De Franse vrouw ging niet met ons verder, want zij ging door naar Vang Vieng. Wij hebben een tuk-tuk gepakt naar het centrum en na een stuk of 5 guesthouses toch een redelijk goedkope gevonden. We sliepen in een dorm, maar met 5 bedden. Dus met de hele groep bij elkaar. Dat was wel gezellig. We zijn eigenlijk meteen gaan ontbijten en daarna zijn Kelly en ik een beetje gaan rusten in de kamer terwijl de rest hun visums moesten regelen voor Thailand en Cambodja. Toen de rest terug kwam van de visums wilde zijn gaan slapen en hadden Kelly en ik de lokale bus gepakt naar het Boeddha Park. Dit was een uurtje met de bus voor 6000 Kip (ongeveer 60/70 cent). We werden voor de deur afgezet dus dat was perfect. Ze hebben hier wel bushaltes, maar als je ergens anders wilt in of uitstappen dan is dat geen probleem haha. Het Boeddha Park was niet groot, maar het viel zeker niet tegen. Er stonden een aantal mooie beelden bij en hadden hier nog geluncht dus onze middag goed om gekregen. Toen we terug kwamen zat de rest te kaarten bij het hostel. We hebben een nieuw spelletje geleerd, genaamd shithead. Wat we de dagen erna nog vaak gespeeld hebben als we moesten wachten op ons eten. Daarna hadden we nog over de night market gewandeld en een goedkope plek gevonden om te eten.
Volgende ochtend vroeg opgestaan om een fiets te huren en het stadje een beetje te verkennen. Emma en Steve moesten weer terug voor hun visum, omdat de dag ervoor een Thaise feestdag was en ze dus geen visum hadden kunnen aanvragen. We zouden hun om 9 uur meeten bij de Arc de Triomph (Patuxai) en daarna samen ontbijten. 9 uur geen Steve en Emma, 10 uur nog steeds niet dus besloten we ook maar naar de Thaise ambassade te fietsen. Ondertussen hadden we ons wel vermaakt met twee Koreanen die slow motion video's van ons maakte terwijl wij in de lucht sprongen voor het gebouw. Je moet toch iets als je moet wachten haha. Deze twee Koreanen hadden trouwens maar 5 dagen vakantie en in die 5 dagen gingen ze naar 4 verschillende plaatsen. Die dag waren ze aangekomen in Vientiane en in de middag vlogen ze alweer door naar Luang Prabang. Echt gekkenwerk. Bij de ambassade zagen we wel twee fietsen staan, maar we mochten niet naar binnen. Het was super druk met mensen die allemaal zaten te wachten op hun visum dus na een koffie later en nog niemand gezien te hebben, toch maar besloten om met z'n drieën op pad te gaan en hun later te contacten. We zijn eerst naar een gouden Stupa gefietst. Een stupa is een gebouw met een spitse punt, waar delen van Boeddha begraven ligt of as van andere belangrijke personen. Het was de eerste grote Stupa die we zagen dus het was best oke, maar niet spectaculair. Op het terrein waren nog een aantal andere mooie tempels die we bezocht hadden. Bij de ingang van de tempel stonden vrouwtjes met allemaal kleine houten kooitjes met kleine vogeltjes erin. Deze kon je kopen en dan vrijlaten, dit is een manier om meer geluk te hebben. Dit is echt super zielig, want deze beestje worden meteen in een kooitje gestopt dus kunnen niet goed vliegen en kunnen al helemaal niet overleven in het wild. Dus of ze gaan dood of ze vliegen terug naar hun kooitje, waardoor ze weer opnieuw verkocht kunnen worden. Hierna eindelijk een plek gevonden voor een lekker ontbijtje en geen noedels soep of rijst. Eindelijk opgeladen voor de dag waren we weer terug gefietst naar de Patuxai en deze kon ook je 'beklimmen'. Het aantal trappen viel wel mee, maar je had wel een heel mooi uitzicht over de stad. Hierna zijn we naar de tempel Sisaket gefietst. Deze tempel is tijdens de oorlog goed bewaard gebleven terwijl de meeste tempels helemaal verwoest zijn. In de muren zaten allemaal kleine inkepingen waar weer honderden kleine Boeddha beeldjes in stonden. Al deze kleine
lotteroberts59
22 chapters
16 Apr 2020
May 19, 2015
|
Vientiane / Vang Vieng / Luang Prabang
De Franse vrouw ging niet met ons verder, want zij ging door naar Vang Vieng. Wij hebben een tuk-tuk gepakt naar het centrum en na een stuk of 5 guesthouses toch een redelijk goedkope gevonden. We sliepen in een dorm, maar met 5 bedden. Dus met de hele groep bij elkaar. Dat was wel gezellig. We zijn eigenlijk meteen gaan ontbijten en daarna zijn Kelly en ik een beetje gaan rusten in de kamer terwijl de rest hun visums moesten regelen voor Thailand en Cambodja. Toen de rest terug kwam van de visums wilde zijn gaan slapen en hadden Kelly en ik de lokale bus gepakt naar het Boeddha Park. Dit was een uurtje met de bus voor 6000 Kip (ongeveer 60/70 cent). We werden voor de deur afgezet dus dat was perfect. Ze hebben hier wel bushaltes, maar als je ergens anders wilt in of uitstappen dan is dat geen probleem haha. Het Boeddha Park was niet groot, maar het viel zeker niet tegen. Er stonden een aantal mooie beelden bij en hadden hier nog geluncht dus onze middag goed om gekregen. Toen we terug kwamen zat de rest te kaarten bij het hostel. We hebben een nieuw spelletje geleerd, genaamd shithead. Wat we de dagen erna nog vaak gespeeld hebben als we moesten wachten op ons eten. Daarna hadden we nog over de night market gewandeld en een goedkope plek gevonden om te eten.
Volgende ochtend vroeg opgestaan om een fiets te huren en het stadje een beetje te verkennen. Emma en Steve moesten weer terug voor hun visum, omdat de dag ervoor een Thaise feestdag was en ze dus geen visum hadden kunnen aanvragen. We zouden hun om 9 uur meeten bij de Arc de Triomph (Patuxai) en daarna samen ontbijten. 9 uur geen Steve en Emma, 10 uur nog steeds niet dus besloten we ook maar naar de Thaise ambassade te fietsen. Ondertussen hadden we ons wel vermaakt met twee Koreanen die slow motion video's van ons maakte terwijl wij in de lucht sprongen voor het gebouw. Je moet toch iets als je moet wachten haha. Deze twee Koreanen hadden trouwens maar 5 dagen vakantie en in die 5 dagen gingen ze naar 4 verschillende plaatsen. Die dag waren ze aangekomen in Vientiane en in de middag vlogen ze alweer door naar Luang Prabang. Echt gekkenwerk. Bij de ambassade zagen we wel twee fietsen staan, maar we mochten niet naar binnen. Het was super druk met mensen die allemaal zaten te wachten op hun visum dus na een koffie later en nog niemand gezien te hebben, toch maar besloten om met z'n drieën op pad te gaan en hun later te contacten. We zijn eerst naar een gouden Stupa gefietst. Een stupa is een gebouw met een spitse punt, waar delen van Boeddha begraven ligt of as van andere belangrijke personen. Het was de eerste grote Stupa die we zagen dus het was best oke, maar niet spectaculair. Op het terrein waren nog een aantal andere mooie tempels die we bezocht hadden. Bij de ingang van de tempel stonden vrouwtjes met allemaal kleine houten kooitjes met kleine vogeltjes erin. Deze kon je kopen en dan vrijlaten, dit is een manier om meer geluk te hebben. Dit is echt super zielig, want deze beestje worden meteen in een kooitje gestopt dus kunnen niet goed vliegen en kunnen al helemaal niet overleven in het wild. Dus of ze gaan dood of ze vliegen terug naar hun kooitje, waardoor ze weer opnieuw verkocht kunnen worden. Hierna eindelijk een plek gevonden voor een lekker ontbijtje en geen noedels soep of rijst. Eindelijk opgeladen voor de dag waren we weer terug gefietst naar de Patuxai en deze kon ook je 'beklimmen'. Het aantal trappen viel wel mee, maar je had wel een heel mooi uitzicht over de stad. Hierna zijn we naar de tempel Sisaket gefietst. Deze tempel is tijdens de oorlog goed bewaard gebleven terwijl de meeste tempels helemaal verwoest zijn. In de muren zaten allemaal kleine inkepingen waar weer honderden kleine Boeddha beeldjes in stonden. Al deze kleine
beeldjes stonden symbolisch voor het feit dat ze allemaal konden luisteren naar 'de' grote Boeddha. Verder stonden er om de tempel heel veel Boeddha beelden van super oud naar minder oud. De laatste stop van de dag was het COPE Museum. Laos is het land waar relatief de meeste bombardementen zijn geweest tijdens de oorlog, namelijk z'n 580.000. Dit hield in dat het land om de 8 minuten voor 9 jaar lang gebombardeerd is. Hierdoor zijn natuurlijk duizenden mensen gestorven, maar dit museum gaat meer over wat daarna en nu nog steeds speelt in Laos. Er zijn nog duizenden bommen niet ontploft en het grootste probleem is dat mensen niet weten hoe landmijnen eruit zien en kinderen deze bijvoorbeeld oppakken om mee te spelen, waardoor deze dus alsnog ontploft. Een ander probleem is dat het metaal veel geld oplevert en ze kinderen met een metaaldetector naar landmijnen laten zoeken. Eens in de drie dagen sterft weer een kind aan het ontploffen van een landmijn. In de tijd van de oorlog hadden de mensen eigenlijk niks, maar wel een overvloed aan landmijnen en dus metaal, waardoor ze echt alles hiervan maakte. Van de grote raketten maakten ze boten, van de landmijnen maakten ze lepels, kommetjes etc. COPE is een organisatie die mensen helpt die verminkt zijn geraakt bij het ontploffen van een landmijn en hierdoor armen of benen verloren zijn. Ze proberen deze mensen te helpen door protheses te maken, waardoor ze weer mee kunnen doen in de samenleving. Er was ook een interview met twee ouders die hun zoontje verloren zijn, omdat twee kindjes aan het spelen waren en een landmijn opraapten waardoor die ontplofte. Hij raakte ernstig gewond en ze hadden een truck gehuurd om naar het ziekenhuis te rijden. Daar eindelijk aangekomen had het ziekenhuis geen bloed of opium om het kindje te helpen. Eindelijk aangekomen in het volgende ziekenhuis hetzelfde verhaal. Uiteindelijk is hij dus overleden, omdat de ziekenhuizen niet in staat waren om hem te helpen. Best heftig om te zien dat op de dag van vandaag nog steeds heel veel mensen gewond raken door landmijnen. Terug bij het hostel hebben we nog de zandsculpturen bekeken en gegeten.
Volgende ochtend 'afscheid' genomen van Steve en Emma, omdat zij nog een dag langer op hun visum voor Thailand moesten wachten. We zouden ze wel dag 2 weer in Vang Vieng treffen. Dus met z'n drieën hadden we de big bus naar Vang Vieng, wat 6 uurtje geduurd had. Hier gelopen naar het hostel wat Diego mij had aangeraden. Super mooie kamer voor ons drieën met eigen badkamer en balkon. Helemaal goed, totdat ik het eerste vieze beest spotte. Gelukkig had Gaby deze zo te pakken. Net weer lekker aan het relaxen, totdat ik een ander gezoem hoorde. Zat daar echt een mega groot beest, soort wesp, maar dan anders haha. Nou operatie beest weghalen was begonnen. Na 15 minuten en alle items in de kamer te hebben geprobeerd is het uiteindelijk toch gelukt om met een prullenbakje het beest te vangen. We waren een beetje gaan wandelen in de stad, meer een leuk dorpje, om het een beetje te verkennen. We kwamen er al snel achter dat je hier makkelijk een goedkoop avondje kunt hebben als je wilt. Bij elke bar kun je één uur gratis drinken dus bij de een van 8 tot 9, bij de volgende van 9 tot 10 en ga zo maar door. Dit hebben we die avond dan ook maar uitgeprobeerd en het werkte uitstekend. We zijn nog naar een jungle party geweest. Het was heel klein, maar wel gezellig. De volgende dag had Gaby geen stem meer dus besloot ze niet mee te gaan tuben. Tuben is eigenlijk een soort kroegentocht, maar dan loop je niet naar de volgende kroeg, maar ga je met een grote zwembad over de rivier. Het is echt zo grappig om te doen. Je ziet tientallen mensen allemaal in een band die proberen om bij de volgende bar uit te komen. Als je er bijna bent gooien ze een touw, waarmee ze je naar de kant trekken. Bij elke bar zijn natuurlijk allemaal spellen te doen. Het was echt geweldig totdat het begon te stormen. We moesten om 6 uur terug zijn met onze tub, omdat je anders de borg niet terug kreeg. Dus bij de laatste bar moesten we door het water naar het eindpunt, om daar met een tuk-tuk naar het centrum te gaan. Het regende echt zo hard dat iedereen helemaal doorweekt en bevroren weer aankwam bij het bedrijf. Gelukkig hadden wij in ons luxe verblijf een warme douche die we toen goed konden gebruiken. We zijn samen gaan eten met Steve en Emma, die ondertussen ook aangekomen waren in Vang Vieng. Zij hadden in de bus nog een Nederlands meisje, Claire, ontmoet die ook met ons meeging die avond. We hadden nog een drankje gedaan met z'n alle en toen zijn wij gaan slapen, want waren echt moe. Volgende ochtend zouden we nog samen ontbijten en dan moesten we echt afscheid nemen.
We hadden de bus geboekt naar Luang Prabang om 9 uur dus moesten om 8.30 uur bij het busbedrijf staan. Wij op tijd opgestaan en rustig ontbeten. 8.30u (dachten wij) kwamen we aan bij het busbedrijf. Wat denk je één heel uur te laat, want het was al 9.30u. We hadden ons helemaal verkeken op de tijd. Daar sta je dan haha, maar het vrouwtje was zo lief en heeft de bus gebeld en die is terug komen rijden om ons toch mee te nemen. We zouden een mini bus hebben, waar iedereen heel krap zou zitten en met z'n 4-en op een rij, maar uiteindelijk hadden we het nog nooit ze luxe gehad. Het busje was vrij nieuw en de stoelen konden helemaal naar achter dus het was eigenlijk helemaal top. De mensen in het busje waren minder blij met ons, maar wij waren zeer tevreden. Na 4 uurtje kwamen we al aan in Luang Prabang. Dit is echt z'n schattig stadje. Bijna alles is van hout en overal lampjes in de bomen. Het heeft echt een hele gezellige sfeer. Mooie kamer gevonden bij een heel aardig vrouwtje die geen woord Engels spreekt. Op straat hadden we een kraampje gevonden die sandwiches met kip en avocado verkocht dus hier hebben we dan ook gelucht. Toen zijn we naar het Paleis gelopen. We konden helaas niet meer het Paleis zelf in, want dat was al gesloten, maar we konden wel nog over het terrein lopen. Toen we weer naar buiten wilde was
er niemand meer te bekennen en de poort zat al met een kettingslot op slot. Opgesloten in het paleis... Oke wat doe je dan, op zoek of er misschien nog iemand ergens rond loopt. Uiteindelijk zagen we een man dus wij rennen en heel verhaal dat we opgesloten zitten blabla. Zegt hij dood leuk, maar dat is ook niet de uitgang. Als je naar links loopt kom je bij de uitgang. Af en toe zijn we echt schapen, want deze poort stond gewoon open en konden zo naar buiten lopen. Wij even geluk! Verder hadden we de lange route naar de tempel Wat Chomsi (Phou Si) genomen voor de zonsondergang te kijken en zo gestuit op nog een aantal andere tempels, namelijk Wat Siphoutthabat, Wat Phakae en Wat Prah Buddha Bat. Bij een van de tempels begon een novice (monnik in spee) met ons te praten. Zelf kwam hij uit een dorpje in het noorden van Laos. Hij was 17 jaar en zat al voor twee jaar in deze tempel. Na high school, over 3 jaar, kon hij een echte monnik worden. Hij wist nog niet zeker of hij dit wilde, want er zijn een heleboel regels waar hij zich aan moeten houden. Ze mogen niet fietsen, niet sporten, niet eten na 12 uur in de middag, geen vriendin hebben etc. Nu wilde hij Engels leren, waardoor hij later in zijn dorp Engels leraar kan worden en zijn familie kan onderhouden, want ze waren erg arm. In Luang Prabang Provincie zijn er in totaal 2000 monniken. Na ons gesprekje zijn we verder omhoog gelopen om de zonsondergang te bekijken. We waren natuurlijk weer eens niet alleen, maar het was wel mooi. De zon ging onder achter de bergen met ervoor de rivier dus dat geeft wel een mooi plaatje. Daarna nog een beetje gewandeld en uiteindelijk gestopt bij een leuk restaurantje aan het water voor het avondeten. Toen weer terug naar de kamer, want we hadden het geniale idee om de volgende ochtend naar de monniken te gaan kijken die in de ochtend langs de straten lopen voor eten. Dit is een jarenlange traditie die nog steeds in stand is.
Dus als je de monniken wilt zien dan moet je vroeg je bed uit. 5 uur ging de wekker en zijn we naar de straat gelopen waar dit te doen was. Onderweg kon je overal eten kopen, wat je dan later aan de monniken kunt geven. De hele straat was afgezet en aan de zijkanten overal matjes waar je kunt zitten (als je betaald natuurlijk). Wij wilde alleen kijken dus bleven op een afstandje. We hadden al gelezen dat dit echt een toeristenattractie geworden was en mensen zich niet naar behoren gedroegen. Ze dragen ongepaste kleding, maken foto's van 10 cm afstand etc. Hier was zeker niet over gelogen. Er waren een aantal mensen, vooral Chinezen, die er echt met de neus bovenop gingen staan om foto's te maken. Wij vonden het wel leuk om te zien, maar niet super speciaal. Om half 7 zaten we dan ook al aan het ontbijt. Na het ontbijt hadden we een tuk-tuk aangehouden die ons naar de Kuang Si Waterval heeft gebracht. Omdat we zo vroeg waren was hier nog helemaal niemand en hadden we de waterval voor ons alleen. Bij binnenkomst heb je een heel mooi park en ook een beren opvang tehuis. Hier kunnen de beren lekker buiten verblijven en het ziet er mooi uit. Dan de waterval. Echt prachtig! Er stroomde helder blauw water van de waterval, dit komt door de limestone rotsen. De waterval heeft verschillende plateau's dus je kunt nog een stukje omhoog lopen. Op een brug kun je het begin van de waterval zien. Wij zijn letterlijk ook naar echt het begin van de waterval geklommen. Het was een hele survival tocht, maar we hadden het gered. Als je omhoog gaat, moet je natuurlijk ook nog terug. Normaal is dit makkelijker, maar op slippers is dit niet het makkelijkste wat er is! Eenmaal beneden aangekomen waren er iets meer mensen gearriveerd en wij vonden dat we wel een duik verdiend hadden. Het water was echt ijs en ijskoud, maar wel lekker verfrissend. Een paar keer van de rots afgesprongen en toen was het alweer tijd om te gaan. We hadden ons laten afzetten bij een tempel aan de andere kant van de stad. Het was geen grote tempel, maar wel een keer anders dan alle andere. Ze gebruikten veel mozaïek en goud. Ondertussen was er ook een fotoshoot bezig van een Luang Prabangs bruidspaar in traditionele kleding. In de rest van de middag hadden we geluncht en rustig terug gelopen naar het guesthouse. Ondertussen zijn we bij 100 'reisbureau's' gestopt om te vragen wat de beste weg was naar Sapa (Vietnam), onze volgende bestemming, We kwamen er al snel achter dat het sowieso een hele lange weg zou worden en om zelf naar de grens te gaan met de bus was ook lastig, omdat ze niet konden zeggen of de bus wel echt zou vertrekken. Uiteindelijk hadden we besloten om eerst naar Hanoi te gaan en vanuit daar een tour te boeken naar Sapa. In de avond hadden we samen met Claire (ontmoet in Vang Vieng) en Astrid wat gegeten en Claire zou de volgende avond met ons mee reizen naar Hanoi.
Laatste dag in Luang Prabang en Laos helaas voor ons, maar nog niet voor Gaby. Zij vertrok nog naar het noorden van Laos, waar nog veel oude bergstammen wonen. Dit hadden wij graag ook nog gedaan, maar ons visum van Vietnam ging al in en we wilden wel echt 4 weken naar Vietnam. Wij zijn die ochtend gaan weven. Ja je hoort het goed haha we zijn bij twee lokale vrouwen onze eigen sjaal gaan
weven. De organisatie Backstreet Academy regelt verschillende workshops bij locals thuis. In Laos doen heel veel vrouwen dit, om de sjaals of rokken te verkopen op de markt. We hadden zelfs een student bij ons die dienden als tolk. Hij had deze baan, omdat hij zelf ook zijn Engels wilde verbeteren. Hij sprak zelf drie talen, namelijk zijn moedertaal, Laos en Engels. Het schijnt dus zo te zijn dat ze in Laos drie verschillende talen hebben en ze elkaar onderling niet kunnen verstaan. Als je in de stad woont spreek je meestal Laos, want dit is ook de eerste taal. Maar als je in een klein dorpje woont spreek je een van de twee andere talen en moet je Laos op school leren. Zijn tweeling broer studeerde eerst ook, maar moest terug naar zijn ouders om op het land te werken. Wel vreemd om te zijn dat hij echt wel een goede baan kan krijgen, hij wilt gids worden, en zijn tweelingbroer zijn hele leven op het land zal werken. Bij het weven mochten we zelf de kleuren kiezen en daarna gingen ze voordoen hoe het moest. Als je het voor de eerste keer ziet, ziet het best nog makkelijk uit, maar als je het voor de eerste keer doet is het best nog ingewikkeld. Je moet met handen en voeten tegenlijk werken. Na een paar keer oefenen ging het best goed, maar toen was het tijd voor een patroon. Dit is nog ook best ingewikkeld. Je werkt dan met twee kleuren en hebt bamboe stokjes die je omhoog moet halen voor een ander patroon. Een hele ochtend zijn we bezig geweest, maar het resultaat mag er wezen! Daarna gingen we lunchen en hadden we boodschappen gedaan voor onze busrit die avond. Het was een busrit van 24 uur richting Hanoi. We werden om 18 uur opgehaald en naar het busstation gebracht. Daar stond de bus al klaar en ik geen eens binnen kijken. Ik heb nog nooit zoiets gezien! Ik dacht dat we ondertussen wel al iets gewend waren, maar dit sloeg echt alles. Ik was bijna te breed voor het gangpad en kwam met mijn hoofd al tegen het plafond aan. Verder was het een slaapbus, met stoelen waar de leuning dus naar achter staat. Je kunt beneden of boven liggen met z'n tweeën naast elkaar. De stoel leuningen stonden al naar achter en dat was ook de enige mogelijke manier. Je moest dus 24 uur verplicht liggen met je hoofd bijna tegen het plafond. Wij dachten dat wij het al slecht hadden, maar er waren weer eens zoveel mensen dat er nog tiental lokale mensen in het gangpad als een treintje moesten zitten. Echt vreselijk was het. Sowieso al een uur later vertrokken en we waren nog niet onderweg was daar stop 1 al, geen idee wat ze moesten doen. Stop 2, 10 minuten later om te plassen en roken, stop 3 ook binnen het uur en toen was de bus al kapot. Met z'n alle uit de bus en wachten in de middle of nowhere totdat de bus weer gemaakt was. Uiteindelijk konden we weer allemaal instappen. Het ergste was nog dat de airco het niet deed en met honderd mensen in een bus zaten. Niet echt een pretje dus.
Khop Chai betekend dankjewel in Laos en we zijn er ook achter gekomen waarom ze hier allemaal "same same, but different" zeggen. Dit is een grote uitspraak geworden hier in Azië. Langs de straat staan altijd kraampje met dezelfde producten dus bijvoorbeeld 10 kraampjes naast elkaar met alleen maar ananassen. Ik heb mij al vaker afgevraagd waarom ze dit doen, want ze kunnen beter allemaal iets anders verkopen, maar niemand doet dat hier. De prijzen van de producten verschillen wel per kraam en om dit verklaren ze door te zeggen: "same same, but different". Ook is het echt niet normaal hoe je permanent mega zwarte nagels hebt. Ik doe echt mijn best om ze schoon te houden, maar het is echt onmogelijk. Het leuke hier vind ik dat als je in een lokaal restaurantje gaat eten, je eigenlijk gewoon in de woonkamer van mensen zit. Het is een restaurant, maar tevens ook gewoon een huis. Dus dat betekend dat iedereen hier een beetje ronddwaalt of midden in het restaurant ligt te slapen en het overal een grote rommel is met honderden spulletjes. Kinderen die naar een publieke school gaan hoeven niet veel te betalen, alleen voor hun boeken. Ze moeten allemaal een uniform dragen, jongens moeten kort haar hebben en meisjes een vlecht of paardenstaart. Als je dit niet doet krijg je een mindering op je aantal punten. Hoe hoger dit aantal, hoe 'betere' leerling je bent. Als je je tentamens niet haalt, word je van school gestuurd en is je enige optie eigenlijk alleen de privé scholen nog. Deze zijn een stukje duurder natuurlijk. Ook is het zo als je op een privé school gezeten hebt, je ook geen publieke beroepen kunt uitoefenen. Dus alleen iets zoals gids kunt worden.
1.
Thailand, week 1
2.
Thailand, week 2
3.
Thailand, week 3
4.
Thailand, week 4
5.
Cambodja, week 5
6.
Cambodja, week 6
7.
Cambodja & Laos, week 7
8.
Laos, week 8
9.
Laos, week 9
10.
Vietnam, week 10
11.
Vietnam, week 11
12.
Vietnam, week 12
13.
Vietnam, week 13
14.
Vietnam & Filipijnen, week 14
15.
Filipijnen, week 15
16.
Filipijnen, week 16
17.
Filipijnen & Maleisië, week 17
18.
Maleisië, week 18
19.
Maleisie, Singapore & Bali, week 19
20.
Bali, week 20
21.
Bali, Gili Air & Lombok, week 21
22.
Bali, Bangkok & Nederland, week 22
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!