Meer Texaanse avonturen

In januari hadden wij een aantal weekends vastgelegd in de komende maanden om trips te maken. Dit keer is San Antonio (weer) aan de beurt. Er zijn nog genoeg dingen daar te ontdekken en te zien, en het weer is schitterend, dus zetten wij zaterdagochtend om 9 uur koers naar het Zuiden via de I35.
Een uurtje later parkeren wij onder de US 281 highway, ten noorden van het centrum. Daar is de Pearl Farmers Market, in een fancy nieuwe wijk. Het is een echte hipstermarkt, volgens de website 'a culinary and cultural destination' en er staan allemaal kraampjes met vers, lokaal, zelfverbouwd of bereid voedsel. De zon schijnt en er speelt een bandje, het is druk met mensen van alle leeftijden, kortom, een gezellige plek!
Wij maken een rondje langs de kramen. Er is er een met Black Gold knoflook, dat is knoflook die verwarmd wordt op een constante temperatuur gedurende 1 of 2 maanden, en dan fermenteert. De teentjes worden pikzwart en enigszins zacht. De smaak van de knoflook wordt zacht en een beetje zoet. Wij proeven gepureerd Black Gold en dat smaakt prima! Je kunt het op een toastje smeren of in gerechten verwerken. Wij kopen een potje (niet goedkoop, $ 12.99, maar het is dan ook hipster ;).
Een kraam verderop heeft verse groenten en ik koop uien en een bloemkooltje, $7! Een kraam met prachtige broden lokt ook, een Frans brood kost daar $5. Verder laat ik me nog verlokken door een kraam met lavendel en honing! Enfin, het is allemaal niet goedkoop maar wel erg leuk. Arnold haalt bij een kraampje een bakje koffie en wij gaan op een muurtje zitten, genieten van mensjes kijken, de muziek en de zon.

Ann Stout

11 chapters

15 Apr 2020

San Antonio

March 12, 2016

|

San Antonio, TX

In januari hadden wij een aantal weekends vastgelegd in de komende maanden om trips te maken. Dit keer is San Antonio (weer) aan de beurt. Er zijn nog genoeg dingen daar te ontdekken en te zien, en het weer is schitterend, dus zetten wij zaterdagochtend om 9 uur koers naar het Zuiden via de I35.
Een uurtje later parkeren wij onder de US 281 highway, ten noorden van het centrum. Daar is de Pearl Farmers Market, in een fancy nieuwe wijk. Het is een echte hipstermarkt, volgens de website 'a culinary and cultural destination' en er staan allemaal kraampjes met vers, lokaal, zelfverbouwd of bereid voedsel. De zon schijnt en er speelt een bandje, het is druk met mensen van alle leeftijden, kortom, een gezellige plek!
Wij maken een rondje langs de kramen. Er is er een met Black Gold knoflook, dat is knoflook die verwarmd wordt op een constante temperatuur gedurende 1 of 2 maanden, en dan fermenteert. De teentjes worden pikzwart en enigszins zacht. De smaak van de knoflook wordt zacht en een beetje zoet. Wij proeven gepureerd Black Gold en dat smaakt prima! Je kunt het op een toastje smeren of in gerechten verwerken. Wij kopen een potje (niet goedkoop, $ 12.99, maar het is dan ook hipster ;).
Een kraam verderop heeft verse groenten en ik koop uien en een bloemkooltje, $7! Een kraam met prachtige broden lokt ook, een Frans brood kost daar $5. Verder laat ik me nog verlokken door een kraam met lavendel en honing! Enfin, het is allemaal niet goedkoop maar wel erg leuk. Arnold haalt bij een kraampje een bakje koffie en wij gaan op een muurtje zitten, genieten van mensjes kijken, de muziek en de zon.

We stappen weer in de auto en rijden nog iets verder noordelijk, naar het The Witte Museum. Ze hebben dit weekend een actie om leden te winnen en een vrijwilliger houdt ons aan bij de ingang. Blijkt dat als je 'member' wordt van The Witte, je ook in andere musea door de hele States gratis entree hebt. Een beetje zoals de Museumjaarkaart. Aangezien musea hier altijd erg duur zijn (je betaalt voor het minste geringste $10, en dit museum kost zelfs $15 als je een speciale tentoonstelling ook wilt bekijken). Dus betalen wij $75 voor ons tweetjes en dan kunnen wij naar binnen.
Het The Witte bestaat uit een groot parkachtig gebied aan de San Antonio rivier met daarop allerlei verschillende gebouwen, uiteraard gedoneerd door verschillende rijke mensen (en vanzelfsprekend daarnaar vernoemd!). Op dit moment vinden er grote uitbreidingen plaats. In 2011 is er een groot complex bijgekomen met daarin het South Texas Heritage Center, waar wij eigenlijk voor komen, en nu wordt er nog gebouwd aan een grote hal voor dinosaurusskeletten

(zijn veel gevonden in Texas).
Van de week is echter net de tentoonstelling 'Splendor on the Range' geopend, over de introductie van het paard in Noord-Amerika en de invloed daarvan op de Indianen. Met de aankomst van Hernán Cortés, de Spaanse conquistador, aan de oostkust van Mexico in 1519, werd het paard geïntroduceerd in dit deel van de wereld. De conquistadores waren gewend te paard te strijden en namen dus hun strijdrossen mee. Cortés kwam met 11 schepen met daarop 508 soldaten en 16 paarden. De paarden werden bij aankomst plompverloren overboord gezet en moesten naar de oever zwemmen! Aanlegsteigers en havens waren er natuurlijk nog niet. Toen de Spanjaarden zich terugtrokken, namen de Mexicanen het over en zij verspreidden het paard nog verder. De eerste pioniers gebruikten ook paarden en als zo'n ranch door Indianen overvallen werd, werden de paarden meegenomen of braken los en plantten zich in het wild

voort. Zo kwamen er wilde paarden op de range, die gevangen werden door de Indianen, die ze weer verhandelden aan de blanken, in ruil voor kralen, dekens, en ijzeren gereedschappen. Zo kon het paard zich in minder dan 300 jaar verspreiden van Vera Cruz tot aan de Canadese grens. Het leven van de Indianen die op de prairie woonden, zoals de Comanches, Blackfoot, Cheyennes en Apaches, was in grote mate afhankelijk van dit voor hun magische dier. Voor de komst van het paard gebruikten zij honden om met een zgn. travois, een soort slede, goederen en (zieke) mensen te vervoeren. Door het paard konden zij hun actieradius vergroten en ook jagen op de bison. De bison werd door hen in zijn geheel gebruikt: voedsel, leren kleding en schoenen, zelfs de maag werd gebruikt als container en de staart als zweep of vliegenmepper. Om te zorgen voor een veilige en lucratieve bisonjacht, voerden zij van tevoren dansen uit, getooid met bisonhoofdtooi.
Het is allemaal heel mooi geëxposeerd, zeer aantrekkelijk, met

levensechte conquistadores te paard en schitterend kralenwerk op beursjes, hesjes en moccassins.
Hierna lopen wij naar het Texas Heritage Center, iets verderop, een prachtig nieuw gebouw. In tegenstelling tot het Bullock's Museum in Austin, concentreert dit museum zich op belangrijke mensen in de geschiedenis van Zuidwest Texas. Cowboys, Tejano vrachtrijders (die met houten karren een soort van Gend & Loos dienst onderhielden tussen Austin en San Antonio, met alle gevaren van dien), Indianen, pioniers, ranchers, etc. Het is leuk opgezet, met veel 'hands on' dingen en weer veel poppen e.d. Voor een Amerikaan moet het wel heel duidelijk zijn waar het over gaat!
Een paar hoogtepunten: een 19e eeuws gastenboek van Hotel Menger in San Antonio, waar wij 20 jaar geleden ook logeerden, bij ons eerste bezoek aan San Antonio. De grootste cattle king, Captain Richard King van King Ranch, stierf in dit hotel en werd opgebaard in de lobby.

Een portable jail uit 1880: dit soort kooien werd gebruikt als tijdelijke 'bewaarplaats' van gevangenen in het grensgebied van Texas.
De Farm to Market roads. Dit is een typisch Texaans concept, gestart in 1936, opdat boeren gemakkelijker hun produkten naar de markt konden transporteren. De slogan was: 'Get the farmer out of the mud'. Heden ten dage is er meer dan 66.000 km Farm to Market road (FM+ nummer) in Texas, meer dan de helft van het Texaanse wegenstelsel. Geen enkele andere staat heeft dat. Het betekent ook dat alles hier heel goed bereikbaar is, het wegenstelsel is zeer uitgebreid.
Als we dit allemaal hebben opgezogen, is het 1 uur geweest en dus tijd voor de lunch. Bij de kassa hebben wij een kaartje gekregen van een hamburgertent waar je korting krijgt als je bij het The Witte geweest bent, dus als echte Hollanders besluiten wij daarheen te gaan. Als echte Hollanders gaan wij ook te voet, en dat valt wat tegen, want het restaurant is twee blokken verderop en dat is best een tippel.

Gelukkig is het mooi weer, 21 graden, zonnetje, dus niet te heet. De tent heet Cheesy Jane's en is in de 50er jaren stijl opgezet. Wij krijgen een tafeltje en een menukaart en zien dan dat er boven onze hoofden een treintje rondrijdt! Grappig. Wij bestellen hamburgers en fries en die zijn prima in orde. De ober ziet mijn telefoon met poes erop (die is van een app genaamd Cat Wallpapers). Hij roept,' wat een mooie'' en rent weg. Even later komt ie terug met zijn eigen telefoon en laat heel trots zijn reuze Maine Coon zien!! Lachen. Ik vertel maar niet dat het een wallpaper poes is en niet onze eigen Puck!
We stappen weer in de auto en rijden naar het centrum. Dat betekent in de rij staan bij de afslag van de snelweg, het is knetterdruk. Tja, zaterdagmiddag in San Antonio, er is altijd wat te doen. Bovendien is het Spring Break, voorjaarsvakantie! Met veel moeite weten wij een parkeerplaats te bereiken vlak naast de snelweg, gewoon in de open lucht. Je betaalt 15 dollar en mag er de hele dag blijven staan.
Bij de Tourist Information halen wij een routekaart en dan halen wij fietsen op van BCycle, een fietsennetwerk waar je door de hele stad fietsen kunt oppikken. Je betaalt eenmalig $10 en dan mag je 24 uur lang fietsen lenen. Het enige nadeel is, dat je de fiets steeds maar 30 minuten mag gebruiken en hem dan weer ergens in een BCycle rek moet plaatsen. Doe je dit niet, dan betaal je $2 per 30 minuten extra.
Wij fietsen door het drukke verkeer naar het 19e eeuwse King Williams District. In de vijftiger jaren van de 19e eeuw streken hier een heleboel welgestelde Duitse families neer en bouwden hier statige villa's in Victoriaanse, Greek Revival of Italiaanse stijl. De buurt werd wel 'Sauerkraut Bend' genoemd. De hoofdstraat heet King William Street, genoemd naar de Duitse Keizer Wilhelm I. In de dertiger jaren verpauperde de buurt, families trokken weg, maar eind zestiger jaren werd de buurt weer populair, de huizen werden gerestaureerd en in 1972 werd het een National Register Historic District. Het is erg leuk door de mooie straten te fietsen en werkelijk prachtige huizen te bewonderen. Er staan ook eeuwenoude bomen en

de tuinen zijn voor Texaanse begrippen mooi aangelegd. Genieten dus voor een Victoriaanse ziel als ik! De buitenrand van de wijk grenst aan de San Antonio rivier, die hier maar klein is. Onderweg spreekt een man ons aan, hij woont zelf ook in deze buurt maar in een van de straten met kleinere huizen, maar hij wijst ons nog een paar prachtexemplaren, waaronder eentje die hij The White House noemt!
Wij moeten met een oog de tijd in de gaten houden, want zo nu en dan moet je je fiets weer in de stalling zetten, je credit card weer insteken en je fiets (of een andere) weer uitnemen. Ik vind het nogal hectisch, maar ja! Het is voor de goede doorstroming.
Wij rusten even uit in een mooi parkje en omdat wij tijd over hebben, besluiten wij nog een stukje langs de rivier naar beneden te fietsen. Het is een prachtig aangelegd fiets/wandelpad, goed bewegwijzerd. Wij zien zelfs ergens in een parkje langs het pad een fietspomp staan, waar je je fiets helemaal in moet hijsen! Nogal heavy, want de fietsen

zijn loodzwaar, en ook nog behangen met allerlei mandjes. Ik heb de grootste moeite om, als wij langzaam rijden, mijn balans te houden. Er is ook een pad langs 5 oude missies in San Antonio (waaronder The Alamo), die route zou ik ook nog graag eens fietsen, maar die is 25 km en dat zie ik op deze fietsen niet echt zitten!
Om 5 uur zijn wij weer terug in het centrum en zoeken wij een stalling. Er staat een pijltje met een 'B' voor BCycle, maar we kunnen nergens de stalling vinden. Uiteindelijk blijkt die een straat verderop te staan. Ik heb het even gehad! Borrel!! Wij hebben gereserveerd bij een restaurant op de Riverwalk, en dat is maar goed ook, want het is weer kermis! Honderden mensen lopen op de smalle paadjes langs de vele restaurantjes. Je moet soms in de rij staan om te wachten tot je weer door kunt lopen! Filevorming en vertraging........Uiteindelijk zijn wij om vijf over half 6 bij ons restaurant, Paesanos, een Italiaan. Wij zijn te vroeg maar dat geeft niet, er is nog plaats op het terras. Wij bestellen meteen een fles Chardonnay, want de nood is hoog!
Arnold bestelt pasta met kip en bleu en ik een pizza. Vooraf krijgen wij heerlijk warm brood met olijfolie en parmesan. Daarna een salade. De gangen lopen goed door, maar niet al te gehaast en het is goed toeven buiten. Intussen loopt een niet aflatende stroom mensen

langs, en mensjes kijken is ook leuk.
Tegen zevenen lopen wij de straat weer op richting Alamo. Er rijden nu allemaal met LEDs versierde koetsjes rond, het lijkt Assepoester wel! Arnold trakteert op een ijsje bij Häagen Dazs, heerlijk, en wij eten het op een bankje vlakbij de Alamo op. Dan keren wij weer naar huis terug. Bij thuiskomst eerst de klokken terugzetten want hier gaat de zomertijd al in!

Share your travel adventures like this!

Create your own travel blog in one step

Share with friends and family to follow your journey

Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.