunnen kiezen uit kip nuggets ("kip nudduks", zegt Carien) of gebakken rijst of noedels. Dat laatste is namelijk wat de Maleisiërs eten voor ontbijt dus dat hebben ze in huis. Wout stapt na twee dagen ook over op het Maleise ontbijt, de kinderen en ik houden het op eieren op toast met boontjes in tomatensaus of pannenkoeken.
In Cherating zwemmen en lezen we, Wouter Jan en Carien maken weer grote vorderingen met schoolwerk en we voetballen (met een kokosnoot) op het strand. Naast het hotel staat een soort manege waar niet alleen paarden in hokken staan, maar ook kippen en eenden, konijnen, een grote roofvogel en drie zielige stekelvarkens. Carien vraagt de meneer van de manege in haar beste Engels: “Can I help you with the horse?” maar hij begrijpt haar niet. Gelukkig mag ze wel even op het paard rijden, en daarna mag Wouter Jan ook nog een rondje.
Op de laatste avond in Cherating gaan we op vuurvliegjestocht. Met een boot en een gids varen we in het donker de rivier op. Het regent zachtjes maar het is niet koud. Langs de kanten, in de bomen en struiken, zien we de vuurvliegjes glinsteren. De gids kan met ze communiceren: hij roept zachtjes “hello, come, come, come…” en geeft een knippersignaal met zijn zaklampje. Dan komen de vliegjes naar onze boot gevlogen, wat een magisch gezicht is; van die zwevende lichtjes in het donker. Wouter Jan is inmiddels verslaafd aan Harry Potter en hij maakt allemaal vergelijkingen met dingen uit het boek. Het lijkt ook wel tovenarij!
Wanneer we in Cherating bekijken hoe naar onze volgende bestemming, Pulau Tioman, te reizen, blijkt dat dat moeilijker is dan verwacht. Eerst moeten we een bus nemen naar Mersing, de haven, waarvandaan de boot naar het eiland vertrekt. Er gaan echter maar drie boten op een dag en de laatste vertrekt die dag om 11.30 ’s morgens. Het heeft met het getij te maken, waarschijnlijk kan de boot bij eb niet aanleggen bij het eiland. De vraag is of we met de bus op tijd zullen aankomen. We besluiten het er niet op te wagen, maar een nachtje door te brengen in Mersing en een nacht minder op het eiland. En dat blijkt de juiste beslissing, want de busroute loopt weer over een tweebaansweg en het gaat dus niet erg snel. Dat hadden we niet gehaald.
In Mersing hebben we een heel huis tot onze beschikking, tot grote vreugde van de kinderen. Het staat in een buitenwijk zoals we die al meer hebben gezien in Maleisië: stenen huizen waar vooral Chinezen wonen, te herkennen aan het altaar met wierook in de voortuin en de rode lampionnen aan de gevel en vaak met grote auto’s voor de deur. Hoewel slechts 10% van de inwoners van Mersing van Chinese afkomst is, zijn ze ruim vertegenwoordigd in het straatbeeld: winkels en restaurants met Chinese namen en karakters, een enorme boeddhistische tempel, een Chinese school. Chinezen houden van “business”, zegt de eigenaar van ‘ons’ huis, ook een Chinees, terwijl hij ons trots zijn stad laat zien.
1.
Aftellen
2.
Kaapstad, Zuid-Afrika
3.
Johannesburg, Zuid Afrika
4.
Negombo, Sri Lanka
5.
Anuradhapura, Sri Lanka
6.
Kandy, Sri Lanka
7.
Nuwara Eliya en Ella, Sri Lanka
8.
Mirissa en Galle, Sri Lanka
9.
Colombo, laatste dagen Sri Lanka
10.
Singapore
11.
Melaka, Maleisie
12.
Kuala Lumpur, Maleisie
13.
Batu Ferringhi, Penang, Maleisie
14.
George Town, Penang, Maleisie
15.
Cameron Highlands, Maleisie
16.
Taman Negara, Maleisie
17.
Kota Bharu, Maleisie
18.
Pulau Kapas, Cherating en Mersing, Maleisie
19.
Pulau Tioman, ons laatste verblijf in Maleisie
20.
Fukuoka, Japan
21.
Nagasaki, Japan
22.
Kumamoto, Japan
23.
Beppu, Japan
24.
Okayama, Japan
25.
Naoshima, Japan
26.
Himeji, Japan
27.
Kobe, Japan
28.
Kyoto, Japan
29.
Takayama, Japanse Alpen
30.
Shirakawago, Japanse Alpen
31.
Kanazawa, Japan
32.
Matsumoto, Japanse Alpen
33.
Nagano, Japanse Alpen
34.
Tokyo, Japan
35.
Catania, Sicilie
36.
Cefalú, Sicilie
37.
Maria Grazia di Carini, Sicilie
38.
Segesta, Sicilie
39.
Selinunte en Agrigento, Sicilie
40.
Piazza Armerina, Sicilie
41.
Siracusa, Sicilie
42.
Letojanni, Sicilie
43.
Catania, Sicilie
44.
Weer thuis
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!