Wereldreis

We gaan met de boot naar Naoshima, een eiland vol musea en kunstwerken in de binnenzee tussen Honshu en Shikoku. Wout, de kinderen en ik slapen hier in een guesthouse, papa en mama in een ryokan (Japanse herberg) iets verderop. De kamers hebben houten schuifdeuren, maar gelukkig zijn de andere gasten ook stil ’s nachts. We slapen op de Japanse manier: er liggen futons en dekens opgerold klaar op de tatami-vloer en als het bedtijd is, maken we onze bedjes klaar. Heel gezellig en praktisch.

sasenwout

44 chapters

Naoshima, Japan

May 01, 2017

|

Naoshima

We gaan met de boot naar Naoshima, een eiland vol musea en kunstwerken in de binnenzee tussen Honshu en Shikoku. Wout, de kinderen en ik slapen hier in een guesthouse, papa en mama in een ryokan (Japanse herberg) iets verderop. De kamers hebben houten schuifdeuren, maar gelukkig zijn de andere gasten ook stil ’s nachts. We slapen op de Japanse manier: er liggen futons en dekens opgerold klaar op de tatami-vloer en als het bedtijd is, maken we onze bedjes klaar. Heel gezellig en praktisch.

We komen op zondag vroeg in de middag aan op Naoshima en horen dan dat de meeste musea op maandag dicht zijn. Daar hadden we niet op gerekend, vooral niet omdat het de zogenaamde ‘Golden Week’ is in Japan: een week met nationale feestdagen waarin veel Japanners eropuit trekken. We besluiten daarom om maar meteen het Chichu Art Museum te bezoeken. Het is een geweldig gebouw ontworpen door een beroemde Japanse architect: Tadao Ando. Het heeft hoge betonnen muren en strakke lijnen. Eén ruimte is gewijd aan schilderijen van Monet en om die nog beter te doen uitkomen, is er een vloer aangelegd van kleine witte steentjes waar we alleen met slofjes aan op mogen lopen. In de ‘Open Field’ ruimte van Turrell moeten we een zwarte marmeren trap op, een ruimte in verlicht door hel paars licht. Je ziet niet waar de vloer ophoudt en de wanden beginnen en dat maakt het erg spannend maar fantastisch, vinden ook de kinderen.

De volgende dag, maandag, is het prachtig weer: zo’n 25 graden, een strakblauwe lucht en we krijgen een echt vakantiegevoel. We nemen een busje naar de oostkant van het eiland en lopen dan langs kunstwerken verspreid in het landschap (o.a. een gele pompoen die op het eiland zo beroemd is) naar het Benesse Museum dat wel open is. Ook dit gebouw is ontworpen door Ando en opnieuw fantastisch met een enorme ronde hal in het midden. Ook hier bestaat de collectie uit hedendaagse kunst. We zien grappige

kunstwerken zoals vlaggen van landen gemaakt van gekleurd zand waar een heel mierenstelsel doorheen loopt. Wouter Jan kan veel van de bijbehorende landen opnoemen (hij speelt soms een spelletje op de computer waarbij hij vlaggen van landen moet raden) en gaat daarna op zoek naar de mieren. Ook zien we een groot schilderij met een zwarte en gele boot, aangespoeld op een strand. De twee bootjes staan ook naast het doek en als we naar buiten lopen zien we ook daar het zwarte en gele bootje in de verte op het strand liggen. Net als het Chichu Museum is het gebouw ontworpen - en zijn de kunstwerken gemaakt- in harmonie met de omgeving. Muren houden plotseling op zodat je de zee, de bergen of de lucht ziet. Dat maakt het erg bijzonder en we zijn allemaal erg enthousiast, vooral over het gebouw zelf.

Aan het eind van de middag nemen we onze bal mee naar het strand en spelen we voetbal en handbal tot het tijd is om te gaan eten.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.