Azoren 2011

Dag 12. Aantal kilometers: auto 123; lopen 8.
Weer: zon, wolken 16 - 20 ºC.

Het zag er vanmorgen goed uit bij het opstaan. De zon scheen. We hebben eerst de zuidkust verkend. De weg ging door een bijna aaneengesloten streekdorp dat uit verscheidene plaatsjes bestond. We kregen mooie uitzichten op de vulkanische Ilhéus das Cabras, twee eilanden die vroeger waarschijnlijk één zijn geweest. Het was alsof er met een enorm mes een stuk tussen de twee eilanden was uitgesneden. De groene eilanden lagen te schitteren in de zon omspoeld door het helderblauwe oceaanwater. Bij Ponta das Contendas zijn we een eindje gaan lopen. We liepen langs de zee, met aan de landkant een vulkanische asheuvel die deels was afgegraven. De verschillende lagen en kleuren waren nu mooi te zien. We kwamen hier toevallig twee medereizigers tegen die de andere kant uit liepen. We waren ze al een paar keer eerder tegengekomen op de andere dagen, wat toch wel opmerkelijk is, want

lilytocila

14 chapters

16 Apr 2020

Eiland Terceira: Angro do Heroismo

April 27, 2011

Dag 12. Aantal kilometers: auto 123; lopen 8.
Weer: zon, wolken 16 - 20 ºC.

Het zag er vanmorgen goed uit bij het opstaan. De zon scheen. We hebben eerst de zuidkust verkend. De weg ging door een bijna aaneengesloten streekdorp dat uit verscheidene plaatsjes bestond. We kregen mooie uitzichten op de vulkanische Ilhéus das Cabras, twee eilanden die vroeger waarschijnlijk één zijn geweest. Het was alsof er met een enorm mes een stuk tussen de twee eilanden was uitgesneden. De groene eilanden lagen te schitteren in de zon omspoeld door het helderblauwe oceaanwater. Bij Ponta das Contendas zijn we een eindje gaan lopen. We liepen langs de zee, met aan de landkant een vulkanische asheuvel die deels was afgegraven. De verschillende lagen en kleuren waren nu mooi te zien. We kwamen hier toevallig twee medereizigers tegen die de andere kant uit liepen. We waren ze al een paar keer eerder tegengekomen op de andere dagen, wat toch wel opmerkelijk is, want

het is een flink eiland en er zijn genoeg bezienswaardigheden. Even later zagen we nog een stel van de Kras-groep van de vier stellen (incl. wij) die dezelfde reis als wij maakten. Op de punt van de kaap lag de vuurtoren van Contendas. Dat was weer een mooi klein torentje met een rood mutsje. We kregen al weer aardig wat torenplaatjes voor onze collectie. Vanaf de vuurtoren zijn we een eindje landinwaarts gelopen tussen de ommuurde landbouwperceeltjes door. Wat was hier toch enorm veel werk verzet vroeger en wat een keuterboerlandjes waren het. Het was onvoorstelbaar dat je zo kleinschalig nog wat kon verdienen. Er waren veel stukjes weidegrond, waarschijnlijk voor hooi en verder velden met aardappelen, bonen of maïs. Ook werd er wijn verbouwd en op een door een hoge heg afgeschermd veldje groeiden bananenbomen. De temperatuur was ook aangenaam in de zon en bij het klimmen was het zelfs flink warm. We hadden nog niet zo gezweet. Bij São Sebastião was een prachtig kerkje. In de kerk waren nog restanten van oude fresco's te bekijken. Zoals in alle dorpen met een kerk stond er naast de kerk weer zo'n uitbundig versierd huisje. We gluurden deze keer naar binnen. Het was een soort kapelletje met een Mariabeeld en er stonden allerlei zilveren kronen, waarschijnlijk voor op beelden tijdens processies. Er stonden ook allemaal stokken met een kruis er bovenop. We hadden op een ander eiland al eens een grote groep mannen gezien die gehuld in grote schouderdoeken met deze staven in een kerk zaten te bidden. Later zagen we deze groep ook nog eens onderweg, wellicht pelgrims met een pelgrimsstaf. We reden door naar dé badplaats van Terceira, Praia da Vitória. Het bleek een redelijk stadje met een grote haven en een flink strand. Het was er erg rustig. We waren aan de lunch toe. Bij een cafetaria namen we de dagschotel, een bord extra gevulde groentesoep, gestoofde stokvis met uien en olijven, aardappelen en sla en toe was er koffie, dat alles voor € 5,50. De glaasjes witte wijn, een soort prosecco waren één euro, dat hakte er dus flink in. We zaten lekker in de zon op het centrale plein. Het was een heerlijk rustpunt. We zagen nu weer de Hollanders die we eerder hadden gezien. Het leek wel of we achtervolgd werden. We reden door naar de noordkust waar we stopten bij een ruig lavagebied dat tot in zee liep. Het was een prachtig woest gebied met de ruwe, zwarte lava en de groene heideplanten ertussen. We hadden van internet een wandeling voor dit gebied, maar het bleek weer een steile afdaal- en klimpartij te worden over "paadjes" met veel rollend gruis. We hadden gisteren al een tocht door de lava gemaakt en vonden het verstandiger om dit niet weer te gaan doen (don't press your luck). Op dit soort tochten is een val zo gemaakt en daar hadden we geen zin in. We zijn de noordkust verder gevolgd en hebben nog bij diverse uitzichtpunten de ruige klifkust bekeken. Boven de hoogste toppen van het eiland kwamen steeds meer wolken, zoals gebruikelijk bij oceaaneilanden, maar aan de kust bleef het zonnig. Als laatste zijn we de hoogste berg van het eiland, de Santa Barbara van 1021 meter hoogte opgegaan. Door een dicht bos reden we naar de top. Eenmaal boven bleek het grootste deel van het eiland verscholen achter de wolken, maar aan de noordkant was het helder zodat we een goed uitzicht hadden op de enorme caldera, die de top van deze berg is. Er groeide op deze hoogte alleen maar lage beplanting zoals heidesoorten. Het was bijzonder met de wolken die op de lagere hellingen voorbij dreven en het lager gelegen bos omhulden in een wit waas. Terug, op weg naar ons hotel, zagen we de beroemde stieren die worden gefokt voor de stierenspelen waarover we al eerder schreven. Het waren inderdaad indrukwekkende testosteronbonken met vervaarlijke spitse horens die bij het stierenvechten met bolletjes worden afgedekt om de schade aan de durfals te beperken. Naar ons weten worden de stieren hier niet gedood na de show. Enigszins rozig kwamen we weer aan bij ons hotel. 's Avonds hebben we in een restaurant bij de haven gegeten. We hadden allebei vis, gegrilde zalm en roodbaars. Een vinho branco van het eiland Pico smaakte daar uitstekend bij. Even over het Portugees: ze doen hier net omgekeerd als de Chinezen. Blanco heet hier branco, dus hier wordt de l een r. In China is het net omgekeerd. Overigens klinkt het Portugees en zeker dat van de eilanden ons in de oren als Russisch. Lezen gaat een beetje maar de gesproken taal is echt onverstaanbaar. Het lijkt nauwelijks op het Spaans. We hadden er weer een overgevulde prachtige en zonnige dag op zitten. Morgen zou onze laatste dag op de Azoren worden.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.