Wereldreis

Met de bus rijden we de Alpen uit, de enorme stad in. Het wordt steeds drukker op de weg en op straat, de gebouwen steeds hoger. Op het busstation kopen we metrokaartjes en gaan op zoek naar het metrostation. Dit is even wat anders dan de steden die we tot nu toe hebben gezien in Japan. Het metronet is een wirwar van lijnen maar we zijn inmiddels ervaren reizigers. Toch gaat het even mis: we pakken de ‘express metro’ die ons station voorbij rijdt en dus moeten we terug met een metro die bij elke halte stopt. En dat met van die zware tassen… Gelukkig verloopt het verder zonder problemen en vinden we ons hotel gemakkelijk. Het is een ryokan, een traditioneel Japans hotel. We hebben er, zeker voor Tokyo, een heel grote kamer. Het zijn zelfs twee kamers! Een woonkamer met tatami matten waar we kunnen zitten op kussens aan een lage tafel, zoals gebruikelijk in Japan en een slaapkamer -ook met tatami matten- waar onze futons al liggen uitgerold. We hebben een eigen badkamertje met klein stenen bad. Maar het hotel heeft ook een onsen op de bovenste verdieping, met een binnen- en een buitenbad. Beneden is een mooie zitruimte met uitzicht op een kleine binnentuin. Er zit nooit iemand dus wij gebruiken de kamer om er schoolwerk te doen.

Op woensdagmiddag spreken we Wouter Jans klas en juf via Face Time op de telefoon van de juf! De kinderen stellen Wouter Jan allemaal vragen. Ze willen weten waar hij nu is, of hij het leuk vindt op reis, of hij zijn schoolwerk maakt en wat hij eet.
De meisjes uit Wouter Jans klas nemen de telefoon mee naar buiten en geven hem aan Cariens juf die op het schoolplein zit. Zij roept haar klas bijeen en die zwaaien een voor een voor de camera naar Carien. Wouter Jan en Carien vinden het erg leuk om de enthousiaste kinderen te zien en te spreken. Ze zijn duidelijk nog niet vergeten!

De volgende dag, donderdag 1 juni, bezoeken we eerst de Meiji tempel: een grote tempel gebouwd ter ere van keizer Meiji, de eerste keizer na het eind van Japans isolatie. Bij de ingang staan grote vaten saké die ieder jaar door brouwerijen gedoneerd worden aan de tempel. Daartegenover staan grote vaten Bourgogne, ieder jaar gedoneerd door wijnboeren uit de Bourgogne. Dit omdat keizer Meiji hield van de westerse levensstijl en graag deze wijn dronk bij zijn eten. De tempel staat in de steigers en er is niet veel van te zien. Maar hij staat in een groot bosachtig park en de omgeving maakt het meer dan goed. Tokyo heeft zo’n 13.5 miljoen inwoners maar als we hier lopen lijkt de stad ver weg.

Via Takeshita Dori -waar we een paar hippe, mooi uitgedoste Japanse meisjes zien, daar is deze straat bekend om – lopen we naar Shibuya crossing. Vanaf de Starbucks op de eerste verdieping hebben we een mooi uitzicht op dit beroemde kruispunt in Tokyo, waar de voetgangerslichten bij de zes zebrapaden tegelijk op groen springen en er dus een heleboel mensen in een keer oversteken. We gaan ook naar

sasenwout

44 chapters

Tokyo, Japan

June 06, 2017

|

Tokyo

Met de bus rijden we de Alpen uit, de enorme stad in. Het wordt steeds drukker op de weg en op straat, de gebouwen steeds hoger. Op het busstation kopen we metrokaartjes en gaan op zoek naar het metrostation. Dit is even wat anders dan de steden die we tot nu toe hebben gezien in Japan. Het metronet is een wirwar van lijnen maar we zijn inmiddels ervaren reizigers. Toch gaat het even mis: we pakken de ‘express metro’ die ons station voorbij rijdt en dus moeten we terug met een metro die bij elke halte stopt. En dat met van die zware tassen… Gelukkig verloopt het verder zonder problemen en vinden we ons hotel gemakkelijk. Het is een ryokan, een traditioneel Japans hotel. We hebben er, zeker voor Tokyo, een heel grote kamer. Het zijn zelfs twee kamers! Een woonkamer met tatami matten waar we kunnen zitten op kussens aan een lage tafel, zoals gebruikelijk in Japan en een slaapkamer -ook met tatami matten- waar onze futons al liggen uitgerold. We hebben een eigen badkamertje met klein stenen bad. Maar het hotel heeft ook een onsen op de bovenste verdieping, met een binnen- en een buitenbad. Beneden is een mooie zitruimte met uitzicht op een kleine binnentuin. Er zit nooit iemand dus wij gebruiken de kamer om er schoolwerk te doen.

Op woensdagmiddag spreken we Wouter Jans klas en juf via Face Time op de telefoon van de juf! De kinderen stellen Wouter Jan allemaal vragen. Ze willen weten waar hij nu is, of hij het leuk vindt op reis, of hij zijn schoolwerk maakt en wat hij eet.
De meisjes uit Wouter Jans klas nemen de telefoon mee naar buiten en geven hem aan Cariens juf die op het schoolplein zit. Zij roept haar klas bijeen en die zwaaien een voor een voor de camera naar Carien. Wouter Jan en Carien vinden het erg leuk om de enthousiaste kinderen te zien en te spreken. Ze zijn duidelijk nog niet vergeten!

De volgende dag, donderdag 1 juni, bezoeken we eerst de Meiji tempel: een grote tempel gebouwd ter ere van keizer Meiji, de eerste keizer na het eind van Japans isolatie. Bij de ingang staan grote vaten saké die ieder jaar door brouwerijen gedoneerd worden aan de tempel. Daartegenover staan grote vaten Bourgogne, ieder jaar gedoneerd door wijnboeren uit de Bourgogne. Dit omdat keizer Meiji hield van de westerse levensstijl en graag deze wijn dronk bij zijn eten. De tempel staat in de steigers en er is niet veel van te zien. Maar hij staat in een groot bosachtig park en de omgeving maakt het meer dan goed. Tokyo heeft zo’n 13.5 miljoen inwoners maar als we hier lopen lijkt de stad ver weg.

Via Takeshita Dori -waar we een paar hippe, mooi uitgedoste Japanse meisjes zien, daar is deze straat bekend om – lopen we naar Shibuya crossing. Vanaf de Starbucks op de eerste verdieping hebben we een mooi uitzicht op dit beroemde kruispunt in Tokyo, waar de voetgangerslichten bij de zes zebrapaden tegelijk op groen springen en er dus een heleboel mensen in een keer oversteken. We gaan ook naar

de overkant om de metro te pakken naar Kappabashi Dori. In deze straat kunnen restauranteigenaren alles kopen wat ze maar nodig hebben voor hun restaurant. Eetstokjes, pannen, borden en kommetjes. Bordjes voor het toilet, blocnootjes om bestellingen op te noteren, lampionnen waarop in Japanse karakters staat geschreven wat er binnen te eten is. Maar wat het meest Japans is, zijn de plastic voorbeeld-maaltijden die je hier ook kunt kopen. Er zijn plastic vissen en schaaldieren, kommen rijst en noedels. Lapjes vlees en sushi. En ook tempura, glazen bier en fruit van plastic. Bij de ingang van Japanse restaurants staan deze voorbeelden vaak in een vitrine zodat je weet wat er binnen te krijgen is. De modellen zien er niet altijd even smakelijk uit maar het is -zeker voor ons, omdat we de Japanse menukaart niet kunnen lezen- wel erg handig. Ik heb wel eens met mijn telefoon foto’s gemaakt van de plastic gerechten in de etalage en op die manier onze bestelling gedaan in het bijbehorende eethuis.

Na een lange en vermoeiende dag in de stad komen we terug in ons hotel en kunnen we uitrusten in de onsen en op onze futonbedjes.

Omdat we vrijdag een beetje moe zijn van de vorige dag, willen we geen vol programma. We slapen uit en nemen de tijd voor ons ontbijt. In Tokyo hebben we ontbijt in ons hotel. Het ontbijt is (natuurlijk) Japans, maar er is ook toast, jam, yoghurt en jus d’orange. Wouter Jan en ik houden het ’s ochtends liever bij westers eten, maar Wout en Carien eten Japans. Carien probeert van alles. Op haar bord liggen stukjes zalm, dumplings, zeewier met pinda’s, witte rijst en een kommetje misosoep. En ze eet haar bord altijd leeg.

Daarna nemen we de monorail naar het Miraikan museum. De monorail zelf blijkt de grootste attractie: we rijden hoog door de stad en hebben op deze manier een goed uitzicht over de straten, de havens en de baai van Tokyo. Deze laatste steken we zelfs over via een hoge lange brug. Nu zien we ook hoe ver de stad zich uitstrekt. De wolkenkrabbers blijven maar komen, zover je kan kijken. Het Miraikan museum is een wetenschapsmuseum, een beetje zoals Nemo in Amsterdam. De kinderen kunnen proefjes doen en knutselen (dat laatste vinden ze het leukst omdat ze dat al maanden niet goed kunnen doen). Ook zien we een androïde (menselijke robot) – we denken in eerste instantie dat er een levende vrouw zit - en er is een robot die laat zien wat hij allemaal kan: voetballen, gebarentaal, voor-, opzij en achteruitlopen. We hebben al meer van dit soort robots gezien in Japan; Pepper. Ze geven informatie in bijvoorbeeld hotels of bij de tourist information, of je kunt net als Carien een dansje met ze doen.

Op zaterdag bezoeken we een van de topattracties van Tokyo, de Tsukiji vismarkt. Vroeg in de morgen wordt hier de visvangst verhandeld. Vooral de grote tonijnen zijn beroemd. Toeristen zijn vanaf tien uur welkom, anders lopen ze maar in de weg. Wij zijn er rond tien uur en dan is het nog steeds een drukte van belang. Karretjes met vis en visresten rijden hard en kriskras door de grote hallen, we moeten oppassen niet aangereden te worden. We zien bij binnenkomst een meneer met een groot mes een tonijn in stukken

snijden. Verder veel kleinere vissen, inktvissen, kreeften en schelpdieren. Wouter Jan ontdekt een man die palingen aan het sorteren is. Hij haalt de dode dieren eruit en verdeelt de levende over een paar netten. De palingen kronkelen en spartelen om uit de bakken te komen, wat soms bijna lukt. We vinden het een beetje vies en eng, al die glibberige beesten. Buiten de markthallen wordt ook vis verkocht, in stalletjes en in eethuisjes. We gaan ergens naar binnen om sushi te eten. Versere vis dan hier kun je niet krijgen.

’s Middags gaan we naar Tokyo Zoo in het Ueno park, niet ver van ons hotel. Naast de gebruikelijke dierentuindieren, zien we een reuzenpanda (alleen het mannetje. Het vrouwtje is misschien zwanger en wordt daarom weggehouden van het publiek) en kraanvogels die in Japan zo geliefd zijn. En we zien eindelijk de Japanse zwarte beer, waar we zo vaak voor gewaarschuwd zijn! Hij is kleiner dan ik dacht, maar we zouden hem toch niet graag zijn tegengekomen op een van onze wandelingen.

Helaas zijn de sumoworstelwedstrijden weer afgelopen maar Wout heeft op internet gelezen dat het baseballteam van Tokyo, de Giants, op zondag 4 juni tegen de Osaka Buffaloes speelt in het stadion in Tokyo. Er zijn nog kaartjes beschikbaar voor staplaatsen en de mevrouw van ons hotel legt uit dat we tickets kunnen kopen bij een automaat in de supermarkt. Het stadion is niet ver van onze ryokan, dus we kunnen ernaartoe lopen. Voor de wedstrijd begint kopen we voor Wouter Jan een Giants t-shirt van de nummer 19 Sugano. Geen idee wie dat is, maar omdat Wouter Jan morgen negen jaar wordt wilde hij een rugnummer met een 9 erin. Carien koopt een mascotte van het team van de Hiroshima Carps, die vindt ze mooier dan die van de Giants.

We zijn rond 13.15 uur in the Big Egg, het enorme stadion, en zien eerst de cheerleaders en de spelers die worden voorgesteld aan het publiek. We staan boven een van de luidruchtigste vakken en de mensen zingen, klappen en zwaaien voor elke speler. Vooraan in het vak staat een meneer met witte handschoentjes die de boel dirigeert. Wouter Jan is zeer onder de indruk van het spektakel en ook Carien klapt en zingt (in haar eigen woorden) enthousiast mee. De cheerleaders vond ze ook erg mooi, ze zegt dat ze dat ook wel zou willen.

Het gaat er gedisciplineerd aan toe. Wanneer de Giants aan slag zijn, zingen hun supporters. Wanneer de Buffaloes aan slag zijn, horen we hun publiek. En om stipt twee uur start de wedstrijd. De Buffaloes slaan direct een homerun dus het begint niet goed voor de thuisploeg. Na een half uur staan de Giants met 3-1 achter en daarna gebeurt er niet veel meer. Er zijn maar weinig honkslagen dus het wordt niet echt spannend. We kunnen de kinderen nog even rustig houden met een grote beker popcorn maar om kwart over drie, na de vierde inning, willen ze weg. Ze hebben pijn in hun benen van twee uur staan. De rest van de wedstrijd kijken we daarom in het hotel op de tv. De wedstrijd eindigt om half vijf met 3-1 voor de Buffaloes dus we zijn blij dat we de eerste helft hebben gezien waarin de punten zijn gemaakt.

Maandag 5 juni is Wouter Jans verjaardag. Dat is nog eens bijzonder; je negende verjaardag vieren in Tokyo! We zingen en geven het boekje dat we voor hem hadden gekocht in het Hokusai museum. Zijn echte cadeau – een nieuwe fiets- krijgt hij als we weer thuis zijn. Opa

Jacques viert vandaag zijn zeventigste verjaardag dus we zingen voor hem via Whatsapp.

We staan die ochtend vroeg op om een sumoworsteltraining mee te maken. De trainingen zijn weer hervat na het grote toernooi dat wij op televisie hebben gevolgd, en we willen het wel eens bekijken. We hebben gelezen dat de training van half zes tot een uur of tien ’s morgens duurt en om kwart voor negen staan we buiten bij het metrostation, op een kaart zoekend waar we nu naartoe moeten. Ik zie vanuit mijn ooghoek een meneer naar ons kijken en voel hem twijfelen. Maar dan stapt hij op ons af en vraagt in redelijk Engels of we op zoek zijn naar de Arashio Beya. Hij loopt -natuurlijk- helemaal met ons mee en dan staan we voor een onopvallend gebouwtje met grote ramen. We zien drie dikke mannen met handdoeken om hun middel en binnen op de grond ligt een sumoring. Maar het ziet ernaar uit dat ze net klaar zijn: de ring is netjes aangeveegd en met zout is er een soort V in gestrooid. De worstelaars zitten met elkaar te praten. Maar dan komt een van de mannen naar buiten en groet ons. Hij spreekt niet veel Engels maar genoeg om ons te vertellen dat de training voor vandaag klaar is en dat hij hierboven woont, met veertien andere worstelaars. Er komen nu nog meer toeristen aan. We vinden het jammer dat we de mannen niet in actie hebben gezien, maar we hebben nu wel van dichtbij zo’n worstelaar kunnen bewonderen.

We steken de rivier over en komen in Ryogoku district, de sumowijk van Tokyo. In deze wijk bevinden zich de meeste stallen, waar de sumoworstelaars trainen en wonen. In het stadion, dat we herkennen van tv, bevindt zich een klein museumpje over sumo. Er hangen portretten van de 72 Yokozuna’s (de eerste uit 1630), worstelaars van de hoogste rang. Nog in januari van dit jaar kreeg een sumoworstelaar deze eer en er wordt een televisiefragment getoond waarin de ceremonie te zien is, in de Meiji tempel waar we eerder geweest zijn. Natuurlijk staan er buiten het museum houten borden waar je je hoofd door kunt steken om zo op de foto te gaan, die vind je overal in Japan. Deze keer kun je gefotografeerd worden als Japanse in kimono, opgetild door een sumoworstelaar. Carien staat al klaar.

En dan is het eindelijk tijd voor taart! Bij de Starbucks eten we cheesecake en daarna gaan we naar onze ryokan, nog even genieten van onze Japanse kamers en de onsen voordat we weer naar Europa vertrekken.

En dan breekt disndag 6 juni onze laatste dag in Japan aan. We zullen ’s avonds om 21.40 uur naar Istanbul vliegen en vandaaruit naar Sicilië. We proberen alvast online in te checken voor onze vlucht maar tot onze schrik lukt dat niet. We krijgen maar drie stoelen toegewezen. Het lijkt erop dat het feit dat er twee Wouter Jan Berends-en zijn voor verwarring heeft gezorgd. Ongerust bellen we naar Turkish Airlines en daar verzekeren ze ons dat we wel met vier personen op de passagierslijst staan. Daar vertrouwen we dan maar

op en dan gaan we de stad in. We willen nog naar een andere belangrijke tempel van Tokyo, Senso-ji, beroemd om de grote lampionnen bij de toegangspoort. We verlaten ons rustige wijkje en stappen in een enorme drukte weer uit de metro. Het is hier heel toeristisch maar dat komt ons wel goed uit. We willen nog een paar souvenirs kopen en die zijn hier volop te krijgen bij de stalletjes langs de toegangsweg naar de tempel. Maar eerst lunch, Japans natuurlijk op deze laatste dag. We dalen een trapje af en komen in een klein en vol restaurantje terecht. Wout, Carien en ik krijgen een mooi dienblad met misosoep, rijst, sashimi en ingelegde groente. Wouter Jan bestelt rijst en rundvlees met gember.

Na de lunch en na ons voorlopig laatste bezoek aan een Japanse tempel halen we de bagage op en gaan naar Narita Airport. Inchecken via de self-service lukt niet: opnieuw lijkt het alsof we maar drie stoelen hebben, maar bij de balie gaat het gelukkig goed.
En zo nemen we afscheid van Japan. Een beetje verdrietig omdat we veel dingen zullen missen. De mooie tempels en de geheimzinnige bossen. Baden in de onsen en de prachtige kamers in de ryokans. De Japanse wc’s met verwarming, geluidjes en sproeiers, die altijd super schoon zijn, zelfs op het station of bij een speeltuin. De sushi, noedelsoepjes en yakitori. De verbazing en verwarring over van alles. Maar we zullen vooral de vriendelijke en rustige Japanners missen, die altijd zo beleefd zijn. En de aandacht en rust waarmee ze alles doen. Het is een land waar we zouden kunnen wonen. Het is alleen jammer dat het zo ver van Nederland is...

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.