Polen 2017

Vooreerst iets over de geschiedenis van de stad Łódz:
Łódz (spreek uit `woedsj’) telt vandaag ruim 800.000 inwoners terwijl er aan het begin van de 19de eeuw nog geen 200 inwoners in het oorspronkelijk 14de-eeuwse boerendorpje Lódkia woonden. In 1820 liet het tsaristische 'Congres-Polen' de keus vallen op het kleine plaatsje Łódz als toekomstig centrum voor de textielindustrie. Joodse industriëlen financierden vanaf 1823 de bouw van de eerste arbeiderswijk. Łódz veranderde al snel in 'het beloofde land' voor duizenden boeren uit de streek en voor de toestromende Poolse en buitenlandse investeerders. Door het wegvallen van de douanegrens tussen Polen en Rusland in 1850 nam de textielexport snel toe en in de tweede helft van de 19de eeuw werd Łódz een van de belangrijkste textielsteden ter wereld, een kosmopolitische metropool. Orthodoxe Russen bestuurden de stad, de fabrieken waren eigendom van protestantse Duitse industriëlen, die samen met Joodse investeerders de belangrijkste textielbedrijven hadden opgericht, en de arbeidskrachten werden gerekruteerd onder de katholieke Poolse bevolking.
In de eerste helft van de 20ste eeuw zakte de textielindustrie in vanwege de Eerste Wereldoorlog. Toen de Poolse zone volledig bij Rusland werd getrokken, had dat voor de in Łódz ontstane textielindustrie het voordeel dat het voor de Russische markt kon gaan produceren.
Łódz, een openluchtmuseum van industriële archeologie, wordt ten onrechte door slechts weinig toeristen bezocht. De ranke schoorstenen van baksteen roken nog steeds, terwijl de beroemde Filmacademie en de originele villa's en fabrieken in het centrum nu onderdak bieden aan diverse musea en festivals, want Łódz neemt een belangrijke plaats in het Poolse culturele leven in.
Onze eerste dag in Łódz hebben we gebruikt om naar het centrum van de stad te wandelen. Langs de (deels) gerenoveerde fabrieksgebouwen bereikten we via Tyminskiego na ongeveer 20 minuten de Piotrkowska, een 4 km lange verkeersvrije hoofdader.
Het niet verkeersvrije stuk is niet zo aangenaam: druk, stoffig en veel gebouwen zijn in restauratie of er dik aan toe. Vanaf het bus- en tramstation, verandert de aanblik van de Piotrkowska.
De 19de-eeuwse architectuur is beïnvloed door de neogotiek, neorenaissance, neobarok en jugendstil, stijlen die zowel voor de fabrieken als voor de woningen van de industriëlen zijn gebruikt. De Piotrkowska en zijstraten kenmerken zich door prachtige burgerhuizen die erlangs staan. De koopmanspaleizen schitteren en verderop ook de rijke burgerhuizen in ecclectische stijl met hun typische kleuren: pistache, roze en alle tinten geel.
Eigenlijk een gigantische ‘Meir’. In het verkeersvrije gedeelte zijn ook een aantal beelden van bekende Polen geplaatst, zoals Reymondt (Nobelprijs literatuur) en Artur Rubinstein, die van Łódz afkomstig was. Natuurlijk moest de onvermijdelijke foto aan Rubinsteins piano genomen worden.
Even het buro voor toerisme binnen waar we een overvloed aan informatie en vriendelijkheid bekwamen. Dat lijkt hier op het Polen dat we kennen van onze vorige reis.
Een vroege lunchstop in het Gutenberghuis, genaamd naar het beeld dat de façade opsmukt. Het gebouw werd in 1896-97 gebouwd voor Jan Petersilge, drukker en in 1863 de uitgever van de eerste krant in Łódz. We kozen voor een reuzecroissant en een ook niet zo kleine bagel met kalkoen.
Naarmate we meer het centrum naderden kwamen we in een vervuilde, vervallen en verloederde buurt. Hier moet de renovatie duidelijk nog beginnen. In de zijstraten met de arbeiderswoningen rond de binnenkoertjes, donkere trappengangen die ineens het beeld van ‘Ratje’ van Anne De Vries oproept.
Ten slotte kruisten we nog een grote verkeersader en zagen links de Manufactura liggen. Het is een groot fabriekscomplex uit de Industriële Revolutie van Europa. De kern ervan zijn het Poznanski-paleis, waar tegenwoordig het historisch museum van de stad is ondergebracht naast de voormalige fabriek, de magazijnen en, aan de overkant van de straat, de arbeiderswoningen.
Op dit fabrieksterrein is de immense Manufaktura gebouwd, een ware stad in het hart van de stad. De historische gebouwen zijn opgeknapt, met name de 46.000 m² rode baksteengevels. De Franse investeerder Apsys en het architectenbureau Sud Architectes uit Lyon hebben het idee gehad om een soort Rynek te creëren met een fontein, parken en kiosken. De bin¬nenarchitectuur speelt met de industriële kenmerken: zo zijn de grote sta¬len balken zichtbaar gelaten en is het grote glazen dak deels opengemaakt. Op het terrein van 27 hectare werden 13 industriële gebouwen uit de 19de eeuw omgebouwd tot warenhuizen, winkels, restaurants, cafés, bars, een casino, twee discotheken en een aquarium; een cinemacomplex met 15 bioscoopzalen; een fontein van 250 m, de langste van Polen; sportfaciliteiten: fitnessclub, klimwand, bowling, biljart. Er werd een museum voor hedendaagse kunst ingebouwd alsook een groot hotel.
Na een verfrissend drankje aan het vroegere brandweergebouw van de fabriek hebben we het museum voor moderne kunst (MS2, Muzeum Sztuki) bezocht. Het museum werd in 1925 gesticht en was een van de eerste musea voor de avant-garde ter wereld. De collectie van de groep 'a.r.' (revolutionaire kunstenaars) omvat abstract, constructivistisch, surrealistisch en figuratief werk van Poolse kunstenaars, onder wie Katarzyna Kobro, Henryk Staiewski en Wladyslaw Strzeminski. Een mooi overzicht van de Poolse kunst vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw, met hier en daar een werk van een west-Europese meester.
Om de dag te besluiten kozen we in de Manufactura het restaurant Anatevka, gekend voor zijn Joodse gerechten. Een gevulde ganzebil met aardappelen en groente. Lekker !!!

jungbluth.rene

27 chapters

Dag 19 - Lodz - Stadsbezoek

June 01, 2017

|

Lodz

Vooreerst iets over de geschiedenis van de stad Łódz:
Łódz (spreek uit `woedsj’) telt vandaag ruim 800.000 inwoners terwijl er aan het begin van de 19de eeuw nog geen 200 inwoners in het oorspronkelijk 14de-eeuwse boerendorpje Lódkia woonden. In 1820 liet het tsaristische 'Congres-Polen' de keus vallen op het kleine plaatsje Łódz als toekomstig centrum voor de textielindustrie. Joodse industriëlen financierden vanaf 1823 de bouw van de eerste arbeiderswijk. Łódz veranderde al snel in 'het beloofde land' voor duizenden boeren uit de streek en voor de toestromende Poolse en buitenlandse investeerders. Door het wegvallen van de douanegrens tussen Polen en Rusland in 1850 nam de textielexport snel toe en in de tweede helft van de 19de eeuw werd Łódz een van de belangrijkste textielsteden ter wereld, een kosmopolitische metropool. Orthodoxe Russen bestuurden de stad, de fabrieken waren eigendom van protestantse Duitse industriëlen, die samen met Joodse investeerders de belangrijkste textielbedrijven hadden opgericht, en de arbeidskrachten werden gerekruteerd onder de katholieke Poolse bevolking.
In de eerste helft van de 20ste eeuw zakte de textielindustrie in vanwege de Eerste Wereldoorlog. Toen de Poolse zone volledig bij Rusland werd getrokken, had dat voor de in Łódz ontstane textielindustrie het voordeel dat het voor de Russische markt kon gaan produceren.
Łódz, een openluchtmuseum van industriële archeologie, wordt ten onrechte door slechts weinig toeristen bezocht. De ranke schoorstenen van baksteen roken nog steeds, terwijl de beroemde Filmacademie en de originele villa's en fabrieken in het centrum nu onderdak bieden aan diverse musea en festivals, want Łódz neemt een belangrijke plaats in het Poolse culturele leven in.
Onze eerste dag in Łódz hebben we gebruikt om naar het centrum van de stad te wandelen. Langs de (deels) gerenoveerde fabrieksgebouwen bereikten we via Tyminskiego na ongeveer 20 minuten de Piotrkowska, een 4 km lange verkeersvrije hoofdader.
Het niet verkeersvrije stuk is niet zo aangenaam: druk, stoffig en veel gebouwen zijn in restauratie of er dik aan toe. Vanaf het bus- en tramstation, verandert de aanblik van de Piotrkowska.
De 19de-eeuwse architectuur is beïnvloed door de neogotiek, neorenaissance, neobarok en jugendstil, stijlen die zowel voor de fabrieken als voor de woningen van de industriëlen zijn gebruikt. De Piotrkowska en zijstraten kenmerken zich door prachtige burgerhuizen die erlangs staan. De koopmanspaleizen schitteren en verderop ook de rijke burgerhuizen in ecclectische stijl met hun typische kleuren: pistache, roze en alle tinten geel.
Eigenlijk een gigantische ‘Meir’. In het verkeersvrije gedeelte zijn ook een aantal beelden van bekende Polen geplaatst, zoals Reymondt (Nobelprijs literatuur) en Artur Rubinstein, die van Łódz afkomstig was. Natuurlijk moest de onvermijdelijke foto aan Rubinsteins piano genomen worden.
Even het buro voor toerisme binnen waar we een overvloed aan informatie en vriendelijkheid bekwamen. Dat lijkt hier op het Polen dat we kennen van onze vorige reis.
Een vroege lunchstop in het Gutenberghuis, genaamd naar het beeld dat de façade opsmukt. Het gebouw werd in 1896-97 gebouwd voor Jan Petersilge, drukker en in 1863 de uitgever van de eerste krant in Łódz. We kozen voor een reuzecroissant en een ook niet zo kleine bagel met kalkoen.
Naarmate we meer het centrum naderden kwamen we in een vervuilde, vervallen en verloederde buurt. Hier moet de renovatie duidelijk nog beginnen. In de zijstraten met de arbeiderswoningen rond de binnenkoertjes, donkere trappengangen die ineens het beeld van ‘Ratje’ van Anne De Vries oproept.
Ten slotte kruisten we nog een grote verkeersader en zagen links de Manufactura liggen. Het is een groot fabriekscomplex uit de Industriële Revolutie van Europa. De kern ervan zijn het Poznanski-paleis, waar tegenwoordig het historisch museum van de stad is ondergebracht naast de voormalige fabriek, de magazijnen en, aan de overkant van de straat, de arbeiderswoningen.
Op dit fabrieksterrein is de immense Manufaktura gebouwd, een ware stad in het hart van de stad. De historische gebouwen zijn opgeknapt, met name de 46.000 m² rode baksteengevels. De Franse investeerder Apsys en het architectenbureau Sud Architectes uit Lyon hebben het idee gehad om een soort Rynek te creëren met een fontein, parken en kiosken. De bin¬nenarchitectuur speelt met de industriële kenmerken: zo zijn de grote sta¬len balken zichtbaar gelaten en is het grote glazen dak deels opengemaakt. Op het terrein van 27 hectare werden 13 industriële gebouwen uit de 19de eeuw omgebouwd tot warenhuizen, winkels, restaurants, cafés, bars, een casino, twee discotheken en een aquarium; een cinemacomplex met 15 bioscoopzalen; een fontein van 250 m, de langste van Polen; sportfaciliteiten: fitnessclub, klimwand, bowling, biljart. Er werd een museum voor hedendaagse kunst ingebouwd alsook een groot hotel.
Na een verfrissend drankje aan het vroegere brandweergebouw van de fabriek hebben we het museum voor moderne kunst (MS2, Muzeum Sztuki) bezocht. Het museum werd in 1925 gesticht en was een van de eerste musea voor de avant-garde ter wereld. De collectie van de groep 'a.r.' (revolutionaire kunstenaars) omvat abstract, constructivistisch, surrealistisch en figuratief werk van Poolse kunstenaars, onder wie Katarzyna Kobro, Henryk Staiewski en Wladyslaw Strzeminski. Een mooi overzicht van de Poolse kunst vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw, met hier en daar een werk van een west-Europese meester.
Om de dag te besluiten kozen we in de Manufactura het restaurant Anatevka, gekend voor zijn Joodse gerechten. Een gevulde ganzebil met aardappelen en groente. Lekker !!!

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.