Mijn reis door Zuid-Oost Azië

Het is nu precies een week geleden dat ik gearriveerd ben in Chiang Mai, Thailand. En ik kan wel zeggen dat het een redelijk heftige eerste week was, met hoogte- en dieptepunten. Ik heb voor deze eerste week expres een wat luxer hotel geboekt in plaats van een hostel. Puur om bij te komen en te acclimatiseren.

Eenmaal geïnstalleerd in mijn hotelkamer, viel ik in een soort zwart gat. Ik wist niet goed waar ik moest beginnen, ik was volkomen uitgeput door de lange reis en het gemis naar thuis overheerste nog heel erg. Voor het eerst alleen weg van huis en dan gelijk zo ver weg is toch heftiger dan ik me had voorgesteld. Om te kalmeren ben ik lekker lang gaan douchen en daarna vroeg naar bed gegaan.

De volgende ochtend, mijn eerste echte dag, heb ik rustig aan gedaan. Ik ben rustig gaan ontbijten en heb me langzaam klaargemaakt om naar het historische centrum van de stad te gaan. Ik had veel positieve verhalen gehoord over de stad, dus mijn verwachtingen waren hoog. Misschien begaf ik me precies op de verkeerde plaatsen, maar eerlijk gezegd vond ik het niet een super inspirerende stad. Het was erg druk (wat voor Aziatische begrippen natuurlijk niet gek is), er was naar mijn mening een overschot aan winkeltjes en cafeetjes met westerse invloeden en de gebouwen in de stad vond ik nou niet bepaald bewonderenswaardig. Na een paar uur ronddwalen, had ik het wel weer gezien. Wel heb ik mijn eerste echte tempel bezocht, de Wat Chedi Luang. Een mooie tempel, maar voor mij vooral bijzonder omdat het mijn eerste tempel was. Deze dag was een dag vol eerste keren: niet alleen de eerste tempel, maar ook mijn eerste tuktuk-rit, de eerste monniken gezien en voor het eerst onderhandeld. Dat laatste was voor mij toch wel een aardige overwinning.

Mijn tweede dag heb ik doorgebracht bij de Wat Phrathat Doi Suthep, een tempel in de bergen ten westen van Chiang Mai. Deze tempel is te bereiken door 309 traptreden te beklimmen. In deze warmte is dat een beste opgave, maar aan het eind bereik je wel een prachtige, volledig gouden stoepa en een fantastisch uitzicht over Chiang Mai. Ik heb me hier laten “zegenen” door een monnik, die in ruil voor een vrijwillige donatie je besprenkelt met water en je een armbandje geeft dat een ander mannetje om je pols bindt. Een bijzondere ervaring!

Op mijn derde, en tevens laatste actieve, dag, heb ik een bezoek gebracht aan de Elephant Jungle Sanctuary. Dit is een organisatie die in 9 verschillende kampen buiten Chiang Mai olifanten opvangt die gered zijn uit de wrede riding camps, waar de dieren een vreselijk leven hadden. In de kampen van EJS kunnen de olifanten in alle rust en vrede genieten van de rest van hun leven en worden ze omringd door liefde. Als vrijwilliger heb ik hier in een groep een dag

Brechje van Nes

17 chapters

16 Apr 2020

Chiang Mai

October 11, 2017

|

Furama hotel, Chiang Mai

Het is nu precies een week geleden dat ik gearriveerd ben in Chiang Mai, Thailand. En ik kan wel zeggen dat het een redelijk heftige eerste week was, met hoogte- en dieptepunten. Ik heb voor deze eerste week expres een wat luxer hotel geboekt in plaats van een hostel. Puur om bij te komen en te acclimatiseren.

Eenmaal geïnstalleerd in mijn hotelkamer, viel ik in een soort zwart gat. Ik wist niet goed waar ik moest beginnen, ik was volkomen uitgeput door de lange reis en het gemis naar thuis overheerste nog heel erg. Voor het eerst alleen weg van huis en dan gelijk zo ver weg is toch heftiger dan ik me had voorgesteld. Om te kalmeren ben ik lekker lang gaan douchen en daarna vroeg naar bed gegaan.

De volgende ochtend, mijn eerste echte dag, heb ik rustig aan gedaan. Ik ben rustig gaan ontbijten en heb me langzaam klaargemaakt om naar het historische centrum van de stad te gaan. Ik had veel positieve verhalen gehoord over de stad, dus mijn verwachtingen waren hoog. Misschien begaf ik me precies op de verkeerde plaatsen, maar eerlijk gezegd vond ik het niet een super inspirerende stad. Het was erg druk (wat voor Aziatische begrippen natuurlijk niet gek is), er was naar mijn mening een overschot aan winkeltjes en cafeetjes met westerse invloeden en de gebouwen in de stad vond ik nou niet bepaald bewonderenswaardig. Na een paar uur ronddwalen, had ik het wel weer gezien. Wel heb ik mijn eerste echte tempel bezocht, de Wat Chedi Luang. Een mooie tempel, maar voor mij vooral bijzonder omdat het mijn eerste tempel was. Deze dag was een dag vol eerste keren: niet alleen de eerste tempel, maar ook mijn eerste tuktuk-rit, de eerste monniken gezien en voor het eerst onderhandeld. Dat laatste was voor mij toch wel een aardige overwinning.

Mijn tweede dag heb ik doorgebracht bij de Wat Phrathat Doi Suthep, een tempel in de bergen ten westen van Chiang Mai. Deze tempel is te bereiken door 309 traptreden te beklimmen. In deze warmte is dat een beste opgave, maar aan het eind bereik je wel een prachtige, volledig gouden stoepa en een fantastisch uitzicht over Chiang Mai. Ik heb me hier laten “zegenen” door een monnik, die in ruil voor een vrijwillige donatie je besprenkelt met water en je een armbandje geeft dat een ander mannetje om je pols bindt. Een bijzondere ervaring!

Op mijn derde, en tevens laatste actieve, dag, heb ik een bezoek gebracht aan de Elephant Jungle Sanctuary. Dit is een organisatie die in 9 verschillende kampen buiten Chiang Mai olifanten opvangt die gered zijn uit de wrede riding camps, waar de dieren een vreselijk leven hadden. In de kampen van EJS kunnen de olifanten in alle rust en vrede genieten van de rest van hun leven en worden ze omringd door liefde. Als vrijwilliger heb ik hier in een groep een dag

doorgebracht met de olifanten. Ik zou ‘s ochtends tussen 8 uur en half 9 opgepikt worden in mijn hotel. Ik zeg expres “zou”, want volgens mij kunnen Thaise mensen niet zo goed klokkijken. Na 2 belletjes van iemand van het hotel en een uur wachten, kon ik om kwart over negen dan eindelijk in het busje springen dat me naar het kamp zou brengen. Het ritje naar het kamp, dat diep in de jungle ligt, was al een hele belevenis. Eerst ging het over gewone wegen, maar het laatste stuk was over een onverharde weg die ongelofelijk steil omhoog liep. Op momenten dat ik dacht dat het niet steiler kon, werd het nog even erger en wanneer ik het idee had dat de auto het niet meer aankon, drukte de chauffeur het gaspedaal nog iets verder in en haalden we toch het volgende hellinkje weer. Al met al heeft dit avontuurlijke ritje anderhalf uur geduurd en dat was het zeker waard. Eenmaal aangekomen in het kamp, kregen we uitleg over de dag en leerden we een aantal woorden uit de taal van de Karen stam, de stam waar we te gast waren. Onze (crazy, wat naarmate de dag vorderde steeds duidelijker werd) gids kon redelijk Engels, en zelfs een paar woorden Nederlands. Hij nam ons mee de jungle in waar we de olifanten, vier in totaal, zouden ontmoeten. Waar veel groepsgenoten zich op hun slippertjes een weg door de jungle probeerden te banen, was ik erg blij met mijn super modieuze maar toch zeer comfortabele bergschoenen. Moeiteloos wist ik door de modder en viezigheid naar het plateau te hiken waar de olifanten al op ons wachtten. Het was de ervaring van mijn leven! Wat zijn olifanten geweldige dieren. Op het plateau was tijd om

met de olifanten te knuffelen en om ze eten te geven. Hier bleek al dat de dieren super intelligent zijn: nog voordat het eten goed en wel door een begeleider in je hand was gedrukt, had de olifant met sijn slurf al het eerste bamboestukje (het eten) uit je hand gegrist. Samen met de olifanten hiketen we verder naar een kleine waterval voor een korte zwempauze, waarna we weer terugkeerden naar het kamp. Hier was door de zus van onze gids een typische Thaise maaltijd bereid: heerlijk! Het laatste onderdeel van de dag was zwemmen met de olifanten en het nemen van een modderbad. Met teiltjes water gooiden we niet alleen de olifanten, maar ook elkaar compleet nat en na het modderbad zag iedereen zwart van de modder. Onze gids vond het een goed idee om mijn rug helemaal vol te gooien met modder om er vervolgens een olifant op te tekenen, wat achteraf een waar kunstwerk bleek te zijn. Het is me deze dag goed duidelijk geworden dat de olifanten in deze opvangkampen een erg goed leven hebben en dat ze genieten van alle aandacht die ze op zo’n dag krijgen. Ik kan

wel zeggen dat, ookal is mijn reis nog maar net begonnen, dit by far één van de mooiste ervaringen zal zijn!

Na deze eerste paar dagen heb ik een dagje vrij genomen en een beetje in het hotel rondgehangen. Langzaam heb ik me voorbereid op het vervolg van mijn reis, namelijk de stray bus travel door Laos. Op 15 oktober verhuis ik naar het Deejai Backpackers hostel, vanwaar ik op 17 oktober vertrek op weg naar Laos!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.