Marizzz around the world: South East Asia

Busreizen heb je in alle soorten en maten: van een minibus tot een touringcar, met of zonder beenruimte, met ARKO (Alle Ramen Kunnen Open) of airconditioning. Met een slaperige chauffeur, met alleen maar lokale medereizigers of gezellig met een groep medebackpackers. Een route van busstation tot busstation, of gewoon opstappen langs de straat en hopen dat de bus voor je stopt. Slingerend door de bergen of stuiterend over slecht geplaveide wegen. Oja, en ook een keer met een kapotte achterklep waardoor tot 3 keer toe onderweg de bagage op de weg stuiterde. De bus die ik maandag vanuit Brunei nam, had weer een nieuwe karakteristiek: we passeerden 7 douaneposten.

Brunei is dan wel klein, maar het bestaat uit 2 delen, en de enige doorgaande weg van Brunei naar mijn eindbestemming Kota Kinabalu in Maleisisch Borneo

Mariska Lievaart

26 chapters

Maleisië Part IV: Borneo

March 26, 2017

|

Sepilok, Maleisisch Borneo

Busreizen heb je in alle soorten en maten: van een minibus tot een touringcar, met of zonder beenruimte, met ARKO (Alle Ramen Kunnen Open) of airconditioning. Met een slaperige chauffeur, met alleen maar lokale medereizigers of gezellig met een groep medebackpackers. Een route van busstation tot busstation, of gewoon opstappen langs de straat en hopen dat de bus voor je stopt. Slingerend door de bergen of stuiterend over slecht geplaveide wegen. Oja, en ook een keer met een kapotte achterklep waardoor tot 3 keer toe onderweg de bagage op de weg stuiterde. De bus die ik maandag vanuit Brunei nam, had weer een nieuwe karakteristiek: we passeerden 7 douaneposten.

Brunei is dan wel klein, maar het bestaat uit 2 delen, en de enige doorgaande weg van Brunei naar mijn eindbestemming Kota Kinabalu in Maleisisch Borneo

passeert ook het andere deel van Brunei. Dus dat betekent 7x de bus uit voor een stempel in mijn toch al bijna volle paspoort. Gelukkig hebben de douaniers dat wel door; waar op de eerste pagina’s van mijn paspoort maar 4 stempels alle ruimte hebben, proppen de douaniers op de laatste pagina’s 9 tot 10 stempels. Inmiddels heb ik 86 stempels in mijn paspoort en 7 paginagrote visa – dit paspoort wordt wel een collector’s item! De laatste grenspost is overigens een binnenlandse grenspost in Maleisië: de provincies Sarawak en Sabah kennen onderling wat politieke onrust, vandaar dat de grenzen tussen deze provincies zijn gesloten.

Na 9 uur in de bus kwam ik aan in Kota Kinabalu, de grootste stad van Maleisisch Borneo (om je geheugen op te frissen: Maleisië bestaat ook uit 2 delen: het schiereiland ten zuiden van Thailand, waar Singapore op de zuidelijkste punt ligt en het noorden van Borneo, waar Brunei ook 2 hapjes uit heeft genomen en het zuiden wordt gevormd door het Indonesische Kalimantan). Kota Kinabalu is redelijk toeristisch, maar ook een fijne afwisseling tussen de bossen en moskeeën van Brunei en de jungle van Borneo, waar ik later naar toe ga. In Kota Kinabalu neem ik de ferry naar Pulau Gaya, een tropisch eilandje dat omringt wordt door witte

stranden met poederzand en kristalhelder water waar je de vissen onder je door ziet zwemmen. Een hangmat en een goed boek maakten die dag compleet.

De volgende dag staat er weer een bustripje op het programma: dit streekbusje is er één van het type dat pas gaat rijden als hij vol is, helemaal vol. Ik was om 7.45 uur bij het busstation en had daardoor de beste zitplek, maar moest wel tot 9 uur wachten in een snikhete bus voordat deze überhaupt vertrok. Om half twaalf werd ik afgezet bij het guesthouse dat ik had geboekt, vlakbij de ingang van Park Kinabalu, het National Park en UNESCO World Heritage Site behorend bij Mount Kinabalu, met 4.095 meter de hoogste berg van Zuid-Oost-Azië. En daardoor ook de populairste klimlocatie in de regio: de beklimming is gemiddeld 6 maanden van tevoren

al volgeboekt.
Gelukkig waren de andere trails in het park ook zeer de moeite waard, dus de rest van de middag vermaakte ik me in de jungle. En in de botanische tuin waarin uitleg werd gegeven bij alle bijzondere plantensoorten. Wat een prachtige omgeving en wat een bijzondere planten waren er te zien – hoe veel mooie bossen en regenwouden ik ook zie, steeds zie ik weer iets nieuws en leer ik weer iets meer van al het moois op deze aardbol.

De volgende ochtend stond ik alweer langs de kant van de weg te wachten op de bus – starend tegen de zon in om te kunnen zien of het de juiste was. En ook dit keer lukte het weer om de juiste bus te laten stoppen, helaas zat deze al vol, maar ik kon nog wel mee als ik op een plastic krukje in het gangpad wilde

plaatsnemen. Oké, geen probleem – dat krukje leidde natuurlijk een eigen leven over de slingerende bergweg, maar goed, beter dan geen bus. Om half twee werd ik langs de doorgaande weg vlakbij Sepilok afgezet, vandaar kreeg ik een lift van een local naar het Jungle Resort dat ik had geboekt voor de laatste 3 dagen in Borneo.

De Maleisische jungle stond al lang bovenaan mijn lijstje, omdat alleen hier en in Sumatra orang oetangs in het wild voorkomen. Deze apen behoren samen met de gorilla’s, chimpansees en bonobo’s tot de groep van grote apen, maar deze laatste drie tref je alleen in Afrika aan. Het menselijk DNA komt voor 96,4% overeen met de grote apen, genetisch gezien zijn ze bijna een verre neef van de mens, ontzettend interessant

om meer te weten te komen over deze dieren!
Ik heb geluk, want diezelfde avond kwamen in het donker een paar orang oetangs in de buurt van het resort, dat in de jungle ligt en waaruit ook andere junglebewoners (ijsvogels, slangen, vlinders) regelmatig te zien zijn. Echt goed waarnemen kon ik ze niet in het donker, daarom besloot ik de volgende dag naar het Sepilok Orang Oetang Rehabilitation Center te gaan. Dit centrum is in 1964 opgericht in samenwerking met het WNF toen het aantal in het wild levende orang oetangs schrikbarend achteruit ging. Door bomenkap ten behoeve van palmolie plantages werden veel orang oetangs uit hun natuurlijke omgeving verjaagd, locale boeren jaagden op de apen als ‘bushmeat’ en de kleine aapjes werden gevangen als huisdier.

Omdat een vrouwtje in haar leven hooguit maar 2 à 3 kleintjes krijgt, is het aantal nakomelingen in de bestaande populatie laag, en is het voortbestaan van de Borneo Orang Oetang bedreigd. Het Rehabilitation Center vangt jonge orang oetangs op die hun moeder zijn kwijt geraakt vanwege bomenkap of zijn gevangen om als huisdier te fungeren. Tot hun 7e jaar blijven jonge orang oetangs bij hun moeder om te leren hoe ze een nest moeten bouwen (ze leven in bomen) en aan eten moeten komen. Als ze voor die tijd hun moeder kwijtraken, zijn ze niet zelfstandig genoeg om zelf te overleven, en daarom neemt het Rehabilitation Center die taak over voor jonge verweesde orang oetangs. In verschillende stadia wordt de jonkies geleerd hoe ze moeten klimmen en klauteren en om moeten gaan met de uitdagingen in de jungle. Orang Oetangs

leven solitair, dus ze zijn echt op zichzelf aangewezen – en op hun 7e jaar hoopt het Center ze voldoende klaargestoomd te hebben voor een zelfstandig leven in de jungle.

De Maleisische jungle is een mooie afsluiting van mijn verblijf in Borneo. Hoewel ik het eigenlijk niet van plan was, heb ik in een opwelling tickets geboekt naar de Filippijnen, slechts anderhalf uur vliegen van Borneo.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.