Met de shinkansen razen we in korte tijd van Kanazawa terug naar de Japanse Alpen, waar we door de omroepster op het station welkom worden geheten met “Matsumotooo, Matsumotooo!”. Het is vandaag bewolkt dus helaas kunnen we de bergen rondom de stad nog niet zien.
De volgende dag nemen we de trein en bus naar Magome. Tijdens de Edo-periode (16e – 19e eeuw) was dit plaatsje de 43e poststad op de belangrijkste route van Edo (Tokyo) naar Kyoto. Landheren en hun families gebruikten deze route onder andere om hun respect te gaan betuigen aan de keizer. We lopen van Magome naar Tsumago -poststadje nummer 42-, zo’n acht km. Eerst moeten we drie kilometer klimmen, de overige vijf dalen we. De twee stadjes hebben prachtig gerestaureerde houten huizen en herbergen. De route loopt langs rijstvelden, beekjes en vooral door bos. Er hangen veel waarschuwingsbordjes voor beren en er hangen bellen die we hard moeten luiden om de beren te verjagen. De kinderen maken er een wedstrijdje van om als eerste bij de bel te zijn. De wandeling is erg mooi en het is bijzonder om te bedenken dat zo lang geleden hier ook al mensen liepen, met boodschappen voor de keizer. Maar we moeten er niet aan denken om dat met een draagstoel op onze schouders te moeten doen, zoals de belangrijke personen werden vervoerd in die tijd! Als we aankomen in Tsumago hebben we daar net de bus gemist die ons naar het treinstation moet brengen, voor de trein terug naar Matsumoto. De volgende bus gaat pas anderhalf uur later en dan zie ik een wegwijzer waarop het station staat aangegeven: vier kilometer. We vragen bij de Tourist Information na of het inderdaad vier km is en of we vooral moeten stijgen of dalen. Het antwoord is dalen, een klein uurtje. De kinderen moeten er even over nadenken, maar anderhalf uur wachten vinden ze toch vervelender dan nog een uurtje lopen dus we stappen door. Na zo’n 50 minuten komen we bij het station en hebben we 12 kilometer gelopen! We zijn heel trots op Wouter Jan en Carien. Op het station raken we aan de praat met de Tourist Information mevrouw daar en ik vraag haar naar de beren. Ik ben benieuwd of die er nou echt zijn. En dat is zo, vertelt zij. Niet veel, maar wel een paar, en ze zijn nu wakker na hun winterslaap. Ik wil ook nog weten of ze groot en/of gevaarlijk zijn en ook dat beaamt ze. We hebben de bellen dus niet voor niks geluid, en gelukkig maken Wouter Jan en Carien altijd veel lawaai, zeker voor Japanse begrippen!
De volgende dag regent het. Dat hebben we niet vaak gehad in Japan, alleen bij aankomst in Japan, in Fukuoka. We besluiten toch het kasteel van Matsumoto, het zwarte ‘kraaienkasteel’ en het museum te bezoeken. We beklimmen de trappen in het kasteel en hebben op de bovenste verdieping uitzicht over de stad. In het museum zijn o.a. mooie samoerai-harnassen en zwaarden te zien. Helaas blijft het maar regenen dus we kopen koekjes bij de Seven Eleven supermarkt en keren terug naar ons hotel.
De rest van de dag zitten we voor de t.v. om sumoworstelen te kijken. Het toernooi is in volle gang en we hebben al een paar dagen fragmenten gezien. Aan de ene kant gruwelen we een beetje van die dikke, bijna blote mannen. Maar aan de andere kant is het fascinerend en spannend om te zien. Er zijn veel rituelen: de worstelaars buigen (natuurlijk!) naar de tegenstander en naar de wedstrijdring en gooien voor aanvang van de wedstrijd zout de ring in ter purificatie. Na een aantal potjes wordt de ring ritueel schoongeveegd. De scheidsrechters dragen het gewaad van een shinto priester en de worstelaars krijgen voor ze beginnen water aangereikt in een bamboeschep die we kennen van de shinto tempels. De regels zijn simpel: zodra één van de mannen een stap buiten de ring zet, of met iets anders dan zijn voeten de grond raakt, heeft hij verloren. Af en toe rolt een worstelaar van het plateau af, het publiek in. We moeten er niet aan denken om zo’n dikkerd van 150 à 200 kilo op je te krijgen, maar het publiek blijft rustig. De mensen juichen of klappen ook (bijna) niet, valt ons op. Alleen bij de laatste partijen, met de grote namen, gebeurt dat wel en laten de Japanners iets van hun emoties zien. De sumoworstelaars doen dat zelf trouwens niet; die kijken stoïcijns voor zich uit, of ze nou winnen of verliezen.
Als we de volgende morgen in het zonnetje bij het station wachten op de trein naar Nagano, de volgende reisbestemming, valt me hetzelfde op. Mensen wachten familieleden, vrienden of kennissen op en als ze elkaar zien, begroeten ze elkaar niet met een kus, knuffel of handdruk, zoals wij in Nederland doen. Ze zwaaien of buigen naar elkaar, zonder al te veel hun gevoelens te tonen.
sasenwout
44 chapters
May 27, 2017
|
Matsumoto
Met de shinkansen razen we in korte tijd van Kanazawa terug naar de Japanse Alpen, waar we door de omroepster op het station welkom worden geheten met “Matsumotooo, Matsumotooo!”. Het is vandaag bewolkt dus helaas kunnen we de bergen rondom de stad nog niet zien.
De volgende dag nemen we de trein en bus naar Magome. Tijdens de Edo-periode (16e – 19e eeuw) was dit plaatsje de 43e poststad op de belangrijkste route van Edo (Tokyo) naar Kyoto. Landheren en hun families gebruikten deze route onder andere om hun respect te gaan betuigen aan de keizer. We lopen van Magome naar Tsumago -poststadje nummer 42-, zo’n acht km. Eerst moeten we drie kilometer klimmen, de overige vijf dalen we. De twee stadjes hebben prachtig gerestaureerde houten huizen en herbergen. De route loopt langs rijstvelden, beekjes en vooral door bos. Er hangen veel waarschuwingsbordjes voor beren en er hangen bellen die we hard moeten luiden om de beren te verjagen. De kinderen maken er een wedstrijdje van om als eerste bij de bel te zijn. De wandeling is erg mooi en het is bijzonder om te bedenken dat zo lang geleden hier ook al mensen liepen, met boodschappen voor de keizer. Maar we moeten er niet aan denken om dat met een draagstoel op onze schouders te moeten doen, zoals de belangrijke personen werden vervoerd in die tijd! Als we aankomen in Tsumago hebben we daar net de bus gemist die ons naar het treinstation moet brengen, voor de trein terug naar Matsumoto. De volgende bus gaat pas anderhalf uur later en dan zie ik een wegwijzer waarop het station staat aangegeven: vier kilometer. We vragen bij de Tourist Information na of het inderdaad vier km is en of we vooral moeten stijgen of dalen. Het antwoord is dalen, een klein uurtje. De kinderen moeten er even over nadenken, maar anderhalf uur wachten vinden ze toch vervelender dan nog een uurtje lopen dus we stappen door. Na zo’n 50 minuten komen we bij het station en hebben we 12 kilometer gelopen! We zijn heel trots op Wouter Jan en Carien. Op het station raken we aan de praat met de Tourist Information mevrouw daar en ik vraag haar naar de beren. Ik ben benieuwd of die er nou echt zijn. En dat is zo, vertelt zij. Niet veel, maar wel een paar, en ze zijn nu wakker na hun winterslaap. Ik wil ook nog weten of ze groot en/of gevaarlijk zijn en ook dat beaamt ze. We hebben de bellen dus niet voor niks geluid, en gelukkig maken Wouter Jan en Carien altijd veel lawaai, zeker voor Japanse begrippen!
De volgende dag regent het. Dat hebben we niet vaak gehad in Japan, alleen bij aankomst in Japan, in Fukuoka. We besluiten toch het kasteel van Matsumoto, het zwarte ‘kraaienkasteel’ en het museum te bezoeken. We beklimmen de trappen in het kasteel en hebben op de bovenste verdieping uitzicht over de stad. In het museum zijn o.a. mooie samoerai-harnassen en zwaarden te zien. Helaas blijft het maar regenen dus we kopen koekjes bij de Seven Eleven supermarkt en keren terug naar ons hotel.
De rest van de dag zitten we voor de t.v. om sumoworstelen te kijken. Het toernooi is in volle gang en we hebben al een paar dagen fragmenten gezien. Aan de ene kant gruwelen we een beetje van die dikke, bijna blote mannen. Maar aan de andere kant is het fascinerend en spannend om te zien. Er zijn veel rituelen: de worstelaars buigen (natuurlijk!) naar de tegenstander en naar de wedstrijdring en gooien voor aanvang van de wedstrijd zout de ring in ter purificatie. Na een aantal potjes wordt de ring ritueel schoongeveegd. De scheidsrechters dragen het gewaad van een shinto priester en de worstelaars krijgen voor ze beginnen water aangereikt in een bamboeschep die we kennen van de shinto tempels. De regels zijn simpel: zodra één van de mannen een stap buiten de ring zet, of met iets anders dan zijn voeten de grond raakt, heeft hij verloren. Af en toe rolt een worstelaar van het plateau af, het publiek in. We moeten er niet aan denken om zo’n dikkerd van 150 à 200 kilo op je te krijgen, maar het publiek blijft rustig. De mensen juichen of klappen ook (bijna) niet, valt ons op. Alleen bij de laatste partijen, met de grote namen, gebeurt dat wel en laten de Japanners iets van hun emoties zien. De sumoworstelaars doen dat zelf trouwens niet; die kijken stoïcijns voor zich uit, of ze nou winnen of verliezen.
Als we de volgende morgen in het zonnetje bij het station wachten op de trein naar Nagano, de volgende reisbestemming, valt me hetzelfde op. Mensen wachten familieleden, vrienden of kennissen op en als ze elkaar zien, begroeten ze elkaar niet met een kus, knuffel of handdruk, zoals wij in Nederland doen. Ze zwaaien of buigen naar elkaar, zonder al te veel hun gevoelens te tonen.
1.
Aftellen
2.
Kaapstad, Zuid-Afrika
3.
Johannesburg, Zuid Afrika
4.
Negombo, Sri Lanka
5.
Anuradhapura, Sri Lanka
6.
Kandy, Sri Lanka
7.
Nuwara Eliya en Ella, Sri Lanka
8.
Mirissa en Galle, Sri Lanka
9.
Colombo, laatste dagen Sri Lanka
10.
Singapore
11.
Melaka, Maleisie
12.
Kuala Lumpur, Maleisie
13.
Batu Ferringhi, Penang, Maleisie
14.
George Town, Penang, Maleisie
15.
Cameron Highlands, Maleisie
16.
Taman Negara, Maleisie
17.
Kota Bharu, Maleisie
18.
Pulau Kapas, Cherating en Mersing, Maleisie
19.
Pulau Tioman, ons laatste verblijf in Maleisie
20.
Fukuoka, Japan
21.
Nagasaki, Japan
22.
Kumamoto, Japan
23.
Beppu, Japan
24.
Okayama, Japan
25.
Naoshima, Japan
26.
Himeji, Japan
27.
Kobe, Japan
28.
Kyoto, Japan
29.
Takayama, Japanse Alpen
30.
Shirakawago, Japanse Alpen
31.
Kanazawa, Japan
32.
Matsumoto, Japanse Alpen
33.
Nagano, Japanse Alpen
34.
Tokyo, Japan
35.
Catania, Sicilie
36.
Cefalú, Sicilie
37.
Maria Grazia di Carini, Sicilie
38.
Segesta, Sicilie
39.
Selinunte en Agrigento, Sicilie
40.
Piazza Armerina, Sicilie
41.
Siracusa, Sicilie
42.
Letojanni, Sicilie
43.
Catania, Sicilie
44.
Weer thuis
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!