Saludos desde América Central

Het tweede deel van onze reis is nu gekomen. Op naar het zuiden! We moesten er alleen nog wel even zien te komen... We zijn in Antigua gaan rondvragen naar shuttles die naar de kustlijn van El Salvador gingen, en daar hebben we eigenlijk de goedkoopste van gepakt. Eerlijk gezegd hadden we alleen even de Lonely Planet doorgespit, en hebben toen gekozen voor de meest toeristische plek El Tunco. We hadden ons niet echt ingelezen. Het enige wat we wisten is dat El Salvador niet zo hoog scoort op de top 10 meest veilige vakantiebestemmingen. Dus we waren op ons hoede. Tot onze grote verbazing tijdens de reis ernaar toe verschilde El Salvador niet veel met Guatemala, en toen we aankwamen in El Tunco leek het helemaal geen derde wereldland. Het was de Lloret de Mar van El Salvador zelfs! Niet dat we daarmee het reisadvies van de Rijksoverheid willen ontkrachten, want wij kunnen daar geen mening over vormen als we alleen maar in El Tunco zijn geweest. Waarschijnlijk is het contrast tussen dat surfplaatsje en de rest van het land heel erg groot. Maar dat weten we dus niet...
In El Tunco waren in ieder geval overal beachbars, backpackerhostels, onbeperkt wi-fi en veel toeristen. Bleek het dus een of andere surfwalhalla te zijn in the middle of nowhere. Wisten wij veel. We hadden al zo'n vermoeden toen het shuttlebusje ons ophaalden en zes blonde beachboys met halflange haren voor ons zaten. Maargoed, toen we daar aankwamen viel het kwartje pas. We stonden oog in oog met super grote golven van zo'n 1 à 2 meter hoog! Wij lieten ons dan ook verleiden door de goedkope surflessen die ze daar aanboden, maar helaas mocht dit niet zo blijken. De pinautomaten lieten het afweten, dus wij konden geen geld opnemen. Gelukkig niet de eerste keer hier in Centraal-Amerika. Dat is het nadeel als je zoveel verschillende soorten valuta's hebt. In Guatemala heb je de Quetzales, in Belize de Beliziaanse Dollar, in El Salvador de Amerikaanse Dollar, in Nicaragua de Cordoba en in Costa Rica de Costa Ricaanse Colon. We wisten dus ook gelijk wat we moesten doen. Een shuttle boeken met onze creditcard en verder reizen naar de volgende bestemming om daar te kunnen pinnen. Goodbye surflessen en vamos a Nicaragua!

We zijn de volgende dag aangekomen in León, een koloniaal klein stadje in het noorden van Nicaragua. De busreis van El Tunco naar León duurde zo'n 10 uur, waarbij we twee grenzen hebben moeten passeren. De grens van El Salvador/Honduras en Honduras/Nicaragua. De grensovergangen gingen verrassend goed. Binnen no time waren we er doorheen. Dat hebben we wel al anders meegemaakt hier in Centraal-Amerika...
Omdat Guatemala, Honduras, El Salvador en Nicaragua een C4-overeenkomst hebben, mag je als toerist 90 dagen reizen in deze vier landen. Dus dat zou betekenen dat we begin februari naar huis moesten gaan. Maar omdat we ook nog naar Belize zijn geweest, wat niet bij die C4-overeenkomst zit, hebben we bij het verlaten van Belize weer opnieuw een toeristenvisum voor 90 dagen gekregen. Met onze toeristenvisa kunnen we nu dus nog tot begin april in Nicaragua blijven, wat dus een kleine maand te weinig is omdat we op 21 april weer terugvliegen. Daarom hebben we besloten om nog door te reizen tot aan Costa Rica, zodat we weer bij terugkomst een nieuw toeristenvisum krijgen voor 90 dagen. Geen slechte tegenvaller, he! Tijdens een Skype-gesprek met mam vroeg ze waarom we dan niet gewoon teruggingen naar Belize. Nouja, we zitten nu aan de andere kant van het continent. Wat uitgerekend dus zo'n 40 uur reizen is. Dan ga je niet even snel terug naar Belize... Vond ik wel leuk om te vermelden, want in het begin had ik ook geen enkel besef van afstanden hier. Van hier tot aan Belize kun je qua afstand vergelijken met van Amsterdam naar de Spaanse grens. En dan moet je je nog erbij bedenken dat de wegen hier lang niet zo goed zijn als in Europa! Soort 'Route de Soleil' dus maar dan tien keer zo pauper.

Eenmaal in León aangekomen, keken we onze ogen uit! León heeft allemaal leuke kleine barretjes en restaurantjes à la Barcelona, en het is enorm goedkoop. Zelfs nog goedkoper dan in Guatemala. Je kunt hier gerust uitgebreid gaan ontbijten voor €3,- pp, of gaan uit eten voor €10,- pp mét een lekkere fles wijn. En ze hebben hier zelfs een grote supermarkt! Redelijk speciaal hier, want de laatste supermarkt die wij hebben gezien was in Nederland. We hebben zelfs cherrytomaatjes kunnen kopen, en chocola!! En er is een wasserette!! Waar we onze kleren kunnen wassen na al die schimmelgeuren (geloof me, die reuk van een zak met schone kleren is hetzelfde moment dat je beleeft wanneer je nieuw wasmiddel hebt gekocht). En wat ook leuk is als je weer in een nieuw land komt, is dat je weer een nieuw lokaal biertje kunt proeven! In ieder land hier in Centraal-Amerika heeft ieder z'n eigen bier. Je zult dus nooit een Beliziaans biertje in een Guatemaleekse bar vinden. Zal wel een reden voor zijn (corruptie, monopolie, enzo...) Dus ter introductie gaan wij iedere keer het biermenu van een land af zodat we de rest van de reis weten welke we moeten bestellen. Echt een aanrader ;) Vanaf het moment dat we in León waren, wisten we dat we hier wel een tijd konden verblijven. León heeft veel voorzieningen, is meer ontwikkeld dan andere bezochte steden tot nu toe en kan ons daarom veel meer bieden!

Alleen is er wel een klein nadeel aan León, en dat is dat het heet is. Heel heet. Maar gewoon écht heet. Momenteel is het hier nu zo'n 37 graden, dus overdag kan je niet veel meer doen dan rustig aan doen en binnen zitten. Een siësta heb je hier dus keihard nodig. Verbazingwekkend is dan weer dat de mensen hier allemaal in een lange dikke spijkerbroek lopen. Hoe dan?! Wij gaan al kapot als we schoenen moeten dragen...
Wat wél heel leuk is aan León, naast dat het meer ontwikkeld is dan Guatemaleekse steden, is dat hier een heel leuk sfeertje hangt. De stad is een mix van koloniale gebouwen/huizen, afgebladderde kerken en één spierwitte kathedraal die boven de stad uit knalt. En tussen die mooi gekleurde revolutionaire gebouwen vind je supermoderne banken, superdeluxe supermarkten en een bioscoop met de nieuwste films van nu. En in eenzelfde straat kun je een moderne auto zien rijden, maar ook een werkpaard die een wagen vol met meloenen trekt. Je hebt het gevoel alsof de stad ergens in de tijd is blijven hangen. Maar dan wel met moderne voorzieningen zoals wij dat thuis ook hebben. En we praten trouwens wel over het begrip 'stad', maar in Nederland zou je dit soort steden kunnen vergelijken met een groot dorp. Ik denk zelf dat León nog geen 5 km breed is. Veel kleiner dan Nederlandse steden dus!
De mensen lopen hier ook allemaal op hun dooie gemakkie (geef ze eens ongelijk met deze temperatuur), verkopen de gekste soorten fruit op straat of lopen romantisch hand in hand door de stad. Als je door de straatjes loopt van kerk naar kerk zie je overal koppeltjes die met elkaar zitten te kroelen in een hoekje. En niet te vergeten de muziekboxen die op straat op het maximale volume staan om meer klanten te trekken. En dat is dan geen rustgevende lift-muziek, maar eerder Enrique Inglesias met z'n Bailando (kan dat nummer niet meer horen). Blijkbaar de normaalste zaak van de wereld hier...

Deze bovenstaande redenen hebben ertoe geleid dat we zo gek zijn om, in deze hete maar oh-zo-leuke stad, een taalcursus te gaan volgen om ons steenkolen Spaans eens flink op te lappen. Als je het ergens wilt leren, is het hier wel! We hebben wat verschillende opties bekeken, en uiteindelijk een leuke taalschool gevonden. Je kon daarbij ook kiezen om bij een Nicaraguaanse familie te verblijven, en na even de goedkoopste optie uitgerekend te hebben, hebben we dat meteen gedaan. Naast het feit dat het veel goedkoper is dan in een hostel te verblijven, worden we nu ook gedwongen om Spaans te praten met de Nicaraguaanse familie. We hebben dus een week ingewoond bij een super schattig en lief oud mannetje en zijn expressieve maar lieftallige vrouw, genaamd Neddar en Maria. Samen met hun, een hond genaamd Rufo, een pratende papegaai genaamd Flor ( https://youtu.be/qXt7Seugte0 ) en nog drie andere studenten die ook Spaanse lessen volgden, leefden we in een typisch oranje Nicaraguaans huis vol met religieuze beeldjes en oude familiefoto's. Voor €100,- per persoon per week verzorgden Neddar en Maria drie maaltijden per dag, een bed, een douche en veel trotse verhalen over vroeger en Nicaragua (in het Spaans!). We hadden ook heel leuk contact met de andere studenten. Wat soms best wel fijn was om weer even Engels te praten en je op een normale manier verstaanbaar te kunnen maken, in plaats van verkeerd in elkaar gezette Spaanse zinnen uit je mond krijgen en een beetje met je handen en voeten praten...
Hoe onze dag er een beetje uit zag? We stonden iedere dag om 6.30 uur op, om aan tafel te zitten om 7.00 uur wanneer het ontbijt klaar was (leuk om te vertellen: iedere dag gaat er een stadsalarm af om klokslag 7.00 uur en 12.00 uur. Om de mensen uit hun bed te halen, en om hen te waarschuwen dat ze naar huis mogen om te lunchen. Grappig, toch?). Daarna gingen we van 8.00 tot 12.00 uur naar school (wisten we door het alarm natuurlijk) waar we één-op-één les kregen, en vervolgens gingen we naar huis lopen om met z'n allen te lunchen om 12.30 uur. Meestal pakten we dan snel een siësta en maakten we ons huiswerk. Dan gingen we rond een uurtje of 16.00 uur met z'n allen op het voorterras in de schommelstoelen schommelen en kijken naar het Nicaraguaanse leven op straat. Om 18.30 uur was het etenstijd en daarna gingen we meestal wat leuks doen met z'n allen. We zijn een avond naar de cinema geweest! Inclusief de nieuwste film The Revenant met Leonardo di Caprio, Spaanse ondertiteling, popcorn en airco. Dat is één van de weinige gebouwen met airconditioning in León. Maria, onze gastgezinmoeder, vertelde dat wanneer ze de hitte echt niet meer kon verdragen, dat ze dan gewoon een willekeurige film pakte en gewoon twee uur in de bios ging slapen. Dat zijn die €2 wel waard! Een andere avond hebben we weer iets gedronken in een bar, of gepooled, of gekeken naar het lokale straatvoetbal met een biertje in de hand. We zijn zelfs een dag uitgenodigd om te gaan kijken naar een achtertuin van een locale familie die daar hun zelfgemaakte weefmachine van hout hebben gemaakt. Het afstellen van de machine duurde twee hele dagen, en voor het weven zelf hadden ze een hele dag nodig. Heel veel interessante dingen gedaan dus! Echt een lekker latino studentenleventje!
De spaanslessen hebben ons ook echt wel geholpen afgelopen week. Ikzelf stond er van te kijken dat ik een heel gesprek kon aanknopen met m'n leraar. Waarschijnlijk praatte hij als een kind Spaans tegen mij. Maargoed, daarvoor is het je leraar... Op het eind van de week had ik een gesprek over Nicaraguaanse politiek en religie. Niet verkeerd, toch? Im had al een paar lesjes Spaans gehad op de hogeschool, dus hij heeft zich afgelopen week vooral gestort op verdere uitleg van de grammatica. Im's leraar had ons allebei tijdens een les meegenomen naar de markt in León. Dé meest lokale en niet-toeristische plek waar we het spel van koop en verkoop op een Latijns Amerikaanse manier konden aanschouwen. Volgens Christian (Imre's leraar) was het heel leerzaam om hier te komen, omdat we iets konden opsteken van de Spaanse taal in de manier waarop zij hun producten verkopen. En ja hoor, in de verte hoor je al: 'agua-agua-agua-agua' of 'papaaaaaayaaaaa, meloooooooneeeee, refressssscooo'. Je waant je tussen honderden Nicaraguaanse verkopers, ieder met hun eigen identieke stem (lees: gekrijs) om hun producten aan te kondigen. Heel indrukwekkend! Je moet er dus ook echt wel tegen kunnen, want ze schreeuwen je in de oren en ze dwingen je zowat om iets te kopen. Ik voelde me in het begin niet zo op m'n gemak. Ook aangezien je blank bent (ze noemen ons 'chele' hier, wat komt van 'leche' = melk in het Spaans), waardoor zij dat vaak associëren dat je ook meer geld hebt. Maargoed, met ons beste Spaans kunnen we meestal wel goed afdingen. We merken sowieso na die taalcursus dat we allebei meer zelfverzekerd zijn in het spreken, en we kunnen ons allebei nu wel redelijk goed in een simpel gesprek mengen. Je moet gewoon veel Spaanse woorden, uitdrukkingen en geluiden eruitgooien. Zo doen zij het nu eenmaal ook ;)
Wat wel een beetje jammer was, was dat ik van leraar heb moeten wisselen. Toen we de eerste keer naar de taalschool gingen om informatie te vragen, waren er ook twee leraren die toevallig toen net les hadden gegeven. En eentje was volgens mij een beetje verzot op mij (Anouk) geraakt. Ik had al zo'n vermoeden toen hij zich alleen aan mij voorstelde en Im compleet negeerde... Op de eerste lesdag was het wel duidelijk. Omdat de eerste ontmoeting zo ongemakkelijk was verlopen, hadden Im en ik afgesproken dat Im les bij hem ging volgen en ik bij een andere leraar. Toen we die eerste dag aankwamen, had die leraar wel andere plannen. Hij had de tafel al helemaal klaar gemaakt, en toen we binnenkwamen gaf hij mij een zoen op m'n wang (wat redelijk normale begroeting is in deze cultuur, maar niet tussen leraar-leerling) en trok me zowat naar zijn tafel. Ik was natuurlijk wel een beetje op mijn hoede, maar wilde hem ook wel een kans geven. Misschien is dat gewoon de manier van handelen hier in Nicaragua, dacht ik toen. Maar na vier uur met een geilende leraar te hebben gezeten, was ik het wel een beetje zat. De volgende dag kwam de directrice van de school naar me toe en bood vanuit zichzelf al een andere leraar aan. Zij had het gelukkig dus ook in de gaten. Ik heb vervolgens een super leuke leraar gekregen die me vanalles heeft verteld over de koloniale geschiedenis van León en zijn eigen leven in Nicaragua. Heel erg inspirerend! Die mensen zijn zo trots op wat ze allemaal bereikt hebben in zo'n korte tijd. Ik zal jullie niet lastig vallen met allerlei geschiedenisverhalen (daarvoor verwijs ik jullie door naar wikipedia), maar de laatste oorlog in Nicaragua was in 1990! 1990! Één jaar voordat Im is geboren! En als je ziet hoeveel zij voorlopen qua ontwikkeling op hun buurlanden, is dat echt imposant!
Ze vertellen je er al te graag over, en wanneer je door de stad loopt is er iedere dag ook wel een cultureel evenement te beleven. Ik zei tegen Im dat ik nog nooit zoveel festiviteiten heb gezien als in León. Hier een kort filmpje van een typische Nicaraguaans optreden: https://youtu.be/RiWb6d_F5vI . De ene dag zijn ze aan het salsadansen in de stadspark, de andere dag de traditionele El Güegüense dans en tegelijkertijd is aan de andere kant van de stad een optocht bezig waarin het verhaal van Ruben Darío (Nicaraguaanse dichter en schrijver, dé trots van het land) wordt beschreven. Je wordt als het ware opgeslokt door de cultuur van de stad!
We zijn er uiteindelijk anderhalve week blijven plakken en hebben allebei echt een hele leuke tijd gehad. Ondanks de enorme hitte, waar je uiteindelijk wel redelijk aan gewend raakt. Als we weer terug moeten reizen naar Guatemala City willen we zeker nog weer even een stop maken in León!
Na die anderhalve week in León hebben we voor 104 Cordoba per persoon (€3,40) een busje gepakt naar de stad Granada. Binnen zo'n 3 uurtjes zit je dan in een andere fascinerende kleurrijke stad!
Eerste indrukken van Granada? Zelfde koloniale bouwstijl als León, wel stuk toeristischer, nog meer barretjes, voor de eerste keer weer eens terrasjes gezien, maar toch vrediger en minder verkeer. We hadden bij aankomst (ter info: zo'n 30 graden met een backpack van 12 kg op je rug ronddwalend om 12 uur waardoor er natuurlijk geen schaduw is) al snel een hostel gevonden. We wilden wel voor een langere tijd in Granada blijven, dus hadden we ook meer tijd om een goedkopere accomodatie te vinden. We waren aan het twijfelen tussen een kamer huren via Airbnb, een gastgezin, een appartement huren of in een hostel zitten. Uiteindelijk hebben we de goedkoopste optie gevonden, en zitten we nu in hostel Mochilas. Toevallig heeft een oud-collega uit onze tijd in Barcelona in ditzelfde hostelgewerkt voor enkele maandjes! It's a small world. We hebben hier een klein zwembadje (hadden we misschien net wat meer nodig in León, maargoed), een grote keuken waar we uitgebreid kunnen koken én een stapelbed. Romantisch he? Komt ervan als je budgettraveller bent ;) Alle 20 gasten hier moeten trouwens ook allemaal poepen op ééndezelfde wc. En dat allemaal voor €16 per nacht met z'n tweeën. Niet verkeerd, toch?
Toen we in Granada aankwamen was er ook een meisje die we in León hebben leren kennen. Met haar zijn we op een zaterdagavond naar een te-foute-poolparty geweest op één van de eilanden bij het meer van Nicaragua. Moesten we met een klein bootje in het midden van de nacht op een woest meer gaan varen (er waren deze keer wel reddingsvesten). Waar trouwens haaien in zwemmen. Klein detail. Maakt niets uit, want op de terugweg merkten we niet eens dat we op het water zaten. De dagen daarna hebben we vooral rustig aan gedaan, omdat we moesten bijkomen van ons 'ruig studentenleven' de week daarvoor. We hadden ons dan ook voorgenomen om deze week vooral zelfstudie te gaan doen.
Ik zal je vertellen dat zowel Im als ik ons boek nog niet open hebben gehad. Guilty! We hebben ons vooral mee laten slepen door de ambiance van de stad deze week. We hebben een fantastische kerkentour gedaan. Je hebt hier in Granada de meest fascinerende gekleurde en afgebladderde kerken met ieder een eigen unieke geschiedenis. Daarnaast kan je je ook laten verleiden door de lokale markt hier. Iets anders dan de markt in León, want hier vragen ze alleen waarnaar je op zoek bent in plaats van je te dwingen om iets te kopen. Iets minder ongemakkelijk dus. Ze schreeuwen je hier ook gewoon de oren van je kop met ieder hun eigen identieke stem, hoor. Maar na verloop van tijd ga je er wel de humor van inzien. We hebben hier bijna dagelijks onze boodschappen gehaald. Ik had van die zakjes gezien waar ze een soort van thuisgemaakte gele vloeibare curry in hadden, dus na even na te vragen bleek het dat ook te zijn. Dus voor 5 Cordoba (€0,16) hebben we het risico maar genomen. En tot onze grote verbazing hadden we die zelfde avond een fantastische curry gemaakt met fluorgele currysaus (geen idee wat er dus inzat), verse tomaatjes, paprika, mango, kip en rijst. Voor nog geen paar euro avondgegeten en ook nog eens super lekker! Zo'n chemische experimenten in de keuken hebben we dus eigenlijk de hele week gedaan. Zo kun je ook naar het centrale park hier lopen waar ze Vigorón verkopen voor €2,-. Soort van groente-aardappelstampot, met een soort van Japanse borrelmix koekjes met koolsalade erbovenop, geserveerd in een bananenblad (ik lieg niet, dit is het beste hoe ik het kan beschrijven). Zo leven wij hier van zo'n €15,- per dag!
Zelfs de tourtjes en sightseeing die we hier doen zijn goedkoop! Oke, je kan natuurlijk iedere vulkaan gaan oprennen die je tegenkomt, of overal gaan snorkelen waar je een tropische vis ziet zwemmen, maar die activiteiten kosten al snel een paar tientjes. We proberen hier iets meer naar de goedkopere (en vaak leukere) opties te zoeken. Zo zijn we een dag naar een authentieke Nicaraguaanse sigarenmaker geweest. We kwamen binnen in een koloniaal pand met een enorme donkerbruine geoliede trap, ouderwetse schommelstoelen, goud omlijste spiegels en zilveren asbakken op een hoge poot. Net zoals in de maffiafilms met Al Pacino. En ja hoor, al snel zagen we de maffioso aan de muur hangen. Met sigaar! Achterdoor zag je hoe de sigaren werden gemaakt. Er zaten drie man, ieder achter hun eigen bureau, gedroogde tabaksbladeren te rollen en vervolgens in de mallen te leggen om ze te persen. Binnen een mum van tijd rolde hij een sigaar, knipte 'm aan beiden kanten af, gaf hem aan Im en bood een vuurtje aan. Uhm oke, gracias señor! Die sigaar was denk ik een dikke centimeter, en nadat we allebei er een paar keer van gepaft hadden (en Im rode ogen begon te krijgen), mochten we hem mee naar huis nemen. Hoefden we niet voor te betalen, alleen een kleine fooi achter te laten. Fantastisch, toch!
Een ander dagje zijn we naar het schoonste en diepste meer van Nicaragua geweest, Laguna de Apoyo. Het is een krater van een oude inactieve vulkaan gevuld met super helder water. Voor €0,30 per persoon hebben we de bus gepakt naar de ingang van het natuurreservaat en zijn vanaf daar gaan lopen naar het meer. Dit was een wandeling van zo'n twee uur waar we dan uiteindelijk verrast werden met een supermooi uitzicht van het meer. Daar hebben we even onszelf moeten blussen in het meer (wat een hitte), en zijn weer terug gaan lopen. Onderweg kwamen we één van de chickenbusses tegen en die ons terug kon brengen naar de ingang van het natuurreservaat voor €0,18 per persoon. We hebben er even over na moeten denken, maar zo gul als we zijn hebben we zijn aanbod maar geaccepteerd. Bespaarde ons heel wat zweet! En tadaaaaaa, voor nog geen €1,- heb je in Nicaragua een super actieve leuke dag gehad!

Vanaf morgen gaan we Granada dan ook weer verlaten en vertrekken we naar Isla de Ometepe, waar we allebei veel zin in hebben. We leven eigenlijk gewoon van dag tot dag en kijken wel waar we uitkomen. We hebben ongeveer een plan wat we willen zien, maar nog niets concreet. Meestal lezen we ons de dag vantevoren een beetje in waar en hoe we naar de volgende bestemming toe moeten. En als we eenmaal aangekomen laten we ons vaker meeslepen door de stad zelf of door verhalen van andere reizigers. Zo hebben we over Ometepe gehoord dat er veel vulkanen, outdooractiviteiten zijn en the best of all: stranden! Die hebben we allang niet meer gezien (grapje). Mooie combinatie dus! We zijn trouwens ook hard op zoek naar een hostel om weer een paar weken te werken, maar helaas hebben we veel afwijzingen gekregen of geen reactie. Hopelijk in de volgende blog meer resultaat!

grootjans_2

15 chapters

Op de helft van onze reis

January 29, 2016

|

Granada, Nicaragua

Het tweede deel van onze reis is nu gekomen. Op naar het zuiden! We moesten er alleen nog wel even zien te komen... We zijn in Antigua gaan rondvragen naar shuttles die naar de kustlijn van El Salvador gingen, en daar hebben we eigenlijk de goedkoopste van gepakt. Eerlijk gezegd hadden we alleen even de Lonely Planet doorgespit, en hebben toen gekozen voor de meest toeristische plek El Tunco. We hadden ons niet echt ingelezen. Het enige wat we wisten is dat El Salvador niet zo hoog scoort op de top 10 meest veilige vakantiebestemmingen. Dus we waren op ons hoede. Tot onze grote verbazing tijdens de reis ernaar toe verschilde El Salvador niet veel met Guatemala, en toen we aankwamen in El Tunco leek het helemaal geen derde wereldland. Het was de Lloret de Mar van El Salvador zelfs! Niet dat we daarmee het reisadvies van de Rijksoverheid willen ontkrachten, want wij kunnen daar geen mening over vormen als we alleen maar in El Tunco zijn geweest. Waarschijnlijk is het contrast tussen dat surfplaatsje en de rest van het land heel erg groot. Maar dat weten we dus niet...
In El Tunco waren in ieder geval overal beachbars, backpackerhostels, onbeperkt wi-fi en veel toeristen. Bleek het dus een of andere surfwalhalla te zijn in the middle of nowhere. Wisten wij veel. We hadden al zo'n vermoeden toen het shuttlebusje ons ophaalden en zes blonde beachboys met halflange haren voor ons zaten. Maargoed, toen we daar aankwamen viel het kwartje pas. We stonden oog in oog met super grote golven van zo'n 1 à 2 meter hoog! Wij lieten ons dan ook verleiden door de goedkope surflessen die ze daar aanboden, maar helaas mocht dit niet zo blijken. De pinautomaten lieten het afweten, dus wij konden geen geld opnemen. Gelukkig niet de eerste keer hier in Centraal-Amerika. Dat is het nadeel als je zoveel verschillende soorten valuta's hebt. In Guatemala heb je de Quetzales, in Belize de Beliziaanse Dollar, in El Salvador de Amerikaanse Dollar, in Nicaragua de Cordoba en in Costa Rica de Costa Ricaanse Colon. We wisten dus ook gelijk wat we moesten doen. Een shuttle boeken met onze creditcard en verder reizen naar de volgende bestemming om daar te kunnen pinnen. Goodbye surflessen en vamos a Nicaragua!

We zijn de volgende dag aangekomen in León, een koloniaal klein stadje in het noorden van Nicaragua. De busreis van El Tunco naar León duurde zo'n 10 uur, waarbij we twee grenzen hebben moeten passeren. De grens van El Salvador/Honduras en Honduras/Nicaragua. De grensovergangen gingen verrassend goed. Binnen no time waren we er doorheen. Dat hebben we wel al anders meegemaakt hier in Centraal-Amerika...
Omdat Guatemala, Honduras, El Salvador en Nicaragua een C4-overeenkomst hebben, mag je als toerist 90 dagen reizen in deze vier landen. Dus dat zou betekenen dat we begin februari naar huis moesten gaan. Maar omdat we ook nog naar Belize zijn geweest, wat niet bij die C4-overeenkomst zit, hebben we bij het verlaten van Belize weer opnieuw een toeristenvisum voor 90 dagen gekregen. Met onze toeristenvisa kunnen we nu dus nog tot begin april in Nicaragua blijven, wat dus een kleine maand te weinig is omdat we op 21 april weer terugvliegen. Daarom hebben we besloten om nog door te reizen tot aan Costa Rica, zodat we weer bij terugkomst een nieuw toeristenvisum krijgen voor 90 dagen. Geen slechte tegenvaller, he! Tijdens een Skype-gesprek met mam vroeg ze waarom we dan niet gewoon teruggingen naar Belize. Nouja, we zitten nu aan de andere kant van het continent. Wat uitgerekend dus zo'n 40 uur reizen is. Dan ga je niet even snel terug naar Belize... Vond ik wel leuk om te vermelden, want in het begin had ik ook geen enkel besef van afstanden hier. Van hier tot aan Belize kun je qua afstand vergelijken met van Amsterdam naar de Spaanse grens. En dan moet je je nog erbij bedenken dat de wegen hier lang niet zo goed zijn als in Europa! Soort 'Route de Soleil' dus maar dan tien keer zo pauper.

Eenmaal in León aangekomen, keken we onze ogen uit! León heeft allemaal leuke kleine barretjes en restaurantjes à la Barcelona, en het is enorm goedkoop. Zelfs nog goedkoper dan in Guatemala. Je kunt hier gerust uitgebreid gaan ontbijten voor €3,- pp, of gaan uit eten voor €10,- pp mét een lekkere fles wijn. En ze hebben hier zelfs een grote supermarkt! Redelijk speciaal hier, want de laatste supermarkt die wij hebben gezien was in Nederland. We hebben zelfs cherrytomaatjes kunnen kopen, en chocola!! En er is een wasserette!! Waar we onze kleren kunnen wassen na al die schimmelgeuren (geloof me, die reuk van een zak met schone kleren is hetzelfde moment dat je beleeft wanneer je nieuw wasmiddel hebt gekocht). En wat ook leuk is als je weer in een nieuw land komt, is dat je weer een nieuw lokaal biertje kunt proeven! In ieder land hier in Centraal-Amerika heeft ieder z'n eigen bier. Je zult dus nooit een Beliziaans biertje in een Guatemaleekse bar vinden. Zal wel een reden voor zijn (corruptie, monopolie, enzo...) Dus ter introductie gaan wij iedere keer het biermenu van een land af zodat we de rest van de reis weten welke we moeten bestellen. Echt een aanrader ;) Vanaf het moment dat we in León waren, wisten we dat we hier wel een tijd konden verblijven. León heeft veel voorzieningen, is meer ontwikkeld dan andere bezochte steden tot nu toe en kan ons daarom veel meer bieden!

Alleen is er wel een klein nadeel aan León, en dat is dat het heet is. Heel heet. Maar gewoon écht heet. Momenteel is het hier nu zo'n 37 graden, dus overdag kan je niet veel meer doen dan rustig aan doen en binnen zitten. Een siësta heb je hier dus keihard nodig. Verbazingwekkend is dan weer dat de mensen hier allemaal in een lange dikke spijkerbroek lopen. Hoe dan?! Wij gaan al kapot als we schoenen moeten dragen...
Wat wél heel leuk is aan León, naast dat het meer ontwikkeld is dan Guatemaleekse steden, is dat hier een heel leuk sfeertje hangt. De stad is een mix van koloniale gebouwen/huizen, afgebladderde kerken en één spierwitte kathedraal die boven de stad uit knalt. En tussen die mooi gekleurde revolutionaire gebouwen vind je supermoderne banken, superdeluxe supermarkten en een bioscoop met de nieuwste films van nu. En in eenzelfde straat kun je een moderne auto zien rijden, maar ook een werkpaard die een wagen vol met meloenen trekt. Je hebt het gevoel alsof de stad ergens in de tijd is blijven hangen. Maar dan wel met moderne voorzieningen zoals wij dat thuis ook hebben. En we praten trouwens wel over het begrip 'stad', maar in Nederland zou je dit soort steden kunnen vergelijken met een groot dorp. Ik denk zelf dat León nog geen 5 km breed is. Veel kleiner dan Nederlandse steden dus!
De mensen lopen hier ook allemaal op hun dooie gemakkie (geef ze eens ongelijk met deze temperatuur), verkopen de gekste soorten fruit op straat of lopen romantisch hand in hand door de stad. Als je door de straatjes loopt van kerk naar kerk zie je overal koppeltjes die met elkaar zitten te kroelen in een hoekje. En niet te vergeten de muziekboxen die op straat op het maximale volume staan om meer klanten te trekken. En dat is dan geen rustgevende lift-muziek, maar eerder Enrique Inglesias met z'n Bailando (kan dat nummer niet meer horen). Blijkbaar de normaalste zaak van de wereld hier...

Deze bovenstaande redenen hebben ertoe geleid dat we zo gek zijn om, in deze hete maar oh-zo-leuke stad, een taalcursus te gaan volgen om ons steenkolen Spaans eens flink op te lappen. Als je het ergens wilt leren, is het hier wel! We hebben wat verschillende opties bekeken, en uiteindelijk een leuke taalschool gevonden. Je kon daarbij ook kiezen om bij een Nicaraguaanse familie te verblijven, en na even de goedkoopste optie uitgerekend te hebben, hebben we dat meteen gedaan. Naast het feit dat het veel goedkoper is dan in een hostel te verblijven, worden we nu ook gedwongen om Spaans te praten met de Nicaraguaanse familie. We hebben dus een week ingewoond bij een super schattig en lief oud mannetje en zijn expressieve maar lieftallige vrouw, genaamd Neddar en Maria. Samen met hun, een hond genaamd Rufo, een pratende papegaai genaamd Flor ( https://youtu.be/qXt7Seugte0 ) en nog drie andere studenten die ook Spaanse lessen volgden, leefden we in een typisch oranje Nicaraguaans huis vol met religieuze beeldjes en oude familiefoto's. Voor €100,- per persoon per week verzorgden Neddar en Maria drie maaltijden per dag, een bed, een douche en veel trotse verhalen over vroeger en Nicaragua (in het Spaans!). We hadden ook heel leuk contact met de andere studenten. Wat soms best wel fijn was om weer even Engels te praten en je op een normale manier verstaanbaar te kunnen maken, in plaats van verkeerd in elkaar gezette Spaanse zinnen uit je mond krijgen en een beetje met je handen en voeten praten...
Hoe onze dag er een beetje uit zag? We stonden iedere dag om 6.30 uur op, om aan tafel te zitten om 7.00 uur wanneer het ontbijt klaar was (leuk om te vertellen: iedere dag gaat er een stadsalarm af om klokslag 7.00 uur en 12.00 uur. Om de mensen uit hun bed te halen, en om hen te waarschuwen dat ze naar huis mogen om te lunchen. Grappig, toch?). Daarna gingen we van 8.00 tot 12.00 uur naar school (wisten we door het alarm natuurlijk) waar we één-op-één les kregen, en vervolgens gingen we naar huis lopen om met z'n allen te lunchen om 12.30 uur. Meestal pakten we dan snel een siësta en maakten we ons huiswerk. Dan gingen we rond een uurtje of 16.00 uur met z'n allen op het voorterras in de schommelstoelen schommelen en kijken naar het Nicaraguaanse leven op straat. Om 18.30 uur was het etenstijd en daarna gingen we meestal wat leuks doen met z'n allen. We zijn een avond naar de cinema geweest! Inclusief de nieuwste film The Revenant met Leonardo di Caprio, Spaanse ondertiteling, popcorn en airco. Dat is één van de weinige gebouwen met airconditioning in León. Maria, onze gastgezinmoeder, vertelde dat wanneer ze de hitte echt niet meer kon verdragen, dat ze dan gewoon een willekeurige film pakte en gewoon twee uur in de bios ging slapen. Dat zijn die €2 wel waard! Een andere avond hebben we weer iets gedronken in een bar, of gepooled, of gekeken naar het lokale straatvoetbal met een biertje in de hand. We zijn zelfs een dag uitgenodigd om te gaan kijken naar een achtertuin van een locale familie die daar hun zelfgemaakte weefmachine van hout hebben gemaakt. Het afstellen van de machine duurde twee hele dagen, en voor het weven zelf hadden ze een hele dag nodig. Heel veel interessante dingen gedaan dus! Echt een lekker latino studentenleventje!
De spaanslessen hebben ons ook echt wel geholpen afgelopen week. Ikzelf stond er van te kijken dat ik een heel gesprek kon aanknopen met m'n leraar. Waarschijnlijk praatte hij als een kind Spaans tegen mij. Maargoed, daarvoor is het je leraar... Op het eind van de week had ik een gesprek over Nicaraguaanse politiek en religie. Niet verkeerd, toch? Im had al een paar lesjes Spaans gehad op de hogeschool, dus hij heeft zich afgelopen week vooral gestort op verdere uitleg van de grammatica. Im's leraar had ons allebei tijdens een les meegenomen naar de markt in León. Dé meest lokale en niet-toeristische plek waar we het spel van koop en verkoop op een Latijns Amerikaanse manier konden aanschouwen. Volgens Christian (Imre's leraar) was het heel leerzaam om hier te komen, omdat we iets konden opsteken van de Spaanse taal in de manier waarop zij hun producten verkopen. En ja hoor, in de verte hoor je al: 'agua-agua-agua-agua' of 'papaaaaaayaaaaa, meloooooooneeeee, refressssscooo'. Je waant je tussen honderden Nicaraguaanse verkopers, ieder met hun eigen identieke stem (lees: gekrijs) om hun producten aan te kondigen. Heel indrukwekkend! Je moet er dus ook echt wel tegen kunnen, want ze schreeuwen je in de oren en ze dwingen je zowat om iets te kopen. Ik voelde me in het begin niet zo op m'n gemak. Ook aangezien je blank bent (ze noemen ons 'chele' hier, wat komt van 'leche' = melk in het Spaans), waardoor zij dat vaak associëren dat je ook meer geld hebt. Maargoed, met ons beste Spaans kunnen we meestal wel goed afdingen. We merken sowieso na die taalcursus dat we allebei meer zelfverzekerd zijn in het spreken, en we kunnen ons allebei nu wel redelijk goed in een simpel gesprek mengen. Je moet gewoon veel Spaanse woorden, uitdrukkingen en geluiden eruitgooien. Zo doen zij het nu eenmaal ook ;)
Wat wel een beetje jammer was, was dat ik van leraar heb moeten wisselen. Toen we de eerste keer naar de taalschool gingen om informatie te vragen, waren er ook twee leraren die toevallig toen net les hadden gegeven. En eentje was volgens mij een beetje verzot op mij (Anouk) geraakt. Ik had al zo'n vermoeden toen hij zich alleen aan mij voorstelde en Im compleet negeerde... Op de eerste lesdag was het wel duidelijk. Omdat de eerste ontmoeting zo ongemakkelijk was verlopen, hadden Im en ik afgesproken dat Im les bij hem ging volgen en ik bij een andere leraar. Toen we die eerste dag aankwamen, had die leraar wel andere plannen. Hij had de tafel al helemaal klaar gemaakt, en toen we binnenkwamen gaf hij mij een zoen op m'n wang (wat redelijk normale begroeting is in deze cultuur, maar niet tussen leraar-leerling) en trok me zowat naar zijn tafel. Ik was natuurlijk wel een beetje op mijn hoede, maar wilde hem ook wel een kans geven. Misschien is dat gewoon de manier van handelen hier in Nicaragua, dacht ik toen. Maar na vier uur met een geilende leraar te hebben gezeten, was ik het wel een beetje zat. De volgende dag kwam de directrice van de school naar me toe en bood vanuit zichzelf al een andere leraar aan. Zij had het gelukkig dus ook in de gaten. Ik heb vervolgens een super leuke leraar gekregen die me vanalles heeft verteld over de koloniale geschiedenis van León en zijn eigen leven in Nicaragua. Heel erg inspirerend! Die mensen zijn zo trots op wat ze allemaal bereikt hebben in zo'n korte tijd. Ik zal jullie niet lastig vallen met allerlei geschiedenisverhalen (daarvoor verwijs ik jullie door naar wikipedia), maar de laatste oorlog in Nicaragua was in 1990! 1990! Één jaar voordat Im is geboren! En als je ziet hoeveel zij voorlopen qua ontwikkeling op hun buurlanden, is dat echt imposant!
Ze vertellen je er al te graag over, en wanneer je door de stad loopt is er iedere dag ook wel een cultureel evenement te beleven. Ik zei tegen Im dat ik nog nooit zoveel festiviteiten heb gezien als in León. Hier een kort filmpje van een typische Nicaraguaans optreden: https://youtu.be/RiWb6d_F5vI . De ene dag zijn ze aan het salsadansen in de stadspark, de andere dag de traditionele El Güegüense dans en tegelijkertijd is aan de andere kant van de stad een optocht bezig waarin het verhaal van Ruben Darío (Nicaraguaanse dichter en schrijver, dé trots van het land) wordt beschreven. Je wordt als het ware opgeslokt door de cultuur van de stad!
We zijn er uiteindelijk anderhalve week blijven plakken en hebben allebei echt een hele leuke tijd gehad. Ondanks de enorme hitte, waar je uiteindelijk wel redelijk aan gewend raakt. Als we weer terug moeten reizen naar Guatemala City willen we zeker nog weer even een stop maken in León!
Na die anderhalve week in León hebben we voor 104 Cordoba per persoon (€3,40) een busje gepakt naar de stad Granada. Binnen zo'n 3 uurtjes zit je dan in een andere fascinerende kleurrijke stad!
Eerste indrukken van Granada? Zelfde koloniale bouwstijl als León, wel stuk toeristischer, nog meer barretjes, voor de eerste keer weer eens terrasjes gezien, maar toch vrediger en minder verkeer. We hadden bij aankomst (ter info: zo'n 30 graden met een backpack van 12 kg op je rug ronddwalend om 12 uur waardoor er natuurlijk geen schaduw is) al snel een hostel gevonden. We wilden wel voor een langere tijd in Granada blijven, dus hadden we ook meer tijd om een goedkopere accomodatie te vinden. We waren aan het twijfelen tussen een kamer huren via Airbnb, een gastgezin, een appartement huren of in een hostel zitten. Uiteindelijk hebben we de goedkoopste optie gevonden, en zitten we nu in hostel Mochilas. Toevallig heeft een oud-collega uit onze tijd in Barcelona in ditzelfde hostelgewerkt voor enkele maandjes! It's a small world. We hebben hier een klein zwembadje (hadden we misschien net wat meer nodig in León, maargoed), een grote keuken waar we uitgebreid kunnen koken én een stapelbed. Romantisch he? Komt ervan als je budgettraveller bent ;) Alle 20 gasten hier moeten trouwens ook allemaal poepen op ééndezelfde wc. En dat allemaal voor €16 per nacht met z'n tweeën. Niet verkeerd, toch?
Toen we in Granada aankwamen was er ook een meisje die we in León hebben leren kennen. Met haar zijn we op een zaterdagavond naar een te-foute-poolparty geweest op één van de eilanden bij het meer van Nicaragua. Moesten we met een klein bootje in het midden van de nacht op een woest meer gaan varen (er waren deze keer wel reddingsvesten). Waar trouwens haaien in zwemmen. Klein detail. Maakt niets uit, want op de terugweg merkten we niet eens dat we op het water zaten. De dagen daarna hebben we vooral rustig aan gedaan, omdat we moesten bijkomen van ons 'ruig studentenleven' de week daarvoor. We hadden ons dan ook voorgenomen om deze week vooral zelfstudie te gaan doen.
Ik zal je vertellen dat zowel Im als ik ons boek nog niet open hebben gehad. Guilty! We hebben ons vooral mee laten slepen door de ambiance van de stad deze week. We hebben een fantastische kerkentour gedaan. Je hebt hier in Granada de meest fascinerende gekleurde en afgebladderde kerken met ieder een eigen unieke geschiedenis. Daarnaast kan je je ook laten verleiden door de lokale markt hier. Iets anders dan de markt in León, want hier vragen ze alleen waarnaar je op zoek bent in plaats van je te dwingen om iets te kopen. Iets minder ongemakkelijk dus. Ze schreeuwen je hier ook gewoon de oren van je kop met ieder hun eigen identieke stem, hoor. Maar na verloop van tijd ga je er wel de humor van inzien. We hebben hier bijna dagelijks onze boodschappen gehaald. Ik had van die zakjes gezien waar ze een soort van thuisgemaakte gele vloeibare curry in hadden, dus na even na te vragen bleek het dat ook te zijn. Dus voor 5 Cordoba (€0,16) hebben we het risico maar genomen. En tot onze grote verbazing hadden we die zelfde avond een fantastische curry gemaakt met fluorgele currysaus (geen idee wat er dus inzat), verse tomaatjes, paprika, mango, kip en rijst. Voor nog geen paar euro avondgegeten en ook nog eens super lekker! Zo'n chemische experimenten in de keuken hebben we dus eigenlijk de hele week gedaan. Zo kun je ook naar het centrale park hier lopen waar ze Vigorón verkopen voor €2,-. Soort van groente-aardappelstampot, met een soort van Japanse borrelmix koekjes met koolsalade erbovenop, geserveerd in een bananenblad (ik lieg niet, dit is het beste hoe ik het kan beschrijven). Zo leven wij hier van zo'n €15,- per dag!
Zelfs de tourtjes en sightseeing die we hier doen zijn goedkoop! Oke, je kan natuurlijk iedere vulkaan gaan oprennen die je tegenkomt, of overal gaan snorkelen waar je een tropische vis ziet zwemmen, maar die activiteiten kosten al snel een paar tientjes. We proberen hier iets meer naar de goedkopere (en vaak leukere) opties te zoeken. Zo zijn we een dag naar een authentieke Nicaraguaanse sigarenmaker geweest. We kwamen binnen in een koloniaal pand met een enorme donkerbruine geoliede trap, ouderwetse schommelstoelen, goud omlijste spiegels en zilveren asbakken op een hoge poot. Net zoals in de maffiafilms met Al Pacino. En ja hoor, al snel zagen we de maffioso aan de muur hangen. Met sigaar! Achterdoor zag je hoe de sigaren werden gemaakt. Er zaten drie man, ieder achter hun eigen bureau, gedroogde tabaksbladeren te rollen en vervolgens in de mallen te leggen om ze te persen. Binnen een mum van tijd rolde hij een sigaar, knipte 'm aan beiden kanten af, gaf hem aan Im en bood een vuurtje aan. Uhm oke, gracias señor! Die sigaar was denk ik een dikke centimeter, en nadat we allebei er een paar keer van gepaft hadden (en Im rode ogen begon te krijgen), mochten we hem mee naar huis nemen. Hoefden we niet voor te betalen, alleen een kleine fooi achter te laten. Fantastisch, toch!
Een ander dagje zijn we naar het schoonste en diepste meer van Nicaragua geweest, Laguna de Apoyo. Het is een krater van een oude inactieve vulkaan gevuld met super helder water. Voor €0,30 per persoon hebben we de bus gepakt naar de ingang van het natuurreservaat en zijn vanaf daar gaan lopen naar het meer. Dit was een wandeling van zo'n twee uur waar we dan uiteindelijk verrast werden met een supermooi uitzicht van het meer. Daar hebben we even onszelf moeten blussen in het meer (wat een hitte), en zijn weer terug gaan lopen. Onderweg kwamen we één van de chickenbusses tegen en die ons terug kon brengen naar de ingang van het natuurreservaat voor €0,18 per persoon. We hebben er even over na moeten denken, maar zo gul als we zijn hebben we zijn aanbod maar geaccepteerd. Bespaarde ons heel wat zweet! En tadaaaaaa, voor nog geen €1,- heb je in Nicaragua een super actieve leuke dag gehad!

Vanaf morgen gaan we Granada dan ook weer verlaten en vertrekken we naar Isla de Ometepe, waar we allebei veel zin in hebben. We leven eigenlijk gewoon van dag tot dag en kijken wel waar we uitkomen. We hebben ongeveer een plan wat we willen zien, maar nog niets concreet. Meestal lezen we ons de dag vantevoren een beetje in waar en hoe we naar de volgende bestemming toe moeten. En als we eenmaal aangekomen laten we ons vaker meeslepen door de stad zelf of door verhalen van andere reizigers. Zo hebben we over Ometepe gehoord dat er veel vulkanen, outdooractiviteiten zijn en the best of all: stranden! Die hebben we allang niet meer gezien (grapje). Mooie combinatie dus! We zijn trouwens ook hard op zoek naar een hostel om weer een paar weken te werken, maar helaas hebben we veel afwijzingen gekregen of geen reactie. Hopelijk in de volgende blog meer resultaat!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.