Mijn reis door Zuid-Oost Azië

Mijn laatste week in Laos bracht ik door op Don Det. En wat heb ik hiervan genoten zeg! Een heerlijk relaxt eiland, zonder strand helaas, midden in de Mekong rivier, met alleen maar toffe mensen, zowel locals als backpackers, waar je de woorden haasten en stress niet in een woordenboek zal aantreffen. Al na één nachtje in dit backpackersoord moest ik afscheid nemen van Tanya, Daniël, Elias en Franzi. Zij gingen door naar Cambodja en ik bleef eenzaam op het kleine piertje achter om naar hen te zwaaien. Stiekem had ik het toch best lastig met dit afscheid. Na 2 weken met deze leuke mensen te hebben gereisd, bouw je een stevige band op en ik ben me dan ook aan deze mensen gaan hechten. Het valt me op dat dit hier veel sneller gebeurd dan in Nederland. Je zit letterlijk 24/7 met elkaar opgescheept waardoor je het gevoel krijgt dat je elkaar al jaren kent. Het is dan ook een wonder dat er nooit enige irritaties of kleine ruzietjes zijn geweest. Bij het afscheid moest ik stiekem een klein traantje wegpinken, maar ik herpakte me snel om te beginnen aan een week waarvan ik nooit had kunnen denken dat het zo geweldig zou worden!

Voordat we echt op Don Det gearriveerd waren, strooide iedereen al met de woordgrap “been there, Don Det” (ik hoop dat jullie hem begrijpen haha). Helaas waren de shirtjes met deze tekst erop gedrukt uitverkocht, anders had ik er zeker eentje meegenomen. Deze uitspraak wordt niet voor niets gebruikt door mensen die het eiland bezocht hebben, want het is absoluut een plek waar je geweest moet zijn als je door Laos reist. Overslaan is een dikke vette no go. Don Det is een super klein eiland dat bestaat uit een sunsetside en een sunriseside. Aan de sunriseside van het eiland loopt een weggetje langs het water met veel verschillende bungalowverhuurders en enkele restaurantjes. De mainvillage, waar ik verbleef en wat ook meteen het enige dorp op het eiland is, zit aan de sunsetside. Dit dorp bestaat letterlijk uit 1 straat met een paar zijstraatjes waaraan zich alleen maar restaurantjes en guesthouses bevinden. Restaurantjes op Don Det zijn niet zoals de restaurantjes die wij gewend zijn. Vaak worden er ook fietsen verhuurd en bevinden zich achter of naast het restaurant bamboehutjes/kamers waar je voor een paar euro kan verblijven. Ook de inrichting is volledig anders: stoelen en tafels zijn schaars en in elk etablissement voeren kussen en lage tafeltjes bovenop een verhoging de boventoon. Dit heeft een positieve en een negatieve kant: het zit super comfortabel en het maakt de restaurantjes perfect om een middagje bij te relaxen. Keerzijde is dat het niet erg vlooi-afwerend is. Zo hadden wij onze eerste middag meteen de vlooien van een eettentje waar de katten lekker op alle kussen lagen te chillen, meegenomen naar ons guesthouse. Les 1: geen honden en katten aaien en niet op kussens liggen waar deze dieren op liggen. Helaas is deze les bijna niet te hanteren, want op Don Det lopen absurd veel honden en katten rond. Ze hebben niet een bepaalde eigenaar, maar lopen gewoon los door het dorp rond en gaan liggen

Brechje van Nes

17 chapters

16 Apr 2020

Been there, Don Det

October 28, 2017

|

Don Det, Si Phan Don

Mijn laatste week in Laos bracht ik door op Don Det. En wat heb ik hiervan genoten zeg! Een heerlijk relaxt eiland, zonder strand helaas, midden in de Mekong rivier, met alleen maar toffe mensen, zowel locals als backpackers, waar je de woorden haasten en stress niet in een woordenboek zal aantreffen. Al na één nachtje in dit backpackersoord moest ik afscheid nemen van Tanya, Daniël, Elias en Franzi. Zij gingen door naar Cambodja en ik bleef eenzaam op het kleine piertje achter om naar hen te zwaaien. Stiekem had ik het toch best lastig met dit afscheid. Na 2 weken met deze leuke mensen te hebben gereisd, bouw je een stevige band op en ik ben me dan ook aan deze mensen gaan hechten. Het valt me op dat dit hier veel sneller gebeurd dan in Nederland. Je zit letterlijk 24/7 met elkaar opgescheept waardoor je het gevoel krijgt dat je elkaar al jaren kent. Het is dan ook een wonder dat er nooit enige irritaties of kleine ruzietjes zijn geweest. Bij het afscheid moest ik stiekem een klein traantje wegpinken, maar ik herpakte me snel om te beginnen aan een week waarvan ik nooit had kunnen denken dat het zo geweldig zou worden!

Voordat we echt op Don Det gearriveerd waren, strooide iedereen al met de woordgrap “been there, Don Det” (ik hoop dat jullie hem begrijpen haha). Helaas waren de shirtjes met deze tekst erop gedrukt uitverkocht, anders had ik er zeker eentje meegenomen. Deze uitspraak wordt niet voor niets gebruikt door mensen die het eiland bezocht hebben, want het is absoluut een plek waar je geweest moet zijn als je door Laos reist. Overslaan is een dikke vette no go. Don Det is een super klein eiland dat bestaat uit een sunsetside en een sunriseside. Aan de sunriseside van het eiland loopt een weggetje langs het water met veel verschillende bungalowverhuurders en enkele restaurantjes. De mainvillage, waar ik verbleef en wat ook meteen het enige dorp op het eiland is, zit aan de sunsetside. Dit dorp bestaat letterlijk uit 1 straat met een paar zijstraatjes waaraan zich alleen maar restaurantjes en guesthouses bevinden. Restaurantjes op Don Det zijn niet zoals de restaurantjes die wij gewend zijn. Vaak worden er ook fietsen verhuurd en bevinden zich achter of naast het restaurant bamboehutjes/kamers waar je voor een paar euro kan verblijven. Ook de inrichting is volledig anders: stoelen en tafels zijn schaars en in elk etablissement voeren kussen en lage tafeltjes bovenop een verhoging de boventoon. Dit heeft een positieve en een negatieve kant: het zit super comfortabel en het maakt de restaurantjes perfect om een middagje bij te relaxen. Keerzijde is dat het niet erg vlooi-afwerend is. Zo hadden wij onze eerste middag meteen de vlooien van een eettentje waar de katten lekker op alle kussen lagen te chillen, meegenomen naar ons guesthouse. Les 1: geen honden en katten aaien en niet op kussens liggen waar deze dieren op liggen. Helaas is deze les bijna niet te hanteren, want op Don Det lopen absurd veel honden en katten rond. Ze hebben niet een bepaalde eigenaar, maar lopen gewoon los door het dorp rond en gaan liggen

waar ze willen. Iedereen vindt dit prima en ze worden alleen uit de restaurantjes weggejaagd op het moment dat ze met elkaar gaan vechten, wat ook geregeld gebeurd aangezien de hondenpopulatie op het kleine eiland volledig de pan uit rijst.

Het weekje dat ik op Don Det doorgebracht heb, was niet heel speciaal. De dagen bestonden voornamelijk uit eten, chillen, praten met locals en andere reizigers, meer eten, meer chillen, serie kijken, zonsondergang bewonderen (absoluut één van de mooisten tot nu toe, elke dag weer), weer eten, poolen en slapen. Toen ik de eerste ochtend afscheid nam van mijn reisgenootjes vond ik het toch wel spannend om zelf verder te moeten gaan. Achteraf gezien was deze lichte “angst” nergens voor nodig. Elke dag ontmoette ik nieuwe mensen en ik heb me geen dag ongewenst alleen gevoeld. Ik leerde het eiland snel kennen waardoor ik nieuw gearriveerde reizigers tips kon geven. Dit deed ik door ongegeneerd in te breken in hun gesprekken. In Nederland zal ik dit niet snel doen, omdat het wat ongepast lijkt, maar hier waarderen de mensen het juist en zijn ze blij met alle tips en tricks die je ze kan geven. Op deze manier heb je snel een gesprek gaande wat vaak leidde tot een gezamenlijk diner en nog meer goede gesprekken. Ook onder de locals waren er na een paar dagen bekende gezichten waar ik dagelijks een praatje mee maakte. Zo was er de mevrouw van één van de ticketbureaus die het gek vond dat ik nog niet getrouwd was; de eigenaar van de 4000 Islands bar die grapte dat hij wel een tafel voor me kon reserveren, omdat ik er zo vaak zat; het 13-jarige meisje dat bij mijn guesthouse werkte waarmee ik drie kwartier heb gechilld terwijl we probeerden de WiFi weer aan de praat te krijgen; de Engelse Louis en Jordan die voor 3500 pond een jaar lang voor de grap een guesthouse op het eiland leasen; en de Franse eigenaar van de Mama Tanon bar die mijn ontbijt al bijna voor me had klaarstaan (yoghurt met fruit en een cappuccino) op het moment dat ik elke ochtend plaatsnam op één van de kussens. Het begon al een beetje op Terschelling en Groningen te lijken: je kan er niet over straat lopen zonder “bekenden” tegen te komen. Daarbij voelde ik me op het eiland volledig op mijn gemak, #eilandmeisje.

Hoewel het leven op Don Det voornamelijk uit chillen en series kijken bestond, heb ik toch een aantal actieve dagen gehad. Zo heb ik één dag een fiets gehuurd waarmee ik Don Det en Don Khone (het eiland ten zuiden van Don Det) overgefietst ben. Eigenlijk krijgt het bouwvalletje waarop ik moest rijden te veel eer door het een fiets te noemen. Het veel te kleine fietsje was totaal ongeschikt voor de weggetjes die over de eilanden lopen. Het ding was onmogelijk gammel, waar de slechte, ongeasfalteerde, zanderige, hobbelige en vol stenen liggende wegen hoogstwaarschijnlijk de oorzaak van zijn. Daarbij komt ook nog eens dat, als ik mijn eigen inschattingsvermogen mag geloven, in geen tien jaar onderhoud aan

de fietsjes is gepleegd, afgezien van het af en toe half oppompen van de banden dan. Echter, een andere fiets was ook geen optie, want bij elke fietsenverhuur hebben ze maar één soort fietsen en die zijn allemaal hetzelfde. Achteraf had ik nog een redelijk goede fiets: mijn banden waren niet plat en mijn ketting is er geen één keer afgeschoten (wat bij andere al snel letterlijk 20 keer binnen een uur gebeurde). Op Don Khone heb ik een aantal “toeristische attracties” bezocht, zoals de Somphamit waterfalls en de oude Franse spoorbrug (waar nagenoeg niks van over was). Op de terugweg leek het me leuk een alternatieve route te nemen in plaats van dezelfde weg terug. Dit was niet zo’n beste keus, want ik stuitte op een ingestorte brug waardoor ik alsnog terug naar de hoofdweg moest en dezelfde route terug moest nemen.

Ook heb ik een dag lang gekayaked met een groep van 5 Nederlanders die ik de avond voor deze kayakdag had ontmoet in het restaurant waar ik zat te eten. Zij waren net gearriveerd op het eiland die avond en dachten dat alle barretjes rond 11 uur al dicht zouden zijn. Ik wist ze te vertellen dat er een paar plekken zijn waar de feestjes iets langer doorgaan en uiteraard hebben we met z’n allen een kijkje genomen in één van die kroegjes. Hier werd de muziek geregeld aan de hand van een telefoon verbonden met een speaker, waarop via YouTube liedjes gezocht werden. Wij konden de verleiding niet weerstaan en moesten een paar Nederlandse klassiekertjes draaien. Het was zo gezellig met deze groep dat ik besloot met hen door te reizen naar Siem Reap, Cambodja, en nog verder, maar hier later meer over.

Tot slot mag ik niet mijn avontuurlijke spinnenjacht vergeten. In het begin van de week was ik aan het bellen met mijn vader terwijl ik mijn badkamer binnenliep. Hier trof ik twee enorme spinnen aan ter grootte van mijn hand (niet gelogen). Ik liet van schrik nog net niet mijn telefoon uit mijn handen vallen. Wie mij een beetje kent, weet dat ik redelijk bang ben voor spinnen en dat ik altijd iemand erbij roep om ze weg te halen. Helaas stond ik er dit keer alleen voor, afgezien van een lachende vader aan de andere kant van de lijn. Snel bedacht ik een plan de campagne en verzamelde de benodigde instrumenten, lees: de enige twee prullenbakjes die mijn kamer rijk was. Terwijl ik mijn vader op de hoogte hield van mijn handelingen zette ik de eerste prullenbak over spin nummer 1. Een makkie, want deze spin zat midden op de vloer en ik kon de prullenbak er zo overheen werpen. Het vangen van de tweede spin was een iets moeilijkere opgave. Doordat de spin de ene helft van zijn poten tegen de muur had gezet en de andere helft nog op de grond stond, kon ik niet zomaar even de prullenbak over hem heen zetten. Ik probeerde mijn angst enigszins overboord te gooien, wat vrij lastig was want mijn hemel wat waren die beesten groot, en zette op hoop van zegen de prullenbak over de spin heen. Daar was de spin het niet mee eens en hij begon zich voort te bewegen over de grond. Misschien kan je het nu al voor je zien, maar op dit moment stond ik letterlijk te gillen en te springen. Gelukkig had ik mazzel en rende de spin rond over de badkamervloer en niet tegen de muur op, waardoor ik mijn tweede prullenbak eroverheen kon gooien en ik van mijn spinnenprobleem verlost was. Ik denk dat de keren dat ik me zo opgelucht heb gevoeld, op één hand te tellen zijn. Ik stond opnieuw te springen en te gillen, maar dit keer van blijdschap, en nog steeds met de telefoon tegen mijn oor om mijn vader op de hoogte te houden.

Laos, en dan voornamelijk Don Det, was fantastisch! Tegen andere backpackers die ik tegenkom en die het zuiden van Laos hebben overgeslagen, kan ik alleen maar zeggen: “ongelofelijk zonde!” Vooral Don Det is een plek die je niet over mag slaan. De vibe die op dit eiland hangt is zo heerlijk relaxt, het eten is heerlijk (probeer de pumpkinburger!), de mensen zijn super vriendelijk, vinden het geweldig als je een gesprek met ze aanknoopt en staan altijd voor je klaar en je zal je geen moment vervelen ook al is er vrijwel niks te doen. Ik heb 8 dagen doorgebracht in dit paradijs, maar ik had met gemak nog een extra week kunnen blijven. Ik heb nog niet eerder moeite gehad met het verlaten van een stad of plaats hier in Azië, maar toen ik in het gammele houten bootje wegvoer van Don Det, moest ik toch even slikken bij de gedachte dat ik hier waarschijnlijk een hele lange tijd niet zal komen. Daarom heb ik mezelf voorgenomen dit eilandje ooit nog eens te bezoeken, en dit is geen kwestie van of, maar van wanneer.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.