Vulkanen, ik ben er stiekum wel een beetje fan van! Ik heb er al best veel gezien en beklommen: vóór deze wereldreis oa al de Vesuvius in Italië, de Eyjafjallajökull (ja, die lastpost die het vliegverkeer stillegde) in Ijsland, Mount Fuji tijdens mijn stage in Japan en verschillende kraters in Bolivia, waar we op de hellingen dinosauruspootafdrukken tegenkwamen. In Guatamala beklom ik de Pacaya vulkaan en zag een dag later zijn actievere buurman Fuego uitbarsten. En vergeet vooral mijn beklimming van de slapende vulkaan Kilimanjaro in Tanzania niet, met gletsjerijs op de top.
Het afgelopen jaar heb ik in Midden- en Zuid-Amerika nog wat vulkanen en kraters aan mijn lijstje mogen toevoegen, allemaal met hun eigen bijzonderheid: de Santa Ana vulkaan in El Salvador met het borrelende ondoorzichtige blauwe kratermeer; de Masaya vulkaan in Nicaragua waar je vanaf de kraterrand het magma kon zien golven. De majestueuze Arenal vulkaan in Costa Rica, mijn prachtige uitzicht voor 2 weken tijdens mijn baantje in Monteverde en het modderbad dat ik in het noorden van Colombia nam in de krater van een kleine vulkaan. De Galapagos is een eilandengroep die bestaat uit vulkanen, waarvan enkele nog actief. En tot slot de pittige tocht op de Cotopaxi vulkaan in Ecuador in november vorig jaar, om vervolgens per mountainbike weer naar beneden te crossen.
Eenmaal op de Filipijnen begon mijn liefde voor vulkanen weer op te bloeien (op het vasteland van Zuid-Oost Azië bevinden zich geen vulkanen), en nadat ik was aangekomen in Indonesië kon ik mijn hart ophalen. De ‘Ring of Fire’ beslaat de gehele zuidrand van de Indonesische archipel; de Australische Plaat schuift hier namelijk onder de Aziatische Oceanische korst, waardoor vulkanisme de Indonesische eilandenboog heeft gevormd. Op Sumatra zijn al 35 vulkanen, waarvan ik de supervulkaan Toba en het bijbehorende kratermeer (caldera) bezocht, en op Java zijn 45 actieve vulkanen. De Merapi vulkaan met een hoogte van 2.986 meter ligt vlakbij Yogyakarta en is mooi zichtbaar vanaf de Borobodur; deze behoort tot de 16 gevaarlijkste vulkanen ter wereld*.
Minder gevaarlijk maar minstens net zo indrukwekkend zijn de actieve Bromo en Ijen vulkaan, daarom besloot ik die te bezoeken. Ik nam vanaf Yogyakarta de trein naar Malang, waar
April 19, 2017
|
Banyuwangi, Java, Indonesië
Vulkanen, ik ben er stiekum wel een beetje fan van! Ik heb er al best veel gezien en beklommen: vóór deze wereldreis oa al de Vesuvius in Italië, de Eyjafjallajökull (ja, die lastpost die het vliegverkeer stillegde) in Ijsland, Mount Fuji tijdens mijn stage in Japan en verschillende kraters in Bolivia, waar we op de hellingen dinosauruspootafdrukken tegenkwamen. In Guatamala beklom ik de Pacaya vulkaan en zag een dag later zijn actievere buurman Fuego uitbarsten. En vergeet vooral mijn beklimming van de slapende vulkaan Kilimanjaro in Tanzania niet, met gletsjerijs op de top.
Het afgelopen jaar heb ik in Midden- en Zuid-Amerika nog wat vulkanen en kraters aan mijn lijstje mogen toevoegen, allemaal met hun eigen bijzonderheid: de Santa Ana vulkaan in El Salvador met het borrelende ondoorzichtige blauwe kratermeer; de Masaya vulkaan in Nicaragua waar je vanaf de kraterrand het magma kon zien golven. De majestueuze Arenal vulkaan in Costa Rica, mijn prachtige uitzicht voor 2 weken tijdens mijn baantje in Monteverde en het modderbad dat ik in het noorden van Colombia nam in de krater van een kleine vulkaan. De Galapagos is een eilandengroep die bestaat uit vulkanen, waarvan enkele nog actief. En tot slot de pittige tocht op de Cotopaxi vulkaan in Ecuador in november vorig jaar, om vervolgens per mountainbike weer naar beneden te crossen.
Eenmaal op de Filipijnen begon mijn liefde voor vulkanen weer op te bloeien (op het vasteland van Zuid-Oost Azië bevinden zich geen vulkanen), en nadat ik was aangekomen in Indonesië kon ik mijn hart ophalen. De ‘Ring of Fire’ beslaat de gehele zuidrand van de Indonesische archipel; de Australische Plaat schuift hier namelijk onder de Aziatische Oceanische korst, waardoor vulkanisme de Indonesische eilandenboog heeft gevormd. Op Sumatra zijn al 35 vulkanen, waarvan ik de supervulkaan Toba en het bijbehorende kratermeer (caldera) bezocht, en op Java zijn 45 actieve vulkanen. De Merapi vulkaan met een hoogte van 2.986 meter ligt vlakbij Yogyakarta en is mooi zichtbaar vanaf de Borobodur; deze behoort tot de 16 gevaarlijkste vulkanen ter wereld*.
Minder gevaarlijk maar minstens net zo indrukwekkend zijn de actieve Bromo en Ijen vulkaan, daarom besloot ik die te bezoeken. Ik nam vanaf Yogyakarta de trein naar Malang, waar
ik aan het einde van de middag in mijn hostel aankwam. Ik at snel wat in een lokaal eettentje (waar de eigenaresse de rekening opmaakt met behulp van een telraam), sprong onder de douche en dook om 19 uur mijn bed in. De wekker ging om 12 uur ‘s nachts, een half uur later stond een chauffeur voor de deur die me naar King Kong Hill zou brengen. Dit is een berg in het Tengger-gebergte, naast de Bromo vulkaan. Het busje bracht me een groot deel de berg op, echter toen de weg te steil werd, werd ik opgehaald door Suki, mijn gids voor die nacht/ochtend. We wandelden in het donker over wat binnendoorpaadjes tot waar de motor van Suki geparkeerd stond, daarmee zouden we verder rijden. De wegen waren enorm steil, het was donker, en mistig waar we de wolken passeerden. Ik had geen helm, maar was gelukkig wel warm aangekleed, want met het stijgende aantal meters daalde de
temperatuur. Sommige stukken van de route waren verhard, andere stukken weer mul zwart vulkanisch zand.
Na 3 kwartier op de motor bereikten we het uitzichtspunt op King Kong Hill, toen was het nog helemaal donker. In het Tengger gebergte bevinden zich verschillende actieve vulkanen: Bromo ligt samen met twee andere vulkanen in een grote krater. Er lag een mooie wolkendeken in die grote krater, die eerst van links naar rechts oploste, en vervolgens weer van rechts naar links werd uitgerold, een indrukwekkend gezicht om te zien. Maar niet zo indrukwekkend als de twee wolkenkolommen die boven de twee naastgelegen vulkanen hingen; daar flitste namelijk om de 20 seconden een onweersflits doorheen. De zon was nog niet op en we konden al van een bijzonder schouwspel genieten, een prachtig
verschijnsel dat ik voorheen alleen kende van National Geographic.
Achter de Bromo vulkaan ligt de Semeru, een actieve vulkaan met een hoogte van 3.700 meter, die een aantal keer per dag een kleine eruptie heeft, ook toen ik er stond. Plotseling kwam er een flinke wolk uit de krater vandaan. De zon kwam prachtig roze links van me op, met de Tengger krater rechtsonder me, want een mooi gezicht! Daarna sprong ik snel weer bij Suki achterop de motor om de Bromo van dichtbij te kijken. We daalden King Kong Hill af (bij daglicht leek het nog steiler), schoten weer door het mistige en vochtige wolkendek en kwamen in het maanlandschap van de Tengger-krater terecht: om ons heen niks anders dan grijs vulkanisch zand en wolkenflarden. Een half uur later waren we bij de voet van de
Bromo-krater, vanwaar het nog 45 minuten klimmen was naar de rand (op 2.392 meter). Een pittig klimmetje op die hoogte, maar ik was blij dat ik er zo vroeg al was, want bij mijn aankomst was het nog helder. Eenmaal op de kraterrand kon ik mooi uitkijken over het maanlandschap om me heen en het bijzondere relief van de kraterwand. Maar natuurlijk vooral ook naar de krater zelf – daaruit kwam naast een hoop stoom het geluid van 10 draaiende vliegtuigmotoren, wat een kabaal en activiteit! De lokale bevolking gelooft dat de god Brahma hier verblijft, dus behalve een hindoeïstische tempel aan de voet van de krater, waren op verschillende plekken offers bereid. Hopelijk hielp Brahma ook bij de veiligheid van de bezoekers van de krater: de rand was maar smal en alleen aan de binnenrand stond een (sier-)hek dat nog lager was dan mijn knie. Best griezelig dus om daar te lopen, zeker als je een ander
wilde passeren. Toen ik net weer wilde afdalen langs de kraterwand, kwam de bewolking opzetten en was het mooie uitzicht verdwenen.
Suki stond me beneden op te wachten en bracht me achter op de motor weer naar het busje; na een lokaal ontbijtje (nasi goreng) bracht hij me met bagage en al naar het treinstation van Probollingo, waar ik om 11 uur ‘s morgens op de trein naar Banyuwagi stapte. Ik had verwacht dat ik door de korte nacht en intensieve ochtend in de trein in slaap zou vallen, maar blijkbaar hield het laatste boek van Saskia Noort (Huidpijn), me zo alert dat ik zonder slaap om half vijf ‘s middags in het stadje Banyuwagi aankwam. Daar had ik een simpel guesthouse en herhaalde het ritme zich. Snel iets eten, douchen en lekker mijn bed in.
Deze nacht stond om 01.00 uur mijn chauffeur voor de deur, hij bracht me naar het startpunt van de beklimming van de 2.250 meter hoge Ijen vulkaan, zo’n 2 uur rijden vanaf Banyuwagi. Daar werd ik ontvangen door een gids en samen met een Koreaan, een Nepalees en 2 Franse meisjes beklommen we de vulkaan. De tocht omhoog duurde anderhalf uur over een zeer steil pad – gelukkig was het droog en niet mistig zodat de route niet glad was. De gids had iedereen een zaklamp en een gasmasker gegeven – de laatste zouden we nodig kunnen hebben als bij aankomst in de krater de wind ongunstig zou staan en de giftige gassen uit de krater onze kant op geblazen zouden worden.
Eenmaal boven konden we genieten van een bijzonder
spektakel: blue fire. Beneden in de krater ontvlamde het zwavelgas, dat ontsnapte uit de vulkaan, zodra het in aanraking komt met zuurstof, waardoor blauwe vlammen ontstaan van wel 5 meter lang (de foto hierbij is van google, met mijn iPhone kreeg ik geen mooi beeld). De Ijen is de grootste ‘blue fire’-vulkaan ter wereld en daarmee een waardige aanvulling op mijn lijstje met bijzondere vulkanen. Zodra de zon opkwam, zagen we dat niet alleen het vuur blauw was, ook het grote kratermeer had een turquoise kleur. We liepen ruim een uur lang de kraterrand rond om het uitzicht te bewonderen, we ontmoetten de lokale mijnwerkers die zwavelsteen uit de krater verzamelden, dit overigens zonder gasmasker. Daarna was het tijd voor de afdaling, beneden stond mijn chauffeur alweer klaar. We stopten kort bij een
mooie waterval, aten een ontbijtje (weer een rijstgerecht, maar helaas veel te pittig voor mij) en daarna bracht hij me naar de haven van Banyuwagi waar ik om 11 uur op de ferry stapte naar Bali.
*De Etna en Vesuvius behoren ook tot die 16. Meer info: http://wetenschap.infonu.nl/natuurverschijnselen/62800-meest-gevaarlijke-vulkanen-ter-wereld.html
1.
2017: een nieuw jaar met nieuwe kansen
2.
Myanmar: here I come!
3.
Naar Inle Lake
4.
Kalaw & Bagan
5.
Hsipaw & Mandalay
6.
Zuid-Laos: Don Det & Pakse
7.
De bovenste helft van Laos
8.
Veelzijdig Vietnam
9.
Grotten, tunnels, motoren & beachvolley
10.
Angkor Wat?
11.
Maleisië Part I - On the Go
12.
Maleisië Part II: Cameron Highlands & Taman Negara
13.
Maleisië Part III: Kuala Lumpur & Langkawi
14.
Singapore, land nr 68
15.
Sultanaat Brunei Darussalam
16.
Maleisië Part IV: Borneo
17.
7.107 Eilanden
18.
Bohol & Cebu
19.
Eindelijk Indonesië!
20.
Reizen, maar hoe dan?
21.
Belanda in Indonesia
22.
Java
23.
Dansen op de Vulkaan
24.
Bali & Lombok
25.
Komodo National Park
26.
The Next Step
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!