Saludos desde América Central

We zijn aangekomen in het land van de prachtige stranden en talrijke eilanden: Belize! De boot naar Belize viel reuze mee. De golven waren nog geen meter hoog midden op zee, dus gelukkig geen horrorrit voor ons. Vanaf het moment dat we aankwamen in het stadje Punta Gorda, wat dus op een klein uurtje varen ligt van Livingston, hadden we het idee dat we in een ander land waren. Het eerste wat ons opviel, was de zon die veel feller voelde dan aan de overkant. Misschien komt het omdat het de eerste echte zon was die we tegengekomen zijn... Wat ons ook opviel was het bevolkingsverschil. In Livingston had je (ten opzichte van heel Guatemala) al veel donkere rasta Garifuna mensen, maar in Punta Gorda nog véél meer. Heel weinig maya-bevolking in ieder geval. En nog het meest grappige is dat we ze ook nog eens kunnen verstaan ook! Ze praten hier allemaal Engels, en in hun dialect noemen ze dat hier Creools. Het heeft iets weg van het Papiaments in Curacao, maar dan in het Engels. Wij waren de afgelopen weken veelal gewend aan het onverstaanbare K'echi van de locals in Guatemala, en we waren ook gewend aan hun altijd bescheiden houding. Dus toen we hier aankwamen moesten we wel even omschakelen. Overal langs de weg zie je ook allemaal van die religieuze bordjes met: 'The Lord is my King'. En jeetjemineetje, die Belizianen houden van sociaal contact. We zaten nog niet eens in de bus en drie locals waren al naar ons toegekomen om een praatje te maken. Dat zijn er al drie meer dan in onze anderhalve maand in Guatemala. Moet je nagaan! De bus was een oude schoolbus, die hier de 'James Bus line' wordt genoemd. Deze staat bekend als een veilige (en de enige manier) om de kustlijn van Belize af te reizen. We hadden wel wat informatie opgezocht over Belize, maar vooral over accomodaties tijdens kerst en nieuwjaar. Ik had ergens gelezen dat Placencia één van de mooiste stranden had in Belize (op Caye Caulker en Ambergris Caye na), dus besloten we daar maar uit te stappen. We hadden ons eigenlijk helemaal niet ingelezen in Belize, en zijn eigenlijk op goede verhalen afgegaan van mensen bij ons aan de eettafel in hotelito perdido. We wisten nog niet eens wat de hoofdstad van Belize was. Dus we zaten daar een beetje als twee nietsnutten in een oude Amerikaanse schoolbus, waar je knieën precies tussen de kleine leren bankjes in pasten en de bus ieder vijf minuten stopte om locals van de straat op te pikken. Maar door de vriendelijkheid van de mensen heb ik me geen enkele minuut onveilig gevoeld in die bus. Om jullie een indruk te geven van onze leuke sfeervolle busrit hebben we het even vastgelegd: https://youtu.be/l2wJeLGLE6c.
Toen we in Placencia met de watertaxi aankwamen, stonden we allebei met onze mond vol tanden. Dit hadden we niet verwacht. Ken je die reclames van vroeger van Bounty? Nou, daar zitten wij dus. Witte stranden, strakblauwe lucht, groenblauwe zee en strandtentjes met felgekleurde hangmatten en strandstoeltjes. Wij dachten dat er niet veel te beleven viel in Placencia. Het stond zelfs niet in de Lonely Planet, moet je nagaan. Maar tegen alle verwachtingen in troffen we dus dit Bounty-schiereiland aan. Het is een walhalla voor gepensioneerde Amerikanen en Canadezen, maar niet té toeristisch. Het eiland is nog geen 5 km lang volgens mij. In het Noorden zitten de rijke stinkerds in de resorts, en in het zuiden (waar wij natuurlijk zitten) heb je een aantal strandtentjes en een lang looppad met een paar hotelletjes en bungalowtjes aan beide kanten. Daar loop je 's avonds door de vele kerstversiering heen opweg naar een leuk restaurantje.
We zijn daar vier nachtjes gebleven om even bij te komen van de drukte van hotelito perdido (ahum). Vervolgens hebben we weer de watertaxi naar het vaste land genomen en hebben we daar de bus gepakt. We konden kiezen om met de local of met een express bus te gaan. En ik had me toevallig laten vertellen dat de weg van Placencia naar Belize City niet zo goed onderhouden is, dus ik smeekte Im om met de express bus te gaan. Dat bleek dus een grote fout te zijn. Buiten het feit dat we veel meer moesten betalen, moesten we ook nog eens de helft van de busrit staan (in totaal duurde het 4 uur, dus 2 uur). Ofja, ik werd na 20 minuten al misselijk nadat ik een kind naast me heb zien kotsen, dus heb ik gevraagd of ik mocht zitten. Ik heb nog nooit iemand zo theatraal zien kotsen. Het was een dik kindje van een jaar of 10 dat, net toen wij keken, haar moeder met de hand voor de mond aantikte om een kotszakje te vragen. En met dat die moeder in actie kwam spoot de kots ALLE kanten op. Op de voorbuurman, op de zijbuurman, op de grond, overal. Het leek net een filmpje van Americas Funniest Home Video. Ik vond het niet zo funny, want als ik iemand zie kotsen, weet ik dat ik snel zal volgen. Gelukkig mocht ik snel daarna zitten, maar daarvoor moest dus één klein meisje voor mij opstaan. Ik voelde me echt een blank rijkeluis kind dat per se wilde zitten (geloof me, ik wilde echt wel staan als ik het kon). En ik zag dat klein meisje zo zielig voor haar uit zitten kijken. En de moeder had al een kindje slapend op haar schoot. En achter haar zat haar ander kindje op de schoot bij een vreemde man, dus ik stelde voor om dat meisje op mijn schoot te laten zitten. En dat wilde ze wel. Eerst ging ze netjes met haar beentjes op mijn knieën zitten, en toen ik zag dat ze half in slaap was aan het dommelen vond ik het zo zielig dat ik haar maar op mijn buik heb laten slapen. Heb ik dus twee uur met een klein snurkend slapend meisje op mijn schoot gezeten. Ik had het in ieder geval beter als Imre, want die stond nog steeds. Na een tussenstop stapte gelukkig de helft van de bus eruit zodat Imre kon gaan zitten, en ik naast hem kon gaan zitten. Wat een horrorrit. Ik heb me nog nooit zo misselijk gevoeld. Maar ik heb gelukkig niet gekotst! Eenmaal in Belize City aangekomen hebben we de watertaxi (we hadden nooit gedacht zoveel boten te moeten nemen) naar San Pedro genomen.
Daar eenmaal aangekomen, keken we wéér onze ogen uit. We dachten dus dat we het Bounty-eiland al gevonden hadden in Placencia, maar niet dus. Ambergris Caye is nóg meer Bounty-eilanderig. De zee heeft alle groene, blauwe, turquoise kleuren die er bestaan en de stranden zijn spierwit en zacht. Echt een plaatje toen we aankwamen met de boot. Alleen merkte we al snel dat het enorm toeristisch was, en volgebouwd was met resorts. Het eiland is nog geen 10 km lang en bestaat uit 13.000 inwoners. Naast de vele toeristen, zie je hier wel meer locals. Garifuna, Maya, Chinezen, Creolen en Amerikanen leven allemaal bij elkaar op een eiland. Weten jullie wie hier ook woont? John McAfee, die van het virusscanprogramma! En 'vroeger' toen wij nog klein waren, is hier het eerste seizoen van Temptation Island opgenomen. Ben benieuwd of Im en ik het gaan redden op dit eiland...
We hebben maar snel onze spullen gepakt en zijn op zoek gegaan naar een plaats om te slapen. Voor kerst hebben we via Airbnb al een kamer gehuurd, maar we waren een dag eerder op San Pedro, dus moesten we nog iets vinden voor die nacht. Toen we bij het eerste hostel kwamen, bleek dat de meeste hostels al volgeboekt waren. Was ik even blij dat we al iets geboekt hebben voor tijdens de kerst. Ze hadden wel nog een kamer vrij in een ander hostel, dus werden we met de taxi daarnaartoe gebracht. Daar eenmaal aangekomen zagen we dat we zelfs een zwembad hadden. En wifi. Wat een luxe! We wisten al niet meer wat het woord 'luxe' betekende. We hebben even flink genoten van dat zwembad en zijn vroeg naar bed gegaan.
De ochtend daarna werden we om 6.20 uur wakkergevlogen (weet niet of dit in de dikke Van Dale staat). We bleken dus naast het lokale vliegveld van 'Tropic Air' te slapen. De vliegtuigen vlogen ons om de oren. En vanaf de wc kon je de vliegtuigen zien stijgen en dalen. Imre zat zelfs zó lang op de wc dat hij er twee zag opstijgen. Gelukkig waren we toch al wakker, en zijn we langzamerhand gaan zoeken naar dat huis waar we zouden verblijven. De beschrijving was een beetje vaag, want hier in San Pedro doen ze niet aan straatnamen. 'Sla rechtsaf bij het Blabla resort aan de linkerkant, volg die weg tot aan het meer en zoek een huis met een rood dak.' En we hebben het ook nog gevonden ook. We zitten dus in een strandhuis van Matt, die nu ff op vakantie is, waar we een kamer op de onderste verdieping huren. We hebben daar ons eigen bed, douche, wc en zelfs kerstverlichting (geen grapje). Op de bovenverdieping mogen we gebruik maken van zijn woonkamer, voor- en achterterras, tuin, steiger en zijn supermoderne keuken. Die keuken is echt fantastisch. Ik vind hem in ieder geval fantastisch. Heerlijk om weer eens gezond, zonder rijst en bonen als basisingrediënt, te kunnen koken! Jammer alleen dat de prijzen in de supermarkt hier enoooorm duur zijn. Om jullie de meest goedkope voorbeelden te geven: een zak chips kost €5, een flesje wijn kost minimaal €15 en een flesje bier kost €1,50. In principe alles wat geïmporteerd wordt uit het buitenland is duur. En daarnaast zijn lokale producten ook nog duur, omdat ze vanuit het vaste land van Belize getransporteerd moeten worden via een boot of vliegtuig naar dit eiland. Zelfs voor een krop sla betaalden we €3 bij een lokale groentehandel langs de kant van de weg. Ik durfde in de supermarkt niet te kijken wat ze ervoor vragen...
In ieder geval hebben we wél geluk met de faciliteiten hier. De keuken (met kookeiland!) is uitgerust met all American equipment, zoals een enoooorme koelkast met ijsmachine. Typisch Amerikaans. Het duurde niet lang voordat wij de ijsmachine hadden ontdek, en natuurlijk vlogen de eerste keren de ijsklontjes (twee verschillende standen zelfs: icecubes or crushed ice) alle kanten op. Maar we hebben het nu na een paar keer oefenen wel onder de knie. En dit alles moeten we delen met nog een ander Amerikaans meisje die hier ook op vakantie is. Je vóélt je net een Amerikaan als je hier verblijft. We mogen zelfs gebruik maken van zijn twee beach cruise fietsen! En dat is wel handig, want we zitten op zo'n 20 minuten loopafstand van het stadje San Pedro (groter is het eiland ook niet). De meeste mensen hier, toeristen én locals, maken hier gebruik van golfkarretjes. Echt waar, de enige zorg op dit eiland is dat je tenen niet onder een van die golfkarretjes komen. Van de meest crappy golfkarretjes waar de uitlaat onderuit bungelt tot aan de meest luxieuze resort golfkarretjes versierd met glinsterende kerstversiering. Hét vervoersmiddel om het eiland te verkennen. We hebben even research gedaan: het huren van zo'n karretje kost zo'n 80 euro per dag. Nét niet binnen ons dagbudget. Wij houden het dus lekker bij onze gratis beach cruisers.
We gingen 's middag ook een lokaal Garifuna barretje in, want op het eiland heb je veel 'streetfood' waar je voor 3 Belizian Dollar (=1,50€) een taco, burrito of quesadillas kan halen. Die eetkraampjes zijn nog goedkoper dan een flesje bier in de supermarkt bij wijze van. Dus toevallig gingen we zo'n kraampje in waar een soort van lokale bar in zat verstopt. Daar kwamen de locals al snel naar ons toe om ons uit te nodigen voor een jamsessie op hun drums en een Garifuaanse danssessie (lees: twerksessie) voor die avond. We vroegen hen hoelaat ze zouden beginnen. Hun antwoord was: 'Whenever you want. We will wait for you. We will start when you guys are here.' Volgende vraag was wanneer het optreden afgelopen was. Hun antwoord was: 'Whenever you want. Till you stop dancing. We will stop when you want to stop.' En je zou denken dat dit een toeristisch verkooppraatje is, maar dit soort gesprekjes hebben we al de hele week in Belize. En op het einde van het gesprek sluiten ze meestal af met: 'Bless you, my friend.' Ze zijn echt oprecht aardig, vriendelijk en beleefd. Iedereen begroet elkaar of staat voor oudere mensen op in de bus. Het verschil is echt groot in vergelijking met Guatemala.
En dat gesprek in die bar was natuurlijk wel hilarisch. Het werd nog grappiger toen een vriend erbij kwam, met de bijnaam 'Poop', die een van zijn traditionele Garifuna t-shirts aan Imre gaf. We vroegen ons af of het een manier was om ons naar dat optreden toe te lokken, maar toen we daarna vroegen, gaf hij doodleuk antwoord dat hij genoeg Garifuna-shirts had. Nu nog even bedenken wat Im gaat doen met een gifgroen met vuurrood XXL-shirt...
Dus wij vermaken ons deze week wel op dit eiland. In ieder geval genoeg te beleven om de kerstdagen toch nog een beetje te vieren. We hoeven gelukkig niet in de lange rijen in de supermarkt te staan wachten om de laatste kerstinkopen nog in te slaan. Ze weten hier niet wat het woord 'stress' betekent. In plaats daarvan gaan we met onze beach cruisers op zoek naar 'the secret beaches' en gaan we lekker ergens uiteten. Wij wensen jullie in ieder geval fijne kerstdagen vanuit Belize, en wij geven toestemming om de hapjes en drankjes die wij helaas niet met jullie kunnen consumeren dit jaar, door jullie genuttigd te mogen worden. Oftewel, drink er maar een paar op ons! Dan doen wij dat ook op jullie! Cheers!

grootjans_2

15 chapters

Van jungle naar bounty-strand

December 24, 2015

|

San Pedro, Ambergris Caye, Belize

We zijn aangekomen in het land van de prachtige stranden en talrijke eilanden: Belize! De boot naar Belize viel reuze mee. De golven waren nog geen meter hoog midden op zee, dus gelukkig geen horrorrit voor ons. Vanaf het moment dat we aankwamen in het stadje Punta Gorda, wat dus op een klein uurtje varen ligt van Livingston, hadden we het idee dat we in een ander land waren. Het eerste wat ons opviel, was de zon die veel feller voelde dan aan de overkant. Misschien komt het omdat het de eerste echte zon was die we tegengekomen zijn... Wat ons ook opviel was het bevolkingsverschil. In Livingston had je (ten opzichte van heel Guatemala) al veel donkere rasta Garifuna mensen, maar in Punta Gorda nog véél meer. Heel weinig maya-bevolking in ieder geval. En nog het meest grappige is dat we ze ook nog eens kunnen verstaan ook! Ze praten hier allemaal Engels, en in hun dialect noemen ze dat hier Creools. Het heeft iets weg van het Papiaments in Curacao, maar dan in het Engels. Wij waren de afgelopen weken veelal gewend aan het onverstaanbare K'echi van de locals in Guatemala, en we waren ook gewend aan hun altijd bescheiden houding. Dus toen we hier aankwamen moesten we wel even omschakelen. Overal langs de weg zie je ook allemaal van die religieuze bordjes met: 'The Lord is my King'. En jeetjemineetje, die Belizianen houden van sociaal contact. We zaten nog niet eens in de bus en drie locals waren al naar ons toegekomen om een praatje te maken. Dat zijn er al drie meer dan in onze anderhalve maand in Guatemala. Moet je nagaan! De bus was een oude schoolbus, die hier de 'James Bus line' wordt genoemd. Deze staat bekend als een veilige (en de enige manier) om de kustlijn van Belize af te reizen. We hadden wel wat informatie opgezocht over Belize, maar vooral over accomodaties tijdens kerst en nieuwjaar. Ik had ergens gelezen dat Placencia één van de mooiste stranden had in Belize (op Caye Caulker en Ambergris Caye na), dus besloten we daar maar uit te stappen. We hadden ons eigenlijk helemaal niet ingelezen in Belize, en zijn eigenlijk op goede verhalen afgegaan van mensen bij ons aan de eettafel in hotelito perdido. We wisten nog niet eens wat de hoofdstad van Belize was. Dus we zaten daar een beetje als twee nietsnutten in een oude Amerikaanse schoolbus, waar je knieën precies tussen de kleine leren bankjes in pasten en de bus ieder vijf minuten stopte om locals van de straat op te pikken. Maar door de vriendelijkheid van de mensen heb ik me geen enkele minuut onveilig gevoeld in die bus. Om jullie een indruk te geven van onze leuke sfeervolle busrit hebben we het even vastgelegd: https://youtu.be/l2wJeLGLE6c.
Toen we in Placencia met de watertaxi aankwamen, stonden we allebei met onze mond vol tanden. Dit hadden we niet verwacht. Ken je die reclames van vroeger van Bounty? Nou, daar zitten wij dus. Witte stranden, strakblauwe lucht, groenblauwe zee en strandtentjes met felgekleurde hangmatten en strandstoeltjes. Wij dachten dat er niet veel te beleven viel in Placencia. Het stond zelfs niet in de Lonely Planet, moet je nagaan. Maar tegen alle verwachtingen in troffen we dus dit Bounty-schiereiland aan. Het is een walhalla voor gepensioneerde Amerikanen en Canadezen, maar niet té toeristisch. Het eiland is nog geen 5 km lang volgens mij. In het Noorden zitten de rijke stinkerds in de resorts, en in het zuiden (waar wij natuurlijk zitten) heb je een aantal strandtentjes en een lang looppad met een paar hotelletjes en bungalowtjes aan beide kanten. Daar loop je 's avonds door de vele kerstversiering heen opweg naar een leuk restaurantje.
We zijn daar vier nachtjes gebleven om even bij te komen van de drukte van hotelito perdido (ahum). Vervolgens hebben we weer de watertaxi naar het vaste land genomen en hebben we daar de bus gepakt. We konden kiezen om met de local of met een express bus te gaan. En ik had me toevallig laten vertellen dat de weg van Placencia naar Belize City niet zo goed onderhouden is, dus ik smeekte Im om met de express bus te gaan. Dat bleek dus een grote fout te zijn. Buiten het feit dat we veel meer moesten betalen, moesten we ook nog eens de helft van de busrit staan (in totaal duurde het 4 uur, dus 2 uur). Ofja, ik werd na 20 minuten al misselijk nadat ik een kind naast me heb zien kotsen, dus heb ik gevraagd of ik mocht zitten. Ik heb nog nooit iemand zo theatraal zien kotsen. Het was een dik kindje van een jaar of 10 dat, net toen wij keken, haar moeder met de hand voor de mond aantikte om een kotszakje te vragen. En met dat die moeder in actie kwam spoot de kots ALLE kanten op. Op de voorbuurman, op de zijbuurman, op de grond, overal. Het leek net een filmpje van Americas Funniest Home Video. Ik vond het niet zo funny, want als ik iemand zie kotsen, weet ik dat ik snel zal volgen. Gelukkig mocht ik snel daarna zitten, maar daarvoor moest dus één klein meisje voor mij opstaan. Ik voelde me echt een blank rijkeluis kind dat per se wilde zitten (geloof me, ik wilde echt wel staan als ik het kon). En ik zag dat klein meisje zo zielig voor haar uit zitten kijken. En de moeder had al een kindje slapend op haar schoot. En achter haar zat haar ander kindje op de schoot bij een vreemde man, dus ik stelde voor om dat meisje op mijn schoot te laten zitten. En dat wilde ze wel. Eerst ging ze netjes met haar beentjes op mijn knieën zitten, en toen ik zag dat ze half in slaap was aan het dommelen vond ik het zo zielig dat ik haar maar op mijn buik heb laten slapen. Heb ik dus twee uur met een klein snurkend slapend meisje op mijn schoot gezeten. Ik had het in ieder geval beter als Imre, want die stond nog steeds. Na een tussenstop stapte gelukkig de helft van de bus eruit zodat Imre kon gaan zitten, en ik naast hem kon gaan zitten. Wat een horrorrit. Ik heb me nog nooit zo misselijk gevoeld. Maar ik heb gelukkig niet gekotst! Eenmaal in Belize City aangekomen hebben we de watertaxi (we hadden nooit gedacht zoveel boten te moeten nemen) naar San Pedro genomen.
Daar eenmaal aangekomen, keken we wéér onze ogen uit. We dachten dus dat we het Bounty-eiland al gevonden hadden in Placencia, maar niet dus. Ambergris Caye is nóg meer Bounty-eilanderig. De zee heeft alle groene, blauwe, turquoise kleuren die er bestaan en de stranden zijn spierwit en zacht. Echt een plaatje toen we aankwamen met de boot. Alleen merkte we al snel dat het enorm toeristisch was, en volgebouwd was met resorts. Het eiland is nog geen 10 km lang en bestaat uit 13.000 inwoners. Naast de vele toeristen, zie je hier wel meer locals. Garifuna, Maya, Chinezen, Creolen en Amerikanen leven allemaal bij elkaar op een eiland. Weten jullie wie hier ook woont? John McAfee, die van het virusscanprogramma! En 'vroeger' toen wij nog klein waren, is hier het eerste seizoen van Temptation Island opgenomen. Ben benieuwd of Im en ik het gaan redden op dit eiland...
We hebben maar snel onze spullen gepakt en zijn op zoek gegaan naar een plaats om te slapen. Voor kerst hebben we via Airbnb al een kamer gehuurd, maar we waren een dag eerder op San Pedro, dus moesten we nog iets vinden voor die nacht. Toen we bij het eerste hostel kwamen, bleek dat de meeste hostels al volgeboekt waren. Was ik even blij dat we al iets geboekt hebben voor tijdens de kerst. Ze hadden wel nog een kamer vrij in een ander hostel, dus werden we met de taxi daarnaartoe gebracht. Daar eenmaal aangekomen zagen we dat we zelfs een zwembad hadden. En wifi. Wat een luxe! We wisten al niet meer wat het woord 'luxe' betekende. We hebben even flink genoten van dat zwembad en zijn vroeg naar bed gegaan.
De ochtend daarna werden we om 6.20 uur wakkergevlogen (weet niet of dit in de dikke Van Dale staat). We bleken dus naast het lokale vliegveld van 'Tropic Air' te slapen. De vliegtuigen vlogen ons om de oren. En vanaf de wc kon je de vliegtuigen zien stijgen en dalen. Imre zat zelfs zó lang op de wc dat hij er twee zag opstijgen. Gelukkig waren we toch al wakker, en zijn we langzamerhand gaan zoeken naar dat huis waar we zouden verblijven. De beschrijving was een beetje vaag, want hier in San Pedro doen ze niet aan straatnamen. 'Sla rechtsaf bij het Blabla resort aan de linkerkant, volg die weg tot aan het meer en zoek een huis met een rood dak.' En we hebben het ook nog gevonden ook. We zitten dus in een strandhuis van Matt, die nu ff op vakantie is, waar we een kamer op de onderste verdieping huren. We hebben daar ons eigen bed, douche, wc en zelfs kerstverlichting (geen grapje). Op de bovenverdieping mogen we gebruik maken van zijn woonkamer, voor- en achterterras, tuin, steiger en zijn supermoderne keuken. Die keuken is echt fantastisch. Ik vind hem in ieder geval fantastisch. Heerlijk om weer eens gezond, zonder rijst en bonen als basisingrediënt, te kunnen koken! Jammer alleen dat de prijzen in de supermarkt hier enoooorm duur zijn. Om jullie de meest goedkope voorbeelden te geven: een zak chips kost €5, een flesje wijn kost minimaal €15 en een flesje bier kost €1,50. In principe alles wat geïmporteerd wordt uit het buitenland is duur. En daarnaast zijn lokale producten ook nog duur, omdat ze vanuit het vaste land van Belize getransporteerd moeten worden via een boot of vliegtuig naar dit eiland. Zelfs voor een krop sla betaalden we €3 bij een lokale groentehandel langs de kant van de weg. Ik durfde in de supermarkt niet te kijken wat ze ervoor vragen...
In ieder geval hebben we wél geluk met de faciliteiten hier. De keuken (met kookeiland!) is uitgerust met all American equipment, zoals een enoooorme koelkast met ijsmachine. Typisch Amerikaans. Het duurde niet lang voordat wij de ijsmachine hadden ontdek, en natuurlijk vlogen de eerste keren de ijsklontjes (twee verschillende standen zelfs: icecubes or crushed ice) alle kanten op. Maar we hebben het nu na een paar keer oefenen wel onder de knie. En dit alles moeten we delen met nog een ander Amerikaans meisje die hier ook op vakantie is. Je vóélt je net een Amerikaan als je hier verblijft. We mogen zelfs gebruik maken van zijn twee beach cruise fietsen! En dat is wel handig, want we zitten op zo'n 20 minuten loopafstand van het stadje San Pedro (groter is het eiland ook niet). De meeste mensen hier, toeristen én locals, maken hier gebruik van golfkarretjes. Echt waar, de enige zorg op dit eiland is dat je tenen niet onder een van die golfkarretjes komen. Van de meest crappy golfkarretjes waar de uitlaat onderuit bungelt tot aan de meest luxieuze resort golfkarretjes versierd met glinsterende kerstversiering. Hét vervoersmiddel om het eiland te verkennen. We hebben even research gedaan: het huren van zo'n karretje kost zo'n 80 euro per dag. Nét niet binnen ons dagbudget. Wij houden het dus lekker bij onze gratis beach cruisers.
We gingen 's middag ook een lokaal Garifuna barretje in, want op het eiland heb je veel 'streetfood' waar je voor 3 Belizian Dollar (=1,50€) een taco, burrito of quesadillas kan halen. Die eetkraampjes zijn nog goedkoper dan een flesje bier in de supermarkt bij wijze van. Dus toevallig gingen we zo'n kraampje in waar een soort van lokale bar in zat verstopt. Daar kwamen de locals al snel naar ons toe om ons uit te nodigen voor een jamsessie op hun drums en een Garifuaanse danssessie (lees: twerksessie) voor die avond. We vroegen hen hoelaat ze zouden beginnen. Hun antwoord was: 'Whenever you want. We will wait for you. We will start when you guys are here.' Volgende vraag was wanneer het optreden afgelopen was. Hun antwoord was: 'Whenever you want. Till you stop dancing. We will stop when you want to stop.' En je zou denken dat dit een toeristisch verkooppraatje is, maar dit soort gesprekjes hebben we al de hele week in Belize. En op het einde van het gesprek sluiten ze meestal af met: 'Bless you, my friend.' Ze zijn echt oprecht aardig, vriendelijk en beleefd. Iedereen begroet elkaar of staat voor oudere mensen op in de bus. Het verschil is echt groot in vergelijking met Guatemala.
En dat gesprek in die bar was natuurlijk wel hilarisch. Het werd nog grappiger toen een vriend erbij kwam, met de bijnaam 'Poop', die een van zijn traditionele Garifuna t-shirts aan Imre gaf. We vroegen ons af of het een manier was om ons naar dat optreden toe te lokken, maar toen we daarna vroegen, gaf hij doodleuk antwoord dat hij genoeg Garifuna-shirts had. Nu nog even bedenken wat Im gaat doen met een gifgroen met vuurrood XXL-shirt...
Dus wij vermaken ons deze week wel op dit eiland. In ieder geval genoeg te beleven om de kerstdagen toch nog een beetje te vieren. We hoeven gelukkig niet in de lange rijen in de supermarkt te staan wachten om de laatste kerstinkopen nog in te slaan. Ze weten hier niet wat het woord 'stress' betekent. In plaats daarvan gaan we met onze beach cruisers op zoek naar 'the secret beaches' en gaan we lekker ergens uiteten. Wij wensen jullie in ieder geval fijne kerstdagen vanuit Belize, en wij geven toestemming om de hapjes en drankjes die wij helaas niet met jullie kunnen consumeren dit jaar, door jullie genuttigd te mogen worden. Oftewel, drink er maar een paar op ons! Dan doen wij dat ook op jullie! Cheers!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.