Natuurlijk zijn we niet klaar om vijf uur, maar om half zes zijn we wel weg. Het is ongeveer drie uur en een kwartier rijden naar de ferry. Dus zonder te stoppen halen we dat wel. Het is een prima rit. Arthur begint slapend maar is na een uurtje wel wakker (beetje te vroeg naar ons zin). We komen twee vers overreden kangeroo’s tegen. Je moet er in het donker dus echt voor uitkijken.
Op Great Keppel Island hebben we drie nachten volpension geboekt. De kamer is al vrij als we aankomen. Het is klein en oud maar voor drie nachten is dat geen probleem. We willen toch zo veel mogelijk buiten zijn en van het eiland genieten.
Er is hier een klein chip and put golfbaantje van zes holes en natuurlijk wil Arthur deze direct uitproberen. Alles is hier een beetje oud en het baantje ook maar we hebben lol.
De lunch is prima, niet geweldig maar prima. We halen wat snorkelmateriaal op na de lunch omdat we hier vissen willen zien. Great Keppel Island is een eiland in de Great Barrier Reef met koraal langs de stranden waar veel vis en veel verschillende vis zit. Ook is het het leefgebied van verschillende soorten schildpadden. Er kunnen maar een beperkt aantal mensen op het eiland dus geen massatoerisme zoals rond Cairns en dit vonden wij dus een goed alternatief. Veel te zien dus als het goed is.
Het eerste strand waar veel te zien is ligt op een 25 minuten wandelen. We hebben onze slippers aan en dat gaan we volgende keer anders doen. Het pad gaat over rotsen op en neer soms en is wat uitdagender dan we dachten. Maar het is de wandeling zeker waard. We zijn alleen op een prachtig zandstrandje. Zo uit het boekje met mooi wit zand, palmbomen en blauw water wat zo verschrikkelijk helder is.
We doen onze snorkeluitrusting aan wat voor de eerste keer wat tijd vergt. Na dertig meter zwemmen komen we bij het koraal en dan wil Arthur eruit. Hij heeft het koud. Hij hoeft nauweljks te zwemmen met wat extra drijvers en waarschijnlijk maakt dat hem snel koud. Arlette gaat met hem eruit. Ik blijf in het water en kan de eerste visjes goed spotten met blauwe kleurtjes.
Het wordt al wat later en we moeten terug om niet in het donker te moeten wandelen. De wandeling door de bush met de rotsen gaat nu snel en als we over het grote strand richting onze accommodatie wandelen gaat de zon onder aan de horizon. En weer zijn we alleen. De natuur voor jezelf hebben geeft wel een kick.
We aperitieven met een wijntje op het strand om vervolgens naar het diner te gaan. Dat was buitengewoon verrassend lekker. Veel beter dan de lunch.
Na het diner val Arthur in de kamer binnen de seconde in slaap. Het was blijkbaar een vermoeiende dag.