Tijdens mijn eerste week in Laos heb ik al meteen mogen ervaren wat voor fantastisch land dit is. Ik wilde eigenlijk later pas gaan schrijven over mijn eerste tijd in Laos, maar de belevenis waarover ik nu ga schrijven kon ik jullie niet onthouden en ik moest het gewoon opschrijven. Het was té bijzonder om snel te verwerken in een overzicht van mijn tijd hier, dus daarom nu een uitgebreid verslag van deze geweldige ervaring. Over de rest van deze eerste tijd in Laos zal ik later schrijven.
Nadat we de grens met Laos hadden gepasseerd, begaven we ons naar Huay Xai, een klein stadje aan de grens. Hiervandaan vertrekken elke dag slowboten die in 2 dagen naar Luang Prabang varen. En zo zaten ook Natalie, Phaeng en ik tijdens onze eerste ochtend in Laos om 8 uur op één van deze boten. Een prachtige boot: lang, smal, met mooie banken en zelfs een paar bedachtige meubelstukken. De boot had in totaal plaats voor 80 personen, echter, wij waren de enige drie passagiers. Onze eigen slowboat over de Mekong. De crew van de boot bestond uit drie personen: vader, moeder en zoon. Moeder kookte, vader voer en zoon hielp met het aanleggen van de boot en alle andere kleine klusjes. Om 8:30 uur was het zo ver en begon onze eerste boottocht. De Mekong voerde ons dwars door de jungle heen. Geen grote steden of snelwegen langs de rivier, alleen maar bomen, bergen, groen en een aantal hele kleine “primitieve” dorpjes. In 8 à 9 uur zouden we onze eerste bestemming bereiken: een heel klein dorpje aan de rand van de Mekong. Hier zouden we bij één van de inwoners in huis gaan overnachten, wat ook wel een homestay wordt genoemd.
Onderweg moesten we één keer stoppen om bij te tanken. Aan de oever zaten een paar vrouwen onder enkele eenvoudige kraampjes. Één van de vrouwen had een klein meisje op schoot van een jaar of 2. Het meisje zat rustig op de schoot van wat ik denk dat haar oma was, totdat ze onze boot in de smiezen kreeg en zag dat ik naar hen zat te kijken. Driftig begon ze naar me te zwaaien en ik kon niets anders doen dan lachen en terugzwaaien. Zo hebben we denk ik wel 5 minuten lang naar elkaar gezwaaid. Ondertussen moedigde de oma het meisje aan om nog enthousiaster naar me te zwaaien. Het was zo mooi om te zien dat het meisje zo veel plezier had in dit simpele communicatiespelletje, genaamd zwaaien. Ik weet niet waarom, maar toen we wegvoeren van dit dorp, greep het me behoorlijk aan en ik zat op de boot met tranen in mijn ogen. Zelfs nu ik dit een dag later opschrijf en eraan terugdenk, krijg ik weer een brok in mijn keel.
Na precies 8 uren en 30 minuten varen, arriveerden we op de plaats van bestemming. Nog voordat de boot geparkeerd was aan de oever, stonden een paar kinderen aan de kant al klaar om te aanschouwen hoe 2 buitenlandse meiden voet aan de grond zouden zetten in hun dorp. Het dorp, Pak Ngouy Village, zelf lag niet direct aan de oever, we moesten eerst een klein stukje omhoog lopen. Eenmaal aangekomen in het dorp, dat een inwoneraantal heeft van ongeveer 200 mensen, werden we door iedereen hartelijk begroet. Vanuit alle hoeken hoorde je “sabaidee” (Laotiaans voor “hallo”). Terwijl we door het dorp liepen richting het huis waar we zouden overnachten, vertelde gids Phaeng ons over het dorp, de mensen, de verschillende gebouwen, de indeling van de huizen en de bomen, planten en dieren in het dorp. Wij hadden de eer om in het huis van de village chief, een soort burgemeester, te mogen slapen. Elke 2 jaar wordt zo’n chief gekozen aan de hand van een openbare stemming waar je je als kandidaat voor op kan geven.
Veel tijd om bij te komen van de bootreis hadden we niet. Na een heerlijke maaltijd en een korte rondleiding door het huis, was het tijd voor de blessing-ceremonie, baci genoemd in het Laotiaans, die speciaal voor ons georganiseerd was. Normaal gesproken wordt zo’n ceremonie alleen gehouden voor speciale gelegenheden, bijvoorbeeld als er een nieuw kindje is geboren, als iemand een nieuw huis heeft gekocht, als mensen gaan trouwen, enzovoort. Tijdens zo’n ceremonie komen alle dorpsoudsten, ongeveer 25 personen, bij elkaar in het kleine dorpshuisje, dat meer op een soort schuur lijkt, om de personen voor wie de ceremonie georganiseerd is veel geluk, succes, wijsheid, of wat dan ook toe te wensen. In het midden van de ruimte stond een schaal waar wij samen met de zegenaar omheen moesten gaan zitten. Erop stond een soort kegel omringd met bananenbladeren, gekleurde bloemen en er staken stokjes uit waaraan witte armbandjes van touw hingen. Wij moesten 1 hand op de schaal leggen en de andere hand verticaal voor ons omhoog houden. En toen begon het. De zegenaar sprak in het Laotiaans zijn zegen over ons uit en zijn wensen voor ons. Tegelijk met hem begonnen de andere dorpsoudsten ook hun wensen voor ons uit te spreken, totdat iedereen zijn zegje had gedaan. Dit gaf behoorlijk veel geluid en ik was dan ook vrij verrast en overdonderd door de plotselinge decibellenverandering. Na het ontvangen van deze wensen was het tijd voor drank. Vanuit mijn ooghoek had ik al een fles zien staan met een kleurloze vloeistof erin. Phaeng had ons vooraf al verteld dat we whiskey, die 50% alcohol bevatte , als het niet meer was, zouden gaan drinken. Naïef als ik was dacht ik dat dit wel bij 1 glaasje zou blijven. Maar helaas, de hele fles (grootte: ongeveer 75 cl tot 1 liter) moest en zou geleegd worden door ons 3. Gelukkig was er één dorpsoudste die ons vergezelde tijdens die uitdaging. Telkens weer werden onze shotglaasjes gevuld en dronken we die onder luide aanmoediging van de oudsten op. Zo dronken wij ons een weg door de fles heen en eenmaal halverwege de fles kregen we een korte pauze. We moesten ons omdraaien en dus met onze rug naar de kegel gaan zitten. De witte armbandjes die eerder nog om de stokjes uit de kegel hingen, lagen nu in de handen van de dorpsoudsten. Wij moesten onze armen omhoog houden, handpalmen naar boven, en alle oudsten knoopten de armbandjes om onze polsen. Elke oudste knoopte één bandje om de linkerpols en één bandje om de rechter pols (50 in totaal dus). Terwijl ze dit deden, spraken ze ons ook persoonlijk nog toe en kregen we van iedereen een persoonlijke wens. Dit was echter wel in Lao, dus echt veel hebben we er niet van begrepen. Sommigen aaiden over de bandjes heen en anderen drukten ons de hand na het knopen. Dit was zo bijzonder, ik kreeg de lach niet meer van mijn gezicht. Na het knopen moest uiteraard de tweede helft van de fles nog opgedronken worden, waarna wij de snoepjes uitdeelden die we voor hen hadden meegebracht en de pennen en potloden aan de village chief gaven die zou zorgen dat deze bij het kleine schooltje terecht zouden komen, en er werd gezongen. Er werd verwacht dat wij eerst een lied zouden zingen, waarna de oudsten iets zouden laten horen. Inmiddels waren er ook een aantal kinderen bij komen zitten, dus het leek mij leuk om een Nederlands slaapliedje te zingen. Terwijl iedereen met mij mee klapte, zong ik in mijn eentje “Slaap kindje slaap” en daarna samen met Natalie “if you’re happy and you know it clap your hands”. Nadat de ouderen voor ons gezongen hadden, was de ceremonie echt afgelopen. Lichtelijk draaierig liepen we terug naar ons onderkomen, waar de village chief ons uitnodigde om samen met hem te eten. Hier konden we natuurlijk geen nee tegen zeggen en zo zaten we even later met hem en zijn zoon rond een schaal vol heerlijk eten en een paar bakken plakrijst. Na de whiskey was dit eten meer dan welkom en het was zo lekker dat ik maar bleef eten. Ik denk dat ik me zelden zo enthousiast heb gevoeld als die avond. Helaas was er toen toch echt een eind gekomen aan deze meer dan bijzondere dag. Het was inmiddels 9 uur en bijna het hele dorp sliep inmiddels al. Voor hen was het de volgende morgen rond 4 uur al weer dag en moest er weer op het land gewerkt worden. Ons bed bestond uit een paar matjes op de grond waaroverheen een klamboe was gehangen. Heel simpel, maar toch comfortabel en gezellig: alsof je in je zelfgebouwde hut slaapt. Toen we de volgende dag om 6:15 uur wakker gemaakt werden om te vertrekken, was het hele dorp al druk aan het werk. Na onze gastvrouw te hebben bedankt en gedag te hebben gezegd, liepen we langzaam terug naar de oever van de rivier waar de slowboat al op ons lag te wachten, klaar voor vertrek. Om 6:45 uur vervolgden we onze reis richting Luang Prabang waar we diezelfde middag aan zouden komen.
Het klinkt misschien afgezaagd, maar het korte verblijf in dit dorp heeft me doen beseffen dat we het in ons kikkerland extreem goed hebben. We leven een rijk leven en kunnen ons dingen veroorloven waar de mensen hier alleen maar van kunnen dromen. Des te mooier is het om te zien dat de mensen hier gelukkig worden van kleine dingen als een simpele zwaai, het laten zien van foto’s of het bewonderen van de fiets van een klein kind. Het zet je weer even met twee benen op de grond en ik waardeer meer dan ooit de zaken die ik heb en me kan veroorloven, de dingen die ik kan doen en kan ervaren en de onbezorgdheid van mijn leven.
Brechje van Nes
17 chapters
16 Apr 2020
October 19, 2017
|
Pak Ngouy Village, Laos
Tijdens mijn eerste week in Laos heb ik al meteen mogen ervaren wat voor fantastisch land dit is. Ik wilde eigenlijk later pas gaan schrijven over mijn eerste tijd in Laos, maar de belevenis waarover ik nu ga schrijven kon ik jullie niet onthouden en ik moest het gewoon opschrijven. Het was té bijzonder om snel te verwerken in een overzicht van mijn tijd hier, dus daarom nu een uitgebreid verslag van deze geweldige ervaring. Over de rest van deze eerste tijd in Laos zal ik later schrijven.
Nadat we de grens met Laos hadden gepasseerd, begaven we ons naar Huay Xai, een klein stadje aan de grens. Hiervandaan vertrekken elke dag slowboten die in 2 dagen naar Luang Prabang varen. En zo zaten ook Natalie, Phaeng en ik tijdens onze eerste ochtend in Laos om 8 uur op één van deze boten. Een prachtige boot: lang, smal, met mooie banken en zelfs een paar bedachtige meubelstukken. De boot had in totaal plaats voor 80 personen, echter, wij waren de enige drie passagiers. Onze eigen slowboat over de Mekong. De crew van de boot bestond uit drie personen: vader, moeder en zoon. Moeder kookte, vader voer en zoon hielp met het aanleggen van de boot en alle andere kleine klusjes. Om 8:30 uur was het zo ver en begon onze eerste boottocht. De Mekong voerde ons dwars door de jungle heen. Geen grote steden of snelwegen langs de rivier, alleen maar bomen, bergen, groen en een aantal hele kleine “primitieve” dorpjes. In 8 à 9 uur zouden we onze eerste bestemming bereiken: een heel klein dorpje aan de rand van de Mekong. Hier zouden we bij één van de inwoners in huis gaan overnachten, wat ook wel een homestay wordt genoemd.
Onderweg moesten we één keer stoppen om bij te tanken. Aan de oever zaten een paar vrouwen onder enkele eenvoudige kraampjes. Één van de vrouwen had een klein meisje op schoot van een jaar of 2. Het meisje zat rustig op de schoot van wat ik denk dat haar oma was, totdat ze onze boot in de smiezen kreeg en zag dat ik naar hen zat te kijken. Driftig begon ze naar me te zwaaien en ik kon niets anders doen dan lachen en terugzwaaien. Zo hebben we denk ik wel 5 minuten lang naar elkaar gezwaaid. Ondertussen moedigde de oma het meisje aan om nog enthousiaster naar me te zwaaien. Het was zo mooi om te zien dat het meisje zo veel plezier had in dit simpele communicatiespelletje, genaamd zwaaien. Ik weet niet waarom, maar toen we wegvoeren van dit dorp, greep het me behoorlijk aan en ik zat op de boot met tranen in mijn ogen. Zelfs nu ik dit een dag later opschrijf en eraan terugdenk, krijg ik weer een brok in mijn keel.
Na precies 8 uren en 30 minuten varen, arriveerden we op de plaats van bestemming. Nog voordat de boot geparkeerd was aan de oever, stonden een paar kinderen aan de kant al klaar om te aanschouwen hoe 2 buitenlandse meiden voet aan de grond zouden zetten in hun dorp. Het dorp, Pak Ngouy Village, zelf lag niet direct aan de oever, we moesten eerst een klein stukje omhoog lopen. Eenmaal aangekomen in het dorp, dat een inwoneraantal heeft van ongeveer 200 mensen, werden we door iedereen hartelijk begroet. Vanuit alle hoeken hoorde je “sabaidee” (Laotiaans voor “hallo”). Terwijl we door het dorp liepen richting het huis waar we zouden overnachten, vertelde gids Phaeng ons over het dorp, de mensen, de verschillende gebouwen, de indeling van de huizen en de bomen, planten en dieren in het dorp. Wij hadden de eer om in het huis van de village chief, een soort burgemeester, te mogen slapen. Elke 2 jaar wordt zo’n chief gekozen aan de hand van een openbare stemming waar je je als kandidaat voor op kan geven.
Veel tijd om bij te komen van de bootreis hadden we niet. Na een heerlijke maaltijd en een korte rondleiding door het huis, was het tijd voor de blessing-ceremonie, baci genoemd in het Laotiaans, die speciaal voor ons georganiseerd was. Normaal gesproken wordt zo’n ceremonie alleen gehouden voor speciale gelegenheden, bijvoorbeeld als er een nieuw kindje is geboren, als iemand een nieuw huis heeft gekocht, als mensen gaan trouwen, enzovoort. Tijdens zo’n ceremonie komen alle dorpsoudsten, ongeveer 25 personen, bij elkaar in het kleine dorpshuisje, dat meer op een soort schuur lijkt, om de personen voor wie de ceremonie georganiseerd is veel geluk, succes, wijsheid, of wat dan ook toe te wensen. In het midden van de ruimte stond een schaal waar wij samen met de zegenaar omheen moesten gaan zitten. Erop stond een soort kegel omringd met bananenbladeren, gekleurde bloemen en er staken stokjes uit waaraan witte armbandjes van touw hingen. Wij moesten 1 hand op de schaal leggen en de andere hand verticaal voor ons omhoog houden. En toen begon het. De zegenaar sprak in het Laotiaans zijn zegen over ons uit en zijn wensen voor ons. Tegelijk met hem begonnen de andere dorpsoudsten ook hun wensen voor ons uit te spreken, totdat iedereen zijn zegje had gedaan. Dit gaf behoorlijk veel geluid en ik was dan ook vrij verrast en overdonderd door de plotselinge decibellenverandering. Na het ontvangen van deze wensen was het tijd voor drank. Vanuit mijn ooghoek had ik al een fles zien staan met een kleurloze vloeistof erin. Phaeng had ons vooraf al verteld dat we whiskey, die 50% alcohol bevatte , als het niet meer was, zouden gaan drinken. Naïef als ik was dacht ik dat dit wel bij 1 glaasje zou blijven. Maar helaas, de hele fles (grootte: ongeveer 75 cl tot 1 liter) moest en zou geleegd worden door ons 3. Gelukkig was er één dorpsoudste die ons vergezelde tijdens die uitdaging. Telkens weer werden onze shotglaasjes gevuld en dronken we die onder luide aanmoediging van de oudsten op. Zo dronken wij ons een weg door de fles heen en eenmaal halverwege de fles kregen we een korte pauze. We moesten ons omdraaien en dus met onze rug naar de kegel gaan zitten. De witte armbandjes die eerder nog om de stokjes uit de kegel hingen, lagen nu in de handen van de dorpsoudsten. Wij moesten onze armen omhoog houden, handpalmen naar boven, en alle oudsten knoopten de armbandjes om onze polsen. Elke oudste knoopte één bandje om de linkerpols en één bandje om de rechter pols (50 in totaal dus). Terwijl ze dit deden, spraken ze ons ook persoonlijk nog toe en kregen we van iedereen een persoonlijke wens. Dit was echter wel in Lao, dus echt veel hebben we er niet van begrepen. Sommigen aaiden over de bandjes heen en anderen drukten ons de hand na het knopen. Dit was zo bijzonder, ik kreeg de lach niet meer van mijn gezicht. Na het knopen moest uiteraard de tweede helft van de fles nog opgedronken worden, waarna wij de snoepjes uitdeelden die we voor hen hadden meegebracht en de pennen en potloden aan de village chief gaven die zou zorgen dat deze bij het kleine schooltje terecht zouden komen, en er werd gezongen. Er werd verwacht dat wij eerst een lied zouden zingen, waarna de oudsten iets zouden laten horen. Inmiddels waren er ook een aantal kinderen bij komen zitten, dus het leek mij leuk om een Nederlands slaapliedje te zingen. Terwijl iedereen met mij mee klapte, zong ik in mijn eentje “Slaap kindje slaap” en daarna samen met Natalie “if you’re happy and you know it clap your hands”. Nadat de ouderen voor ons gezongen hadden, was de ceremonie echt afgelopen. Lichtelijk draaierig liepen we terug naar ons onderkomen, waar de village chief ons uitnodigde om samen met hem te eten. Hier konden we natuurlijk geen nee tegen zeggen en zo zaten we even later met hem en zijn zoon rond een schaal vol heerlijk eten en een paar bakken plakrijst. Na de whiskey was dit eten meer dan welkom en het was zo lekker dat ik maar bleef eten. Ik denk dat ik me zelden zo enthousiast heb gevoeld als die avond. Helaas was er toen toch echt een eind gekomen aan deze meer dan bijzondere dag. Het was inmiddels 9 uur en bijna het hele dorp sliep inmiddels al. Voor hen was het de volgende morgen rond 4 uur al weer dag en moest er weer op het land gewerkt worden. Ons bed bestond uit een paar matjes op de grond waaroverheen een klamboe was gehangen. Heel simpel, maar toch comfortabel en gezellig: alsof je in je zelfgebouwde hut slaapt. Toen we de volgende dag om 6:15 uur wakker gemaakt werden om te vertrekken, was het hele dorp al druk aan het werk. Na onze gastvrouw te hebben bedankt en gedag te hebben gezegd, liepen we langzaam terug naar de oever van de rivier waar de slowboat al op ons lag te wachten, klaar voor vertrek. Om 6:45 uur vervolgden we onze reis richting Luang Prabang waar we diezelfde middag aan zouden komen.
Het klinkt misschien afgezaagd, maar het korte verblijf in dit dorp heeft me doen beseffen dat we het in ons kikkerland extreem goed hebben. We leven een rijk leven en kunnen ons dingen veroorloven waar de mensen hier alleen maar van kunnen dromen. Des te mooier is het om te zien dat de mensen hier gelukkig worden van kleine dingen als een simpele zwaai, het laten zien van foto’s of het bewonderen van de fiets van een klein kind. Het zet je weer even met twee benen op de grond en ik waardeer meer dan ooit de zaken die ik heb en me kan veroorloven, de dingen die ik kan doen en kan ervaren en de onbezorgdheid van mijn leven.
1.
Nog 1 week
2.
De vlucht naar Thailand
3.
Chiang Mai
4.
Homestay
5.
De weg door Laos
6.
Been there, Don Det
7.
Feest, tempels en verdriet
8.
Islandlife
9.
Kapot in Kampot
10.
The city of chaos
11.
Het is zwemmen of verzuipen
12.
Nieuwe kleren en scooterpret
13.
Change of plans
14.
De Ha Giang loop
15.
Halong Bye
16.
Thailand 2.0
17.
Terug in de tijd
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!