Saludos desde América Central

Wow wow wow. Elke dag gebeurt hier wel iets waarover ik zou kunnen schrijven. Je zou het niet zeggen aangezien de dagelijkse werkzaamheden van hier op één hand te tellen zijn. Maar toch gebeurt hier rondom het hotel best veel de laatste dagen. Kan ook komen door de zon die zich nu vaker laat zien. Wonderbaarlijk genoeg hebben we gisteren in één dag onze onderbroeken gewassen én 's avonds droog kunnen opvouwen. Recordje!
Afgelopen week zijn we een dag meegegaan naar de school waar Pauline (de andere volunteer) les geeft. Ze had beloofd aan de kindjes dat ze spelletjes op het veld gingen spelen als de zon zou schijnen. De school ligt hier op een halfuurtje kayakken vandaan, en alle kinderen die hier langs de Rio Lampara wonen gaan daar naar school. Stel je er niet te veel bij voor. Het is een gebouw dat bestaat uit grote betonblokken en een aluminium plaat erboven. Er zijn twee lokalen met een oud krijtbord op de grond en een tiental afgebladderde schoolbankjes. De kindjes hebben nu drie maanden vakantie, omdat zij een andere kalender volgen dan ons. Niemand kan dit echt uitleggen. De een zegt om gelijk te lopen met de Westerse schoolkalender van Amerika en Europa, de ander zegt weer in verband met het regenseizoen. Dus in principe vervelen ze zich allemaal nu, want erg mobiel ben je hier als kind niet. Toen wij aankwamen bij de school, zag je links en rechts in de bosjes al wat kinderoogjes naar je staren. In hun kayaks zitten ze dan de hele dag te wachten totdat Pauline komt. Want ze heeft niet echt vaste dagen, ze komt gewoon als ze zin heeft. Toen ze zagen dat zij het was, peddelden ze allemaal als een gek richting de school. Zo enthousiast waren ze. Omdat Pauline ons mee had genomen, waren ze in het begin allemaal verlegen en bescheiden. Geloof me, voor hen zijn wij reuzen. En wit. En blond. Iedereen kijkt je hier ook aan alsof je een aliën bent. Niet alleen kinderen hoor, ook volwassenen.
We moesten de sleutel van de school ophalen bij de eigenaar, die in het huis daarnaast woont. Ik weet niet zo goed of je het een huis kon noemen. Het had in ieder geval een dak en ik schat dat er zo'n tien mensen in leefden. De vloer bestond uit leim met aan de linkerkant een zelfgefabriceerde fornuis (het was eigenlijk een binnenshuis kampvuur met zo'n vijf grote aangebrande ketels erop) en aan de andere kant een dikke flatscreen tv van minimaal twee meter doorsnee. Zo eentje wat vooraan bij de Mediamarkt staat. Verder niets. Geen tafel, geen stoelen, helemaal niks. Niet normaal. Ik sta nog elke dag versteld van dit leven langs de rivier. Deze ouderwetse maya-cultuur (de K'iche bevolking) is moeilijk te begrijpen. Iedere dag gebeurt er wel weer iets waarvan je staat te kijken. Dat huis is één van die verontwaardigde dingen. Waarom zou iemand wél een megagrote flatscreen in huis halen en geen tafels of stoelen om op te zitten? Pauline snapt het zelf ook niet, maar zij vertelde ons dat het deels te maken heeft met hun cultuur. Armoede speelt natuurlijk een grote rol, maar ze zijn voornamelijk gelukkig met wat ze hebben. Zij hebben liever een tv waar ze 's avonds met z'n allen naar FC Barcelona kunnen kijken (ja, ze zijn hier gek op FC Barcelona. Pauline geeft les aan een jongen die Leonel Messi heet...), dan dat ze geld investeren in dingen die je toch zelf kunt maken zoals stoelen, tafels of banken. Het voetbal kijken 's avonds brengt hun samen. Net zoals in ieder land. Hun leven is gewoon een stuk simpeler. Ze hebben bijvoorbeeld ook allemaal een smartphone (misschien nog wel beter dan mijn crap phone), maar geen opladers. Why? Nobody knows. Je hebt hier overal punten waar je kunt opladen. De chicas doen het hier in het hotel gedurende de dag, maar je ziet de oplaadkabeltjes ook bij een busstation liggen. Het zijn allemaal rare cultuurverschillen. Maar als je ze vraagt of ze het slecht hebben, of wat ze liever willen hebben, zeggen ze dat gelukkig zijn. Laatst werd aan het dochtertje van een van de Guatemaleekse chicas die hier werkt gevraagd wat ze wilde worden als ze groot was. En ze antwoorde dat ze graag kleren wilde gaan wassen in dit hotel. Mijn eerste gedachte was: wat zielig, dat meisje kan zooooo veel meer. Maar Pauline vertelde ons dat kleren wassen of koken in een hotel een van de beste baantjes hier in deze streek is. De jongens gaan vissen, of op fruitplantages werken, of fruit verhandelen. Je hebt hier geen kantoorbanen. Het is pure ambacht. Als iemand hier een 'modern' baantje heeft, dan moet je denken aan iemand die in een hutje langs de rivier telefoonkaarten verkoopt. Vaak zijn ze ook gewoon niet opgeleid. Gister vertelde Aska (de eigenaresse) ons nog dat 66% van de bevolking van de maya-cultuur niet kan lezen en schrijven. Hier in het hotel werkt bijvoorbeeld een houtbewerker die een nieuw houten hutje is aan het bouwen, en toen Juan (de manager) vroeg voor een overzicht van de kosten zei die man dat hij dat niet op papier kon zetten. Maar dat maakt niet zoveel uit hier, want hij doet z'n werk goed. Prima toch? Hoe simpel kan het zijn. Kunnen we in Nederland nog wel iets van leren!
Ook hebben de mensen hier qua werk ook niet veel keus door de enorme kracht van de natuur. Laatst waren wij ergens langs de rivier door de modder aan het lopen, en we zagen een vrouw lopen met een mand op haar hoofd en aan elke hand een kindje. En wij maar denken: waarom is er nu geen enkele slimmerik op het idee gekomen om hier een weg aan te leggen?! Het antwoord is simpel: the jungle will eat it. Kijk maar naar onze kleren (gelukkig kunnen jullie het niet ruiken). De natuur is hier zo heftig. Alles wat ze bouwen, moeten ze ieder vier jaar weer herbouwen, aangezien de natuur het zo aantast. Dus dan ga je niet op zoek naar de mooiste bakstenen in de meest dichtbijzijnde Gamma, maar dan gebruik je het hout dat naast je deur groeit. Goedkoop en lokaal. En dan ga je ook geen wegen aanleggen, maar koop je een boot en maak je gebruik van de rivier. Dit soort simpele voorbeelden zien we erg vaak hier. En geloof me, er zijn ook genoeg mensen hier die wel meer willen. Maar tot nu toe merk ik dat de mensen hier gelukkig zijn, en hun leven aanpassen aan de natuur. En niet de natuur aanpassen aan hun leven (zoals in Nederland). Het schijnt dat Guatemalezen de nummer drie gelukkigste mensen op de wereld zijn!
Ik geloof het graag, maar als je hun dagelijkse leven ziet is het soms gewoon moeilijk te begrijpen. Zelfs als je iedere dag in die cultuur leeft zoals wij. Laatst waren we weer naar Livingston gegaan voor een vrije dag, en het hotel regelt dan dat een local ons komt ophalen om half 8 's ochtends. Hij gaat iedere dag boodschappen doen voor de mensen rond de rivier die geen boot hebben, en verdient iets bij door andere locals die rond de rivier wonen mee te nemen naar Livingston. Dan hoeft hij geen benzine te betalen. Omdat wij bij hotelito werken, kunnen we daar dus ook gebruik van maken. Dat is zo speciaal, want je komt bij zo veel verschillende mensen thuis. Je ziet de meest armoedige vissershutjes met palen in het water waar grote gezinnen samen wonen, maar ook de meest exclusieve huizen met jetski's en jachten voor de steigers. Het verschil in armoede is hier zo groot, en ook zo duidelijk te zien. Ik heb bijna plaatsvervangende schaamte als ik als enige blanke meisje met blonde haren (ja, die heb ik hier) en mijn Decathlon-regenjasje in die boot zit. Iedere keer als we naar Livingston gaan, kijk ik mijn ogen uit tijdens die bootritjes. Één keer stopten we midden tussen de canyons van de Rio Dulce en stapte er een meisje in met een piepjong babytje in haar armen. Ik maak geen grapjes, maar ik schatte dat meisje nog geen 15 jaar. Eerst dacht ik dat het misschien een baby van iemand anders was, maar toen ze borstvoeding ging geven was het wel duidelijk. Heel bizar. Het blijkt dus dat dit de normaalste zaak van de wereld is in deze cultuur. Er werkt hier in het hotel een meisje, Zulma, dat 21 jaar oud is, en geen man of kinderen heeft. Dat is heel uitzonderlijk voor de K'iche' bevolking. Iedereen vraagt ook aan ons: waar zijn jouw kinderen? En jouw vader en moeder?
Laatst waren we ook allemaal uitgenodigd op een K'iche' bruiloft. Ter informatie: hier in deze cultuur kan men iedereen uitnodigen op een bruiloft. Zelfs als je de bruid en bruidegom niet kent. Zo zie je maar, zelfs wij werden uitgenodigd. En dan vraag je: wie is de bruid en de bruidegom? Antwoorden ze: Geen idee, wij kennen ze zelf ook niet. Bizar toch? Imre en ik zijn zelf niet geweest, maar Pauline wel, en zij vertelde ons dat uiteindelijk bleek dat de bruid en de bruidegom nog geen 19 jaar waren. Ze had foto's gemaakt en liet me die daarna zien. Het eerste wat ik tegen haar zei: het lijken net twee kindjes die op het altaar staan. En ze zei dat ze het ook zo had ervaren. Voor ons is dat niet voor te stellen in Europa. Heel bizar.
Het zijn een aantal voorbeelden waar we elke dag versteld van staan. De chicas in de keuken zijn zelf enorm bescheiden en verlegen. Dus om hen soms dingen te vragen over hun cultuur is erg moeilijk, want voor hen is dat heel gewoon. Daarnaast helpen onze Spaanse talenknobbels ons ook niet echt mee... Deze cultuur blijft je elke dag verbazen.
Om even terug te komen op die dag toen we naar dat lokale schooltje gingen: Op een heuveltje lag dan dat schooltje, met daarachter een klein kerkje, en dáárachter lag een groot open veld met twee zelfgefabriceerde goaltjes van dunne takjes. De kindjes waren mij al helemaal aan het uitlachen, omdat ik de modder tot aan m'n knieen had zitten. Er waren zo'n vijftien kindjes, waarvan de jongste 3 jaar was en de oudste schatte ik zo'n 15 jaar. Snel hadden we al twee teams gemaakt, waarvan Imre en ik de aanvoerders waren. Twee meisjes stonden eerst naast mij, en toen Pauline zei dat ze beter met z'n tweetjes bij Imre konden staan, begonnen ze te giechelen en liepen ze verlegen naar Imre toe. Que guapo! Toen het spel begonnen was, liep mijn team al gauw voor op Imre's team. Maar dat komt vooral omdat ik Leonel Messi in m'n team had. En natuurlijk ook door mij. Eerlijk gezegd had ik het na een halfuur rennen in de snikhete zon wel gezien, en ben ik gaan wisselen met mijn compañero die in de goal stond. Beste voetbalpositie ever. Ondertussen voetbalden die kleine Guatemaleekse donderstenen op hun blote poten gewoon door. Maakt niet uit dat het 30 °C, en dat er allemaal takken uit de grond omhoog steken, winnen zullen ze. Die koters weten niet van stoppen. Imre zijn slipper was in de tussentijd al minstens 25 keer uitgevallen, dus die had inmiddels ook al gewisseld met zijn keeper. Er deed ook een meisje mee van een jaar of 15 in haar traditionele Guatemaleekse rok. Fantastisch! Geloof me, die dingen zijn zwaar. Je kunt het een beetje vergelijken met drie lagen gordijnen. En dan voetballend! Ik had het al zwaar in mijn hotpants... Toch wist mijn team de 5 - 0 te behalen tegenover Imre's team. Maakt niet uit dat je de taal niet kent. Voetbal is universeel!
Het was echt een hele mooie ervaring. Heb flink staan te genieten op dat veld hoe we samen dat spelletje zaten te spelen met die kids. Pauline zei op het laatst dat we hun dag helemaal goed hebben gemaakt. Ze hadden nog nooit met blanke mensen gevoetbalt. Een meisje fluisterde zelfs tegen haar vriendinnetje: "Que tiene una nariz grande!" Oftewel: "wat heeft zij voor een grote neus!" Thanks pap, die heb ik van jou. Maar ik blijf mezelf wijsmaken dat ze het gewoon niet gewend zijn om zo'n lange witte spitse neus te zien ;)
Helaas is Pauline gisteren vertrokken, maar af en toe komen de dochtertjes en zusjes van de chicas in het hotel nog langs om spelletjes te spelen. Is ook meteen een lesje Spaans voor mij als we spelletjes spelen of samen gaan tekenen!
Voor het afscheid van Pauline (en ook voor Juan, want hij vertrekt volgende week) wilden ze allebei graag nog eens op stap gaan in Livingston. Daarom had Juan de vaste chauffeur van het hotel, Perico (wat 'parkiet' betekent), gebeld om ons te brengen en te halen met zijn boot. Het was voor de eerste keer dat we 's avonds door de canyons vaarden, en het was echt magisch! Het was super donker, en je zag een paar heldere sterren aan de hemel en langs de kant zag je de mist in de jungle hangen. Ik vroeg nog even hoe het precies zat met de veiligheidsinstructies, aangezien ik nergens een lampje zag branden op die boot. Maar volgens Perico is een zaklamp voldoende. Is goed, amigo. Eenmaal aangekomen in Livingston bleek dat er een lokaal feest was, het Garifuna-feest. In Livingston (en voornamelijk Belize) wonen veel Afrikanen die vroeger als slaven hier naartoe werden gehaald, en die mensen noemen zichzelf de Garifuna bevolking. Dus ter ere van de Garifuna cultuur hadden ze op het lokale overdekte voetbalveldje een podium neergezet, met tientallen slecht werkende boxen en twee grote schermen waar ze spaanstalige MTV-videoclips afspeelden uit de jaren 90. 's Avonds trad er een Garifuna band op met twee Garifuna chicas die waarschijnlijk nu nog steeds spierpijn in hun kont hebben van het twerken. Jeetje, wat konden die dansen! Op een gegeven moment vroegen ze zelfs mensen het podium op voor een twerk-competition. Nou, ik kreeg al pijn van het kijken naar die show. En niet alleen vrouwen, maar ook mannen deden mee. Ik heb nog veel te leren hier... Ondertussen kwam weer een enorme tropische regenbui over Livingston heen, en precies op dát moment hadden wij afgesproken om de boot terug te nemen met Perico. Dus snel nog even whiskey halen voor Imre in een nachtwinkeltje, zodat hij weer een week in het hotel kan overleven. Dat ritje terug ging verrassend goed aangezien we niet meer de nuchterste waren. Geloof me, een steiger oplopen en een bootje instappen is héél wat anders dan dronken naar huis fietsen. Behalve Imre die probeerde te doen alsof hij was aan het zwemmen op het droge, was er gelukkig niemand in het water gevallen.
De dag erna werden we 's ochtends (Imre om 9.00 uur, ik om 12.00 uur) wakker en was ik voor de eerste keer blij dat we met z'n vieren in de buitenlucht slapen. Want als we in een gesloten kamer met ramen hadden geslapen, kwam er waarschijnlijk zo'n stinklucht uit die kamer. Daar hadden we dus gelukkig geen last van. Waar we wel last van hadden was een oerkreet van een beest op het terrein, die 's morgens even wilde laten weten dat hij daar was. Het leek net een koe die aan het klaarkomen was. Sorry, ik kan het niet beter beschrijven. In de middag hadden we dus ontdekt wat het was. Imre en ik waren op onze kamer naar buiten aan het kijken, en opeens zagen we enorme takken op en neer bewegen. Onze eerste gedachte was dat er weer een leguaan uit een boom was gevallen, want die beesten kunnen nooit goed hun evenwicht bewaren. Keken we nog eens goed, en zagen we daar een aap gaan! Zo bizar! En zo groot! Hij was in z'n eentje en slungelde van de ene kant van het pad naar de andere kant van het pad. Echt fantastisch! De dag erna kwam Pauline terug van de school en zag ze bij de steiger van hotelito weer een aap. Imre is er snel naartoe gegaan, en vertelde me dat hij op 5m afstand van die aap zat. Echt fantastisch! En gister hebben we ook echt een bizar beest gezien. Er liep een enorme vogelspin over de bar! Het was weer even een tijd geleden dat ik geschrokken was van een beest, maar dat beest kwam me toch wel erg dichtbij. Hoe snel je went aan de natuur hier! Thuis ging ik al een week bivaceren naar pap en mam, omdat er een muis in mijn kamer zat haha.
Onze tijd hier gaat best snel. We gaan alweer over twee weken weg. En nu ik erbij nadenk: we zijn al één maand weg nu. Gaat snel! We hadden eigenlijk gepland om naar The Bay Islands te gaan, maar omdat we zo dichtbij Belize zitten zijn we ook aan het denken om kerst en nieuwjaar aan de stranden van Belize te vieren. Wel een stuk duurder, maar dan kunnen we weer terug naar Guatemala om Tikal (de grote mayatempels) te gaan bezichtigen. En vervolgens te zakken naar Nicaragua. We weten het eigenlijk nog niet zo goed. We hebben nog twee weken om te plannen, en iedere avond zitten er weer andere gasten aan tafel die hun ervaringen met ons delen. En daar kunnen we onze reis een beetje op aanpassen. We houden jullie op de hoogte!

grootjans_2

15 chapters

Time flies

December 03, 2015

|

Rio Dulce, Guatemala

Wow wow wow. Elke dag gebeurt hier wel iets waarover ik zou kunnen schrijven. Je zou het niet zeggen aangezien de dagelijkse werkzaamheden van hier op één hand te tellen zijn. Maar toch gebeurt hier rondom het hotel best veel de laatste dagen. Kan ook komen door de zon die zich nu vaker laat zien. Wonderbaarlijk genoeg hebben we gisteren in één dag onze onderbroeken gewassen én 's avonds droog kunnen opvouwen. Recordje!
Afgelopen week zijn we een dag meegegaan naar de school waar Pauline (de andere volunteer) les geeft. Ze had beloofd aan de kindjes dat ze spelletjes op het veld gingen spelen als de zon zou schijnen. De school ligt hier op een halfuurtje kayakken vandaan, en alle kinderen die hier langs de Rio Lampara wonen gaan daar naar school. Stel je er niet te veel bij voor. Het is een gebouw dat bestaat uit grote betonblokken en een aluminium plaat erboven. Er zijn twee lokalen met een oud krijtbord op de grond en een tiental afgebladderde schoolbankjes. De kindjes hebben nu drie maanden vakantie, omdat zij een andere kalender volgen dan ons. Niemand kan dit echt uitleggen. De een zegt om gelijk te lopen met de Westerse schoolkalender van Amerika en Europa, de ander zegt weer in verband met het regenseizoen. Dus in principe vervelen ze zich allemaal nu, want erg mobiel ben je hier als kind niet. Toen wij aankwamen bij de school, zag je links en rechts in de bosjes al wat kinderoogjes naar je staren. In hun kayaks zitten ze dan de hele dag te wachten totdat Pauline komt. Want ze heeft niet echt vaste dagen, ze komt gewoon als ze zin heeft. Toen ze zagen dat zij het was, peddelden ze allemaal als een gek richting de school. Zo enthousiast waren ze. Omdat Pauline ons mee had genomen, waren ze in het begin allemaal verlegen en bescheiden. Geloof me, voor hen zijn wij reuzen. En wit. En blond. Iedereen kijkt je hier ook aan alsof je een aliën bent. Niet alleen kinderen hoor, ook volwassenen.
We moesten de sleutel van de school ophalen bij de eigenaar, die in het huis daarnaast woont. Ik weet niet zo goed of je het een huis kon noemen. Het had in ieder geval een dak en ik schat dat er zo'n tien mensen in leefden. De vloer bestond uit leim met aan de linkerkant een zelfgefabriceerde fornuis (het was eigenlijk een binnenshuis kampvuur met zo'n vijf grote aangebrande ketels erop) en aan de andere kant een dikke flatscreen tv van minimaal twee meter doorsnee. Zo eentje wat vooraan bij de Mediamarkt staat. Verder niets. Geen tafel, geen stoelen, helemaal niks. Niet normaal. Ik sta nog elke dag versteld van dit leven langs de rivier. Deze ouderwetse maya-cultuur (de K'iche bevolking) is moeilijk te begrijpen. Iedere dag gebeurt er wel weer iets waarvan je staat te kijken. Dat huis is één van die verontwaardigde dingen. Waarom zou iemand wél een megagrote flatscreen in huis halen en geen tafels of stoelen om op te zitten? Pauline snapt het zelf ook niet, maar zij vertelde ons dat het deels te maken heeft met hun cultuur. Armoede speelt natuurlijk een grote rol, maar ze zijn voornamelijk gelukkig met wat ze hebben. Zij hebben liever een tv waar ze 's avonds met z'n allen naar FC Barcelona kunnen kijken (ja, ze zijn hier gek op FC Barcelona. Pauline geeft les aan een jongen die Leonel Messi heet...), dan dat ze geld investeren in dingen die je toch zelf kunt maken zoals stoelen, tafels of banken. Het voetbal kijken 's avonds brengt hun samen. Net zoals in ieder land. Hun leven is gewoon een stuk simpeler. Ze hebben bijvoorbeeld ook allemaal een smartphone (misschien nog wel beter dan mijn crap phone), maar geen opladers. Why? Nobody knows. Je hebt hier overal punten waar je kunt opladen. De chicas doen het hier in het hotel gedurende de dag, maar je ziet de oplaadkabeltjes ook bij een busstation liggen. Het zijn allemaal rare cultuurverschillen. Maar als je ze vraagt of ze het slecht hebben, of wat ze liever willen hebben, zeggen ze dat gelukkig zijn. Laatst werd aan het dochtertje van een van de Guatemaleekse chicas die hier werkt gevraagd wat ze wilde worden als ze groot was. En ze antwoorde dat ze graag kleren wilde gaan wassen in dit hotel. Mijn eerste gedachte was: wat zielig, dat meisje kan zooooo veel meer. Maar Pauline vertelde ons dat kleren wassen of koken in een hotel een van de beste baantjes hier in deze streek is. De jongens gaan vissen, of op fruitplantages werken, of fruit verhandelen. Je hebt hier geen kantoorbanen. Het is pure ambacht. Als iemand hier een 'modern' baantje heeft, dan moet je denken aan iemand die in een hutje langs de rivier telefoonkaarten verkoopt. Vaak zijn ze ook gewoon niet opgeleid. Gister vertelde Aska (de eigenaresse) ons nog dat 66% van de bevolking van de maya-cultuur niet kan lezen en schrijven. Hier in het hotel werkt bijvoorbeeld een houtbewerker die een nieuw houten hutje is aan het bouwen, en toen Juan (de manager) vroeg voor een overzicht van de kosten zei die man dat hij dat niet op papier kon zetten. Maar dat maakt niet zoveel uit hier, want hij doet z'n werk goed. Prima toch? Hoe simpel kan het zijn. Kunnen we in Nederland nog wel iets van leren!
Ook hebben de mensen hier qua werk ook niet veel keus door de enorme kracht van de natuur. Laatst waren wij ergens langs de rivier door de modder aan het lopen, en we zagen een vrouw lopen met een mand op haar hoofd en aan elke hand een kindje. En wij maar denken: waarom is er nu geen enkele slimmerik op het idee gekomen om hier een weg aan te leggen?! Het antwoord is simpel: the jungle will eat it. Kijk maar naar onze kleren (gelukkig kunnen jullie het niet ruiken). De natuur is hier zo heftig. Alles wat ze bouwen, moeten ze ieder vier jaar weer herbouwen, aangezien de natuur het zo aantast. Dus dan ga je niet op zoek naar de mooiste bakstenen in de meest dichtbijzijnde Gamma, maar dan gebruik je het hout dat naast je deur groeit. Goedkoop en lokaal. En dan ga je ook geen wegen aanleggen, maar koop je een boot en maak je gebruik van de rivier. Dit soort simpele voorbeelden zien we erg vaak hier. En geloof me, er zijn ook genoeg mensen hier die wel meer willen. Maar tot nu toe merk ik dat de mensen hier gelukkig zijn, en hun leven aanpassen aan de natuur. En niet de natuur aanpassen aan hun leven (zoals in Nederland). Het schijnt dat Guatemalezen de nummer drie gelukkigste mensen op de wereld zijn!
Ik geloof het graag, maar als je hun dagelijkse leven ziet is het soms gewoon moeilijk te begrijpen. Zelfs als je iedere dag in die cultuur leeft zoals wij. Laatst waren we weer naar Livingston gegaan voor een vrije dag, en het hotel regelt dan dat een local ons komt ophalen om half 8 's ochtends. Hij gaat iedere dag boodschappen doen voor de mensen rond de rivier die geen boot hebben, en verdient iets bij door andere locals die rond de rivier wonen mee te nemen naar Livingston. Dan hoeft hij geen benzine te betalen. Omdat wij bij hotelito werken, kunnen we daar dus ook gebruik van maken. Dat is zo speciaal, want je komt bij zo veel verschillende mensen thuis. Je ziet de meest armoedige vissershutjes met palen in het water waar grote gezinnen samen wonen, maar ook de meest exclusieve huizen met jetski's en jachten voor de steigers. Het verschil in armoede is hier zo groot, en ook zo duidelijk te zien. Ik heb bijna plaatsvervangende schaamte als ik als enige blanke meisje met blonde haren (ja, die heb ik hier) en mijn Decathlon-regenjasje in die boot zit. Iedere keer als we naar Livingston gaan, kijk ik mijn ogen uit tijdens die bootritjes. Één keer stopten we midden tussen de canyons van de Rio Dulce en stapte er een meisje in met een piepjong babytje in haar armen. Ik maak geen grapjes, maar ik schatte dat meisje nog geen 15 jaar. Eerst dacht ik dat het misschien een baby van iemand anders was, maar toen ze borstvoeding ging geven was het wel duidelijk. Heel bizar. Het blijkt dus dat dit de normaalste zaak van de wereld is in deze cultuur. Er werkt hier in het hotel een meisje, Zulma, dat 21 jaar oud is, en geen man of kinderen heeft. Dat is heel uitzonderlijk voor de K'iche' bevolking. Iedereen vraagt ook aan ons: waar zijn jouw kinderen? En jouw vader en moeder?
Laatst waren we ook allemaal uitgenodigd op een K'iche' bruiloft. Ter informatie: hier in deze cultuur kan men iedereen uitnodigen op een bruiloft. Zelfs als je de bruid en bruidegom niet kent. Zo zie je maar, zelfs wij werden uitgenodigd. En dan vraag je: wie is de bruid en de bruidegom? Antwoorden ze: Geen idee, wij kennen ze zelf ook niet. Bizar toch? Imre en ik zijn zelf niet geweest, maar Pauline wel, en zij vertelde ons dat uiteindelijk bleek dat de bruid en de bruidegom nog geen 19 jaar waren. Ze had foto's gemaakt en liet me die daarna zien. Het eerste wat ik tegen haar zei: het lijken net twee kindjes die op het altaar staan. En ze zei dat ze het ook zo had ervaren. Voor ons is dat niet voor te stellen in Europa. Heel bizar.
Het zijn een aantal voorbeelden waar we elke dag versteld van staan. De chicas in de keuken zijn zelf enorm bescheiden en verlegen. Dus om hen soms dingen te vragen over hun cultuur is erg moeilijk, want voor hen is dat heel gewoon. Daarnaast helpen onze Spaanse talenknobbels ons ook niet echt mee... Deze cultuur blijft je elke dag verbazen.
Om even terug te komen op die dag toen we naar dat lokale schooltje gingen: Op een heuveltje lag dan dat schooltje, met daarachter een klein kerkje, en dáárachter lag een groot open veld met twee zelfgefabriceerde goaltjes van dunne takjes. De kindjes waren mij al helemaal aan het uitlachen, omdat ik de modder tot aan m'n knieen had zitten. Er waren zo'n vijftien kindjes, waarvan de jongste 3 jaar was en de oudste schatte ik zo'n 15 jaar. Snel hadden we al twee teams gemaakt, waarvan Imre en ik de aanvoerders waren. Twee meisjes stonden eerst naast mij, en toen Pauline zei dat ze beter met z'n tweetjes bij Imre konden staan, begonnen ze te giechelen en liepen ze verlegen naar Imre toe. Que guapo! Toen het spel begonnen was, liep mijn team al gauw voor op Imre's team. Maar dat komt vooral omdat ik Leonel Messi in m'n team had. En natuurlijk ook door mij. Eerlijk gezegd had ik het na een halfuur rennen in de snikhete zon wel gezien, en ben ik gaan wisselen met mijn compañero die in de goal stond. Beste voetbalpositie ever. Ondertussen voetbalden die kleine Guatemaleekse donderstenen op hun blote poten gewoon door. Maakt niet uit dat het 30 °C, en dat er allemaal takken uit de grond omhoog steken, winnen zullen ze. Die koters weten niet van stoppen. Imre zijn slipper was in de tussentijd al minstens 25 keer uitgevallen, dus die had inmiddels ook al gewisseld met zijn keeper. Er deed ook een meisje mee van een jaar of 15 in haar traditionele Guatemaleekse rok. Fantastisch! Geloof me, die dingen zijn zwaar. Je kunt het een beetje vergelijken met drie lagen gordijnen. En dan voetballend! Ik had het al zwaar in mijn hotpants... Toch wist mijn team de 5 - 0 te behalen tegenover Imre's team. Maakt niet uit dat je de taal niet kent. Voetbal is universeel!
Het was echt een hele mooie ervaring. Heb flink staan te genieten op dat veld hoe we samen dat spelletje zaten te spelen met die kids. Pauline zei op het laatst dat we hun dag helemaal goed hebben gemaakt. Ze hadden nog nooit met blanke mensen gevoetbalt. Een meisje fluisterde zelfs tegen haar vriendinnetje: "Que tiene una nariz grande!" Oftewel: "wat heeft zij voor een grote neus!" Thanks pap, die heb ik van jou. Maar ik blijf mezelf wijsmaken dat ze het gewoon niet gewend zijn om zo'n lange witte spitse neus te zien ;)
Helaas is Pauline gisteren vertrokken, maar af en toe komen de dochtertjes en zusjes van de chicas in het hotel nog langs om spelletjes te spelen. Is ook meteen een lesje Spaans voor mij als we spelletjes spelen of samen gaan tekenen!
Voor het afscheid van Pauline (en ook voor Juan, want hij vertrekt volgende week) wilden ze allebei graag nog eens op stap gaan in Livingston. Daarom had Juan de vaste chauffeur van het hotel, Perico (wat 'parkiet' betekent), gebeld om ons te brengen en te halen met zijn boot. Het was voor de eerste keer dat we 's avonds door de canyons vaarden, en het was echt magisch! Het was super donker, en je zag een paar heldere sterren aan de hemel en langs de kant zag je de mist in de jungle hangen. Ik vroeg nog even hoe het precies zat met de veiligheidsinstructies, aangezien ik nergens een lampje zag branden op die boot. Maar volgens Perico is een zaklamp voldoende. Is goed, amigo. Eenmaal aangekomen in Livingston bleek dat er een lokaal feest was, het Garifuna-feest. In Livingston (en voornamelijk Belize) wonen veel Afrikanen die vroeger als slaven hier naartoe werden gehaald, en die mensen noemen zichzelf de Garifuna bevolking. Dus ter ere van de Garifuna cultuur hadden ze op het lokale overdekte voetbalveldje een podium neergezet, met tientallen slecht werkende boxen en twee grote schermen waar ze spaanstalige MTV-videoclips afspeelden uit de jaren 90. 's Avonds trad er een Garifuna band op met twee Garifuna chicas die waarschijnlijk nu nog steeds spierpijn in hun kont hebben van het twerken. Jeetje, wat konden die dansen! Op een gegeven moment vroegen ze zelfs mensen het podium op voor een twerk-competition. Nou, ik kreeg al pijn van het kijken naar die show. En niet alleen vrouwen, maar ook mannen deden mee. Ik heb nog veel te leren hier... Ondertussen kwam weer een enorme tropische regenbui over Livingston heen, en precies op dát moment hadden wij afgesproken om de boot terug te nemen met Perico. Dus snel nog even whiskey halen voor Imre in een nachtwinkeltje, zodat hij weer een week in het hotel kan overleven. Dat ritje terug ging verrassend goed aangezien we niet meer de nuchterste waren. Geloof me, een steiger oplopen en een bootje instappen is héél wat anders dan dronken naar huis fietsen. Behalve Imre die probeerde te doen alsof hij was aan het zwemmen op het droge, was er gelukkig niemand in het water gevallen.
De dag erna werden we 's ochtends (Imre om 9.00 uur, ik om 12.00 uur) wakker en was ik voor de eerste keer blij dat we met z'n vieren in de buitenlucht slapen. Want als we in een gesloten kamer met ramen hadden geslapen, kwam er waarschijnlijk zo'n stinklucht uit die kamer. Daar hadden we dus gelukkig geen last van. Waar we wel last van hadden was een oerkreet van een beest op het terrein, die 's morgens even wilde laten weten dat hij daar was. Het leek net een koe die aan het klaarkomen was. Sorry, ik kan het niet beter beschrijven. In de middag hadden we dus ontdekt wat het was. Imre en ik waren op onze kamer naar buiten aan het kijken, en opeens zagen we enorme takken op en neer bewegen. Onze eerste gedachte was dat er weer een leguaan uit een boom was gevallen, want die beesten kunnen nooit goed hun evenwicht bewaren. Keken we nog eens goed, en zagen we daar een aap gaan! Zo bizar! En zo groot! Hij was in z'n eentje en slungelde van de ene kant van het pad naar de andere kant van het pad. Echt fantastisch! De dag erna kwam Pauline terug van de school en zag ze bij de steiger van hotelito weer een aap. Imre is er snel naartoe gegaan, en vertelde me dat hij op 5m afstand van die aap zat. Echt fantastisch! En gister hebben we ook echt een bizar beest gezien. Er liep een enorme vogelspin over de bar! Het was weer even een tijd geleden dat ik geschrokken was van een beest, maar dat beest kwam me toch wel erg dichtbij. Hoe snel je went aan de natuur hier! Thuis ging ik al een week bivaceren naar pap en mam, omdat er een muis in mijn kamer zat haha.
Onze tijd hier gaat best snel. We gaan alweer over twee weken weg. En nu ik erbij nadenk: we zijn al één maand weg nu. Gaat snel! We hadden eigenlijk gepland om naar The Bay Islands te gaan, maar omdat we zo dichtbij Belize zitten zijn we ook aan het denken om kerst en nieuwjaar aan de stranden van Belize te vieren. Wel een stuk duurder, maar dan kunnen we weer terug naar Guatemala om Tikal (de grote mayatempels) te gaan bezichtigen. En vervolgens te zakken naar Nicaragua. We weten het eigenlijk nog niet zo goed. We hebben nog twee weken om te plannen, en iedere avond zitten er weer andere gasten aan tafel die hun ervaringen met ons delen. En daar kunnen we onze reis een beetje op aanpassen. We houden jullie op de hoogte!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.