Aotearoa Nieuw-Zeeland

Heerlijk weinig geslapen vannacht en mezelf verstopt onder de dekens in verband met de zandvliegen (2 lagen kleding aan, inclusief sokken voor als je grote teen onder het dekbed vandaan zou steken en handen, hals en gezicht ingesprayd met deet). Ik haat die beesten! Wat een hel! Ik snap echt niet hoe die mensen van het hostel hier kunnen leven…
Goed, om 8.30u vertrokken van de hel naar The Deep South. Vandaag was het vooral weer een reisdag; iets anders heb ik tot de avond niet gedaan. Veel spannende dingen heb ik eigenlijk ook niet gezien. Het is gek, maar op een gegeven moment realiseer je je de schoonheid van het land niet echt meer; het ene meer is nog mooier dan het andere; die ene bergketen is nog meer overweldigend dat die vorige. Je wordt bijna (ver)blind door alle prachtige natuur.

Een deel van de groep werd aan het eind van de middag afgezet in Invercargill en wij gingen door naar Bluff. Hier eindigt Highway 1, die start in Cape Reinga. Dus ik kan zeggen dat ik echt van noord naar zuid ben gegaan! Ook loopt er een ankerketting het water in, die “verbonden” is met Stewart Island (het derde eiland van Nieuw-Zeeland). En dat is waar ik vandaag naartoe ben gegaan!
We werden afgezet bij de Ferry (godsgruwelijk duur!) en met een uurtje kwamen we aan op Stewart Island; het vogelparadijs. Het eiland waar je de meeste kans hebt om een kiwi in het wild te zien.
Overigens moeten de locals deze (dure) ferry ook nemen, omdat ze een monopolie positie hebben. En daarbij is deze ferry zo klein, dat er hooguit wat fietsen mee kunnen, maar zeker geen auto’s of andere grote dingen… Interessant.

Toen ik me gister had voorgenomen om toch deze oversteek te maken, wilde ik hoe dan ook alles, maar dan ook alles, uit deze ene overnachting halen. Dat zou dus een korte nacht worden. Want eenmaal rond 18u aangekomen op het eiland, heb ik snel even wat gegeten en ben ik op de pier gaan zitten om de zonsondergang te zien. Vervolgens even opgewarmd in het hostel met een kopje thee en daarna door om toch maar te proberen een kiwi te spotten. Van de man van de receptie had ik een zaklamp gekregen bedekt met een rode filter waardoor de kiwi’s niet zouden worden verstoord. Er gingen nog 3 anderen met me mee en ondanks de kou (lees 5 lagen kleding bij zo’n 6 C en geen jas hebbende) was het best grappig om zo rond te lopen en tussen het hoge gras en de struiken te kijken. Maar helaas, hoewel we dachten wat te horen, hebben we er geen gezien en zijn we na een uur weer teruggekeerd.

Op Stewart Island kan je bij helder weer ook het Zuiderlicht zien, maar helaas was het te bewolkt. Dus even heel zielig: geen kiwi én geen zuiderlicht… Buuuuu
Dan maar een lange hete douche om vervolgens een korte nacht tegemoet te gaan: morgen zonsopgang!

CIJFERS VOOR VANDAAG:
Hostel (Gunn’s Camp): 5
Nachtrust: 3
Temperatuur: 12 C

Perdita van Estrik

53 chapters

Deep South

March 13, 2017

|

Steward Island

Heerlijk weinig geslapen vannacht en mezelf verstopt onder de dekens in verband met de zandvliegen (2 lagen kleding aan, inclusief sokken voor als je grote teen onder het dekbed vandaan zou steken en handen, hals en gezicht ingesprayd met deet). Ik haat die beesten! Wat een hel! Ik snap echt niet hoe die mensen van het hostel hier kunnen leven…
Goed, om 8.30u vertrokken van de hel naar The Deep South. Vandaag was het vooral weer een reisdag; iets anders heb ik tot de avond niet gedaan. Veel spannende dingen heb ik eigenlijk ook niet gezien. Het is gek, maar op een gegeven moment realiseer je je de schoonheid van het land niet echt meer; het ene meer is nog mooier dan het andere; die ene bergketen is nog meer overweldigend dat die vorige. Je wordt bijna (ver)blind door alle prachtige natuur.

Een deel van de groep werd aan het eind van de middag afgezet in Invercargill en wij gingen door naar Bluff. Hier eindigt Highway 1, die start in Cape Reinga. Dus ik kan zeggen dat ik echt van noord naar zuid ben gegaan! Ook loopt er een ankerketting het water in, die “verbonden” is met Stewart Island (het derde eiland van Nieuw-Zeeland). En dat is waar ik vandaag naartoe ben gegaan!
We werden afgezet bij de Ferry (godsgruwelijk duur!) en met een uurtje kwamen we aan op Stewart Island; het vogelparadijs. Het eiland waar je de meeste kans hebt om een kiwi in het wild te zien.
Overigens moeten de locals deze (dure) ferry ook nemen, omdat ze een monopolie positie hebben. En daarbij is deze ferry zo klein, dat er hooguit wat fietsen mee kunnen, maar zeker geen auto’s of andere grote dingen… Interessant.

Toen ik me gister had voorgenomen om toch deze oversteek te maken, wilde ik hoe dan ook alles, maar dan ook alles, uit deze ene overnachting halen. Dat zou dus een korte nacht worden. Want eenmaal rond 18u aangekomen op het eiland, heb ik snel even wat gegeten en ben ik op de pier gaan zitten om de zonsondergang te zien. Vervolgens even opgewarmd in het hostel met een kopje thee en daarna door om toch maar te proberen een kiwi te spotten. Van de man van de receptie had ik een zaklamp gekregen bedekt met een rode filter waardoor de kiwi’s niet zouden worden verstoord. Er gingen nog 3 anderen met me mee en ondanks de kou (lees 5 lagen kleding bij zo’n 6 C en geen jas hebbende) was het best grappig om zo rond te lopen en tussen het hoge gras en de struiken te kijken. Maar helaas, hoewel we dachten wat te horen, hebben we er geen gezien en zijn we na een uur weer teruggekeerd.

Op Stewart Island kan je bij helder weer ook het Zuiderlicht zien, maar helaas was het te bewolkt. Dus even heel zielig: geen kiwi én geen zuiderlicht… Buuuuu
Dan maar een lange hete douche om vervolgens een korte nacht tegemoet te gaan: morgen zonsopgang!

CIJFERS VOOR VANDAAG:
Hostel (Gunn’s Camp): 5
Nachtrust: 3
Temperatuur: 12 C

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.