Toon&Stef en het grote avontuur....

Vietnam

Na een nachtje veredeld slapen op de fauteuils van de Starbucks op Kuala Lumpur airport kwamen we totaal gebroken aan in Hanoi. Gelukkig mochten we na een kort ritje meteen onze hotelkamer in zodat we het nachtje in konden halen. Het schoonheidsslaapje deed ons goed en even later stapten we de complete chaos van Hanoi in.
Duizenden scooters, cyclo's, motors, Daihatsu Cuore taxi's ( echt de kleinste autootjes die je kan vinden), fietsen, wandelaars en electro golf karretjes crosten hier volledig door elkaar de kruispunten over. We hadden geleerd dat wanneer je aan de grote oversteek begon je gewoon door moest blijven lopen en dat alles wel om je heen zou scheuren.
Dit was wel even iets anders dan die knollenbolderkarren op Gili.

Even wennen zullen we maar zeggen...
We hebben een golfkarretjes stadstourtje geboekt om deze complete chaos te bekijken zonder dat we zelf heel erg op het verkeer hoefden te letten. Dat moet ook wel, want anders zie je niks van de stad.
Hoe verrassend was het dat de eerste stop een tempel was. Ergens midden in de winkelstraat had Buddha hier een huisje op de kop getikt. Het moest wel een Happy Buddha zijn, want terwijl er midden op het binnenpleintje 5 dames echt mega pakketten met geld door het geldtelmachientje aan het ratelen waren, werd Buddha 5 meter verder geëerd met Red Bull, bier en sigaretten. De heilige moet wel een stuk vrolijker zijn dan zijn Thaise neef welke niet verder kwam dan lelijke gele bloemen en stinkende wierookstokjes.

We hadden de stad eigenlijk na dit tourtje al wel gezien en besloten voor de volgende dagen een trip naar Halong Bay te boeken. Ergens doen we iets goed fout, want terwijl we toch echt op vakantie zijn, zijn we nog nooit zo vaak zo vroeg uit bed getrommeld.

ditonio

9 chapters

15 Apr 2020

Hanoi, Halong Bay, Hoi An, Mui Ne en Ho Chi Min City

October 26, 2014

|

Vietnam

Vietnam

Na een nachtje veredeld slapen op de fauteuils van de Starbucks op Kuala Lumpur airport kwamen we totaal gebroken aan in Hanoi. Gelukkig mochten we na een kort ritje meteen onze hotelkamer in zodat we het nachtje in konden halen. Het schoonheidsslaapje deed ons goed en even later stapten we de complete chaos van Hanoi in.
Duizenden scooters, cyclo's, motors, Daihatsu Cuore taxi's ( echt de kleinste autootjes die je kan vinden), fietsen, wandelaars en electro golf karretjes crosten hier volledig door elkaar de kruispunten over. We hadden geleerd dat wanneer je aan de grote oversteek begon je gewoon door moest blijven lopen en dat alles wel om je heen zou scheuren.
Dit was wel even iets anders dan die knollenbolderkarren op Gili.

Even wennen zullen we maar zeggen...
We hebben een golfkarretjes stadstourtje geboekt om deze complete chaos te bekijken zonder dat we zelf heel erg op het verkeer hoefden te letten. Dat moet ook wel, want anders zie je niks van de stad.
Hoe verrassend was het dat de eerste stop een tempel was. Ergens midden in de winkelstraat had Buddha hier een huisje op de kop getikt. Het moest wel een Happy Buddha zijn, want terwijl er midden op het binnenpleintje 5 dames echt mega pakketten met geld door het geldtelmachientje aan het ratelen waren, werd Buddha 5 meter verder geëerd met Red Bull, bier en sigaretten. De heilige moet wel een stuk vrolijker zijn dan zijn Thaise neef welke niet verder kwam dan lelijke gele bloemen en stinkende wierookstokjes.

We hadden de stad eigenlijk na dit tourtje al wel gezien en besloten voor de volgende dagen een trip naar Halong Bay te boeken. Ergens doen we iets goed fout, want terwijl we toch echt op vakantie zijn, zijn we nog nooit zo vaak zo vroeg uit bed getrommeld.


Halong Bay is 1 van de 7 natuurlijke wereldwonderen, dat is niet heel verrassend als je het voor het eerst ziet. Duizenden rotsformaties steken zo boven de waterspiegel uit. Fantastisch!

We hadden een tour geboekt met 1 nacht slapen op het water tussen de rotsen en 1 dag op een van de eilanden. Terwijl we langzaam tussen de rotsformaties dobberden werd de lunch geserveerd. Die was om aardig bang van te worden, de verse vis was zo vers dat hij ons nog even vriendelijk aan het aankijken was terwijl hij op het bord lag. Die vis hebben we maar overgeslagen.
Een paar minuten later hebben ze ons bij een kayak gedropt. Op leven en dood heb ik een poging gewaagd om me in het plastic gevaarte te proppen. We kunnen stellen dat wij samen gewoon

een heel goed team zijn, want na een paar keer misslaan en elkaar natspetteren konden we het plastic gevalletje zelfs een richting op sturen. De zonsondergang keken we op een eilandje midden tussen de rotsformaties. Hier liepen ook nog een paar apen rond welke er nogal bijzondere zonsondergang taferelen op nahielden.

De tweede dag varen was nog spectaculairder als de eerste. Nu gingen we nog verder het gebied in, varend over smalle doorgangetjes tussen de rotsen, ver weg van alle andere boten!
We hebben de middag al fietsend doorgebracht op een van de eilanden en belandden uiteindelijk op Cat Ba; het bruisende uitgaanscentrum van het Halong Bay gebied. Terwijl er rijen dik

hotels en restaurants gebouwd waren konden we de bezoekers van het stadje op 1 hand tellen. Wel lekker ontspannen dus.

De volgende ochtend zijn we via Hanoi naar Ninh Binh vertrokken. De weg richting zuid Vietnam was langzaam ingeslagen. Na 2 uurtjes treinen stond er op het station onverwacht een chauffeur te wachten om ons naar het hotel te brengen. Bij aankomst kwam daar een Vietnamese versie van mister Chau naar buiten gerend om ons overenthousiast en in onverstaanbaar Engels te verwelkomen. Nadat hij 5 minuten lang getetterd heeft en wij de woorden welcome, hotel, room, tour, car, cold en rain hebben kunnen ontcijferen eindigden we met 2 geboekte tours door de

regio. We hadden geluk, want voordat we de auto weer ingepropt werden mochten we nog snel even de tas op de kamer leggen. De chauffeur was wederom een geweldige tourguide, alweer geen woord Engels, maar alles aan de hand van geluidjes.. Bheehhhh, mhoeee, tok tok en klik klik photo hebben we het meest voorbij horen komen. Hij had ook gevoel voor mensenkennis, afgetraind en sportief als we er uit zien stopte het heerschap aan de voet van een berg. 280 ongelijke uit rots gebeitelde traptreden leidden ons naar... Tja, iets wat niet echt in geluidjes en gebaren was uit te leggen.
Als we samen op een scootertje hier waren aanbeland en 2 seconden naar die trap hadden gestaard, hadden we vriendelijk bedankt. Op een of andere manier voelden we ons nu geroepen om verdomme nog geld te betalen voor een kaartje en aan deze martelgang te beginnen. Om de vier treden keken we elkaar aan met het gezicht van 'ik wil opgeven'. We weten niet hoe we het gedaan hebben, maar uiteindelijk stonden we boven op die berg. We denken dat de heilige maagd Maria hier bekeerd was, want het hoofd van Buddha had toch veel weg van tante Marie.
Gelukkig was dat niet het enige wat ons op de top te wachten stond. Het uitzicht van Ninh Binh was formidabel. Rotsen, rijstvelden en een kronkelend riviertje zouden bij menig landschapsschilder een hard plassertje veroorzaken.

Datzelfde riviertje zijn we even later in een bootje afgeroeid. Nou, we hebben zelf niet geroeid, maar dat deed een tandloos dametje van achter in de 50. Sprak heel goed Engels, had drie letters uit haar hoofd geleerd. TIP, TIP, TIP.. en dat ongeveer de hele tocht lang. Zonder het woordje TIP was de tocht geweldig, varend langs, door en onder de rotsen. Dag twee was een dagtrip naar een nationaal park. Via de apen- en schildpadden opvang belandden we samen met een gids midden in het regenwoud. Een hike van een uur over modderpaadjes, langs spinnen, enorme wandelende takken, een sinkhole en door bergen bloedzuigers. Ook dat kon weer op ons lijstje met onvergetelijke ervaringen. Hadden we al gezegd dat er grote spinnen waren? In 'the Cave of the prehistoric man' liep er eentje van een centimeter of 15 doorsnee. Ginne hooiwagen, maar zo een heel vies dik zwart harig apparaat. Zoals de naam van de grot al doet vermoeden was hier een taal-woorden-wonder aan de gang geweest om de belangrijke plaatsen in het park te benoemen. Naast 'the Cave of the prehistoric man' had je ook nog 'the Old tree', 'the acient tree' en 'the 1000 year Old tree', van die laatste weten ze niet of ie echt duizend jaar is, maar ze moesten hem een naam geven vertelde onze gids. Ik zou m de Nobelprijs voor de literatuur geven, genie dat het is!

's Nachts hebben we ons weer eens backpackers gewaand. We hadden de nachttrein naar Hoi An. Omdat we te laat waren met boeken moesten we het doen met een houten plank en een tuinstoelkussen als bed. Viel al met al nog niet eens zo tegen, zouden we dan toch nog echte backpackers worden?

Hoi An was fantastisch, prachtig dorp wat een beetje Latijns-Amerikaans aandeed. Allemaal karakteristieke geel geverfde pandjes in een dorpskern wat ook op de Werelderfgoedlijst staat. We hebben hier 5 dagen lang genoten. Met ons 'eigen' brommertje hebben we ons prima vermaakt. Eigenlijk hebben we niks van de omgeving gezien. Het dorpje was gewoon top. En we moesten iedere dag wel een keer naar de kleer- en schoenmaker. Je kan bijna niet in Hoi An zijn geweest zonder dat je je tegoed hebt gedaan aan de diensten van 1 van de 400 kleermakers. Wanneer je 's avonds door het dorpje wandelde leek het wel alsof je door de Efteling liep. Die prachtige gebouwtjes, muziekjes op straat, die geweldige ouderwetse fietstaxi's en op sinterklaasavond waren alle lampen in de stad gedoofd. Het was vollemaan feest, wat wordt gevierd door het eren van de geesten en het doven van de lichten. Overal brandde kleine vuurtjes, kaarsjes en lampionnen. Hier hadden we best nog wel een paar weekjes kunnen blijven, maar in plaats van dat probeerden we onze backpackers-skills tot het maximum uit te testen. We hebben een nachtbus reisje geboekt naar Mui Ne. Reisje, 17 uur, knettergek.

We hebben het geweten; al ruzie makend met de volgende perfect Engels sprekende reisgids over ons slaapplaatsje in de bus, belandden we helemaal achteraan boven in een stapelbed naast het chemisch toilet wat niet doortrok. De fucking stenen trapskelter van Fred Flinstone heeft nog meer comfort. Toen de regen vervolgens aan de binnenkant van de raam naar beneden stroomde en de chauffeur de verwarming op standje min 34 zette om zelf wakker te blijven kon ons reisje niet meer stuk. Oh jawel, de bus ging om het kwartier kapot, waarbij iedere keer dezelfde knutselsmurf op pad werd gestuurd om het geheel professorisch aan elkaar te knopen. In plaats van die fucking 17 uur werden het er bijna 24.
Het heeft ons 1 ding duidelijk gemaakt. Wij gaan nooit meer met de nachtbus, nooit meer met de nachtbus. Nooit meer. Nooit meer! NOOIT!!
Eigenlijk heeft het ons 2 dingen duidelijk gemaakt: Vietnam is net als Frankrijk. Het land is prachtig, maar er wonen alleen maar idioten!

Mui Ne is een kustplaats onderweg naar Ho Chi Min City. Een ideale strandbestemming met prachtige baaien en een stuk 'Sahara in Azie' werd ons door een brochure verteld.
Wat ons meteen opviel was dat alles hier Russisch georiënteerd was. Tropische winkeltjes en barren met namen als Little Moskou, Tsaars Plaza en Bar St. Petersburg stonden hier netjes op een rijtje in de enige straat die het dorp rijk is. We hadden geluk dat we het nog konden lezen, want de overige 250 barren, winkels en restaurants waren ook nog eens aangeduid in Vietnamese of Russische tekentjes. Toen vervolgens de eerste 14 winkeleigenaren ons ook nog eens in het Russisch aan gingen spreken was het feest compleet. Uiteindelijk hebben we ergens een Engelse menukaart op de kop kunnen tikken en zaten we even later aan ons welverdiende dinertje.

We hebben de volgende dag een scooter gehuurd. Heerlijk om samen op pad te gaan richting de witte en rode zandduinen. Onderweg moesten we stoppen bij de 'must do' Fairy Stream 'wel opletten want je kon er zo voorbij rijden', die afslag hebben we dus inderdaad gemist. Nadat we een tijdje onze handgeschreven routebeschrijving hadden gevolgd, die ons via 'bij de katholieke kerk linksaf, stoplicht rechts, benzinepomp links, rotonde rechts, einde straat rechts, aan de rechterkant is het' richting zandduinen moesten brengen, kwamen we bij een uiteindelijk bij een verlaten benzinepompje uit dat niet bepaald veel weghad van iets wat leek op wit zand. Vanaf hier hebben we het gedeelte: benzinepomp

links, rotonde rechts, einde straat rechts, aan de rechterkant is het' nog maar een keer ingezet en wonderbaarlijk genoeg lukte het ons nu wel om na 2 keer exact dezelfde routebeschrijving te gebruiken bij de zandduinen terecht te komen.

Onder aan de heuvel hebben we een quad gehuurd. Hoe cool is dat om met zo een ding door de duinen heen te scheuren. Nadat we de top van de eerste heuvel bereikt hadden zagen we alleen nog maar zand en lucht. Met het apparaat zijn we vervolgens de heuvel afgecrost richting tweede berg om vervolgens het ding in the middle of nowhere kapot te laten gaan. Stonden we dan, in het midden van die zandbak met een oud wrak waar de benzine zo uit spoot! Best lastig als je de enige toerist bent bij een toeristische attractie als deze. Gelukkig was het zand ook niet echt heet en had de telefoon goed bereik. Top avontuur dat quad huren in de Drunense Duinen 2.0
Halverwege de terugweg kwam er uiteindelijk even iemand poolshoogte nemen. Toen we naar de quad in de verte wezen leek meneertje niet echt verbaasd. Zal wel bij de dagelijkse werkzaamheden horen. Na zijn 'reparatie' mochten we 10 minuten extra. Toen het kreng er binnen de minuut weer drie keer de brui aan had gegeven hebben we het gevaarte terug naar startpunt gebracht en zat ons zandbakkwartiertje er al weer op.

Uiteindelijk hebben we in twee dagen Mui Ne en omgeving op de scooter verkend en zijn we tot de conclusie gekomen dat dit paradijsje er in de brochure leuk uitziet, met prachtige stranden, de Sahara van Vietnam, levendige vissausfabrieken, tal van culturele hoogstandjes en mega relaxte surfsfeer, maar dat het in werkelijkheid bestaat uit de Drunense Duinen met slechte quads,

stranden lelijker dan Schevingen met Duitsers, een geur die de Struktor op een mooie zomerse dag naar bloemetjes doet ruiken (voor de stadse lezers onder ons: dit is de Brabantse verwerker en ophaalservice voor dierlijk restmateriaal en kadavers) want vissaus bestaat uit een rottend mengsel van vis en weeïge olie, een plek waar het altijd 30 graden is maar waar ze dikke winterjassen en skikleding verkopen aan dikke irritante Russen met fluoriserende shirtjes. Leuk dorpje ;-)


Daarna zijn we richting Ho Chi Min City vertrokken. HCMC wordt hier nog steeds Saigon genoemd. En Saigon is Saigon. Waarschijnlijk is er geen plek op de wereld welke zo chaotisch is als Saigon. Wij dachten dat Hanoi druk was. Dit is nog 100 keer erger en doet Hanoi af alsof het de dorpsstraat van Moergestel is. Wat een chaos. Echt alles krioelt hier door elkaar heen, stoplichten staan er voor jan lul en de toeter is ook hier je beste vriend.

De eerste dagen hebben we ons een weg proberen te banen door de chaos. Alles straten lijken op Phun Duong Jung of zo en soms scheelt het een letter, Vietnamezen spreken fantastisch Engels, op de vraag 'wat is cantonese rijst' krijg je '10 minutes' als antwoord en op 'what's the time' krijg je meestal 'Yes', dus de weg vragen heeft ook niet heel veel zin.
Tijdens onze creatieve zoektochten met kryptische omschrijvingen hebben we de beste sushitent van Azië, de skyline bar en zelfs een bioscoop met Engelse versies gevonden. We doen het zo gek nog niet.
We hebben ook een bezoek gebracht aan het onafhankelijkheidspaleis. Een museum waarin de Vietnamoorlog toch iets anders wordt belicht als dat wij leerden bij onze geschiedenis lessen. Waar wij hebben geleerd dat de Amerikanen Vietnam behoedden voor het communisme worden ze hier afgedaan als staatsvijand nummer 1. Zij hebben Vietnam verpest en kapot gemaakt. Dat is ook wel te zien, want met de gifgasaanvallen hebben ze heel wat leed veroorzaakt. We hebben hier meer verminkte mensen in 1 maand gezien als in ons hele leven bij elkaar. En dat zijn ze hier nog niet vergeten. Misschien is dat ook de rede dat ze hier geen Engels kunnen of willen spreken.

De volgende ochtend zijn we naar de Chi Cu tunnels gegaan. Een kilometers lang tunnelcomplex meters onder de grond waar de Vietcong strijders vochten tegen de Amerikanen. Een bizar complex met megasmalle gangetjes, zo smal dat een standaard Amerikaanse soldaat er geeneens in paste, laat staan een menneke van 130 kilo. Het hele terrein was volgebouwd met boobytraps om Amerikanen zo veel mogelijk pijn te doen. Ijzeren spijlen onder een bedje van stro en mos, dichtklappende versies, noem maar op. Stelletje zieke geesten!
Verder hebben we een tocht gemaakt naar de Mekong delta, naast Saigon en Hanoi de meest levendige streek van het land. De boottocht bracht ons langs de grootste drijvende markt van het land, we stopten verder twee dagen lang bij alles waar je uitleg kreeg over iets wat ze maakten of deden verbouwen en waar je moest gaan zitten en luisteren.


Afsluiting van Vietnam was Phu Quoc. Een eiland in het uiterste zuiden van Vietnam en waarvan we de naam naar een keer of honderd gehoord te hebben nog niet kunnen uitspreken. Het lijkt het meeste op Fwawak of zoiets. Terwijl je je mond hebt volgepropt met 16 droge biscuitjes.
Leuk eiland met de vriendelijkste Vietnamezen tot nu toe. Ook hier hebben we een week lang de scooter gehuurd en het hele eiland verkend. De wegen zijn hier afwisselend geasfalteerd en 4 banen breed en dan weer zand en steenblokken. Om en om, om de paar kilometer. En het waait, als een malle. Harder dan 50 lukt niet, want dan stijg je op met de brommert.

Tijdens een van onze tochten kwamen we langs de mooiste totaal verlaten stranden. Aangezien we al een uur of wat niemand meer hadden gezien konden we hier wel eens ff skinny dippen. Toch gezellig als precies op dat moment een paar andere toeristen hun scootertjes parkeert en besluit om met duikbril en al het strandje te gaan verkennen.
Tijdens een van onze scootertochtjes belandden we bij de Coconut Prison. Klinkt als een soort resort, maar met de Amerikanen als management en medewerkers kon je dat niet bepaald zo noemen. De meest luxe kamers waren barakken waar een paar honderd gevangenen tegelijk in werden gepropt. De meer geprivatiseerde suites bestonden ook hier weer uit de tigercages. Hokjes van 1,80 meter lang, 74 centimeter breed en een half metertje hoog, volledig gemaakt van vlijmscherp prikkeldraad buiten op het binnenpleintje bij een temperatuur van een graadje of 40. Ruimte genoeg voor 3 Vietnamezen per kooitje vonden ze toen. Het 'ontbijt op bed' bestond uit een kopje water en een handje oude rijst. Verder werd er even uit de doeken gedaan wat voor martelmethoden de Amerikanen er op na hielden. Ook dit kan je redelijk onder de categorie 'zieke geesten' scharen.
Met toch wel een naar gevoel kwamen we even later aan bij een vissersdorpje op de zuid punt van het eiland. Een dorpje wat zo uit de middeleeuwen kon komen. Houten en stenen huizen wisselde elkaar schots en scheef af, de weg was niks meer dan zand, gruis en wat losliggende stenen en eenieder zat voor zijn huisje wel wat te verhandelen. Of het nu om sokken, levende kippen of vlees ging, was wat daar heerlijk buiten op een tafeltje in de zon lag, maakte niet uit. Op een of andere manier hadden we niet de intense behoefte om hier onze lunch te nuttigen.
Verder zijn we met een dagtocht gaan snorkelen rond de zuidelijke onbewoonde eilandjes. Omdat ook hier de duikbril zo lek als een zeef was en het zicht toch gauw een meter of vier hebben we ons verder vermaakt met vissen vangen, wat ons trouwens aardig goed afging. Ik had t kleinste visje ooit en Stef had 2 grotere en zichzelf te pakken. Verder hebben we ons aardig vermaakt met het vanaf de tweede verdieping van de boot in het water plonsen.
Ook hebben we er een dagtaak van gemaakt om watervallen te bereiken. De eerste was een uurtje touren vanaf het hotel, stond groot aangegeven, er moest parkeergeld betaald worden, waren honderd Vietnamezen hun vrije dag aan het vieren en er was geen water. Want het is droogseizoen en dan heeft deze waterval pauze. Topkeuze dus. De tweede waterval was weer een goei uur rijden over zand paden en door kuilen. Dit was echt onmogelijk om fatsoenlijk te bereiken, maar toen even later een daihatsu Cuore taxietje (jaja daar zijn ze weer) ons voorbij kwam scheuren, wisten we dat we niet op mochten geven.
Uiteindelijk bereikten we ook hier de entree van het park. Na een wandeling over een mega gammel houten bruggetje en door het bos hoorden we iets wat wel op vallend water leek. Nog een paar stappen en daar was water. Bij de eerste stap door het water ging ik onderuit, haalde allebei de grote tenen en het scheenbeen aardig open en zat het waterval avontuur er weer op. We zijn gewoon niet echt goed met watervallen.

Nu is het weer tijd het land te ontvluchten, ons visum loopt vandaag af en we vliegen morgen! Kijken of de Vietnamese douane meneer of mevrouw nog een beetje kerstgedachte heeft voor ons in petto heeft.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.