Texas winter

Vrijdag 17 maart is het eindelijk zover: wij gaan naar Big Bend National Park. Deze trip hebben wij vorig jaar al geboekt want het is nu hoogseizoen en dan is het moeilijk om accommodatie te krijgen in het park zelf.
Wij vertrekken vrijdagmiddag pas om 4 uur uit San Marcos. Er zijn problemen met de stroomvoorziening in gebouw 6 en om half 3 wordt de stroom overal uitgeschakeld omdat er monteurs van het electriciteitsbedrijf aan het probleem werken. Dit betekent dat Arnold, die vandaag thuis werkt, zijn laatste emails niet kan versturen. Het zou een uur duren maar om half 4 als wij eigenlijk weg willen, is de storing nog niet verholpen. Arnold gaat dus maar naar de receptie want daar is wifi.
Ik rijd de eerste etappe, naar San Antonio airport, naar de Hertz want wij hebben voor deze trip een 4x4 gehuurd, iets Jeep-achtigs. Het duurt ruim een uur om er te komen want het is erg druk op de weg. Misschien nog vanwege de voorjaarsvakantie of is dit een normale avondspits? Ik zet Arnold af bij de Hertz pick-up en wacht op een belendende P. Even later komt hij in een chique witte SUV aanrijden. Moeten wij hierin de bushbush in? Het voldoet geheel niet aan mijn beeld van een 4x4! De wagen blijkt een Nissan Rogue. Wij rijden in formatie naar de Green Lot van het vliegveld, parkeren daar de Saab, pakken alle rommel over in de Nissan en dan gaat het richting El Paso, op de I10. Het is erg druk San Antonio uit en tegen zessen stoppen wij bij een Whataburger voor een snelle maaltijd. Daarna wordt het langzamerhand rustiger op de weg. De I10 leidt ons door Hill Country, vrij verlaten en ruig maar wel mooi. Wij zien de zon

Ann Stout

14 chapters

16 Apr 2020

Big Bend National Park

March 17, 2017

|

Big Bend, TX

Vrijdag 17 maart is het eindelijk zover: wij gaan naar Big Bend National Park. Deze trip hebben wij vorig jaar al geboekt want het is nu hoogseizoen en dan is het moeilijk om accommodatie te krijgen in het park zelf.
Wij vertrekken vrijdagmiddag pas om 4 uur uit San Marcos. Er zijn problemen met de stroomvoorziening in gebouw 6 en om half 3 wordt de stroom overal uitgeschakeld omdat er monteurs van het electriciteitsbedrijf aan het probleem werken. Dit betekent dat Arnold, die vandaag thuis werkt, zijn laatste emails niet kan versturen. Het zou een uur duren maar om half 4 als wij eigenlijk weg willen, is de storing nog niet verholpen. Arnold gaat dus maar naar de receptie want daar is wifi.
Ik rijd de eerste etappe, naar San Antonio airport, naar de Hertz want wij hebben voor deze trip een 4x4 gehuurd, iets Jeep-achtigs. Het duurt ruim een uur om er te komen want het is erg druk op de weg. Misschien nog vanwege de voorjaarsvakantie of is dit een normale avondspits? Ik zet Arnold af bij de Hertz pick-up en wacht op een belendende P. Even later komt hij in een chique witte SUV aanrijden. Moeten wij hierin de bushbush in? Het voldoet geheel niet aan mijn beeld van een 4x4! De wagen blijkt een Nissan Rogue. Wij rijden in formatie naar de Green Lot van het vliegveld, parkeren daar de Saab, pakken alle rommel over in de Nissan en dan gaat het richting El Paso, op de I10. Het is erg druk San Antonio uit en tegen zessen stoppen wij bij een Whataburger voor een snelle maaltijd. Daarna wordt het langzamerhand rustiger op de weg. De I10 leidt ons door Hill Country, vrij verlaten en ruig maar wel mooi. Wij zien de zon

achter de heuvels zakken. De tocht is weinig opwindend en om kwart voor 9 komen wij aan bij de Days Inn Devils River in Sonora. Grappig verhaal: gisteren kreeg ik twee mailtjes van Google over onze twee hotelreserveringen: eentje in Sonora en eentje in Ozona (zo'n 30 mijl verderop). Die in Ozona hadden wij een paar weken terug geboekt, maar wij waren toen blijkbaar vergeten dat wij al maanden geleden een kamer hadden geboekt in Sonora! Je kunt ook té georganiseerd zijn ;) Gelukkig dat ik die mailtjes kreeg: nu kon ik er nog eentje kosteloos annuleren. Dat werd het hotel in Ozona, want die in Sonora kostte al $80 als ik wilde cancellen!
De kamer is prima: ijskastje, koffiemachine, kingsize bed en alles zeer schoon. Een kop thee en dan duiken wij de koffer in want morgen wordt een lange dag. Wij moeten nog zo'n vierenhalf uur rijden naar Big Bend National Park.

Zaterdag 18 maart
De wekker gaat om half 7. Ik ben meerdere keren wakker geweest en heb ook een tijdje wakker gelegen omdat wij om 5.15 uur ineens buren kregen! Wij nemen snel een douche en haasten ons naar de naastgelegen diner, waar wij op vertoon van een voucher van het hotel een gratis ontbijt krijgen. Het is een aparte tent: overal hangen opgezette hertenkoppen. Aan een tafel naast ons zitten zes oude knakkers met cowboyhoeden en visjackjes aan sterke verhalen uit te wisselen bij een bakkie leut. Om half 8 's ochtends. Het schijnt hier een populair jachtgebied te zijn. Wij eten snel ons uitstekende ontbijt van gebakken eieren met spek en toast en pakken dan onze spullen weer in. Om tien voor 8 zijn wij weer op weg richting Fort Stockton. Wij stoppen in Ozona, een klein dorp aan de I10. Ozona is de enige 'stad' in Crockett County en is trots op zijn monument voor David Crockett, de held die bij de Alamo om kwam (6 maart 1836). Zijn motto was: 'Be sure you are right, then go ahead'. Op de square staat

het monument vlak tegenover het courthouse van Crockett County ( niet onverdienstelijk) en naast een standbeeld opgericht ter ere van de eerste pioniers die zich hier vestigden.
Wij rijden door steeds ruiger landschap, met rare rotsformaties en alleen struiken en cactussen. Een uur later zijn wij in Fort Stockton, dat overduidelijk over zijn hoogtepunt heen is. Op de hoek van Main Street staat Pecos Pete, een enorme Roadrunner van metaal en de 'claim to fame' van Fort Stockton. Hij is 3,5 meter hoog en 6,5 meter lang. Aan de historische Main Street is niet veel te zien, een blok verder liggen de resten van Fort Stockton, een historisch fort. Eén van de officiersonderkomens is nu een privéwoning, de rest is museum. Er staan nog twee barakken voor de gewone soldaten, een keukengebouw en Guard House met gevangenis.
Dit fort werd in 1858 opgericht om reizigers en settlers in de omgeving te beschermen tegen de Indianen. Tijdens de Burgeroorlog trok het US leger zich terug en werd het fort kort bewoond door troepen van de Confederates. In 1867 werd het fort in ere hersteld en bezet door 4 compagnieën van de 9e Cavalerie, een van de nieuwe regimenten opgericht voor zwarte soldaten, bijgenaamd de 'Buffalo Soldiers'. Na de Burgeroorlog kozen veel ex-slaven voor de zekerheid

van een baan bij het leger. Na 1880 was de oorlog met de Indianen voorbij en was de rol van het fort uitgespeeld. Het werd in 1886 verlaten. Wij lopen op ons gemak rond het exercitieterrein, het is uitgestorven. De dame in het Visitor Center wordt uit haar trance gerukt en dreunt de bezienswaardigheden plichtmatig op.
Wij keren weer terug naar de auto en tanken bij een benzinestation want Chris had ons gewaarschuwd dat benzinestations schaars zijn op deze route! Wij zoeken naar broodjes voor de lunch maar het gebodene ziet er allemaal erg plastic uit. Wij kopen wel een bakje verse fruitsalade voor het noodzakelijke vocht. Verder naar Marathon, de volgende vlek op de kaart.
Tegen half 12 parkeren wij bij het beroemde Gage Hotel, ooit een privéwoning van Alfred S. Cage, gebouwd in 1926. Hij was een rijke veeboer, die de grootste ranch in deze regio bezat. Nu is het een populair hotel, met prachtige antieke inrichting. Kamers hier zijn erg duur, dus hebben wij dit maar aan ons voorbij laten gaan. Het naastgelegen restaurant is in een soort adobestijl gebouwd en er hangen dikke strengen gedroogde pepers aan de voorpui. Op de porch staan grote schommelstoelen! Het zal hier goed toeven zijn. Ik loop de lounge binnen en mag een foto maken van het schitterende interieur.
Wij halen een club sandwich voor de lunch bij een French Café, waar ze lekkere dingen hebben. Hier gelukkig geen plastic brood!
Wij rijden weer door en om tien over half 1 rijden wij, na betaling van $25 entree (goed voor 1 week) het Big Bend National Park binnen! Het laatste uur was de weg uitgestorven. Er is geen bebouwing, geen verkeer, alleen rotsen, struiken en cactussen. Wij stoppen een paar mijl verderop bij de Fossil Bone Exhibit. In Big Bend National Park zijn allerlei dinosaurusbotten gevonden en men heeft hier een prachtige openluchttentoonstelling aan gewijd. Eerst is het echter tijd voor de lunch. Aan een picknicktafel onder een afdakje nuttigen wij de zalige club sandwich en de fruitsalade. Het gaat er goed in. Daarna

bekijken wij de tentoonstelling.
Zoals al eerder vermeld was Texas in oertijden een zee, dus er zijn resten gevonden van enorme vissen als de Xiphactinus (Sword Ray), ook resten van zeeschildpadden en reuzenoesters zijn aangetroffen. Van de dinosaurussen zijn er resten van Acujaceratops, de Deinosuchus, Alamosaurus en de Bravoceratops (voorouder van de neushoorn) aantroffen. Allemaal jongens waar wij in San Antonio in het Witte museum onlangs ook al over gelezen hadden.
Naast het pad ligt ook een reuzensteenklomp die gefossileerd hout blijkt te zijn.
Wij rijden verder naar Panther Junction,naar het Visitor Center. Gail had ons verteld dat je hier info kon krijgen over de berijdbaarheid van met name de onverharde wegen, maar dat is tegenwoordig niet meer in papieren vorm. Een ranger legt ons uit welke wegen te berijden zijn en welke niet. Het is half 2 en wij besluiten de oostelijke

route naar de Rio Grande te nemen.
De Rio Grande (Grote Rivier) is de grens met Mexico en dat wordt ons in Boquillas Canyon erg goed duidelijk. Aan de andere kant van de rivier staan mannen met pony's waarmee je Mexico in kunt rijden, naar het nabijgelegen Boquillas del Carmen. Volgens Gail een zeer arm gehucht, waar mensen je eten en zelfgemaakte souvenirs aanbieden. Wij kunnen het niet uitproberen, want om Mexico in te gaan heb je officieel een visum nodig en dat hebben wij niet. Er zijn voortdurend grenscontroles en als je gepakt wordt, weet je niet wat er gebeurt! Dus blijven wij maar aan de Amerikaanse kant. De Rio Grande is helemaal niet zo grand hier, maar vrij ondiep en niet breed.
Op een steen staan poppetjes gemaakt van kraaltjes en ijzerdraad: cactussen, road runners, schorpioenen. Er staat een pot naast waarin je geld kunt doen, maar er wordt afgeraden om aan deze illegale vorm van verkoop mee te werken. De Mexicanen komen 's nachts de grens over om het geld op te halen. Ik moet de road runner dus helaas laten staan. Wij zagen er al twee keer eentje de weg over rennen vandaag, vlak voor de auto!
Het is erg heet, boven de 30° C en wandelen naar de Boquillas Canyon is me te heet. Wij keren dus op onze schreden terug en kijken bij het

zgn. Rio Grande Village. Een RV camping, een winkeltje en een benzinepomp, meer is het niet. Wij volgen de weg terug naar de Hot Springs. Dit is een heel erg nauw en slingerend pad, alleen begaanbaar voor 4x4. Ter plaatse zie je wat resten van een nederzetting. Het is er knetterdruk met mensen die gaan baden in de Hot Spring. In 1909 kwam ene J.O. Langford vanuit Mississippi met zijn gezin naar West Texas voor zijn gezondheid. Als kind had hij malaria gehad en hij leed nog steeds onder zware aanvallen. In het hotel in Alpine hoorde hij van een genezende bron in Big Bend. Zonder het land gezien te hebben, rende hij naar het kantoor van de landmeter en kocht het terrein met de bron. Onder de Homestead Act moest je echter 3 jaar achter elkaar het land bewonen en voor $300 het land verbeteren. Niemand had dat tot dusver voor elkaar gekregen. Met zijn vrouw Bessie, een dochtertje van anderhalf jaar en een baby onderweg, vertrok J.O. vanuit Alpine naar Big Bend, een reis van 11 dagen (nu 2 uur!). Nadat hij 21 dagen lang in de bron gebaad had, was hij weer zo goed als nieuw en opende hij de bron ook voor anderen. Voor 10 cent per dag mocht je baden. Dit was het eerste toerisme in Big Bend!
Omdat afgeraden wordt je auto met bagage hier achter te laten, blijft Arnold bij de auto terwijl ik naar de bron loop om foto's te maken. Dat valt niet mee, want het is snikheet op het pad en de bron blijkt verder weg dan ik dacht. Langs het pad staat torenhoge bamboe en je kunt er niets door zien. Eindelijk, eindelijk kom ik bij de bron, je hoeft maar op het lawaai af te lopen. Het zit er vol met mensen, die in een soort bak in de rivier zitten. Het water heeft hier een temperatuur van 40 graden!! Ik moet er niet aan denken, dat is bijna de omgevingstemperatuur! Arnold is intussen in gesprek geraakt met een mede San Marcosaan, de eigenaar van een tweedehands kledingzaak aan de Square!.
Wij wilden nu eigenlijk een onverharde weg inslaan die naar Panther Junction terug voert maar daar kun je niet harder dan 25 mijl per uur

rijden. Het is al na vieren en dat gaat te lang duren. Dus rijden wij maar naar ons hotel: de Chisos Mountain Lodge, het enige hotel in het park. In 1933 werd de Big Bend regio een State Park. In 1934, middenin de Depressie, werd er een afdeling van het Civilian Conservation Corps naar Big Bend gestuurd in het kader van de werkverschaffing. Er moesten toegangswegen en faciliteiten voor gasten gebouwd worden. Honderden, hoofdzakelijk Hispanic mannen, werkten daar 9 jaar aan. De Texanen hielden een forse lobby om van het State Park een National Park te maken en een week na D-Day, op 12 juni 1944, ondertekende President Roosevelt de betreffende wet.
Wij krijgen een kamer in een gebouwtje met twee etages, wij zitten beneden, in kamer B7. Het ziet ernaar uit dat er sinds de tijd van Roosevelt niet veel meer aan veranderd is, het is allemaal erg simpel. Maar dat geeft niet. De locatie maakt alles goed: wij zitten in de krater van een oeroude vulkaan, omgeven door de resten van de wanden. Boven ons torent de Casa Grande, een dominante rotsformatie, big as a house! Het enige uitzicht uit de krater heb je door de 'Window', een V-vormige opening richting het noorden, waarachter je de bergen verderop in het park kunt zien. Het is allemaal zeer indrukwekkend.

Ik kan niet wachten om onder de douche te kruipen, voel me vies en plakkerig. Bij een glas witte wijn (BYOB) komen wij even bij voordat wij ons naar het restaurant begeven. Daar is het knetterdruk, de wachttijd is een half uur. Maar dat geeft niet, want wij kijken vast rond in de giftshop ernaast. Wij zoeken iets voor Gail uit, die weer trouw op Pompom past.
Het eten is niet bijzonder. Arnold heeft forel met rijst, ik een chicken fried steak met aardappelpuree en een heleboel gravy. Het vult, dat is alles wat je erover kunt zeggen. De zonsondergang is schitterend en de belichting op de rotsformaties rondom is sprookjesachtig. Wij maken een fotorondje naar de 'Window' en zijgen dan neer op ons balkon. Ik schrijf mijn blog en hoor ineens geruis in het struikgewas. Een, twee, drie Carmen Whitetailed Deer wagen zich vlakbij het gebouw. Dit is een hertensoort die uitsluitend in het Chisos Basin voorkomt. Er zijn meer diersoorten die alleen hier voorkomen, omdat het klimaat hier koeler is en er meer regen is dan in het omringende

gebied. Bepaalde diersoorten 'strandden' hier in de loop der eeuwen en zijn elders uitgestorven. Om half negen gaan wij naar binnen, want het is nu te donker en te fris want er staat een frisse wind. Wat zullen wij lekker slapen!!



Zondag 19 maart
De wekker gaat om half 7. Wij hebben allebei wat approximatief geslapen helaas want deze units zijn heel erg gehorig met name verticaal! Als de bovenbuurman naar de WC gaat, zitten wij rechtop in bed! Wij kleden ons snel aan en lopen door de duisternis naar het restaurant. Het complex lijkt uitgestorven maar er zit toch een mannetje of 20 in de eetzaal voor het ontbijt. Er is een ontbijtbuffet met eieren, spek, worstjes, biscuits en gravy, vers fruit en cereal. Gisteravond hebben wij lunchpakketten besteld en die worden ons nu overhandigd. Om 10 voor 8 zitten wij in de auto, de zon komt net op. Boven ons torent de Casa Grande, nu rose in het licht van de opkomende zon. Iedere bocht die je neemt zorgt voor adembenemende uitzichten. Dit is beren- en poematerrein zoals bordjes langs de weg ons inlichten. Wij zien ze niet maar ik stap wel om de vijf minuten uit om weer een uitzicht vast te leggen. De bermen zijn blauw van de Bluebonnets, het lijkt wel of ze ingezaaid zijn! Wij draaien linksaf, richting Santa Elena Junction.
Ook hier weer schitterende vistas over rotsformaties en bergen in de opkomende zon. Ik maak een foto van Arnold naast een bloeiende yucca. En van een schitterende ocotillo met zijn rode bloesem. Bij Maverick Junction slaan wij een onverharde weg in; hier moet de Nissan Rogue zich bewijzen (rogue betekent schavuit, boef of

schurk!). Hij zet automatisch zijn Four Wheel Drive aan als het nodig is: een denkende auto!! Het eerste stuk van de weg is nog heel netjes. Het lijkt wel gladgestreken. Maar dan rijden wij door wat droge rivierbeddingen en wordt het allemaal wat ruiger. De 'Old Maverick Road' is 21 km lang en leidt naar de Santa Elena Canyon. Als ik onderweg weer eens uitstap om een foto te maken, verstoor ik een jackrabbit (prairiehaas), die ongelooflijk snel wegrent. Wij zien nogmaals een Roadrunner, maar die zijn niet te fotograferen!!
Om kwart over 10 komen wij aan bij de canyon. Het is lekker weer, zo'n graad of 22 en dus besluiten wij de wandeling te maken die de canyon in leidt, zo'n 3 km. Het pad gaat zeer steil omhoog maar gelukkig hebben wij wandelstokken te leen gekregen van Chris en Gaby en dat helpt. De canyon is uitgesleten door de Rio Grande, de grensrivier met Mexico en de canyon staat dus met 1 muur op de Amerikaanse en met 1 muur op de Mexicaanse zijde. In ieder geval

hoeft Trump hier geen muur te bouwen ;)
Het eerste deel van de wandeling is nogal heet en het pad gaat steil omhoog, maar dan kom je in de schaduw van de canyon en is het heerlijk koel. Wij lopen zover als je kunt gaan, het spoor eindigt bij een soort strandje. De rivier is zeer ondiep en hier en daar zijn zandbanken. Een groep kanovaarders roeit door de canyon en ze hebben moeite rond de zandbanken te navigeren. Overal hoor je vogels. De wanden gaan steil omhoog, 400 m. hoog. Dit is de diepste canyon in de States na de Grand Canyon! Wij blijven een tijdje heerlijk aan de oever van de Rio Grande zitten genieten van al het moois. Een voorbijlopend stel vraagt ons een foto van hen te maken en doet hetzelfde voor ons. Wij lopen langzaam weer terug. Het is half 12 als wij bij de auto aankomen en het is intussen flink opgewarmd: 28 graden nu. Wij rijden over verharde wegen naar Castolon, in de twintiger jaren een trading post en een legerplaats.
Onder luifels van bamboe zitten een aantal mensen te lunchen en wij zoeken ook een plaatsje. Onze lupa's smaken opperbest: wraps met chicken salad resp. rosbief, vergezeld van zakjes chips, een Oreo cookie en een zalig sappige Texaanse sinaasappel.


Na de lunch rijden wij naar het Mule Ears View Point. De Mule Ears Peaks zijn een tweetal bergtoppen van 1193 m. hoogte die inderdaad veel weg hebben van ezelsoren! Als ik foto's sta te maken, zie ik iets bewegen tussen de struiken: het is een collared gecko (kraag gekko) die zich uitgebreid op de gevoelige plaat laat vastleggen!
Het licht is nu te fel om echt mooie foto's te maken en wij rijden terug naar Panther Junction, naar het Visitor's Center. Buiten op een bankje hebben wij eindelijk toegang tot wifi en kunnen wij even appen met iedereen. De bereikbaarheid in het park is zeer gering; ik heb nergens telefoonontvangst, ook hier niet, maar ik kan wel appen.
Wij kopen souvenirs bij de shop en rijden terug naar onze lodge, een ritje van 20 minuten. Ik snak weer naar een douche!! Arnold zet intussen een kop thee en wij hebben er zelfs nog een cinnamon roll bij. Het is 3 uur. Wij nemen een siësta: ik schrijf aan mijn blog, Arnold leest. Om een uur of vier is de zon gedraaid en kunnen wij op het balkon zitten. Het is nu heerlijk buiten. Wij drinken een glaasje wijn en zakken om 6 uur af naar de eetzaal. Ik heb vandaag niet veel honger en kies voor de salad bar, die goed voorzien is. Arnold neemt Chicken Parmesan met pasta. Wij delen een brownie met ijs als dessert en genieten van de vogeltjes die buiten af en aan vliegen.
Wij maken een constitutional over het Window View Trail, waarbij wij de zon over de berg zien zakken. Er is een mooi plekje met een bankje en wij zitten gezellig met zijn tweetjes. Door de Window kijk je uit over wat wel een mythologisch landschap lijkt, met bergen in nevelen gehuld. Maar het lijkt de Kalverstraat wel: heel veel mensen komen langs, sommigen blijven even naar het uitzicht kijken, anderen knopen een praatje aan. Een man uit Michigan, een kwieke zeventiger, vertelt een heel verhaal over zijn thuisland en pas om 8 uur lopen wij terug naar onze kamer. De zon is nog niet helemaal onder. Wij drinken thee op het balkon. Ineens loopt er een vos vlak voor ons balkon langs! Als ik uitroep: 'een vos', kijkt hij mij laatdunkend aan van 'nou èn' en loopt gewoon door. Een paar meter verderop licht hij zijn poot op en plast hij tegen een graspol. Dan verdwijnt hij tussen de gebouwen.
Om tien uur doen wij het licht uit maar dan komen de bovenburen thuis en die trainen blijkbaar voor de vierdaagse, want anderhalf uur lang hoor ik ze boven heen en weer lopen. Elke voetstap hoor je kraken! Ze schuiven met lades en stoelen. Daarna zitten ze een tijdje op het balkon waarbij ze niet echt zachtjes praten. Ik gluur door de lamellen naar buiten en zie een fantastische sterrenhemel. Tegen middernacht maak ik per ongeluk Arnold wakker (de bovenburen zijn net weer naar binnen). Als ik hem vertel van de sterrenhemel, wil hij best even gaan kijken en zo staan wij om middernacht op ons balkon naar boven te turen naar die grote koepel vol twinkelende sterren. Zoveel zie je nooit meer! Je ziet hele melkwegen en ik herken allerlei sterrenbeelden. Wij staan een hele tijd te kijken en kruipen

dan weer in bed. Het duurt echter nog lang eer ik de slaap kan vatten.

Maandag 20 maart
En om half 7 gaat de wekker weer...... Ik ben al om vijf over 6 wakker. Snel aankleden en naar de eetzaal. Wij zijn de eersten om vijf over 7! Na een snel ontbijt van pancakes (AP) en eieren (AM), maken wij ons op voor het Basin Loop Trail van 1,9 mijl (3,5 km). Vanuit het hotel kun je allerlei wandelingen lopen maar de meesten zijn te lang en daar hebben wij vandaag geen tijd voor. Wij klimmen de berg achter onze hotelkamer op, het pad is vrij steil. Gelukkig hebben wij de wandelstokken van Chris en Gaby weer bij ons. Die zijn echt handig op dit oneffen terrein. Het is schitterend weer en heel helder. Afwisselend voel je warme en koude luchtstromen uit de struiken wasemen. Wij zien vijf herten, vier vrouwtjes en een mannetje! De stilte is oorverdovend: je hoort het bloed in je oren ruisen. Er zijn veel vogels: blue jays vergezellen ons een deel van de wandeling. Wij doen anderhalf uur over de wandeling, vooral omdat je steeds weer stil staat om alles in je op te nemen. Je kunt niet lopen en kijken tegelijk, dat is veel te gevaarlijk. Aan het eind van de wandeling zien wij het hotel liggen en de grote groene waterreservoirs. Er is momenteel een groot watertekort in het park en van alle kanten wordt op water bezuinigd. Zo wordt in het restaurant niet automatisch water geserveerd (een normale zaak in ieder Amerikaans restaurant) maar moet je daarom vragen. En de wasserette is gesloten tot nader order.
Om even na negenen komen wij weer terug in de bewoonde wereld van het Basin van de vulkaan. We gaan weer even zitten op het mooie plekje met uitzicht op de Window, de enige plek waar je naar buiten kunt kijken vanuit de vulkaan.
Wij douchen snel, pakken alles in en checken om half 11 uit. Dan rijden wij naar Panther Junction, naar het Visitor Center om Dad te

kunnen bellen voor zijn verjaardag. Hij wordt vandaag 93 jaar en heeft een drukke dag achter de rug als wij hem bellen. Veel telefonische felicitaties, maar ook emails en zelfs papieren kaarten! Anneke Heida is langsgekomen met een cadeautje en Aukje gaat vanavond met hem uit eten, als afgevaardigde van de afwezige dochters en kleindochter!! Tania en Laurence gaan volgend weekend naar hem toe. Als wij alle post bijgewerkt hebben, rijden wij het park uit richting Ghosttown Terlingua. Dat is begonnen als een kwikmijn in 1903. Er werd cinnabar gevonden, de grondstof voor kwik. De hoogtijdagen waren tussen 1920 en 1933, daarna werd het een ghosttown. Tegenwoordig is het stadje weer aan de vergetelheid ontrukt en hebben de vroegere mijngebouwen en -kantoortjes een toeristische bestemming gekregen. Chris en Gaby hebben er overnacht in een hoogst curieus hotel en ons daarover verteld. Wij willen wel eens poolshoogte nemen ter plaatse! De General Store is

nu een souvenirwinkel. Op de porch zit een man gitaar te spelen en twee meisjes spelen met een jonge hond. Een bordje op de porch vermeldt: no dogs on porch!!
Naast de general store zit een theater annex restaurant dat echter pas om half 5 open gaat. Voor de deur staan grappige barkrukken waar Gaby ook foto's van had, met de kont van een paard of een showgirl met cowboylaarzen!
Wij zien geen lunchmogelijkheden en vragen de dame achter de kassa van de General Store om raad. Zij verwijst ons naar de 'Rio Bravo', een Mexicaans eettentje zo'n vier mijl terug. Zo dicht bij de

Mexicaanse grens moet je natuurlijk ook Mexicaans eten! Dus rijden we via de begraafplaats van Terlingua (die nog steeds in gebruik is!) terug en vinden het tentje al snel. Er is een overdekt terrasje, waarop al wat mensen zitten te eten. Ik haal binnen menukaarten en wij bestellen taco's met rijst en bonen. De dikke uitbater brengt water en nachos met tomatendip. De taco's met kipvulling blijken verrassend lekker en vinden snel hun weg. Wij delen een portie omdat het anders teveel zou zijn. Voldoende en genoegzaam gevoed zetten wij onze reis voort richting Alpine. Deze omgeving is niet echt mooi: heel erg ruig en dunbevolkt. De schamele bewoners die er zijn, wonen in uitgebouwde caravans. Pas later wordt het landschap glooiender, minder ruig, meer begroeid maar nog steeds is alles erg onherbergzaam en dor. Vlak voor Alpine is er een pascontrole en moeten wij de Border Patrol onze paspoorten laten zien (wel zo'n 80 km van de grens!!). Wij mogen gelukkig zonder problemen verder

rijden en arriveren rond half 2 in Alpine. Wij rijden door de straten van Alpine, maar vinden het niet echt spannend. Alpine blijkt een universiteit te hebben, de Sul Ross State University en die hebben o.a. ook een Animal Science afdeling!! Wij rijden maar door naar Marfa. Op weg daarheen kom je langs het Marfa Lights View Center en wij kijken eventjes hoe dat eruit ziet, want vanavond willen wij die beroemde Marfa lights wel eens zien! Het is een keurig gebouwtje met toiletten, informatieborden, verrekijkers en zitbankjes. Nu is alles geheel verlaten, pas tegen de avond loopt het daar vol.
Om half 3 zijn wij in Marfa en daar stappen wij uit om foto's te maken. Er is een square met een courthouse, dat is zalmroze en erg mooi. De andere gebouwen rond de square zijn nogal in slechte staat en soms leegstaand. Er staan wat gebouwen uit laat 19e eeuw, maar veel gebouwen hebben een duidelijk 30er jaren stijl. Tegenwoordig is Marfa een artistieke kolonie vol galerietjes en kunstshops. Maar vandaag is het maandag en dat is geen gunstige dag om Marfa te bezoeken blijkbaar. Alles is dicht, als het überhaupt al open is.
Het belangrijkste gebouw is het Paisano hotel. Daar overnachtten presidenten Truman, Roosevelt en JFK. Maar het hotel is het meest beroemd omdat de filmcrew van 'Giant' er in 1955 verbleef, met James Dean en Elizabeth Taylor! Tegenover het hotel zit de Vrijmetselaarsloge, op de eerste etage van een gebouw.

Wij drinken wat op het terras van het hotel en beelden ons in dat James en Liz hier ook zaten te borrelen! James Dean kwam in september 1955 om bij een auto ongeluk, toen hij met zijn Porsche onderweg was naar een autorace. Giant kwam uit in 1956 en James Dean werd postuum genomineerd voor een Oscar.
Op de wifi van het hotel zoeken wij naar restaurants want het hotel heeft niet veel te bieden naar onze zin. Ik vind een leuke tent twee straten verderop maar als wij gaan kijken blijkt die over de kop! Marfa is duidelijk over haar hoogtepunt heen! Het is bijna half 5 en wij besluiten dan maar door te rijden naar Fort Davis, waar wij een hotel hebben geboekt. Tegen vijven komen wij aan bij The Hotel Limpia, een snoezig historisch pand, helemaal in oude stijl ingericht, met schommelstoelen op de porch! Op de deur staan bordjes met "Please keep Limpia inside" met een plaatje van een poes: er is een hotelkat!
Wij zetten de spullen in de kamer, frissen ons wat op en melden ons

dan bij het naastgelegen restaurant 'The Blue Bistro'. Dat blijkt een gouden greep! Zeer Frans georienteerd, wij hebben geluk dat wij doorgereden zijn! Dit doet de enigszins tegenvallende maaltijden van de laatste dagen op slag vergeten. Vooraf krijgen wij Texaanse charcuterie (zelfgemaakte salami, ook eentje met kaas erin), met cornichons en olijven. Arnold kiest daarna voor de Panakopita (Grieks filodeeg met kaas en spinazie); ik neem Boeuf Bourguignon. Ook de wijnkaart is fantastisch en er staan wijnadviezen bij de diverse gerechten. Wij toasten op Dad! Als dessert neem ik een kaasplankje met geitenkaas uit Marfa en Manchego, Arnold kiest voor crème brulée. Smullen geblazen. Wij lopen naar de lounge en knuffelen met Limpia die graag mijn kaasvingers aflikt!
Daarna gaan wij richting Marfa om te kijken naar de zgn. Marfa lights. De Marfa ghost lights zoals ze ook wel genoemd worden, werden voor het eerst gesignaleerd door een cowboy die met een

kudde overnachtte in 1883. Sindsdien zijn er veel mensen geweest die de lichten zagen. Er zijn veel theorieën over de lichtverschijnselen: UFO's, kampvuren, gassen uit de grond. Het lastige is dat tegenwoordig Highway 67 door het observatiegebied loopt en daardoor worden vaak koplampen voor Marfa lights versleten. Maar in 1883 kon dat natuurlijk niet! Een andere theorie is dat het om een soort luchtspiegeling gaat door grote temperatuurswisselingen. Marfa ligt in de woestijn en de temperatuur zakt 's avonds behoorlijk.
Hoe dan ook, wij zijn nieuwsgierig naar dit fenomeen en rijden naar het Marfa Lights View Center. Wij zijn net op tijd voor een spectaculaire zonsondergang. Ik probeer wat prairiehazen te pakken te krijgen, maar ze zijn te vlug voor me.
Als de zon weggezakt is, staan wij uren te turen in de duisternis. Aan de rechterkant is een soort heuveltop waar Highway 67 vanaf komt en daar zie je steeds autolichten. Ook is er een constant rood knipperlicht, waarschijnlijk bij een kruising. Een man die al jaren in

Marfa zijn vakanties doorbrengt, beweert echter dat de witte lichtjes die zo nu en dan boven en links van het rode licht te zien zijn, wel degelijk Marfa lights zijn. Als dat auto's waren, zweefden ze in de lucht! Soms zijn er twee, dan weer een, dan weer drie.
Het zal wel, ik vind het niet echt overtuigend en na een tijdje houden wij het maar voor gezien. Wij genieten van de fabuleuze sterrenhemel en rijden dan weer terug naar Fort Davis. Wij hebben een aparte sleutel gekregen voor de voordeur omdat de receptie na 9 uur dicht is. Maar die sleutel blijkt niet te werken en wij kunnen de deur niet in! Dus moeten wij het alarmnummer van het hotel bellen. Het duurt 20 minuten voordat er iemand komt. De man rent zijn auto uit, doet de deur open met zijn sleutel en rent weer weg! Wij kopen een flesje drinken uit de automaat, wensen Limpia welterusten (die weer op een andere fauteuil is neergestreken) en retireren naar onze kamer. Het is half 11.


Dinsdag 21 maart
Wij slapen uitstekend. Het is doodstil buiten en ook fris genoeg. De wekker gaat om half 8 en Arnold gaat er het eerste uit. Ik volg gedwee ;) Wij douchen en lopen dan naar beneden. Limpia ligt prinsheerlijk in het kantoortje te slapen en wij zwaaien van een afstandje. Ik maak foto's binnen en buiten. Het is nog uitgestorven in Fort Davis, bijna alles is nog dicht. Behalve de Drugstore, daar kun je ook ontbijten. Gail had al verteld dat ze hier een ouderwetse soda fountain hebben. Daar kon je in de 50er jaren een frisdrank op maat bestellen, met verschillende smaakjes. Vroeger had je die overal! Het interieur oogt inderdaad zeer nostalgisch met rode barkrukken en houten booths. Wij bestellen ontbijt en ik maak nog meer foto's. Het ontbijt (eieren met toebehoor, want meer keuze is er niet) smaakt prima.
Daarna pakken wij onze spullen in, checken uit en rijden naar het fort van Fort Davis. Dit werd in eerste vorm opgericht in 1852 om

reizigers richting Californië (de Gold Rush!) te beschermen tegen de Indianen, de weg van San Antonio naar El Paso. De Apaches, Comanches en Kiowas maakten daar de boel onveilig. Het fort werd Fort Davis genoemd, naar Jefferson Davis, toen Minister van Defensie, tijdens de Burgeroorlog President van de Confederates. Net als in Fort Stockton kwam het fort tijdens de Burgeroorlog leeg te staan en pas in 1867 werd het opnieuw opgebouwd. Het werd nu veel groter opgezet en tegen 1880 woonden er zo'n 400 soldaten. Tot 1881 was de belangrijkste taak van het fort de Texaanse grens te beschermen tegen invallen van Comanches en Apaches. Na het einde van de Indian Wars, werd het garnizoensleven in Fort Davis meer routinewerk: wegen en telegraaflijnen herstellen, soms reizigers begeleiden, bandieten achterna zitten. Maar in 1891 was de rol van het fort uitgespeeld, temeer daar de spoorlijn niet naar Fort Davis kwam. In 1961 ondertekende JFK een wet om het fort een National Park te maken en er werd veel geld ingepompt om het op te knappen. Daarvoor werd dat door vrijwilligers gedaan.
Het is te zien dat het nu een National Park is, want het ziet er prachtig uit. Men is nog steeds bezig gebouwen op te knappen. In het Visitor Center worden wij door een enthousiaste vrijwilliger ontvangen. Er is een museum over de geschiedenis van het fort en wij krijgen er ook een filmpje over te zien. Dan lopen wij de verschillende gebouwen langs: de officierswoningen, de barakken voor de soldaten, het ziekenhuis, de fourier (waar je voorraden kon inkopen), het hoofdkwartier, etc. Om de zoveel tijd hoor je 'bugel calls" over een luidspreker, vroeger de manier om de troepen te waarschuwen dat het tijd was voor bijv. de exercitie of de maaltijd. Erg leuk. Als het exercitietijd is (11 uur 's ochtends) hoor je ook de commando's schallen over het exercitieterrein.Het zit allemaal knap in elkaar. Het fort wordt omringd door rotsformaties en ligt beschermd, met een kreek vlakbij. Het was vroeger de bedoeling dat de mannen eens per maand een bad in de kreek namen, maar velen deden dit niet omdat

ze het water te koud vonden!
Ook dit fort had zwarte regimenten, geleid door blanke officieren. De officieren mochten hun gezin meenemen en hadden dus ook grotere woningen. De dames hadden niet veel te doen hier, want lokaal werd personeel ingehuurd. De zwarte soldaten werden t.o.v. blanke regimenten wel benadeeld, maar dat weerhield hen er niet van om zich in de Indian Wars diverse malen te bewijzen.
In het gebouw van de fourier is een spel met huifkarren, waarmee zgn. voorraden aangevoerd moeten worden. Vanaf San Antonio duurde het 6 weken voordat een karavaan bij het fort was, dus goed en tijdig inkopen was een must!
Om half 12 vertrekken wij vanaf het fort. Wij hebben, behalve wat kaas en fruit van het kaasplankje gister, nog niets voor de lunch, dus zoeken wij in het volgende dorp, Balmorhea, dat vlak bij de I10 ligt, naar iets te eten. Op een benzinestation staat: 'picnic supplies', dus we stoppen maar als wij gaan kijken valt het nogal tegen. Allemaal blikjes, geen vers brood e.d. Wij kopen een blikje hamspread en crackers en wat te drinken. Tegen enen stoppen wij op een prachtig nieuwe 'rest area' aan de I10, die wij op het allerlaatste moment pas zien. Er zijn zelfs toiletten met stromend water! Aan een picknicktafel met afdakje eten wij crackers met kaas en spread en fruit. Wij hebben

ook nog een zakje chips van de lupa's van zondag en een appel, dus restverwerking!
Ik rijd nog twee uur en dan stoppen wij om te tanken. De I10 is slaapverwekkend: heel recht, saai landschap, geen huizen, geen reclameborden, helemaal niets. Er is weinig verkeer: je zou hier zo met een robotauto kunnen rijden.
Om half 6 zijn wij in San Antonio en moeten wij de weg naar de Green Lot weer zien te vinden. Zelfs de GPS heeft er moeite mee! Uiteindelijk vinden wij onze auto terug, laden alles over en rijden achter elkaar aan naar Hertz. Het is nu 6 uur en volop spits, dus besluiten wij ons laatste avondmaal ditmaal in San Antonio bij een Texas Roadhouse te nuttigen! Hoewel het een gewone dinsdagavond is, hangen ze er weer met de beentjes buiten. Het is altijd druk bij die tent! Maar het eten is dan ook prima, niet duur en de bediening is snel en goed. Wij hoeven maar 10 minuten te wachten en kunnen dan plaatsnemen. Na een versterkend maal van catfish (AM) en steak (AP), vertrekken wij om 8 uur richting San Marcos. Daar komen wij om tien over half 9 aan. Pompom wacht op ons en bijt ons van puur geluk in de tenen!

Share your travel adventures like this!

Create your own travel blog in one step

Share with friends and family to follow your journey

Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.