Saludos desde América Central

Na het vele reizen van de afgelopen twee weken, hebben we besloten om een aantal dagen te detoxen van internet en te genieten van de natuur op het eiland Ometepe door een 4-daagse hike te maken rondom de vulkaan Maderas, de kleinste vulkaan van de twee. Ometepe staat bekend om haar ongerepte natuur en levendige dierenwereld, en de meeste toeristen gaan dit verkennen per scooter, moter of pick-up truck. Nu weten wij van onszelf dat dit ongetwijfeld fout gaat bij ons, dus hebben wij besloten om lekker ouderwets te gaan lopen. We kunnen dan hoogstens zelf een schrammetje oplopen. Daar zit gelukkig een kleinere borgsom op ;)
Er gaat maar één weg rondom de vulkaan, dus verdwalen was ook niet zo moeilijk. De weg is zo'n 40 km lang en bestaat voornamelijk uit grint en stenen, en brengt je langs alle kleine Nicaraguaanse families die langs het meer hun leven leiden en de vruchtbare bananenplantages waar ze hun geld mee verdienen.
We hebben één backpack gevuld met de allerbelangrijkste spullen, en zijn vervolgens naar het eerste beste hostel in het plaatsje Santa Domingo gelopen om te vragen of we de andere backpack konden achterlaten en de laatste nacht bij hun konden spenderen. We hadden in principe alleen kleren in de backpack, dus mocht er iets mee gebeuren waren we geen vermogen kwijt.
Van Santa Domingo liepen we naar Balgüe, van Balgüe naar San Ramon en van San Ramon weer terug naar Santa Domingo. Ik denk dat het zo'n 35 °C was met geen enkel wolkje aan de lucht. We vonden het al raar dat we de enige wandelaars waren, en dat de locals je raar aankeken als je langs kwam lopen...
Onderweg kwamen we de meest kleine typische Nicaraguaanse gekleurde afgebladderde huisjes tegen, of een hardwerkende groep mannen die met verroeste manchettes de bananentrossen uit de bomen hakten. Ook liep je geregeld tegen een groep loslopende wilde dieren op de weg. We keken niet meer op als we vergezeld werden door een groep stieren, koeien, paarden, kippen of varkens. Of dat een groepje zwerfhonden je urenlang volgen in de hoop dat ze eten krijgen. En niet te vergeten de brulapen die zoals in de apenheul boven je hangen en met takjes op je beginnen te gooien. Of mega-vlinders in alle kleuren van de regenboog, schildpadden en enorme vieze dikke padden (alhoewel die wel waren doodgereden dus weet niet of dat telt), de gekste salamandertjes en hagedissen, én het stokpaardje van het eiland, de Urraca; een witblauwe ekster met een donker gekrulde kuif en een lange witte staart. We hebben ze allemaal gezien. En niet te vergeten de stierhaaien en de kaaimannen die op het meer naar je liggen te loeren (volgens de Lonely Planet, niet gezien hoor).
Soms kwamen we op plekken waar je niet dood gevonden wil worden, maar dan zag je tussen de bomen toch een bemodderd houten hutje waar twee nieuwschierige kinderoogjes uit het raampje verschenen en ons stiekem volgden. Als we dan eenmaal langs kwamen lopen, begonnen ze altijd ondeugend te zwaaien. En wat een lol als we ook terug zwaaiden!
Wat ons blij verraste was dat we ongeveer vier kleine basisschooltjes zijn tegengekomen waar je de kindjes in hun blauwwitte uniformpjes in de klaslokalen zag zitten, of buiten op het schoolplein zag spelen. Dat is best veel voor zo'n klein eilandje!
Om onszelf in leven te houden leefden we van water, rijst, bonen en (je raadt het al) bananen. Meer was er niet te verkrijgen langs de weg. Water was nog best moeilijk aan te komen, aangezien de meeste mensen hier eerder cola in huis halen dan water (geen grapje). Je hebt hier door het hele land van die 'tiendas' (= winkels). In principe hebben de Nicaraguanen een paar vierkante meter vrijgemaakt in hun huis, een gat in de muur gemaakt en één krakkemikkige plank eronder geschroeft om etenswaar te verkopen, zodat ze iets bij kunnen verdienen. In werkelijkheid verkopen ze meestal alleen chips, nootjes, bananen, frisdrank en als je geluk hebt wat water en (kurkdroog) brood.
We hebben één nacht in een 'finca' (= boerderij) geslapen voor €4,- per persoon. Later kwamen we er pas achter waarom het zo goedkoop was... We moesten namelijk slapen in een grote oude schuur op kampbedjes die bestaan uit twee houten latjes met een plastic Gamma-achtig zeil strak ertussen in gespannen. Achteraf gezien lag het nog niet eens zo slecht! 's Morgens werd je rond een uurtje of vijf gewekt door het immense geluid van de brulapen (google maar, als je niet weet wat het is denk je dat iemand gewurgd wordt), vervolgd door een symfonie van tropische vogels. Het leek net een concert. Heel mooi, maar liever niet om vijf uur 's ochtends...
De andere twee nachten hebben we geslapen in een super schattige 'hospedaje' (= goedkoop hostel dat gerund wordt door een familie). Daar hebben we mogen genieten van een mooi uitzicht over het meer en de vulkanen, lekker en goedkoop eten (verwacht er niet te veel van, gewoon weer rijst met bonen hoor), heerlijke hangmatten, en een komisch theater van twee kleine broertjes die zich de hele dag konden vermaken met z'n tweeën zonder ook maar één keer te huilen. Ik had al bijna de adoptieformulieren ingevuld.
's Avonds konden we onze privé-steiger oplopen voor het dagelijkse gouden uurtje. Niemand behalve wij waren er.
We zijn daar twee nachten gebleven, omdat je vanuit daar naar een waterval kon lopen. Om bij de waterval te komen moest je 1,5 uur diep door de uitgedroogde jungle omhoog lopen. Het leek wel eindeloos. Het was 'maar' 3 kilometer, en bij iedere kilometer hadden ze ook wel netjes een bordje neergezet. Maar wij twijfelden een beetje aan de eerlijkheid van deze bordjes. Als je 2 kilometer hebt gelopen, stond er opeens een bordje met: 'nog maar 2 km'. Het was duidelijk dat ze hier met grotere maten meten...
We waren zelfs op zo'n punt dat we dachten dat we niet goed zaten. We waren ook nog niemand tegengekomen. Hadden wij weer. Als iemand ons iets wilde aandoen, was dát het perfecte moment. De enige die ons vergezelden waren drie zwerfhonden, de brulapen in de bomen en de felgekleurde vlinders die ons de weg wezen. Im was nog aan het hopen om een slang te zien. À la Freek Vonk ging hij op onderzoek uit, maar helaas heeft hij niks gevonden. Later was hij wel opgelucht, want als we een slang waren tegengekomen en die had ons daadwerkelijk iets aangedaan, dan hadden we het waarschijnlijk niet gered tot aan het meest dichtsbijzijnde ziekenhuis.
Na een tijdje hoorden we dan in de verte dan toch wat waterdruppels vallen, en hadden we inderdaad de waterval gevonden! Eerlijk gezegd kwam er maar een pisstraaltje uit, en je kon eerder pootje baden dan daadwerkelijk zwemmen, maar het was wel een imposante mosgroene belaagde rotswand met een vrije val van 80 meter.
Nadat we een uurtje bij de waterval gespendeerd hadden en we steeds meer andere toeristen zagen komen, gaf het ons een veilig gevoel om weer terug naar beneden te lopen. Daar kwamen we een engelsman tegen waarmee we boven bij de waterval een leuk praatje mee hadden gemaakt. Hij deed voor zijn werk aardappelen opkopen uit Goes. Hoe klein is de wereld, he? Helaas was het gevoel van veiligheid van korte duur, aangezien hij vertelde dat hij opweg naar beneden overvallen was door twee mannen met bandana's voor hun gezicht en machettes in hun handen. Wauw, shit, daar schrokken we wel even van. Als we vijf minuten eerder waren vertrokken, hadden ze óns waarschijnlijk staan op te wachten. En nog geen paar uur vantevoren waren wij helemaal alleen ergens in the middle of no where diep in de jungle. Wat waren wij toen blij dat er niks gebeurd was! Gelukkig hadden wij dan niet zo veel spullen bij ons, want telefoons, paspoorten en creditcards hadden we in het hospedaje gelaten voor het geval dat er iets zou gebeuren. Maar goed ook dus.
Er werd ons een lift aangeboden door één van de mannen die daar op het land werkten en de engelsman was aan het helpen. We schrokken er wel flink van, want we hadden best veel vertrouwen gekregen in de lokale bevolking. Afgelopen weken zijn we aangenaam verrast door lieve en zorgzame mensen, zo ook die familie van het hospedaje in San Ramón, maar je hoeft maar één kwaadaardig iemand tegen te komen en dan ben je ver van huis. Het kan in Nederland natuurlijk ook gebeuren (maar dan zonder machettes waarschijnlijk). Maar als zoiets gebeurd in het buitenland, zoals bij die waterval, ben je toch weer even nét iets meer op je hoede. We merken dat we zelf veel vertrouwen hebben in de meeste mensen hier, en door een voorval als dit wordt je er weer even aan herinnerd dat je toch altijd alert moet zijn. Toen we de dag erna het laatste stuk moesten lopen, waren we allebei wel op onze hoede als we een man met machette in de bosjes zagen zitten of als iemand onder een boom stond te wachten op een verlaten stukje weg. En dat is enerzijds ook wel goed, maar aan de andere kant moet je wel een bepaald vertrouwen blijven hebben in de mensen. Waarschijnlijk zaten ze gewoon op andere werkmannen te wachten of waren ze in de schaduw aan het schuilen voor de hitte. En die engelsman die beroofd was, heeft gewoon dikke pech gehad met twee mannen die misbruik hebben gemaakt van deze toeristische route naar de waterval.
We hebben de dag erna het laatste stukje van het het rondje rondom de vulkaan afgemaakt, en voor we het wisten waren we weer terug in Santa Domingo. Daar kwamen we aan in het hostel waar ze onze andere backpack netjes bewaard hadden en de bedden romantisch hadden opgemaakt voor valentijnsdag. Oftewel, een leeg bierflesje met nepbloemen. Wij vonden het helemaal mooi. Om jullie een beeld te geven van onze hike, hebben we een filmpje gemaakt: https://youtu.be/fEQIVFH3yZ8.

De dag erna zijn we teruggereisd naar de haven om weer een veerboot te nemen naar het platteland. We wilden weer terug naar Granada gaan, om vervolgens weer naar León te reizen om twee vriendinnen (Priya en Alex) daar weer op te zoeken. We hebben samen een paar weken geleden met hun in het gastgezin gezeten tijdens ons spaanscursus. Zij verblijven voor een langere tijd in León en hebben inmiddels een huis gevonden. Niet vervelend om daar even te verblijven!
Helaas hebben we toen de verkeerde bus gepakt, waardoor we uitgekomen zijn in Masaya in plaats van Granada. Dom, maar het maakte gelukkig niet zoveel uit vanuit welke stad we zouden doorreizen. Dat is het leuke van deze maanden reizen, we zijn best flexibel en bekijken eigenlijk per dag waar we naar toe gaan. En daardoor hebben we wel weer een nieuwe leuke stad ontdekt! We hadden een super goedkoop hospedaje gevonden met een uitbundig enthousiast vrouwtje die dacht dat we geen woord Spaans konden, dus daarom maar alles overdreven deed articuleren. We zijn daar een dagje gebleven, en zijn vervolgens verder gereisd naar ons geliefde León.
Toen we aankwamen in León moesten we weer even wennen aan de warmte, want hier is het altijd boven de 35 °C. Het warmste gebied van heel Nicaragua! We hadden het adres doorgekregen en die luidde zo: Vanaf het einde van de straat van de 'San Pedro Segundo'-kerk, een halve blok noord, twee blokken west en een half blok oost. "Uhm, mooi, maar heb je ook een straatnaam?", was onze eerste reactie. Ze doen hier dus niet aan straatnamen, en al helemaal niet aan huisnummers. Ze kiezen een referentiepunt en vanaf daar beschrijven ze hoe je bij hun huis kunt komen. En wat ook erg belangrijk is, is de kleur van het huis (nu weten we ook meteen waarom ze zoveel felle kleuren voor hun huizen gebruiken).
Zoals jullie waarschijnlijk al kunnen raden, konden wij het natuurlijk niet vinden... Dus toen we zielig en bezweet in de hitte op een drukke straat stonden, kwamen een moeder en dochter naar ons toe om te vragen waar we naartoe moesten. Wij lieten het 'adres' zien, en na een vurige discussie tussen hun twee waar het nu precies was, ging de dochter met ons mee om te zoeken. Ze legde ons uit dat ze precies wist wie hier in de buurt woonde. Wij geloofden haar voor geen meter natuurlijk, want er wonen zoveel mensen in deze stad. Maar we hadden haar uitgelegd hoe onze vrienden eruit zien, en toen vroeg ze of zij in het 'chele-huis' (blankenhuis) woonden. Daarmee bedoelde ze een huis dat wordt gehuurd door alleen maar buitenlanders, oftewel blanke mensen. Wij bevestigden dit en vervolgens ging ze lukraak bij vreemde mensen op de deur kloppen om te vragen of anderen weten waar de 'cheles' wonen. Ze heeft even bij twee buurvrouwen gevraagd, en voor we het wisten was het haar gelukt. Ze liep naar het huis wat de buurvrouwen hadden aangewezen, klopte daarop de deur en daar deed inderdaad Priya de deur open. We hadden het gevonden! Hoe dan?! Over sociale controle gesproken... De hele buurt keek inmiddels mee, en begon te applaudiseren. We hebben het meisje vriendelijk bedankt, en de hele week vrolijk gezwaaid wanneer ze van de andere kant van de straat ons begroette. Wij vonden het in ieder geval hilarisch!
We hebben een dikke week gespendeerd in het huis van Priya, en het was echt even genieten! Voor de eerste keer in twee maanden hadden we weer eens een 'thuis', met eigen bed en keuken. De hele week hebben we heerlijk kunnen koken. Ik kan er echt van genieten om naar de lokale markt te gaan, de gekste groenten en fruitsoorten te kopen, de zelfgemaakte felgekleurde curry's uit te proberen, de versgemaakte tortilla's van de vrouwtjes langs de weg te kopen en daar dan een lekkere schotel met rijst van te maken. En 's avonds aten we het met z'n allen lekker op. Overdag ging iedereen zijn eigen gang, want Priya geeft Engelse les op een lokale basisschool en Alex had ook haar eigen dingen te doen. Wij hebben ons die dagen vooral bezig gehouden om onze cv's in orde te maken en sollicitaties eruit te sturen (voor ons leven na de reis). Na twee dagen hadden wij er ook een beetje genoeg van en Priya had toen ook weekend, dus besloten we iets leuks te gaan doen met z'n allen. We hadden gehoopt terecht te kunnen bij een surfers lodge aan de kust, maar helaas waren ze volgeboekt voor die nacht, dus hadden we alvast gereserveerd voor de volgende nacht. We wilden alsnog wel iets gaan doen, dus zijn we een beetje gaan zoeken en kwamen we tot de conclusie dat we de vulkaan Telica gingen beklimmen. Één van de meest actieve vulkanen in Nicaragua die 1061 meter hoog is waar (als je gelukt hebt) lava kunt zien. In de stad hebben we rondgevraagd welke organisatie ons daarnaartoe kon brengen, en uiteindelijk hebben we een goedkope organisatie gevonden. We besloten deze keer maar een hike te doen met een gids, in plaats van op ons eigen houtje. De mensen van die organisatie zeiden ons toen dat de vulkaan eigenlijk gesloten was, omdat deze zes dagen vantevoren nog uitgebarsten was. Maar ze lieten ons zelf de keus of we het wilden doen of niet, want het was in principe wel mogelijk en ze hadden andere mensen er ook al naartoe gebracht. Na even nagedacht te hebben, hebben we besloten het risico te nemen (sorry, moeders). Wij dachten dat het waarschijnlijk niet zo gevaarlijk was dat ze hun eigen leven ook ervoor zouden wagen. Toch?
Zij zouden ons nog diezelfde middag kunnen komen ophalen. Super! Om 14.00 uur 's middags was het dan zover. De auto met vierwielaandrijving stond voor de deur en bracht ons naar de voet van de vulkaan. Daar hoorden we dat de hike drie uur duurden, en wij dachten maar één uur. Oeps! Nou ja, drie uur was ook nog te overzien. Onderweg vertelde hij ons ook dat het mogelijk was dat er grote hete vulkaanstenen uit de vulkaan gelanceerd konden worden. Hij adviseerde dat we dan moesten kijken waar ze landden, en daar dan niet gaan lopen. Hij vertelde ons vervolgens ook dat ze 2000 km/uur gingen. Ik schatte onze kansen klein in dat we die zouden kunnen ontwijken...
We begonnen onze hike door de dorre droge jungle, en gingen langzaam zigzaggend naar boven klimmen. Het was enorm heet, dus dat maakte de klim op stijle stukken wel pittig. Mijn voorraad water van twee liter had ik halverwege al weggespoeld, dus ik moest wat rustiger aan doen voor het geval er een lavasteen op me terecht zou komen. Eenmaal boven de boomgrens gekomen, werden we verrast met een fantastisch uitzicht op een rokende vulkaankrater. Freaky! We zeiden al tegen elkaar dat het net een filmset van Lord of the Rings was, en grapte dat het net leek alsof we de ring terug naar Mordor gingen brengen.
Om naar de rand van de krater te komen moest je eerst door een groot groen open weiland lopen dat helemaal volgebombadeerd was met reuzachtige stenen die uit de vulkaan zijn gespuwd. Het leek net of we op de maan waren aan het lopen. Gelukkig was de vulkaan die dag redelijk rustig, dus (om jullie gerust te stellen) wij hebben geen enkele rondvliegende rots gezien.
Toen we eenmaal aankwamen bij de rand van de krater keken we echt onze ogen uit. Wat vet!!! Stonden we daar oog in oog met een gat in de wereldbol van moedertje natuur. Je mocht ook niet voorover leunen, want de wind was heel sterk en kon je zo de krater induwen. De gids liet ons zien dat we met één voet voor en één voet achter moesten zetten, om stabiel te kunnen staan. Je kon dan net met je neus zo de kraterpijp inturen. Verder durfde je ook echt niet te gaan, want de wind was behoorlijk sterk. Om eerlijk te zijn was het echt levensgevaarlijk, maar tegelijkertijd ook magisch! De krater was echt enorm. Je zag aan de zijkanten de rook omhoog komen, en in het midden van de krater was de kraterpijp met een klein plasje lava. Alhoewel, waarschijnlijk was het ter grote van een meertje. Diepte was moeilijk in te schatten. De gids vertelde ons dat hij in lange tijd niet zoveel lava had gezien, en dat het mede kwam door de uitbarsting van een paar dagen geleden. Hij legde ons uit dat een uitbarsting een soort van explosie is, die opgewekt wordt door de energie uit de kraterpijp en de wind die rondcirkelt in de krater. Door de vele explosies verandert de hoeveelheid lava continue. Het kan dus ook zijn dat je helemaal geen lava kunt zien. Wij hadden dus dikke geluk! Ook vertelde hij dat de vulkaan sinds november veel actiever is geworden. En door de vele explosies de laatste tijd is de vulkaan sindsdien 50 meter van de hoogste top verloren. Bizar, toch?
We hadden trouwens ook verwacht dat de krater enorm zou stinken en dat het heel heet zou zijn, maar dat was het helemaal niet. Er kwam alleen af en toe een vlaag zwavelrook omhoog waar je even je adem voor moest inhouden.

Toen het langzamerhand begon te schemeren, bracht onze gids ons naar de voorzijde van de vulkaan om de zonsondergang te zien. We hadden een dure fles wijn bewaard voor een goed moment, en we hadden unaniem besloten dat dít het moment was. Ook stond er een man met zijn koelbox waar je biertjes kon kopen. Kon niet beter! Het gouden uurtje was weer magisch. Zaten we daar dan in de hoogte op vulkaanrotsen met een joekel van een rokerige vulkaan naast je. Fantastisch!
Toen het donker begon te worden vroeg hij ons of we weer omhoog naar de rand van de krater wilden klimmen om weer naar beneden te turen, en dat wilden we wel! Toen we daar weer stonden zagen we de lava super goed gloeien. Dat was het moment dat we de ring moesten terugbrengen! Haha, het leek in ieder geval verrektes veel op een Lord of the Rings set. Helaas had niemand een ring bij zich. Onze gids had daarom iets beters bedacht. Hij stelde voor om stenen in de lava te gaan gooien. Het kon hoogstens een kleine ontploffing veroorzaken, zei hij nonchalant. Voor ik het wist zag ik Im en de gids in mijn ooghoek al stenen de lucht inwerpen. Gelukkig kwamen ze allebei niet tot bij de lava.
We hebben vervolgens met onze zaklampen weer de tocht naar beneden bewandeld. Zo'n wijntje valt toch wel zwaar na drie uur een flinke inspanning te hebben gedaan. Twee van de vijf hadden ook geen licht, dus je ziet het waarschijnlijk al voor je hoe dat is verlopen... Gelukkig hadden sommige van ons alleen wat schrammetjes opgelopen, maar meer niet. We werden vervolgens netjes naar huis gereden, en daar hebben we de leuke dag afgesloten met een grote jumbo pizza. Bye bye, verloren kilo's! Willen jullie ook zien wat wij hebben gezien? Klik dan op deze link:
https://youtu.be/Z1IGm1K2BcU.

De volgende ochtend waren we allemaal een beetje stijfjes, maar besloten toch om naar de surfing lodge te gaan. Om onszelf ook eens te verwennen ;) De surfing lodge was gelegen in Las Peñitas, een halfuurtje rijden van León. Je hebt daar een lang uitgestrekt strand met verder helemaal niks behalve een hippie-achtig surfhotel met genoeg hangmatten, palmbomen, houten hutjes en loungebanken. Paradise! Normaal zouden we dit niet zo snel doen, aangezien zo'n lodges meestal erg toeristisch zijn. Er zijn vooral veel Amerikanen en Europeanen, en dat betekent dat het meestal ook meteen wat duurder is. Maar omdat we met leuke mensen waren, leek het ons toch wel leuk om te gaan. We werden dan ook aangenaam verrast met twee dagen lang surfen, beachvolleybal, een mooie zonsondergang en eindeloos wegdromen in een hangmat. En the best of all: geen wifi. Wij hadden niks te klagen!
's Avonds hadden ze een kampvuur waar je op banken gemaakt van surfplanken bij kon zitten. De anderen waren al vroeg naar bed gegaan, dus Im en ik hebben met z'n twee lekker uren in het vuur zitten turen met duizenden sterren boven ons. Onze romantische avond werd verstoord op het moment dat ze op een surfplank naast ons een flinke zoensessie begonnen, waardoor wij niet meer in staat waren om onze zinnen af te maken. We besloten daarom maar lekker in ons knus tentje te gaan liggen, waar we een open dak hadden en naar de maan en sterren konden kijken. Helaas werd deze nacht een beetje verstoord door nachtelijke activiteiten van een (waarschijnlijk hetzelfde) koppeltje in de tent naast ons. Ik zal jullie de details besparen ;)
Na een korte nacht werden we al vroeg onze tent uitgebrand, en hebben we een douche genomen in de ruige zee met een vroege ochtendzon op onze neuzen. Geen betere manier om wakker te worden! Vervolgens hebben we twee surfborden gehuurd, en zijn we weer een poging gaan wagen. Helaas ging het niet zoals gedacht. Golven waren hoog, maar niet sterk genoeg en ze kwamen met drie achter elkaar. Dus je werd minstens drie keer ondergedompeld tijdens het terugpeddelen. Ik was helemaal kapot van het waterhappen. Maar we houden vol!
We zijn aan het eind van de middag teruggegaan met de eerste beste chickenbus die naar León ging. Die dagen daarna hebben we vooral veel in het huis van Priya binnengezeten. Naast het feit dat het gewoon bloedheet was (we hadden het gevoel alsof het 45 °C was), moesten we ook wat dingen regelen. Zoals wat onze volgende bestemming zou worden, sollicitaties eruit sturen voor een volgend vrijwilligersproject en sollicitaties voor na deze reis. Met onze volgende bestemming waren we wel wat verder gekomen. We zijn weer terug richting El Tunco in El Salvador gegaan om een paar dagen te surfen. Alhoewel, dat was de bedoeling. We zouden eigenlijk maar twee dagen daar blijven, om de lange reis naar Antigua te op te breken, maar zijn er uiteindelijk vijf dagen gebleven. We hebben ons mee laten sleuren in het tranquilo surfersleventje. We hadden een héérlijk bed (met kussens!) sinds lange tijd, waar we iedere dag lekker in hebben uitgeslapen. Één van ons ging rond een uurtje of zeven a acht even eruit om achter de lokale fietsbakker aan te rennen en lekker vers brood te scoren. Na het ontbijt liepen we naar de zee om een frisse duik te nemen (fungeerde tegelijkertijd ook als douche), en daar bleven we dan een paar uurtjes in de golven spelen en kijken hoe de professionele surfers het doen. Rond lunchtijd gingen we weer terug naar het hostel om te middageten, en vervolgens de felle middagzon te vermijden in de schaduw aan het zwembad. Daar zaten we dan op onze telefoontjes nieuwe bestemmingen, hostels, vacatures en vrijwilligerswerk te zoeken. Rond een uurtje of vijf verplaatsten we ons naar de kust om tijdens een van de meest fantastische zonsondergangen te zien hoe de professionele surfers de monstergolven te lijf gaan, onder het genot van een biertje en feel good music van een surfersbar. Lichtjes aangeschoten liepen we meestal weer terug naar het hostel om daar te koken, om vervolgens weer met een biertje aan het zwembad te zitten en de dag af te sluiten met het kijken van een film op de tablet. En dat dan zo'n drie dagen achter elkaar. Slecht leven, he?
We hebben één dag een poging gedaan tot surfen. Alleen was dit helaas van korte duur. Vol goede moed gingen we met z'n twee richting het water met het surfboard onder onze armen, want het was inmiddels weer een week geleden dat we geoefend hadden. Die goede moed was er tot op het moment dat de eerste gigantische golf van twee meter op ons afkwam (na tien welgetelde seconden al), en we allebei zoiets hadden van: hoe kom ik erlangs? Ik kan jullie vertellen, dat kunnen wij dus nog niet. Resultaat? Een klap van jawelste, en beiden als een vis op het droge aangespoeld op het strand. Oke, 1-0 voor de Pacifische Oceaan. Poging twee: mislukt. Poging drie: mislukt. Poging vier: mislukt. Er was voor geen enkele meter door de branding te komen... Na vier keer onder water te zijn gezogen, mijn surfboard tegen mijn hoofd gekregen te hebben, over de kop ben geslagen, langs de stenen te zijn geschuurd en helemaal buiten adem was, heb ik me net op tijd voordat de golf me weer zou meezuigen uit het water gemaakt.
Vanaf de kant zag ik dat Im gelukkig iets verder kwam. Hij heeft tenminste wél een keer op zijn surfbord gelegen. Totdat ik naar hem schreeuwde dat hij achter zich moest kijken en de volgende gigantische golf op hem afkwam. Ook hij verloor tegen de Pacifische Oceaan...
Terwijl ik Im zag vechten tegen de golf, merkte ik dat mijn hele hand onder het bloed zat. Gelukkig waren het alleen maar snijwonden. Geen idee hoe. We hadden allebei overal snijwonden en blauwe plekken, waarvan je niet weet hoe het komt aangezien het water zo snel en sterk is. We hadden allebei het gevoel alsof we in elkaar geslagen waren. En het was nog niet eens vijf minuten verder dan dat we de zee insprongen. We gingen maar snel naar het hostel om mijn hand te verzorgen, en besloten later als de zee wat rustiger was terug te komen.
We hebben het die dag nog twee keer een kans gegeven, maar het was echt veelste heftig voor ons. Ik durfde niet meer, en als Im het toch ging proberen werd hij de grond ingeslagen. Na drie keer proberen hadden we het maar opgegeven en de surfboards teruggebracht. Jammer van die €20,-, maar beter dan een been breken. We baalden wel enorm dat het niet was gelukt.
We hebben ons vervolgens professioneel bezig gehouden met bierdrinken (waren we wél goed in!) langs de kant en toeschouwen hoe de échte surfers het doen. Zie hier hoe goed wij hierin waren: http://bit.ly/1SjtB3R.
En bijzonderwaardig was dat er toen ook niet veel professionals bezig waren. We hadden echt de slechtste dag uitgekozen om te gaan surfen, want de golven waren blijkbaar voor de echte surfers ook te hoog. Zo hoog hadden wij ze in ieder geval nog niet gezien. Wel héél erg indrukwekkend hoe die jongens op een drie meter hoge golf hun trucjes laten zien. Wij hebben in ieder geval dikke respect voor surfers gekregen!

Na onze surfmislukking zijn we nu weer terug naar Antigua in Guatemala gereisd. De plek waar het vier maanden geleden allemaal begonnen was. We hebben in Antigua weer gebruik kunnen maken van onze lange broek en dikke trui (het is hier weliswaar 18 graden), en het beste van allemaal: een warme douche! De laatste keer dat we een warme douche hadden was ook weer een paar maanden geleden...
Vanuit hier willen we graag de andere kant van Guatemala gaan verkennen, namelijk het meer van Atitlan en de omliggende bergdorpjes. We gaan daar twee nachten in een tent op een avocadoboerderij slapen. Lekker wakker worden tussen de avocado's. Mijn droom komt uit! Vervolgens willen we doorreizen naaaaaaar: Mexicoooooo!!! Jaja, we hebben besloten om naar het magische San Cristobal de las Casas te reizen en vanuit daar zien we wel. Meestal worden we toch op aanraden van andere reizigers een andere kant dan wij gepland hadden opgestuurd, dus we laten ons gewoon verrassen. En we hebben toch nog een kleine twee maanden de tijd!
Het vrijwilligerswerk wil jammer genoeg niet echt lukken. Heel vaak zoeken ze maar één persoon, en niet twee. Jammer, maar we redden het financieel gelukkig wel, dus het is niet broodnodig. Het zou gewoon nog een leuke ervaring zijn. Wat betreft het solliciteren voor na onze reis, hebben we ook nog niet beet. Dus mocht iemand thuis nog een leuke tip hebben, let us know! Of het nou Amsterdam, Utrecht, Maastricht of Barcelona is, wij staan momenteel overal voor open (alhoewel, liever geen Zegveld). Im kan tegenwoordig zelfs als haarspecialist functioneren, aangezien hij zijn elastiekje nu zelf in kan doen ;)
We blijven in ieder geval ons best doen, en houden jullie op de hoogte van onze avonturen!

grootjans_2

15 chapters

Dorre wegen en hoge golven

March 03, 2016

|

Antigua, Guatemala

Na het vele reizen van de afgelopen twee weken, hebben we besloten om een aantal dagen te detoxen van internet en te genieten van de natuur op het eiland Ometepe door een 4-daagse hike te maken rondom de vulkaan Maderas, de kleinste vulkaan van de twee. Ometepe staat bekend om haar ongerepte natuur en levendige dierenwereld, en de meeste toeristen gaan dit verkennen per scooter, moter of pick-up truck. Nu weten wij van onszelf dat dit ongetwijfeld fout gaat bij ons, dus hebben wij besloten om lekker ouderwets te gaan lopen. We kunnen dan hoogstens zelf een schrammetje oplopen. Daar zit gelukkig een kleinere borgsom op ;)
Er gaat maar één weg rondom de vulkaan, dus verdwalen was ook niet zo moeilijk. De weg is zo'n 40 km lang en bestaat voornamelijk uit grint en stenen, en brengt je langs alle kleine Nicaraguaanse families die langs het meer hun leven leiden en de vruchtbare bananenplantages waar ze hun geld mee verdienen.
We hebben één backpack gevuld met de allerbelangrijkste spullen, en zijn vervolgens naar het eerste beste hostel in het plaatsje Santa Domingo gelopen om te vragen of we de andere backpack konden achterlaten en de laatste nacht bij hun konden spenderen. We hadden in principe alleen kleren in de backpack, dus mocht er iets mee gebeuren waren we geen vermogen kwijt.
Van Santa Domingo liepen we naar Balgüe, van Balgüe naar San Ramon en van San Ramon weer terug naar Santa Domingo. Ik denk dat het zo'n 35 °C was met geen enkel wolkje aan de lucht. We vonden het al raar dat we de enige wandelaars waren, en dat de locals je raar aankeken als je langs kwam lopen...
Onderweg kwamen we de meest kleine typische Nicaraguaanse gekleurde afgebladderde huisjes tegen, of een hardwerkende groep mannen die met verroeste manchettes de bananentrossen uit de bomen hakten. Ook liep je geregeld tegen een groep loslopende wilde dieren op de weg. We keken niet meer op als we vergezeld werden door een groep stieren, koeien, paarden, kippen of varkens. Of dat een groepje zwerfhonden je urenlang volgen in de hoop dat ze eten krijgen. En niet te vergeten de brulapen die zoals in de apenheul boven je hangen en met takjes op je beginnen te gooien. Of mega-vlinders in alle kleuren van de regenboog, schildpadden en enorme vieze dikke padden (alhoewel die wel waren doodgereden dus weet niet of dat telt), de gekste salamandertjes en hagedissen, én het stokpaardje van het eiland, de Urraca; een witblauwe ekster met een donker gekrulde kuif en een lange witte staart. We hebben ze allemaal gezien. En niet te vergeten de stierhaaien en de kaaimannen die op het meer naar je liggen te loeren (volgens de Lonely Planet, niet gezien hoor).
Soms kwamen we op plekken waar je niet dood gevonden wil worden, maar dan zag je tussen de bomen toch een bemodderd houten hutje waar twee nieuwschierige kinderoogjes uit het raampje verschenen en ons stiekem volgden. Als we dan eenmaal langs kwamen lopen, begonnen ze altijd ondeugend te zwaaien. En wat een lol als we ook terug zwaaiden!
Wat ons blij verraste was dat we ongeveer vier kleine basisschooltjes zijn tegengekomen waar je de kindjes in hun blauwwitte uniformpjes in de klaslokalen zag zitten, of buiten op het schoolplein zag spelen. Dat is best veel voor zo'n klein eilandje!
Om onszelf in leven te houden leefden we van water, rijst, bonen en (je raadt het al) bananen. Meer was er niet te verkrijgen langs de weg. Water was nog best moeilijk aan te komen, aangezien de meeste mensen hier eerder cola in huis halen dan water (geen grapje). Je hebt hier door het hele land van die 'tiendas' (= winkels). In principe hebben de Nicaraguanen een paar vierkante meter vrijgemaakt in hun huis, een gat in de muur gemaakt en één krakkemikkige plank eronder geschroeft om etenswaar te verkopen, zodat ze iets bij kunnen verdienen. In werkelijkheid verkopen ze meestal alleen chips, nootjes, bananen, frisdrank en als je geluk hebt wat water en (kurkdroog) brood.
We hebben één nacht in een 'finca' (= boerderij) geslapen voor €4,- per persoon. Later kwamen we er pas achter waarom het zo goedkoop was... We moesten namelijk slapen in een grote oude schuur op kampbedjes die bestaan uit twee houten latjes met een plastic Gamma-achtig zeil strak ertussen in gespannen. Achteraf gezien lag het nog niet eens zo slecht! 's Morgens werd je rond een uurtje of vijf gewekt door het immense geluid van de brulapen (google maar, als je niet weet wat het is denk je dat iemand gewurgd wordt), vervolgd door een symfonie van tropische vogels. Het leek net een concert. Heel mooi, maar liever niet om vijf uur 's ochtends...
De andere twee nachten hebben we geslapen in een super schattige 'hospedaje' (= goedkoop hostel dat gerund wordt door een familie). Daar hebben we mogen genieten van een mooi uitzicht over het meer en de vulkanen, lekker en goedkoop eten (verwacht er niet te veel van, gewoon weer rijst met bonen hoor), heerlijke hangmatten, en een komisch theater van twee kleine broertjes die zich de hele dag konden vermaken met z'n tweeën zonder ook maar één keer te huilen. Ik had al bijna de adoptieformulieren ingevuld.
's Avonds konden we onze privé-steiger oplopen voor het dagelijkse gouden uurtje. Niemand behalve wij waren er.
We zijn daar twee nachten gebleven, omdat je vanuit daar naar een waterval kon lopen. Om bij de waterval te komen moest je 1,5 uur diep door de uitgedroogde jungle omhoog lopen. Het leek wel eindeloos. Het was 'maar' 3 kilometer, en bij iedere kilometer hadden ze ook wel netjes een bordje neergezet. Maar wij twijfelden een beetje aan de eerlijkheid van deze bordjes. Als je 2 kilometer hebt gelopen, stond er opeens een bordje met: 'nog maar 2 km'. Het was duidelijk dat ze hier met grotere maten meten...
We waren zelfs op zo'n punt dat we dachten dat we niet goed zaten. We waren ook nog niemand tegengekomen. Hadden wij weer. Als iemand ons iets wilde aandoen, was dát het perfecte moment. De enige die ons vergezelden waren drie zwerfhonden, de brulapen in de bomen en de felgekleurde vlinders die ons de weg wezen. Im was nog aan het hopen om een slang te zien. À la Freek Vonk ging hij op onderzoek uit, maar helaas heeft hij niks gevonden. Later was hij wel opgelucht, want als we een slang waren tegengekomen en die had ons daadwerkelijk iets aangedaan, dan hadden we het waarschijnlijk niet gered tot aan het meest dichtsbijzijnde ziekenhuis.
Na een tijdje hoorden we dan in de verte dan toch wat waterdruppels vallen, en hadden we inderdaad de waterval gevonden! Eerlijk gezegd kwam er maar een pisstraaltje uit, en je kon eerder pootje baden dan daadwerkelijk zwemmen, maar het was wel een imposante mosgroene belaagde rotswand met een vrije val van 80 meter.
Nadat we een uurtje bij de waterval gespendeerd hadden en we steeds meer andere toeristen zagen komen, gaf het ons een veilig gevoel om weer terug naar beneden te lopen. Daar kwamen we een engelsman tegen waarmee we boven bij de waterval een leuk praatje mee hadden gemaakt. Hij deed voor zijn werk aardappelen opkopen uit Goes. Hoe klein is de wereld, he? Helaas was het gevoel van veiligheid van korte duur, aangezien hij vertelde dat hij opweg naar beneden overvallen was door twee mannen met bandana's voor hun gezicht en machettes in hun handen. Wauw, shit, daar schrokken we wel even van. Als we vijf minuten eerder waren vertrokken, hadden ze óns waarschijnlijk staan op te wachten. En nog geen paar uur vantevoren waren wij helemaal alleen ergens in the middle of no where diep in de jungle. Wat waren wij toen blij dat er niks gebeurd was! Gelukkig hadden wij dan niet zo veel spullen bij ons, want telefoons, paspoorten en creditcards hadden we in het hospedaje gelaten voor het geval dat er iets zou gebeuren. Maar goed ook dus.
Er werd ons een lift aangeboden door één van de mannen die daar op het land werkten en de engelsman was aan het helpen. We schrokken er wel flink van, want we hadden best veel vertrouwen gekregen in de lokale bevolking. Afgelopen weken zijn we aangenaam verrast door lieve en zorgzame mensen, zo ook die familie van het hospedaje in San Ramón, maar je hoeft maar één kwaadaardig iemand tegen te komen en dan ben je ver van huis. Het kan in Nederland natuurlijk ook gebeuren (maar dan zonder machettes waarschijnlijk). Maar als zoiets gebeurd in het buitenland, zoals bij die waterval, ben je toch weer even nét iets meer op je hoede. We merken dat we zelf veel vertrouwen hebben in de meeste mensen hier, en door een voorval als dit wordt je er weer even aan herinnerd dat je toch altijd alert moet zijn. Toen we de dag erna het laatste stuk moesten lopen, waren we allebei wel op onze hoede als we een man met machette in de bosjes zagen zitten of als iemand onder een boom stond te wachten op een verlaten stukje weg. En dat is enerzijds ook wel goed, maar aan de andere kant moet je wel een bepaald vertrouwen blijven hebben in de mensen. Waarschijnlijk zaten ze gewoon op andere werkmannen te wachten of waren ze in de schaduw aan het schuilen voor de hitte. En die engelsman die beroofd was, heeft gewoon dikke pech gehad met twee mannen die misbruik hebben gemaakt van deze toeristische route naar de waterval.
We hebben de dag erna het laatste stukje van het het rondje rondom de vulkaan afgemaakt, en voor we het wisten waren we weer terug in Santa Domingo. Daar kwamen we aan in het hostel waar ze onze andere backpack netjes bewaard hadden en de bedden romantisch hadden opgemaakt voor valentijnsdag. Oftewel, een leeg bierflesje met nepbloemen. Wij vonden het helemaal mooi. Om jullie een beeld te geven van onze hike, hebben we een filmpje gemaakt: https://youtu.be/fEQIVFH3yZ8.

De dag erna zijn we teruggereisd naar de haven om weer een veerboot te nemen naar het platteland. We wilden weer terug naar Granada gaan, om vervolgens weer naar León te reizen om twee vriendinnen (Priya en Alex) daar weer op te zoeken. We hebben samen een paar weken geleden met hun in het gastgezin gezeten tijdens ons spaanscursus. Zij verblijven voor een langere tijd in León en hebben inmiddels een huis gevonden. Niet vervelend om daar even te verblijven!
Helaas hebben we toen de verkeerde bus gepakt, waardoor we uitgekomen zijn in Masaya in plaats van Granada. Dom, maar het maakte gelukkig niet zoveel uit vanuit welke stad we zouden doorreizen. Dat is het leuke van deze maanden reizen, we zijn best flexibel en bekijken eigenlijk per dag waar we naar toe gaan. En daardoor hebben we wel weer een nieuwe leuke stad ontdekt! We hadden een super goedkoop hospedaje gevonden met een uitbundig enthousiast vrouwtje die dacht dat we geen woord Spaans konden, dus daarom maar alles overdreven deed articuleren. We zijn daar een dagje gebleven, en zijn vervolgens verder gereisd naar ons geliefde León.
Toen we aankwamen in León moesten we weer even wennen aan de warmte, want hier is het altijd boven de 35 °C. Het warmste gebied van heel Nicaragua! We hadden het adres doorgekregen en die luidde zo: Vanaf het einde van de straat van de 'San Pedro Segundo'-kerk, een halve blok noord, twee blokken west en een half blok oost. "Uhm, mooi, maar heb je ook een straatnaam?", was onze eerste reactie. Ze doen hier dus niet aan straatnamen, en al helemaal niet aan huisnummers. Ze kiezen een referentiepunt en vanaf daar beschrijven ze hoe je bij hun huis kunt komen. En wat ook erg belangrijk is, is de kleur van het huis (nu weten we ook meteen waarom ze zoveel felle kleuren voor hun huizen gebruiken).
Zoals jullie waarschijnlijk al kunnen raden, konden wij het natuurlijk niet vinden... Dus toen we zielig en bezweet in de hitte op een drukke straat stonden, kwamen een moeder en dochter naar ons toe om te vragen waar we naartoe moesten. Wij lieten het 'adres' zien, en na een vurige discussie tussen hun twee waar het nu precies was, ging de dochter met ons mee om te zoeken. Ze legde ons uit dat ze precies wist wie hier in de buurt woonde. Wij geloofden haar voor geen meter natuurlijk, want er wonen zoveel mensen in deze stad. Maar we hadden haar uitgelegd hoe onze vrienden eruit zien, en toen vroeg ze of zij in het 'chele-huis' (blankenhuis) woonden. Daarmee bedoelde ze een huis dat wordt gehuurd door alleen maar buitenlanders, oftewel blanke mensen. Wij bevestigden dit en vervolgens ging ze lukraak bij vreemde mensen op de deur kloppen om te vragen of anderen weten waar de 'cheles' wonen. Ze heeft even bij twee buurvrouwen gevraagd, en voor we het wisten was het haar gelukt. Ze liep naar het huis wat de buurvrouwen hadden aangewezen, klopte daarop de deur en daar deed inderdaad Priya de deur open. We hadden het gevonden! Hoe dan?! Over sociale controle gesproken... De hele buurt keek inmiddels mee, en begon te applaudiseren. We hebben het meisje vriendelijk bedankt, en de hele week vrolijk gezwaaid wanneer ze van de andere kant van de straat ons begroette. Wij vonden het in ieder geval hilarisch!
We hebben een dikke week gespendeerd in het huis van Priya, en het was echt even genieten! Voor de eerste keer in twee maanden hadden we weer eens een 'thuis', met eigen bed en keuken. De hele week hebben we heerlijk kunnen koken. Ik kan er echt van genieten om naar de lokale markt te gaan, de gekste groenten en fruitsoorten te kopen, de zelfgemaakte felgekleurde curry's uit te proberen, de versgemaakte tortilla's van de vrouwtjes langs de weg te kopen en daar dan een lekkere schotel met rijst van te maken. En 's avonds aten we het met z'n allen lekker op. Overdag ging iedereen zijn eigen gang, want Priya geeft Engelse les op een lokale basisschool en Alex had ook haar eigen dingen te doen. Wij hebben ons die dagen vooral bezig gehouden om onze cv's in orde te maken en sollicitaties eruit te sturen (voor ons leven na de reis). Na twee dagen hadden wij er ook een beetje genoeg van en Priya had toen ook weekend, dus besloten we iets leuks te gaan doen met z'n allen. We hadden gehoopt terecht te kunnen bij een surfers lodge aan de kust, maar helaas waren ze volgeboekt voor die nacht, dus hadden we alvast gereserveerd voor de volgende nacht. We wilden alsnog wel iets gaan doen, dus zijn we een beetje gaan zoeken en kwamen we tot de conclusie dat we de vulkaan Telica gingen beklimmen. Één van de meest actieve vulkanen in Nicaragua die 1061 meter hoog is waar (als je gelukt hebt) lava kunt zien. In de stad hebben we rondgevraagd welke organisatie ons daarnaartoe kon brengen, en uiteindelijk hebben we een goedkope organisatie gevonden. We besloten deze keer maar een hike te doen met een gids, in plaats van op ons eigen houtje. De mensen van die organisatie zeiden ons toen dat de vulkaan eigenlijk gesloten was, omdat deze zes dagen vantevoren nog uitgebarsten was. Maar ze lieten ons zelf de keus of we het wilden doen of niet, want het was in principe wel mogelijk en ze hadden andere mensen er ook al naartoe gebracht. Na even nagedacht te hebben, hebben we besloten het risico te nemen (sorry, moeders). Wij dachten dat het waarschijnlijk niet zo gevaarlijk was dat ze hun eigen leven ook ervoor zouden wagen. Toch?
Zij zouden ons nog diezelfde middag kunnen komen ophalen. Super! Om 14.00 uur 's middags was het dan zover. De auto met vierwielaandrijving stond voor de deur en bracht ons naar de voet van de vulkaan. Daar hoorden we dat de hike drie uur duurden, en wij dachten maar één uur. Oeps! Nou ja, drie uur was ook nog te overzien. Onderweg vertelde hij ons ook dat het mogelijk was dat er grote hete vulkaanstenen uit de vulkaan gelanceerd konden worden. Hij adviseerde dat we dan moesten kijken waar ze landden, en daar dan niet gaan lopen. Hij vertelde ons vervolgens ook dat ze 2000 km/uur gingen. Ik schatte onze kansen klein in dat we die zouden kunnen ontwijken...
We begonnen onze hike door de dorre droge jungle, en gingen langzaam zigzaggend naar boven klimmen. Het was enorm heet, dus dat maakte de klim op stijle stukken wel pittig. Mijn voorraad water van twee liter had ik halverwege al weggespoeld, dus ik moest wat rustiger aan doen voor het geval er een lavasteen op me terecht zou komen. Eenmaal boven de boomgrens gekomen, werden we verrast met een fantastisch uitzicht op een rokende vulkaankrater. Freaky! We zeiden al tegen elkaar dat het net een filmset van Lord of the Rings was, en grapte dat het net leek alsof we de ring terug naar Mordor gingen brengen.
Om naar de rand van de krater te komen moest je eerst door een groot groen open weiland lopen dat helemaal volgebombadeerd was met reuzachtige stenen die uit de vulkaan zijn gespuwd. Het leek net of we op de maan waren aan het lopen. Gelukkig was de vulkaan die dag redelijk rustig, dus (om jullie gerust te stellen) wij hebben geen enkele rondvliegende rots gezien.
Toen we eenmaal aankwamen bij de rand van de krater keken we echt onze ogen uit. Wat vet!!! Stonden we daar oog in oog met een gat in de wereldbol van moedertje natuur. Je mocht ook niet voorover leunen, want de wind was heel sterk en kon je zo de krater induwen. De gids liet ons zien dat we met één voet voor en één voet achter moesten zetten, om stabiel te kunnen staan. Je kon dan net met je neus zo de kraterpijp inturen. Verder durfde je ook echt niet te gaan, want de wind was behoorlijk sterk. Om eerlijk te zijn was het echt levensgevaarlijk, maar tegelijkertijd ook magisch! De krater was echt enorm. Je zag aan de zijkanten de rook omhoog komen, en in het midden van de krater was de kraterpijp met een klein plasje lava. Alhoewel, waarschijnlijk was het ter grote van een meertje. Diepte was moeilijk in te schatten. De gids vertelde ons dat hij in lange tijd niet zoveel lava had gezien, en dat het mede kwam door de uitbarsting van een paar dagen geleden. Hij legde ons uit dat een uitbarsting een soort van explosie is, die opgewekt wordt door de energie uit de kraterpijp en de wind die rondcirkelt in de krater. Door de vele explosies verandert de hoeveelheid lava continue. Het kan dus ook zijn dat je helemaal geen lava kunt zien. Wij hadden dus dikke geluk! Ook vertelde hij dat de vulkaan sinds november veel actiever is geworden. En door de vele explosies de laatste tijd is de vulkaan sindsdien 50 meter van de hoogste top verloren. Bizar, toch?
We hadden trouwens ook verwacht dat de krater enorm zou stinken en dat het heel heet zou zijn, maar dat was het helemaal niet. Er kwam alleen af en toe een vlaag zwavelrook omhoog waar je even je adem voor moest inhouden.

Toen het langzamerhand begon te schemeren, bracht onze gids ons naar de voorzijde van de vulkaan om de zonsondergang te zien. We hadden een dure fles wijn bewaard voor een goed moment, en we hadden unaniem besloten dat dít het moment was. Ook stond er een man met zijn koelbox waar je biertjes kon kopen. Kon niet beter! Het gouden uurtje was weer magisch. Zaten we daar dan in de hoogte op vulkaanrotsen met een joekel van een rokerige vulkaan naast je. Fantastisch!
Toen het donker begon te worden vroeg hij ons of we weer omhoog naar de rand van de krater wilden klimmen om weer naar beneden te turen, en dat wilden we wel! Toen we daar weer stonden zagen we de lava super goed gloeien. Dat was het moment dat we de ring moesten terugbrengen! Haha, het leek in ieder geval verrektes veel op een Lord of the Rings set. Helaas had niemand een ring bij zich. Onze gids had daarom iets beters bedacht. Hij stelde voor om stenen in de lava te gaan gooien. Het kon hoogstens een kleine ontploffing veroorzaken, zei hij nonchalant. Voor ik het wist zag ik Im en de gids in mijn ooghoek al stenen de lucht inwerpen. Gelukkig kwamen ze allebei niet tot bij de lava.
We hebben vervolgens met onze zaklampen weer de tocht naar beneden bewandeld. Zo'n wijntje valt toch wel zwaar na drie uur een flinke inspanning te hebben gedaan. Twee van de vijf hadden ook geen licht, dus je ziet het waarschijnlijk al voor je hoe dat is verlopen... Gelukkig hadden sommige van ons alleen wat schrammetjes opgelopen, maar meer niet. We werden vervolgens netjes naar huis gereden, en daar hebben we de leuke dag afgesloten met een grote jumbo pizza. Bye bye, verloren kilo's! Willen jullie ook zien wat wij hebben gezien? Klik dan op deze link:
https://youtu.be/Z1IGm1K2BcU.

De volgende ochtend waren we allemaal een beetje stijfjes, maar besloten toch om naar de surfing lodge te gaan. Om onszelf ook eens te verwennen ;) De surfing lodge was gelegen in Las Peñitas, een halfuurtje rijden van León. Je hebt daar een lang uitgestrekt strand met verder helemaal niks behalve een hippie-achtig surfhotel met genoeg hangmatten, palmbomen, houten hutjes en loungebanken. Paradise! Normaal zouden we dit niet zo snel doen, aangezien zo'n lodges meestal erg toeristisch zijn. Er zijn vooral veel Amerikanen en Europeanen, en dat betekent dat het meestal ook meteen wat duurder is. Maar omdat we met leuke mensen waren, leek het ons toch wel leuk om te gaan. We werden dan ook aangenaam verrast met twee dagen lang surfen, beachvolleybal, een mooie zonsondergang en eindeloos wegdromen in een hangmat. En the best of all: geen wifi. Wij hadden niks te klagen!
's Avonds hadden ze een kampvuur waar je op banken gemaakt van surfplanken bij kon zitten. De anderen waren al vroeg naar bed gegaan, dus Im en ik hebben met z'n twee lekker uren in het vuur zitten turen met duizenden sterren boven ons. Onze romantische avond werd verstoord op het moment dat ze op een surfplank naast ons een flinke zoensessie begonnen, waardoor wij niet meer in staat waren om onze zinnen af te maken. We besloten daarom maar lekker in ons knus tentje te gaan liggen, waar we een open dak hadden en naar de maan en sterren konden kijken. Helaas werd deze nacht een beetje verstoord door nachtelijke activiteiten van een (waarschijnlijk hetzelfde) koppeltje in de tent naast ons. Ik zal jullie de details besparen ;)
Na een korte nacht werden we al vroeg onze tent uitgebrand, en hebben we een douche genomen in de ruige zee met een vroege ochtendzon op onze neuzen. Geen betere manier om wakker te worden! Vervolgens hebben we twee surfborden gehuurd, en zijn we weer een poging gaan wagen. Helaas ging het niet zoals gedacht. Golven waren hoog, maar niet sterk genoeg en ze kwamen met drie achter elkaar. Dus je werd minstens drie keer ondergedompeld tijdens het terugpeddelen. Ik was helemaal kapot van het waterhappen. Maar we houden vol!
We zijn aan het eind van de middag teruggegaan met de eerste beste chickenbus die naar León ging. Die dagen daarna hebben we vooral veel in het huis van Priya binnengezeten. Naast het feit dat het gewoon bloedheet was (we hadden het gevoel alsof het 45 °C was), moesten we ook wat dingen regelen. Zoals wat onze volgende bestemming zou worden, sollicitaties eruit sturen voor een volgend vrijwilligersproject en sollicitaties voor na deze reis. Met onze volgende bestemming waren we wel wat verder gekomen. We zijn weer terug richting El Tunco in El Salvador gegaan om een paar dagen te surfen. Alhoewel, dat was de bedoeling. We zouden eigenlijk maar twee dagen daar blijven, om de lange reis naar Antigua te op te breken, maar zijn er uiteindelijk vijf dagen gebleven. We hebben ons mee laten sleuren in het tranquilo surfersleventje. We hadden een héérlijk bed (met kussens!) sinds lange tijd, waar we iedere dag lekker in hebben uitgeslapen. Één van ons ging rond een uurtje of zeven a acht even eruit om achter de lokale fietsbakker aan te rennen en lekker vers brood te scoren. Na het ontbijt liepen we naar de zee om een frisse duik te nemen (fungeerde tegelijkertijd ook als douche), en daar bleven we dan een paar uurtjes in de golven spelen en kijken hoe de professionele surfers het doen. Rond lunchtijd gingen we weer terug naar het hostel om te middageten, en vervolgens de felle middagzon te vermijden in de schaduw aan het zwembad. Daar zaten we dan op onze telefoontjes nieuwe bestemmingen, hostels, vacatures en vrijwilligerswerk te zoeken. Rond een uurtje of vijf verplaatsten we ons naar de kust om tijdens een van de meest fantastische zonsondergangen te zien hoe de professionele surfers de monstergolven te lijf gaan, onder het genot van een biertje en feel good music van een surfersbar. Lichtjes aangeschoten liepen we meestal weer terug naar het hostel om daar te koken, om vervolgens weer met een biertje aan het zwembad te zitten en de dag af te sluiten met het kijken van een film op de tablet. En dat dan zo'n drie dagen achter elkaar. Slecht leven, he?
We hebben één dag een poging gedaan tot surfen. Alleen was dit helaas van korte duur. Vol goede moed gingen we met z'n twee richting het water met het surfboard onder onze armen, want het was inmiddels weer een week geleden dat we geoefend hadden. Die goede moed was er tot op het moment dat de eerste gigantische golf van twee meter op ons afkwam (na tien welgetelde seconden al), en we allebei zoiets hadden van: hoe kom ik erlangs? Ik kan jullie vertellen, dat kunnen wij dus nog niet. Resultaat? Een klap van jawelste, en beiden als een vis op het droge aangespoeld op het strand. Oke, 1-0 voor de Pacifische Oceaan. Poging twee: mislukt. Poging drie: mislukt. Poging vier: mislukt. Er was voor geen enkele meter door de branding te komen... Na vier keer onder water te zijn gezogen, mijn surfboard tegen mijn hoofd gekregen te hebben, over de kop ben geslagen, langs de stenen te zijn geschuurd en helemaal buiten adem was, heb ik me net op tijd voordat de golf me weer zou meezuigen uit het water gemaakt.
Vanaf de kant zag ik dat Im gelukkig iets verder kwam. Hij heeft tenminste wél een keer op zijn surfbord gelegen. Totdat ik naar hem schreeuwde dat hij achter zich moest kijken en de volgende gigantische golf op hem afkwam. Ook hij verloor tegen de Pacifische Oceaan...
Terwijl ik Im zag vechten tegen de golf, merkte ik dat mijn hele hand onder het bloed zat. Gelukkig waren het alleen maar snijwonden. Geen idee hoe. We hadden allebei overal snijwonden en blauwe plekken, waarvan je niet weet hoe het komt aangezien het water zo snel en sterk is. We hadden allebei het gevoel alsof we in elkaar geslagen waren. En het was nog niet eens vijf minuten verder dan dat we de zee insprongen. We gingen maar snel naar het hostel om mijn hand te verzorgen, en besloten later als de zee wat rustiger was terug te komen.
We hebben het die dag nog twee keer een kans gegeven, maar het was echt veelste heftig voor ons. Ik durfde niet meer, en als Im het toch ging proberen werd hij de grond ingeslagen. Na drie keer proberen hadden we het maar opgegeven en de surfboards teruggebracht. Jammer van die €20,-, maar beter dan een been breken. We baalden wel enorm dat het niet was gelukt.
We hebben ons vervolgens professioneel bezig gehouden met bierdrinken (waren we wél goed in!) langs de kant en toeschouwen hoe de échte surfers het doen. Zie hier hoe goed wij hierin waren: http://bit.ly/1SjtB3R.
En bijzonderwaardig was dat er toen ook niet veel professionals bezig waren. We hadden echt de slechtste dag uitgekozen om te gaan surfen, want de golven waren blijkbaar voor de echte surfers ook te hoog. Zo hoog hadden wij ze in ieder geval nog niet gezien. Wel héél erg indrukwekkend hoe die jongens op een drie meter hoge golf hun trucjes laten zien. Wij hebben in ieder geval dikke respect voor surfers gekregen!

Na onze surfmislukking zijn we nu weer terug naar Antigua in Guatemala gereisd. De plek waar het vier maanden geleden allemaal begonnen was. We hebben in Antigua weer gebruik kunnen maken van onze lange broek en dikke trui (het is hier weliswaar 18 graden), en het beste van allemaal: een warme douche! De laatste keer dat we een warme douche hadden was ook weer een paar maanden geleden...
Vanuit hier willen we graag de andere kant van Guatemala gaan verkennen, namelijk het meer van Atitlan en de omliggende bergdorpjes. We gaan daar twee nachten in een tent op een avocadoboerderij slapen. Lekker wakker worden tussen de avocado's. Mijn droom komt uit! Vervolgens willen we doorreizen naaaaaaar: Mexicoooooo!!! Jaja, we hebben besloten om naar het magische San Cristobal de las Casas te reizen en vanuit daar zien we wel. Meestal worden we toch op aanraden van andere reizigers een andere kant dan wij gepland hadden opgestuurd, dus we laten ons gewoon verrassen. En we hebben toch nog een kleine twee maanden de tijd!
Het vrijwilligerswerk wil jammer genoeg niet echt lukken. Heel vaak zoeken ze maar één persoon, en niet twee. Jammer, maar we redden het financieel gelukkig wel, dus het is niet broodnodig. Het zou gewoon nog een leuke ervaring zijn. Wat betreft het solliciteren voor na onze reis, hebben we ook nog niet beet. Dus mocht iemand thuis nog een leuke tip hebben, let us know! Of het nou Amsterdam, Utrecht, Maastricht of Barcelona is, wij staan momenteel overal voor open (alhoewel, liever geen Zegveld). Im kan tegenwoordig zelfs als haarspecialist functioneren, aangezien hij zijn elastiekje nu zelf in kan doen ;)
We blijven in ieder geval ons best doen, en houden jullie op de hoogte van onze avonturen!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.