Rond half elf ‘s ochtends wandelden we door het pittoreske haventje van Panarea en stapten we aan boord van een hovercraft boot die ons naar het volgende eiland zou brengen. We lieten het kleinste eilandje van de Eolische archipel achter ons en vertrokken naar het naastgelegen vulkanische eiland, Stromboli.
Stromboli is een bijzonder eiland. De gelijknamige vulkaan van bijna een kilometer hoog is de meest actieve vulkaan van Europa en één van de meest actieve vulkanen ter wereld. Eigenlijk steekt alleen het topje boven water uit, want vanaf de zeebodem gemeten is deze vulkaan wel 3000 meter hoog. Elke 5 tot 10 minuten vind er een eruptie plaats, waarbij lavaproppen tot tientallen meters hoog de lucht in worden geschoten. In 1930 werden de 1200 inwoners verrast door een gigantische uitbarsting, waar vulkanische bommen de dorpen verwoesten. Het hele eiland was bedekt onder een dikke aslaag. De lucht werd pikzwart, waardoor de mensen geen hand voor ogen zagen, alsof het nacht werd. Hierna werd het complete eiland ongeveer een meter uit zee opgetild, waarna het letterlijk weer terugviel op de oude plek. Hierdoor ontstonden grote vloedgolven. De zee was zo heet van de lava dat boten voor de kust in brand vlogen.
De drie actieve kraters op de top zijn onvoorspelbaar en continu actief. In 2002 barstte de vulkaan uit, waarbij grote lavastromen vanuit de krater in zee belandden. Die dag erna veroorzaakten aardverschuivingen en een explosie van een onderwatervulkaan voor de kust van het eiland voor 10 meter hoge tsunami en enkele doden. Een Duitse vrouw werd geraakt door een lavaprop en een local ademde tijdens zijn hike een giftig gas in en overleed. Het jaar daarop werd het eiland weer ernstig getroffen door een gigantische explosie. Daarna was de vulkaan een tijdje rustig, tot 2007 toen er ineens weer lava uit de kraters stroomden en de bewoners van Stromboli en Panarea geëvacueerd moesten worden, wat in 2013 weer gebeurde. De laatste grote uitbarstingen waren op 3 juli en 28 augustus in 2019, waar een vijf kilometer hoge aswolk de lucht in geblazen werd. Een wandelaar kwam door een vallend stuk gloeiend hete lava om het leven. Meerdere wandelaars en bewoners raakten gewond en werden geëvacueerd.
Nu wonen er nog maar ongeveer 500 mensen verspreid over twee dorpjes, die aan verschillende kanten van het eiland liggen. De wegen zijn te smal voor autoverkeer. Wel rijden de bewoners hier op de fiets, scooter of in Piaggio’s. Er werd voorheen geleefd van landbouw en visserij, maar tegenwoordig is de toeristenindustrie de belangrijkste inkomstenbron.
We meerden aan in het haventje van Stromboli. Het was begin van de middag en de zon brandde op m’n huid. Tijdens de bootreis boekten we een verblijf voor de komende twee nachten. Er waren niet veel accomodaties beschikbaar op het eiland. We hadden keuze uit een B&B gelegen aan de andere kant van het dorp, een luxe en prijzig hotel met zwembad of een slaapzaal in een hostel. Omdat de B&B te ver lag en het luxe hotel te duur, was de keus snel gemaakt. We gaan slapen in een hostel.
Gelukkig was het maar één minuutje lopen vanaf de haven. We kwamen aan en kregen verschillende sleutels voor de deur en voor een privé lade, waar we onze spullen in konden opbergen. Aan de linkerkant van een steil en smal steegje zagen we een blauwe deur. Via een trappetje kwamen we bij de slaapzaal uit. Ik bekeek de kamer en had gelijk spijt dat we niet voor het hotel met zwembad waren gegaan. Maar ja, dit had ook wel weer iets. Ik kreeg flashbacks van onze vorige reizen in Azië. Vanaf het terras voor de kamer hadden we mooi uitzicht op zee en als we ons omdraaiden zagen we de indrukwekkende vulkaan. Dus zo slecht was het nou ook weer niet. De kamer was ‘old school’ en basic ingericht. In de hoek sliepen Joost en ik, op een stapelbed. Naast ons, in het midden van de kamer stond een tweepersoonsbed, die de knappe Italiaanse jongen Joseppe, voor zichzelf had. Daarnaast in de andere hoek stond nog een stapelbed, daar sliep Rodriguez, een Spanjaard van formaat. We stelden ons voor en raakten in gesprek. Joseppe liep stage op Stromboli en probeerde vissersmannen te laten inzien dat er nieuwe en duurzamere manieren zijn om hun vangst binnen te halen, zodat de jonge visjes (die niet gegeten worden) blijven leven. Hij gaf ons ook wat tips over het eiland.
We rolden onze koffers naast het stapelbed en wandelden daarna naar het vulkanische zwarte strand naast de haven. Het was in de zon bijna veertig graden en met blote voeten over het strand lopen was niet te doen. We doken in zee waar we in lagen tot onze huid begon te verrimpelen. Daarna droogten we op en doken we vervolgens weer in zee. Eind van de middag liepen we, in de nog steeds bloedhete zon, naar het oude centrum gelegen op een heuvel. Uitgehongerd en bezweet kwamen we aan in een authentiek restaurant met een panoramisch uitzicht op de vulkaan en zee. Er stonden heerlijk geurende schalen op de bar met lokale gerechten. We mochten zelf uitkiezen wat we op ons bord wilden. Ik had geen idee wat het allemaal was, dus kregen we een bord met van alles en nog wat. Joost had voornamelijk aubergines, gevulde courgette rolletjes en verschillende soorten vis en op mijn bord lagen mosselen, een soort groentelasagne, gefrituurde vis en gemarineerde sperziebonen. Het was heerlijk en we zaten zo vol dat we ook geen avondeten meer hoefden.
Begin van de avond keerden we terug naar het hostel. Ik had nog geen zin om naar de kamer te gaan, dus liepen we naar de receptie om te vragen of er ‘s avonds nog iets te beleven was. De Italiaanse vrouw achter de balie vertelde dat er ‘s avonds een boot vertrekt die rond het eiland vaart. Dat leek ons leuk en we vroegen aan haar hoe laat die zou vertrekken. “Nu!” zei ze. We holden naar de haven in onze strandkleding en sprongen aan boort van een prachtige speedboot. Een Oostenrijks stel stapten ook aan boort, die tegenover ons kwamen zitten. De schipper sprak alleen Italiaans, maar de Oostenrijkse vrouw sprak het gelukkig ook en vertaalde heel lief alles naar Engels voor ons. De motor startte en de schipper gaf vol gas.
Ik genoot van de verkoelende wind op m’n huid. Het was indrukwekkend om het eiland vanuit een ander perspectief te bewonderen. We zagen een groep geitjes op een rots zeewater drinken, dat ze deden om hun zoutgehalte weer op pijl te krijgen tijdens deze hete dagen. Het was een prachtig beeld, witte wilde geitjes met daarachter een steile groene bergwand en daarboven een rookpluim uit de vulkaan.
Na een kwartier meerden we aan in Ginostra. Dit geïsoleerde dorpje, gelegen op een klif aan de voet van de vulkaan, telt maar dertig inwoners en is alleen bereikbaar over zee. De magie van deze plek begint direct vanaf de aanlegsteiger in de kleinste haven ter wereld, die vanwege het formaat "il Pertuso" (het gat) wordt genoemd. Er is slechts toegang tot één boot tegelijk.. We stapten van boort en liepen vanuit de haven over een oud muilezelpad naar het centrum. Onderweg kwamen we een visserman tegen die in een kar met twee mega grote tonijnen naar boven aan het duwen was. Eenmaal op het plein aangekomen, zagen we twee straten. De ene leidde naar de kerk en de andere naar het strand van San Lazzaro. Naast de kerk vonden we een delicatessenwinkeltje, waar we een plankje met daarop een selectie van o.a. kazen en kappertjes van het eiland kochten met daarbij twee koude biertjes. We namen plaats aan de rand van een klif en zagen ze zon in de zee zakken.
Rond half negen liepen we terug naar de haven en stapten we samen met het andere stel aan boord van de speedboot. Het eiland kreeg een gouden gloed. Er groeiden veel bomen en planten op de vruchtbare vulkanische grond. We maakten een bocht en kwamen bij de andere kant van het eiland aan. De meest actieve kant. Huiverend aanschouwende ik de imposante zwarte vlakte, waar brokken gestold lava naar beneden rolden. Iedereen aan boord werd muisstil en we luisterden gecontesteerd naar het geluid van de rollende lavagesteente. Het begon de schemeren en ik kreeg kippenvel, ook al was het een zwoele avond. Ineens kwam er een eruptie! Gloeiendhete lava werd de lucht in geslingerd en stroomde over de zwarte bergwand naar beneden. Ik hoorde vanuit de verte, op omliggende jachten mensen juichen. Daarna werd het weer stil en hoorde ik alleen het geluid van het kabbelende water tegen de boot. Het was inmiddels pikdonker. Ik hoorde een onheilspellend geluid en ineens werd er weer lava de lucht ingespoten en nog geen vijf minuten later weer. Het was magisch!
Rond middernacht keerden we terug naar de haven en liepen we in het donker naar ons hostel, waar we de eersten waren die in bed kropen. Vermoeid van alle indrukken vielen we in diepe slaap. Wat een dag!
Melanie Driessen
14 chapters
22 Jun 2022
June 28, 2022
|
Stromboli
Rond half elf ‘s ochtends wandelden we door het pittoreske haventje van Panarea en stapten we aan boord van een hovercraft boot die ons naar het volgende eiland zou brengen. We lieten het kleinste eilandje van de Eolische archipel achter ons en vertrokken naar het naastgelegen vulkanische eiland, Stromboli.
Stromboli is een bijzonder eiland. De gelijknamige vulkaan van bijna een kilometer hoog is de meest actieve vulkaan van Europa en één van de meest actieve vulkanen ter wereld. Eigenlijk steekt alleen het topje boven water uit, want vanaf de zeebodem gemeten is deze vulkaan wel 3000 meter hoog. Elke 5 tot 10 minuten vind er een eruptie plaats, waarbij lavaproppen tot tientallen meters hoog de lucht in worden geschoten. In 1930 werden de 1200 inwoners verrast door een gigantische uitbarsting, waar vulkanische bommen de dorpen verwoesten. Het hele eiland was bedekt onder een dikke aslaag. De lucht werd pikzwart, waardoor de mensen geen hand voor ogen zagen, alsof het nacht werd. Hierna werd het complete eiland ongeveer een meter uit zee opgetild, waarna het letterlijk weer terugviel op de oude plek. Hierdoor ontstonden grote vloedgolven. De zee was zo heet van de lava dat boten voor de kust in brand vlogen.
De drie actieve kraters op de top zijn onvoorspelbaar en continu actief. In 2002 barstte de vulkaan uit, waarbij grote lavastromen vanuit de krater in zee belandden. Die dag erna veroorzaakten aardverschuivingen en een explosie van een onderwatervulkaan voor de kust van het eiland voor 10 meter hoge tsunami en enkele doden. Een Duitse vrouw werd geraakt door een lavaprop en een local ademde tijdens zijn hike een giftig gas in en overleed. Het jaar daarop werd het eiland weer ernstig getroffen door een gigantische explosie. Daarna was de vulkaan een tijdje rustig, tot 2007 toen er ineens weer lava uit de kraters stroomden en de bewoners van Stromboli en Panarea geëvacueerd moesten worden, wat in 2013 weer gebeurde. De laatste grote uitbarstingen waren op 3 juli en 28 augustus in 2019, waar een vijf kilometer hoge aswolk de lucht in geblazen werd. Een wandelaar kwam door een vallend stuk gloeiend hete lava om het leven. Meerdere wandelaars en bewoners raakten gewond en werden geëvacueerd.
Nu wonen er nog maar ongeveer 500 mensen verspreid over twee dorpjes, die aan verschillende kanten van het eiland liggen. De wegen zijn te smal voor autoverkeer. Wel rijden de bewoners hier op de fiets, scooter of in Piaggio’s. Er werd voorheen geleefd van landbouw en visserij, maar tegenwoordig is de toeristenindustrie de belangrijkste inkomstenbron.
We meerden aan in het haventje van Stromboli. Het was begin van de middag en de zon brandde op m’n huid. Tijdens de bootreis boekten we een verblijf voor de komende twee nachten. Er waren niet veel accomodaties beschikbaar op het eiland. We hadden keuze uit een B&B gelegen aan de andere kant van het dorp, een luxe en prijzig hotel met zwembad of een slaapzaal in een hostel. Omdat de B&B te ver lag en het luxe hotel te duur, was de keus snel gemaakt. We gaan slapen in een hostel.
Gelukkig was het maar één minuutje lopen vanaf de haven. We kwamen aan en kregen verschillende sleutels voor de deur en voor een privé lade, waar we onze spullen in konden opbergen. Aan de linkerkant van een steil en smal steegje zagen we een blauwe deur. Via een trappetje kwamen we bij de slaapzaal uit. Ik bekeek de kamer en had gelijk spijt dat we niet voor het hotel met zwembad waren gegaan. Maar ja, dit had ook wel weer iets. Ik kreeg flashbacks van onze vorige reizen in Azië. Vanaf het terras voor de kamer hadden we mooi uitzicht op zee en als we ons omdraaiden zagen we de indrukwekkende vulkaan. Dus zo slecht was het nou ook weer niet. De kamer was ‘old school’ en basic ingericht. In de hoek sliepen Joost en ik, op een stapelbed. Naast ons, in het midden van de kamer stond een tweepersoonsbed, die de knappe Italiaanse jongen Joseppe, voor zichzelf had. Daarnaast in de andere hoek stond nog een stapelbed, daar sliep Rodriguez, een Spanjaard van formaat. We stelden ons voor en raakten in gesprek. Joseppe liep stage op Stromboli en probeerde vissersmannen te laten inzien dat er nieuwe en duurzamere manieren zijn om hun vangst binnen te halen, zodat de jonge visjes (die niet gegeten worden) blijven leven. Hij gaf ons ook wat tips over het eiland.
We rolden onze koffers naast het stapelbed en wandelden daarna naar het vulkanische zwarte strand naast de haven. Het was in de zon bijna veertig graden en met blote voeten over het strand lopen was niet te doen. We doken in zee waar we in lagen tot onze huid begon te verrimpelen. Daarna droogten we op en doken we vervolgens weer in zee. Eind van de middag liepen we, in de nog steeds bloedhete zon, naar het oude centrum gelegen op een heuvel. Uitgehongerd en bezweet kwamen we aan in een authentiek restaurant met een panoramisch uitzicht op de vulkaan en zee. Er stonden heerlijk geurende schalen op de bar met lokale gerechten. We mochten zelf uitkiezen wat we op ons bord wilden. Ik had geen idee wat het allemaal was, dus kregen we een bord met van alles en nog wat. Joost had voornamelijk aubergines, gevulde courgette rolletjes en verschillende soorten vis en op mijn bord lagen mosselen, een soort groentelasagne, gefrituurde vis en gemarineerde sperziebonen. Het was heerlijk en we zaten zo vol dat we ook geen avondeten meer hoefden.
Begin van de avond keerden we terug naar het hostel. Ik had nog geen zin om naar de kamer te gaan, dus liepen we naar de receptie om te vragen of er ‘s avonds nog iets te beleven was. De Italiaanse vrouw achter de balie vertelde dat er ‘s avonds een boot vertrekt die rond het eiland vaart. Dat leek ons leuk en we vroegen aan haar hoe laat die zou vertrekken. “Nu!” zei ze. We holden naar de haven in onze strandkleding en sprongen aan boort van een prachtige speedboot. Een Oostenrijks stel stapten ook aan boort, die tegenover ons kwamen zitten. De schipper sprak alleen Italiaans, maar de Oostenrijkse vrouw sprak het gelukkig ook en vertaalde heel lief alles naar Engels voor ons. De motor startte en de schipper gaf vol gas.
Ik genoot van de verkoelende wind op m’n huid. Het was indrukwekkend om het eiland vanuit een ander perspectief te bewonderen. We zagen een groep geitjes op een rots zeewater drinken, dat ze deden om hun zoutgehalte weer op pijl te krijgen tijdens deze hete dagen. Het was een prachtig beeld, witte wilde geitjes met daarachter een steile groene bergwand en daarboven een rookpluim uit de vulkaan.
Na een kwartier meerden we aan in Ginostra. Dit geïsoleerde dorpje, gelegen op een klif aan de voet van de vulkaan, telt maar dertig inwoners en is alleen bereikbaar over zee. De magie van deze plek begint direct vanaf de aanlegsteiger in de kleinste haven ter wereld, die vanwege het formaat "il Pertuso" (het gat) wordt genoemd. Er is slechts toegang tot één boot tegelijk.. We stapten van boort en liepen vanuit de haven over een oud muilezelpad naar het centrum. Onderweg kwamen we een visserman tegen die in een kar met twee mega grote tonijnen naar boven aan het duwen was. Eenmaal op het plein aangekomen, zagen we twee straten. De ene leidde naar de kerk en de andere naar het strand van San Lazzaro. Naast de kerk vonden we een delicatessenwinkeltje, waar we een plankje met daarop een selectie van o.a. kazen en kappertjes van het eiland kochten met daarbij twee koude biertjes. We namen plaats aan de rand van een klif en zagen ze zon in de zee zakken.
Rond half negen liepen we terug naar de haven en stapten we samen met het andere stel aan boord van de speedboot. Het eiland kreeg een gouden gloed. Er groeiden veel bomen en planten op de vruchtbare vulkanische grond. We maakten een bocht en kwamen bij de andere kant van het eiland aan. De meest actieve kant. Huiverend aanschouwende ik de imposante zwarte vlakte, waar brokken gestold lava naar beneden rolden. Iedereen aan boord werd muisstil en we luisterden gecontesteerd naar het geluid van de rollende lavagesteente. Het begon de schemeren en ik kreeg kippenvel, ook al was het een zwoele avond. Ineens kwam er een eruptie! Gloeiendhete lava werd de lucht in geslingerd en stroomde over de zwarte bergwand naar beneden. Ik hoorde vanuit de verte, op omliggende jachten mensen juichen. Daarna werd het weer stil en hoorde ik alleen het geluid van het kabbelende water tegen de boot. Het was inmiddels pikdonker. Ik hoorde een onheilspellend geluid en ineens werd er weer lava de lucht ingespoten en nog geen vijf minuten later weer. Het was magisch!
Rond middernacht keerden we terug naar de haven en liepen we in het donker naar ons hostel, waar we de eersten waren die in bed kropen. Vermoeid van alle indrukken vielen we in diepe slaap. Wat een dag!
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!