Het is maandag 9 januari 2017 en ik mag weer! Medio 2016 zat ik al te brainstormen met een paar vrienden om in februari 2017 Vietnam en Cambodja te gaan bezoeken, en aangezien het niet heel logisch was om per 1 januari 2017 in een nieuwe baan te starten als ik in februari alweer op reis zou willen, besloot ik om nog even van mijn vrijheid te genieten en een langere reis in Azië te creeren. De voorlopige plannen zijn om te starten in Myanmar en via Laos naar Vietnam en Cambodja te reizen – deze laatste 2 landen bezoek ik samen met Pieter, Michael en Nico. Als zij weer naar huis vertrekken, wil ik mijn reis vervolgen naar Maleisië, Singapore, Indonesië en Brunei - tenzij ik eerder een leuke baan in Nederland vind. Zo niet, dan is het de bedoeling dat ik in mei dit jaar weer terugkeer, mooi op tijd voor het zomerseizoen in Nederland.
January 13, 2017
|
Yangon, Myanmar
Het is maandag 9 januari 2017 en ik mag weer! Medio 2016 zat ik al te brainstormen met een paar vrienden om in februari 2017 Vietnam en Cambodja te gaan bezoeken, en aangezien het niet heel logisch was om per 1 januari 2017 in een nieuwe baan te starten als ik in februari alweer op reis zou willen, besloot ik om nog even van mijn vrijheid te genieten en een langere reis in Azië te creeren. De voorlopige plannen zijn om te starten in Myanmar en via Laos naar Vietnam en Cambodja te reizen – deze laatste 2 landen bezoek ik samen met Pieter, Michael en Nico. Als zij weer naar huis vertrekken, wil ik mijn reis vervolgen naar Maleisië, Singapore, Indonesië en Brunei - tenzij ik eerder een leuke baan in Nederland vind. Zo niet, dan is het de bedoeling dat ik in mei dit jaar weer terugkeer, mooi op tijd voor het zomerseizoen in Nederland.
Vanaf Schiphol vloog ik op maandagavond via Dubai naar Bangkok, op beide vluchten van Emirates zat ik in een kolossale A380, het tweede gedeelte van mijn reis zelfs op de bovenste etage van dit vliegende flatgebouw (capaciteit 615 passagiers). Op Bangkok Airport kon ik na het douanecircus en ophalen van mijn bagage direct weer inchecken voor mijn vlucht met Myanmar Airlines naar Yangon (de voormalige hoofdstad Rangoon) waar ik op dinsdagavond laat aankwam. Ik probeer altijd te voorkomen dat ik ’s nachts aankom in een onbekende stad, maar dit keer ging het qua vluchtplanning niet anders – gelukkig had ik op de laatste vlucht al snel contact met een Zwitserse jongen en samen deelden we de taxirit van een uur naar downtown Yangon waar onze hostels niet heel ver uit elkaar lagen.
De komende twee dagen gebruik ik om bij te komen van de lange vlucht en het tijdsverschil, om de stad te verkennen en me in te lezen in de geschiedenis en achtergronden van Myanmar; door alle drukte en gezelligheid in Nederland was het daar nog niet van gekomen. Op woensdagmorgen begin ik met wandelen vanaf mijn hostel door de drukke straten van de stad. Alhoewel mijn eerste indrukken soms matchen met mijn eerdere Azië-ervaringen (in India, Nepal, Thailand, Japan, China en Hongkong), heeft Myanmar toch iets heel unieks. 124 jaar lang (tot 1948) was Myanmar een Britse kolonie, en de Engelse teksten zie je regelmatig terugkomen, alhoewel veel inwoners niet of nauwelijks Engels meer spreken. De inwoners worden officieel nog Birmezen genoemd (naar de oude Engels naam Burma, of Birma in het Nederlands), en zo zal ik ze in de
rest van mijn blog ook noemen.
Net als de naam van de stad, Yangon, voorheen Rangoon, heeft bijna alles in het land 2 namen, ook straatnamen, terwijl veel naambordjes alleen de naam in het Birmees laten zien, dus in niet-Latijnse karakters. Best een uitdaging om je weg te vinden (maar gelukkig is er Google Maps).
De meeste auto’s hebben het stuur aan de rechterkant (op z’n Engels), maar men rijdt ook rechts (op z’n Europees). Voetgangers-verkeerslichten of -oversteekplaatsen zijn er niet; oversteken is geheel voor eigen risico, niemand stopt voor een voetganger.
Veel mannen dragen een lange wikkelrok, ook wel een longyi genaamd, die ze net weer anders knopen dan de lange rokken die de vrouwen dragen. Ook zie je veel Indiase sarongs. Daarnaast gebruiken vrouwen en kinderen ‘thanaka’ op hun gezicht, een gelige dikke creme van de schors van de thanaka-boom die gebruikt wordt als zonnebrandcreme en make-up. Rode tanden zie je ook regelmatig: men kauwt graag op de rode betelnootjes, als een soort van pruimtabak – op straat zie je overal vieze rode klodders liggen.
Na twee uur rondstruinen door downtown Yangon bezoek ik de Sule pagode, een mooi boeddhistisch heiligdom, midden op een druk kruispunt in de stad. Daarna wandel ik naar het treinstation waar ik met een lokaal boemeltreintje een 3 uur durende rit maak door de stad en buitenwijken: een ideale manier om je tussen de locals te begeven en op een ontspannen manier de Birmese cultuur te ontdekken; vanuit mijn treinraampje zag ik het lokale leven aan me voorbij trekken, van kleine huisjes en spelende kinderen langs het spoor tot kleinschalige rijstplantages en kleurrijke marktjes.
Vanaf het station nam ik een taxi naar de Shewdagon Pagode, de grootste pagode van Myanmar met een hoogte van 99 meter, op een groot complex met verschillende stupa’s en boeddhistische tempels. Indrukwekkend om te zien, dit grote gouden bouwwerk, zeker toen de zon onderging en de pagode prachtig verlicht werd.
Van tevoren heb ik er goed over nagedacht of ik Myanmar wel wilde bezoeken. De geschiedenis is nogal turbulent met het nietsontziende militaire regime in een nog recent verleden. De
junta is ten einde, maar in de ‘civiele’ regering hebben nog veel ex-militairen zitting waardoor getwijfeld wordt of er snel verbetering komt in de burgerrechten - qua corruptie scoort Myanmar hoog op de wereldranglijst. En dan is er nog de kwestie met de Rohingya – een moslim-minderheid in de provincie Rakhine. Zoals jullie ongetwijfeld de afgelopen weken in het nieuws hebben gehoord dreigt hier een genocide plaats te vinden; 65.000 mensen zijn inmiddels al gevlucht naar buurland Bangladesh uit angst voor moord en plunderingen van hun dorpen door het Birmese leger. De VN beschouwt de Rohingya als één van de meest vervolgde minderheden ter wereld.
De Birmese overheid verleent aan toeristen geen toestemming om de gebieden te bezoeken waar het Birmese leger actief is,
en ik zoek uit mezelf het gevaar ook echt niet op, dus aan mijn veiligheid twijfel ik niet. Daarom heb ik er bewust voor gekozen om Myanmar wél te bezoeken om de lokale economie van het land te steunen - éénderde van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Net zoals in Midden- en Zuid-Amerika slaap ik bij lokale guesthouses, en haal mijn eten bij familierestaurantjes en kleine eetstalletjes. Door weg te blijven, help ik het land sowieso niet vooruit! Door de kwestie te benoemen in mijn blog maak ik het in ieder geval bespreekbaar .
Tot nu toe ben ik blij met mijn keuze; de Birmezen zijn ontzettend vriendelijk, en ondanks het taalprobleem heb ik me tot nu toe prima kunnen redden en erg welkom gevoeld!
1.
2017: een nieuw jaar met nieuwe kansen
2.
Myanmar: here I come!
3.
Naar Inle Lake
4.
Kalaw & Bagan
5.
Hsipaw & Mandalay
6.
Zuid-Laos: Don Det & Pakse
7.
De bovenste helft van Laos
8.
Veelzijdig Vietnam
9.
Grotten, tunnels, motoren & beachvolley
10.
Angkor Wat?
11.
Maleisië Part I - On the Go
12.
Maleisië Part II: Cameron Highlands & Taman Negara
13.
Maleisië Part III: Kuala Lumpur & Langkawi
14.
Singapore, land nr 68
15.
Sultanaat Brunei Darussalam
16.
Maleisië Part IV: Borneo
17.
7.107 Eilanden
18.
Bohol & Cebu
19.
Eindelijk Indonesië!
20.
Reizen, maar hoe dan?
21.
Belanda in Indonesia
22.
Java
23.
Dansen op de Vulkaan
24.
Bali & Lombok
25.
Komodo National Park
26.
The Next Step
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!