Azoren 2011

Dag 6. Aantal kilometers: auto 213; lopen 6.
Weer: zon, regen 12-20 ºC.

Vandaag hebben we de oostkant van het eiland verkend. Het weer was zoals alle andere dagen, bewolkt en af en toe zon met een paar buitjes. Deze keer hadden we zelfs een paar echte regenbuien, gelukkig terwijl we reden. We hebben ook lopen bakken in de zon, een weertoestand die we eigenlijk meer hadden verwacht. De tocht stond in het teken van vuurtorentjes. We zijn langs de kust gereden langs diverse visserplaatsjes. Meestal waren de vuurtorens niet meer dan havenlichten, maar dat gaf niet. Haventjes en vooral vissershavens zijn altijd de moeite waard van een bezoek. Er is altijd bedrijvigheid en als eilanders spreekt ons deze bedrijvigheid aan. We kwamen weer langs het Lagoa das Furnas, maar nu was het hier een stuk slechter. Het regende, maar de wind was iets minder hard. Via een prachtige weg reden we naar Vila Franca do Campo waar we langs de haven en waterkant een wandelingetje hebben gemaakt.

lilytocila

14 chapters

16 Apr 2020

Eiland: São Miguel: Ponta Delgada

April 21, 2011

Dag 6. Aantal kilometers: auto 213; lopen 6.
Weer: zon, regen 12-20 ºC.

Vandaag hebben we de oostkant van het eiland verkend. Het weer was zoals alle andere dagen, bewolkt en af en toe zon met een paar buitjes. Deze keer hadden we zelfs een paar echte regenbuien, gelukkig terwijl we reden. We hebben ook lopen bakken in de zon, een weertoestand die we eigenlijk meer hadden verwacht. De tocht stond in het teken van vuurtorentjes. We zijn langs de kust gereden langs diverse visserplaatsjes. Meestal waren de vuurtorens niet meer dan havenlichten, maar dat gaf niet. Haventjes en vooral vissershavens zijn altijd de moeite waard van een bezoek. Er is altijd bedrijvigheid en als eilanders spreekt ons deze bedrijvigheid aan. We kwamen weer langs het Lagoa das Furnas, maar nu was het hier een stuk slechter. Het regende, maar de wind was iets minder hard. Via een prachtige weg reden we naar Vila Franca do Campo waar we langs de haven en waterkant een wandelingetje hebben gemaakt.

We zagen hier een paar zilverreigers op zoek naar vis. Boven de haven lag een snoeperig klein kapelletje voor de vissers. Buiten waren ze het gebouw druk aan het versieren voor de komende Paasdagen. Binnen stonden een paar modellen van schepen, één was een driemaster met daarop allemaal matrozenpoppetjes die wel flink te groot van schaal waren. De schepen stonden op draagbaren, waarschijnlijk voor een processie. Hierna reden we door een indrukwekkende weelderig begroeide kloof naar het kleine visserplaatsje Faial da Terra op de zuid-oostpunt van het eiland. Aan de oostkust was nog een vuurtoren bij Ponta do Arnel. Het bleek een prachtig rood vuurtorentje te zijn. Vanuit het dorp zagen we de toren liggen diep beneden ons. We zijn er naar toe gelopen via een super steil weggetje. Het afdalen ging lastig vanwege de steilte, maar we moesten ook weer omhoog en dat zou zweet gaan kosten. Het was echt een mooie klassieke vuurtoren. Een klein, rood torentje op een gebouw. Deze was van eind 1800. We zijn nog verder naar beneden

gelopen naar een piepklein haventje. Eigenlijk was het niet meer dan een hellingbaan waarover flinke sloepen naar boven getrokken konden worden. Het is een wonder dat mensen in zulke kleine bootjes de oceaan op durven. De meeste boten hadden een afbeelding van Christus of één van de heiligen op de boeg. Dat was dan waarschijnlijk ook wel nodig. Naar boven toe was het een flinke klim. We stoomden als een heetwaterbron. Langs de noordkant van het eiland zijn we terug gereden. In het noorden waren ze druk bezig met een nieuwe weg die de noordelijke helft van het eiland verbond met de hoofdstad. We moesten nu nog op de oude weg rijden, een weg met heel veel bochten langs allemaal kleine dorpjes. De nieuwe weg ging rechtdoor met enorme viaducten over de diepe dalen. Eigenlijk vonden wij het niet passen bij een eiland als dit, maar ja, de vooruitgang!! We wilden nog een keer de route naar Lagoa do Fogo proberen. De vorige keer zat alles in de mist. Het leek nu wat beter te zijn. Halverwege kwamen we bij Caldeiras. Hier liep een pad langs

een warmwater beekje. Ook dit gebied was thermisch overactief. We waren al een geothermische centrale gepasseerd. Het pad langs het beekje liep door een stuk bos dat wel een tropisch oerwoud leek. Overal stonden prachtige boomvarens. Het was heel verrassend. Het beekje was sterk ijzerhoudend, te zien aan de bruine kleur. Aan het eind van het pad lag een poeltje gevoed door warm water van een watervalletje. Een paar mensen spartelden in het warmwaterpoeltje. Wij wilden er ook wel in, maar het was al over zessen. We moesten nog een stuk rijden naar ons hotel en dan zou het te laat worden. Helemaal boven op de berg bleek de top toch nog in de wolken te liggen, maar het was veel minder dan de eerste keer. We konden het meer nu goed zien. Echter, de eerste keer was het veel geheimzinniger met de laaghangende bewolking. We reden terug naar ons hotel en gingen even later eten. We hadden een restaurant aanbevolen gekregen door een paar andere Hollanders. Dat bleek een goede suggestie. Als amuse kregen we ingemaakte stukje octopus. Dat smaakte goed. Daarna hadden we een visschotel bestaande uit diverse soorten vis gestoofd met groenten en aardappelen. Het restaurant zat bomvol, we waren gelukkig vroeg, anders hadden we hier niet terecht gekund zonder reservering. We gingen onze laatste nacht in op dit eiland. Helaas hadden we vandaag niet veel kunnen lopen. Dat moest dan maar op Faial, het volgende eiland.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.