Rondje Scandinavië

Na een goede nachtrust zijn we rond acht uur wakker. Eerst maar weer de wandeling naar het toilethuis, daarna ontbijten. Rustig aan opruimen en de auto weer inpakken. Na twee daagjes in zo’n hut is een groot deel van de spulletjes toch van de auto naar het hutje verplaatst, en dat mag nu weer allemaal netjes terug. Laatste restje afwas nog even doen en even de mop erdoor. Tegen half tien waren we klaar om te vertrekken. Op naar de dame van de receptie. Eerst de rekening .... Pfff die viel vies tegen. Bij aankomst was er niet over de prijs gesproken, er hing ook geen prijslijst, de hut was 550 Zweedse kronen per nacht. Daarnaast rekende ze 350 kronen voor de twee zalmforellen die we gehad hadden. Dat is in euro's 37,50! Ook niet bepaald een vriendenprijsje voor een visje die gewoon uit de vijver komt. Maar goed, dan hadden we er maar naar moeten vragen. Vervolgens vroegen we haar naar de routebeschrijving richting Røros die ze ons beloofd had gisteren. Ze wist van niks, maar goed die beschrijving wist ze natuurlijk wel. Het was een wat warrig vrouwtje daar in Idre.
Om tien uur reden we de camping af, in de stromende regen. We hebben een routebeschrijving meegekregen die ons via Foskros en Sörvattnet naar Hogvallen brengt. Hogvallen is het hoogst gelegen dorp in Zweden. De route er naartoe was schitterend, en met een beetje beter weer zou het zelfs schilderachtig zijn geweest. Nu was het wel mooi, maar vooral nat, heel erg nat. Ik moest de ruitenwissers regelmatig op de hoogste stand zetten. Daarnaast was de weg smal, slecht, slingerend (zowel naar links en rechts als van boven naar beneden) en bedekt met een laag zand. We kwamen voor het eerste een kudde elanden tegen die midden op de weg stonden, we hadden er tot nu toe nog niet een in het wild gezien, dus dat was een foto-momentje. Hogvallen zelf bestond geloof ik uit vijf houten huisjes en toen was je er al weer voorbij. Via Tannas ging het verder naar Funasdalen. Daar kwamen we gelukkig weer langs een benzinepomp zodat we de auto weer vol konden gooien. Bij veel benzine pompen in Zweden moet je bij de pomp zelf je creditcard of bankpas in de automaat schuiven, aangeven dat je wilt tanken en vervolgens kun je de pas weer uitnemen en de tank volgooien. Maar bij dit systeem stopt de benzine afgifte bij 400 kronen. Dat is iets meer dan een halve tank. Dus na het tanken nog maar een keer getankt bij dezelfde pomp, ik wil hier in Zweden en Noorwegen niet met een half volle tank wegrijden. Je weet nooit hoever de volgende pomp is. De dame van de camping had ons aangeraden om van Funasdalen de weg te pakken naar Mittedalen. Dat is namelijk de hoogste weg van Zweden. Deze weg was nog slechter dan de vorige, ging stijl omhoog en naar beneden en lag vol zand en grind. 15

pendavingh

19 chapters

16 Apr 2020

Dag 8: Noorwegen in

July 14, 2015

|

Ålen

Na een goede nachtrust zijn we rond acht uur wakker. Eerst maar weer de wandeling naar het toilethuis, daarna ontbijten. Rustig aan opruimen en de auto weer inpakken. Na twee daagjes in zo’n hut is een groot deel van de spulletjes toch van de auto naar het hutje verplaatst, en dat mag nu weer allemaal netjes terug. Laatste restje afwas nog even doen en even de mop erdoor. Tegen half tien waren we klaar om te vertrekken. Op naar de dame van de receptie. Eerst de rekening .... Pfff die viel vies tegen. Bij aankomst was er niet over de prijs gesproken, er hing ook geen prijslijst, de hut was 550 Zweedse kronen per nacht. Daarnaast rekende ze 350 kronen voor de twee zalmforellen die we gehad hadden. Dat is in euro's 37,50! Ook niet bepaald een vriendenprijsje voor een visje die gewoon uit de vijver komt. Maar goed, dan hadden we er maar naar moeten vragen. Vervolgens vroegen we haar naar de routebeschrijving richting Røros die ze ons beloofd had gisteren. Ze wist van niks, maar goed die beschrijving wist ze natuurlijk wel. Het was een wat warrig vrouwtje daar in Idre.
Om tien uur reden we de camping af, in de stromende regen. We hebben een routebeschrijving meegekregen die ons via Foskros en Sörvattnet naar Hogvallen brengt. Hogvallen is het hoogst gelegen dorp in Zweden. De route er naartoe was schitterend, en met een beetje beter weer zou het zelfs schilderachtig zijn geweest. Nu was het wel mooi, maar vooral nat, heel erg nat. Ik moest de ruitenwissers regelmatig op de hoogste stand zetten. Daarnaast was de weg smal, slecht, slingerend (zowel naar links en rechts als van boven naar beneden) en bedekt met een laag zand. We kwamen voor het eerste een kudde elanden tegen die midden op de weg stonden, we hadden er tot nu toe nog niet een in het wild gezien, dus dat was een foto-momentje. Hogvallen zelf bestond geloof ik uit vijf houten huisjes en toen was je er al weer voorbij. Via Tannas ging het verder naar Funasdalen. Daar kwamen we gelukkig weer langs een benzinepomp zodat we de auto weer vol konden gooien. Bij veel benzine pompen in Zweden moet je bij de pomp zelf je creditcard of bankpas in de automaat schuiven, aangeven dat je wilt tanken en vervolgens kun je de pas weer uitnemen en de tank volgooien. Maar bij dit systeem stopt de benzine afgifte bij 400 kronen. Dat is iets meer dan een halve tank. Dus na het tanken nog maar een keer getankt bij dezelfde pomp, ik wil hier in Zweden en Noorwegen niet met een half volle tank wegrijden. Je weet nooit hoever de volgende pomp is. De dame van de camping had ons aangeraden om van Funasdalen de weg te pakken naar Mittedalen. Dat is namelijk de hoogste weg van Zweden. Deze weg was nog slechter dan de vorige, ging stijl omhoog en naar beneden en lag vol zand en grind. 15

kilometer door de stromende regen die daar werkelijk met bakken uit de lucht kwam. Ook hier, het uitzicht was mooi, aan de andere kant van het dal zag je bergen (als het al die naam mag hebben) waar de boomgrens op te zien was en op de toppen lag nog sneeuw. Geen idee hoe hoog ze waren of hoe hoog wij zaten, maar er lag sneeuw! Na een half uur over die vijftien kilometer gedaan te hebben kwamen we bij Mittedalen .... Letterlijk drie huizen en een kruispunt. En de richting die wij op moesten .... Was terug naar waar we vandaan kwamen. Dus dezelfde 15 kilometer weer terug over de slechte zanderige en golvende weg. We zijn nog even gestopt bij een restaurantje dat we op de heenweg hadden gezien waar een eland voor de deur lag, maar eenmaal binnen was de gastvrijheid zo ver te bekennen dat we snel weer zijn doorgereden. Wel nog even een foto gemaakt van de ”huis-eland”. Weer terug in Funasdalen hebben we de weg naar Røros opgezocht en via mooie kronkelende, maar nu wel goed

bestraatte wegen de reis voortgezet. Een vijftig kilometer voor Røros gingen we de grens met Noorwegen over. Zweden met een beetje gemengde gevoelens achter ons latend. Zweden is natuurlijk een mooi land, maar het enige dat je er ziet zijn naaldbossen. Zweden is een gigantische producent en exporteur van grenen hout en dat is te zien, een en al bosbouw. De mensen zijn er vriendelijk, maar wat stug en afstandelijk. Ze schrikken zich rot als je ze in het voorbij lopen gedag zegt. In de kleine week in Zweden heb ik met geen enkele Zweed echt even contact gehad, en dat is voor mij best bijzonder, ik kletst altijd met iedereen. Op de diverse campings had ik contact met de Nederlandse en Duitse toeristen, maar niet met de Zweedse. Ik ben benieuwd hoe het in Noorwegen zal zijn.
Het eerste dat ons opvalt als we door Noorwegen rijden is dat de wegen kronkeliger zijn. Dat kan natuurlijk aan het bergachtige gebied liggen, maar ja dat was het in Zweden ook al. Die bergen trekken zich van een grens niet zo veel aan. Daarnaast hebben de Zweedse naaldbossen plaats gemaakt voor Noorse loofbossen. Loofbossen zijn veel mooier dan naaldbossen, in de eerste plaats al omdat er op de bodem van een naaldbos verder niet veel plantengroei mogelijk is omdat de naaldbomen de grond verzuren. De loofbossen ogen dus voller, en de betere wegen ogen vriendelijker. Ook de huisjes die we tegen komen ogen gezelliger. Maar goed, dat is alleen de eerste indruk hoor, we zijn er net. We hadden als richting bepalende plaats Røros

uitgezocht. Dat was volgens de dame van de camping een heel mooi pittoresk stadje met houten huisjes in alle kleuren van de regenboog. En daar had ze helemaal gelijk in. Het is een schitterend plaatsje, zeg maar gerust stadje, in leuke kleuren, kleine straatjes die sterk daalde en stegen, maar ook met een gigantisch hotel, een toeristen-winkelstraat en de bijbehorende hordes toeristen. Ik wilde de winkelstraat wel even bekijken, dus een parkeerplaatsje opgezocht en even een half uurtje door de stad gelopen. Vala vond het maar niks geloof ik, een beetje doelloos door een winkelstraat lopen terwijl je toch niks gaat kopen, en daar heeft ze ook wel weer gelijk in. Maar het was na vier en een half uur rijden ook wel ff lekker om even uit de auto te zijn. Aanvankelijk waren we van plan hier in de buurt een camping te zoeken, maar door de horde toeristen besloten we nog maar even veder te rijden. Een kleine 30 kilometer verderop ligt Ålen en daar is vast ook wat in de buurt te vinden. Na een kilometer of twintig zagen we een bordje langs de kant van de weg met een huisje erop. Het teken van huisje te huur. Verder geen bord van een camping ofzo, maar goed, we hadden besloten gewoon te gaan kijken bij wat we tegen kwamen, was het iets dan bleven we daar voor de nacht, was het niks dan gaan we verder. We sloegen het kronkelweggetje in dat stijl omhoog ging en kwamen op het erf van een boerderij terecht. Er stond een bordje informatie en er kwam een vriendelijk lachende dame naar buiten. Ze verhuurde inderdaad twee hutjes, een met douche en een

zonder. Nu hadden we net gisteravond gedoucht en je moet het ook niet overdrijven, dus die zonder douche genomen. De dame bracht ons naar een, aan de buitenkant, vervallen uitziend deel van de schuur van de boerderij. Daar deed ze een deur open en we mochten even binnen kijken. Zo aftands als de buitenkant er uitzag zo gezellig was het hutje van binnen. Een kleine gezellig ingerichte woonkamer met keukenblokje, een lange smalle slaapkamer met twee stapelbedden achter elkaar langs de achterste muur en een netjes en ruim toilet. Ik was meteen verkocht en voor 490 Noorse kronen zijn we weer een nachtje onderdak. Grappig detail ... Bij deze particulier die twee hutjes verhuurt kunnen we pinnen (we hadden nog geen Noorse kroon bij ons) terwijl we dat op de officiële camping waar we net vandaan kwamen niet konden. In Idre konden we alleen met contant geld betalen. We zitten nu lekker aan de keukentafel, als eten hebben we nog een half brood, een blik knakworsten en een pak soep. Vala vroeg zich in het begin af waarom ik zoveel etenswaren mee wilde nemen, maar nu snapt ze dat. Je weet nooit waar je terecht komt en wat er te krijgen is onderweg, dus zorg dat je voor minstens twee dagen eten bij je hebt. Daarna vul je dat weer aan bij de supermarkten die je onderweg veelvuldig tegenkomt. Heerlijk leven dit! Ik geniet! Er staan pannen in het huisje dus de knakworsten en de soep zijn snel warm. Lekker met een stuk brood erbij, en heel eerlijk gezegd geeft zo’n geïmproviseerde maaltijd veel meer genoegen dan ergens in een restaurant aanschuiven. Dit is kijken wat

je hebt en wat te combineren is, geen luxe maar wel lekker. Bovendien eet je op zo’n dag als vandaag toch niet veel. Je zit de hele dag in de auto en verbruikt weinig energie. De twee dagen in Idre, waar we de hele dag niks deden, hebben we ons vol gegeten, terwijl we juist beide weer hard op weg waren om wat kilootjes kwijt te raken. Dus dat moeten we voort gaan zetten. Lekker ontbijten en dan heb je als lunch genoeg aan een appeltje.
De teller staat momenteel op 2200 kilometer. We rijden rustig, meestal zo rond de 70/80 kilometer per uur, zo kan ook ik een beetje om me heen kijken en verbruik je een stuk minder benzine, hetgeen ook niet onbelangrijk is. Om de dag tanken is ideaal. De auto doet het prima, mag ook wel na al die reparaties die hij net gehad heeft, hij is alleen na al die zandwegen vandaag, in de stromende regen helemaal wit. Wit van de lichtgekleurde drab die er op de wegen lag. De nummer plaat is niet meer leesbaar, ik denk dat we hem toch echt snel even moeten wassen. Het leven vanuit de auto is echt leuk. Er staan een paar kratjes achterin met levensmiddelen en camping artikelen zoals gasbrander om op te koken en de pannetjes, zaklantaarn (niet mee hoeven nemen, het is om drie uur ‘s nachts nog steeds licht) en een pak wc papier (handig als er bij de wc geen is, maar ook inzetbaar als keukenpapier, vaatdoekje en stoffer). Ook hebben we natuurlijk afwasmiddel en borsteltje mee. Voor Al onze toilet artikelen hebben we ieder een grote toilettas, zo pak je in een keer

alles mee als je naar het washok gaat. Verder liggen in de auto de slaapzakken en kussens en voor ieder een koffer met schone kleding. De gebruikte kleding gaat in plastic waszakken. We kunnen onderweg een keer wassen, maar als het niet nodig is liever niet.
Na het eten heb ik de stereo installatie verkent. De voorganger heeft een cd in de speler laten zitten en daar blijkt grappige Noorse muziek op te staan. Dat doorbreekt de stilte een beetje. Lekker een beetje zitten lezen, afwisselend met schrijven aan dit verslag. Vala heeft na het Noorse cd-tje ons eigen cd mapje uit de auto gehaald, en zo zitten we nu lekker naar Boudewijn de Groot te luisteren, een spelletje reis-monopoly te spelen met een glaasje whisky erbij, ergens in een, tot hutje omgebouwd deel van een oude boeren schuur, in een klein dorpje in midden Noorwegen ... Had ik al gezet dat het leven mooi is?

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.