Bali stond niet direct als nummer 1 op ons verlanglijstje, maar aangezien het de kortste vlucht van suïcide airlines vanuit Perth naar een tropisch eiland was, was de keuze snel gemaakt. Na onze heenreis richting Down Under met Air Asia X, dat is de naam van air asia voor lange vluchten, wisten we dat we dit niet nog een keer moesten doen. De X staat in de hele wereld bekend als het teken voor FOUT, dus zelfkennis hebben ze wel.
Diezelfde hel duurde dit keer 'maar' 5 uur. Maar met 4 continue jankende kinderen als een soort 5.1 surround set om ons heen was de vlucht niet bepaald aangenaam te noemen. Ook het feit dat de menukaart van Azië in ons stoelvakje naast de Australische variant geparkeerd stond was niet echt bevorderlijk voor een lekker gevoel. Exact hetzelfde blikje cola, was precies 2 keer zo duur in het Australische boekje als in het Aziatische, 2x, en 3x raden uit welk boekje wij mochten bestellen!?!
Toen we even later het hotel hadden gevonden zijn we eerst de koelkast gaan vullen. We hadden compensatiedrang voor alles wat in Australië te duur was en zodoende wandelden we even later met 2 volle boodschappen tassen de plaatselijke 7eleven uit.
De hotelkamer was wel een beetje apart. De koelkast stond in de bijkeuken, of eigenlijk beter gezegd in de badkamer. Nou ja, die had ook wel een eigen deur, maar geen wasbak. Dus de wasbak van de badkamer zat in de bijkeuken, of de koelkast stond in de badkamer.. Nou ja, hoe je het zelf noemen wil dus, hij lag in ieder geval vol met eten en drinken.
's Ochtends zijn we wandelend op verkenning geweest. We zaten in Seminyak, een plaats vlakbij het vliegveld wat bestond uit 1 straat en trottoirs waarin levensgevaarlijke 2 meter diepe gaten zigzaggend verwerkt waren. Dat was 's nachts een extra uitdaging na het stappen.
De straat uit naar links leidde tot Kuta. Nadat we een uur over de heenweg hadden gedaan konden we wel stellen dat dit de laatste dag was dat we aan de wandel zouden gaan.
Nu is Kuta ook niet bepaald bijzonder te noemen. Het is net klein Callella voor de Australische jeugd. De stad is ongeveer 1 straat lang vol hang Balinezen, jalla jalla winkeltjes, massagesalons, pinautomaten, toeterende taxi's en slechte bars vol nog slechtere Australische jeugd. De ouders zouden er trots op zijn als ze dochterlief zo hadden zien dansen.
Voor de volgende dagen hadden we een scooter gehuurd. Zo konden we op eiland expeditie. 1 dag richting Ubud en 1 dag strandjes en tempels kijken.
De reis naar Ubud zou een klein uurtje moeten duren, tenminste volgens de internet route. In werkelijkheid is Bali een chaos van slechte wegen en nog slechtere chauffeurs, met als extra moeilijkheidslevel dat ze ongeveer niet aan verkeer- en route borden doen. Nu wil een Balinees je ook nooit geen antwoord geven als je hem iets vraagt. Dus in plaats van te zeggen dat hij het niet weet, wijst hij je gewoon een kant op. Als je de weg naar Ubud vraagt betekent dit dat je op 100 meter tijd alle vier de richtingen op wordt gewezen. Das lekker makkelijk als je de snelste route wil pakken.
Uiteindelijk kon 1 scootercourreur onze gedachten lezen en riep al stilstaand voor het stoplicht "Ubud???" Nadat we instemmend hadden geknikt vertelde hij dat ie werkte in Ubud en we hem wel achterna konden rijden.
ditonio
9 chapters
15 Apr 2020
November 11, 2014
|
Indonesie
Bali stond niet direct als nummer 1 op ons verlanglijstje, maar aangezien het de kortste vlucht van suïcide airlines vanuit Perth naar een tropisch eiland was, was de keuze snel gemaakt. Na onze heenreis richting Down Under met Air Asia X, dat is de naam van air asia voor lange vluchten, wisten we dat we dit niet nog een keer moesten doen. De X staat in de hele wereld bekend als het teken voor FOUT, dus zelfkennis hebben ze wel.
Diezelfde hel duurde dit keer 'maar' 5 uur. Maar met 4 continue jankende kinderen als een soort 5.1 surround set om ons heen was de vlucht niet bepaald aangenaam te noemen. Ook het feit dat de menukaart van Azië in ons stoelvakje naast de Australische variant geparkeerd stond was niet echt bevorderlijk voor een lekker gevoel. Exact hetzelfde blikje cola, was precies 2 keer zo duur in het Australische boekje als in het Aziatische, 2x, en 3x raden uit welk boekje wij mochten bestellen!?!
Toen we even later het hotel hadden gevonden zijn we eerst de koelkast gaan vullen. We hadden compensatiedrang voor alles wat in Australië te duur was en zodoende wandelden we even later met 2 volle boodschappen tassen de plaatselijke 7eleven uit.
De hotelkamer was wel een beetje apart. De koelkast stond in de bijkeuken, of eigenlijk beter gezegd in de badkamer. Nou ja, die had ook wel een eigen deur, maar geen wasbak. Dus de wasbak van de badkamer zat in de bijkeuken, of de koelkast stond in de badkamer.. Nou ja, hoe je het zelf noemen wil dus, hij lag in ieder geval vol met eten en drinken.
's Ochtends zijn we wandelend op verkenning geweest. We zaten in Seminyak, een plaats vlakbij het vliegveld wat bestond uit 1 straat en trottoirs waarin levensgevaarlijke 2 meter diepe gaten zigzaggend verwerkt waren. Dat was 's nachts een extra uitdaging na het stappen.
De straat uit naar links leidde tot Kuta. Nadat we een uur over de heenweg hadden gedaan konden we wel stellen dat dit de laatste dag was dat we aan de wandel zouden gaan.
Nu is Kuta ook niet bepaald bijzonder te noemen. Het is net klein Callella voor de Australische jeugd. De stad is ongeveer 1 straat lang vol hang Balinezen, jalla jalla winkeltjes, massagesalons, pinautomaten, toeterende taxi's en slechte bars vol nog slechtere Australische jeugd. De ouders zouden er trots op zijn als ze dochterlief zo hadden zien dansen.
Voor de volgende dagen hadden we een scooter gehuurd. Zo konden we op eiland expeditie. 1 dag richting Ubud en 1 dag strandjes en tempels kijken.
De reis naar Ubud zou een klein uurtje moeten duren, tenminste volgens de internet route. In werkelijkheid is Bali een chaos van slechte wegen en nog slechtere chauffeurs, met als extra moeilijkheidslevel dat ze ongeveer niet aan verkeer- en route borden doen. Nu wil een Balinees je ook nooit geen antwoord geven als je hem iets vraagt. Dus in plaats van te zeggen dat hij het niet weet, wijst hij je gewoon een kant op. Als je de weg naar Ubud vraagt betekent dit dat je op 100 meter tijd alle vier de richtingen op wordt gewezen. Das lekker makkelijk als je de snelste route wil pakken.
Uiteindelijk kon 1 scootercourreur onze gedachten lezen en riep al stilstaand voor het stoplicht "Ubud???" Nadat we instemmend hadden geknikt vertelde hij dat ie werkte in Ubud en we hem wel achterna konden rijden.
Ook dat resulteerde in een onvervalst potje GTA voor gevorderden. Met een rotgang vloog meneertje tussen de bussen, auto's en scooters door, waarbij de helft ook nog eens uit tegengestelde richting kwam. Al mopperend zat ie dan vervolgens om de paar seconden achterom te kijken waar wij dan gebleven waren. Bij het volgende stoplicht, een soort even-op-adem-komen-pauze vertelde hij dat we er bijna waren en dat hij op een koffieplantage werkte en dat ze er rondleidingen gaven. Als bedankje en uit goed fatsoen zijn we er maar eens een kijkje gaan nemen.
Het was een Luwak kat koffieplantage. Inderdaad de koffieschijt kat. Het boompje groeit, boontje groeit, boontje rijp, kat eet op, kat schijt uit, jij drinkt op principe. kost dan een godsvermogen en is niet te drinken die rommel! De koffie en thee proeverij hebben we na een paar inieminie slokjes ook maar gelaten voor wat het was, we hebben de man gedag gezwaaid en zijn op de brommert verder Ubud ingereden. We gingen naar het monkeyforrest. Een bos midden in het dorp vol grijpgrage kleine monstertjes opzoek naar je tas, zonnebril en bananen. Die beesten weten verdomd goed dat er duizenden toeristen per dag komen en dat minimaal de helft van het fotograferende grut bananen koopt bij 1 van die stalletjes. Dat doe je dan 2 keer. De eerste keer koop je een tros van die gele dingen en voor je het weet vliegen er tig van die kleine monsters op je af en ben je al je bananen al weer kwijt, de verkoopstertjes lachen dan een keer en weten dan je nog een keer bij ze op bezoek komt voor je tweede trosje.
Voor het tweede trosje hadden we een goede tactiek bedacht, zodra we het trosje kregen hebben we het met een rotgang in onze rugtas gepropt. We zouden stiekem wegsneaken bij de verkoopster en op zoek gaan naar baby aapjes om ons trosje te voeren. Toen we even later achterom keken en er een hele apenpolonaise met ons meehobbelde wisten we dat het een vrij lastige opgave zou worden.
Ergens bij de tempel vonden we een mooi plekje, zonder al te veel grote apen. Dat veranderde toen we de tas open maakten. Overal kwamen ze vandaan en voor we het wisten waren we alweer de helft van de tros kwijt. De laatste drie bananen hebben we bij Gods gratie nog een een paar kleintjes kunnen voeren. De apen waren het er echter niet helemaal mee eens, want toen we ons omdraaiden om aan te lopen besloot de eerste aap maar eens even poolshoogte te nemen op onze rugzak. Toch even controleren of alles wel echt op was. Teleurgesteld verliet aap 1 de rugzak en kon Steph bezoek van aap 2 verwachten. Ook deze nam geen genoegen met 'nee' als antwoord en besloot te proberen of Steph der hoofd naar banaan smaakte.
Zo hard als hij kon parkeerde hij zijn tanden in Steph der achterhoofd om vervolgens tot de conclusie te komen dat hij geen banaan proefde en Steph het uitschreeuwde van pijn.
Dit was meteen het einde van ons apenavontuur in Ubud. We zijn weer op ons brommertje gestapt en op zoek gegaan naar de rijstvelden. Na een paar keer vragen en een klein uurtje scooteren eindigden we op precies dezelfde plek als waar we gestart waren, zonder rijstveld gezien te hebben. Poging twee bracht meer succes. Zo eindigden we na wederom een uur brommeren op een prachtige plek tussen de bergen waar we vanuit het restaurantje uitkeken over de rijstterrassen.
De terugweg verliep voorspoediger. Op een of andere manier stond de route beter aangegeven en voor we het wisten stond er een Mc Donalds routebord met 'Mc Donalds Kuta Beach' 4 kilometer.
Hoppa, bijna thuis! En iets te vroeg gejuicht. Drie kwartier later kwamen we een bord tegen met 'mc Donalds Kuta Beach' 3.5 kilometer. Ergens was er dus iets mis gegaan in onze navigatiekwaliteiten.
De volgende ochtend hebben we het brommertje langs de kant van de weg weer volgegooid met 4 flessen absolut vodka om op zoek te gaan naar tempels en stranden. De Tanah Lot tempel was een uurtje rijden, het ding zou ongetwijfeld echt heel mooi zijn geweest, maar omdat wij al 14.564 tempels hebben gezien in de voorbije maanden was dit niet echt een aanwinst voor ons lijstje. We vonden de golven die tegen de rotsen uiteenspatten interessanter. Voor 2 minuten. Daarna besloten we op zoek te gaan naar stranden. Om veiligheidsgetrouw te handelen, met de gedachtes nog teruggaand aan onze navigatiekwaliteiten van de avond ervoor, kozen we voor de stranden dichtbij Kuta. Uurtje
terug dus weer toen we er bijna waren besloten de wolken onze stranddagje te verpesten door het helderblauwe luchtje te veranderen in een dik grijs wolkendek.
De volgende ochtend was poging 2 voor dagje strand Bali. Deze keer wel geslaagd, want met een strakblauw luchtje, een brandende lava bal en 2 strandbedjes was het behoorlijk goed te hebben.
Dezelfde avond landden papa en Lien op Bali, om er 1 nachtje te blijven. De volgende ochtend zouden we met zijn vieren naar Lombok gaan voor een weekje vakantie.
Het was wel apart, want terwijl wij op reis zijn, stonden we op het vliegveld papa en Lien op te wachten. Toch ook mooi om elkaar dan aan de andere kant van de wereld weer te zien. We hadden een taxibusje geregeld om ons naar het hotel te brengen. Hemelsbreed zo'n 100 meter, maar het busje heeft er toch zeker een kwartier over gedaan.
Het restaurantje tegenover het hotel had 'hutspot with meatball', 'broodje frikandel' en 'bitterballs' op het menu staan, een toepasselijk plekje voor een Nederlands onderonsje dus. Onder het genot van de lokale meelballen, wat ze hier dus bitterballs noemen, hebben we de mooiste verhalen tot nu toe verteld.
Om kwart over heel vroeg ging de wekker, omdat we toch zeker 25 minuten moesten vliegen naar Lombok. Een klein vliegtuigje, waarin we nog net niet naar gewichtsklasse op linker en rechterstoelen werden ingedeeld, bracht ons het stukje water over. Daar stond onze chauffeur ons al op te wachten. Meneertje-ik-hou-van-toeteren heeft ons richting onze villa gesjeesd. We weten niet precies hoeveel tijd meneertje-ik-hou-van-toeteren erover gedaan heeft, wel dat het precies 205 keer toeteren was. Deze toeterde naar alles en naar niks. Een stuk of vijf keer toeteren op een lege rotonde was een eitje voor meneertje-ik-hou-van-toeteren.
Bij de villa stond de hele familie ons al op te wachten. Een paar neefjes die koffers en tassen tilden, nichtjes en tantes die in de keuken stonden, nog meer nichtjes en tantes die schoonmaakten, ooms als chauffeurs en Chef Rocky. Rocky was de heer des huizes. Een vrolijk dikkig ventje met een geitensik en lang haar.
In perfect Engels, hij was overigens de enige die überhaupt een woordje over de grens sprak, heeft hij ons uitgelegd dat zijn huis ons huis was en dat we ons als familie moesten gedragen. Binnen 5 minuten waren we dus met Rocky op weg naar de supermarkt om de koelkast te voorzien van de nodige biertjes.
We hebben vooral heerlijk rustig aan gedaan de eerste dagen. Lekker eten, beetje drinken en zwemmen en genieten van de mooie dingen. Via het hotel hadden we een tour richting de watervallen van Lombok geboekt. Alleen was meneer vergeten te vertellen dat na 2 uur rijden het vervolgens ook nog eens een dik uur lopen was. Lekker makkelijk voor pap en Lien, toen het daarna ook nog eens als een malle begon te regenen hadden we genoeg water zien vallen en hebben we het ritje van twee uur terug maar weer terug ingezet.
De tweede dagtour bracht ons richting de mooiste stranden van Lombok. We hadden sinds gister gelukkig een andere chauffeur gekregen dan meneertje toetoet, Mus!
Mus toeterde niet zo veel, Mus deed helemaal niet zo veel, zelfs niet praten, want Musje praat geen Engels. Dat is wel zo makkelijk als je de tourguide bent. Na een uurtje kwam zowaar het woordje 'biesj' uit zijn mond, of iets wat er voor door moest. Terwijl we zijn klanken naast ons uitzicht legden konden we uitvogelen dat Mus
het strand bedoelde. En wat voor 1!
Zo'n bounty strandje zoals in de brochure. Wij zijn gaan zwemmen terwijl het ouderlijk volk het bier van de beachbar heeft getest. Bij het tweede strandje hebben we exact hetzelfde recept gevolgd.
Als toetje zijn we op bezoek geweest bij de lokale traditionele bevolking. Een stam van ongeveer 500 leden, allemaal familie van elkaar en dan niet aangetrouwd. De jongetjes doen het namelijk met de meisjes van dezelfde familie. Neefje trouwt met nichtje en bouwen dan op goed geluk gezonde baby's. Die later vervolgens ook weer met hun eigen neefje of nichtje trouwen. Het zijn trouwens de jongetjes die mogen kiezen met wie ze trouwen. Als ze een leuk nichtje zien mogen ze haar kidnappen, wanneer dat lukt mag je er mee trouwen. In Nederland zou zou iets ontvoering, incest en misbruik heten. Hier noemen ze het een leuk spelletje. Overigens zijn ze sowieso wel apart. 1 keer per maand smeren ze hun hele hut in met verse koeienstront, zodat het lekker ruikt en dat de goden weer tevreden zijn.
Onze gids vroeg zich overigens af waarom ze zoveel last hadden van vliegen. Tja?!?
In de avond zijn we weer bij Yessi's beland. Een restaurant wat we als tweede huiskamer gebruikten. We hebben er iedere avond gegeten, de eigenaar en bediening spraken een aardig woordje Allemachtig Prachtig Nederlands. Als we op pad waren geweest konden we elkaar hier wel weer vinden.
Terwijl de dames heerlijk hebben uitgeslapen ben ik met pap om zes uur op pad gegaan om een rondje te gaan golfen op de plaatselijke golfbaan. Mus bracht ons en ondanks dat hij geen woord Engels kon, konden we goed merken dat meneertje een ochtendhumeur had. Wel lachen, als je geen woord Engels kan en dan probeert uit te leggen dat het te vroeg is. Iedereen vond het waarschijnlijk vroeg, want toen we op 11:30 de golfbaan afliepen hadden we nog steeds niemand gezien. Op de terugweg zijn we gestopt bij Yessi's, drie keer raden wie daar zaten..
Het kan snel gaan want de volgende dag was het al weer tijd om afscheid te nemen en weer verder op pad te gaan. Terwijl pap en Lien 's morgens vroeg terug richting Borneo vlogen hebben wij de boot richting de Gili eilanden gepakt. Rocky wilde waarschijnlijk zeker weten dat we echt weg gingen, want hij heeft ons persoonlijk gebracht.
De Gili's waren een 'different kind of cookie'. In plaats van hordes kleine irritante gastjes die je tassen vijf meter willen dragen en dan geld willen zien of bergen taxi chauffeurs die je voor dubbel tarief richting je hotel 200 meter verderop willen brengen, bleef iedereen hier rustig zitten. Draag je tas maar lekker zelf was het motto hier. Er was geen tuktuk of taxi te vinden. Ook geen politiewagen of ambulance. Gili is auto vrij. Alsof je zestig jaar terug in de tijd werd gesmeten.
Als je geluk had kon je een paard en wagen aanhouden die je dan al hobbelend naar je hotel bracht. Dat geluk hadden wij niet! Er was geen knol te bekennen.
Dus we zijn zelf maar op zoek gegaan. Lekker makkelijk, want niemand had ooit van Hotel Gili Inlander gehoord. Was ook niet zo raar, want achteraf bleken het 4 verdwaalde hutjes op een vergeten stuk grond midden op het eiland te zijn. Daar kregen we fietsen om het eiland te verkennen. Nou ja, iets wat door moest voor fietsen. De een had anderhalve trapper en de ander een ketting die zes maten te groot was. Als een soort Peppi en Kokki zijn we zo het eiland rondgegaan.
Van ons eerste plonsje om van de onderwaterwereld te gaan genieten waren we zo genezen. Zand, stenen, kiezels, schelpen, zeewier en blote voeten waren geen perfecte match. Toen 2 tellen later onze nieuwe duikbrillen even snel onder water bleken te lopen als wanneer je een emmer water leegkieperde konden we stellen dat ons eerste snorkelavontuur niet echt een succes was.
Onze nieuwe duikbrillen verdwenen in de eerste kliko die we tegen kwamen en het een meter verder verkocht het eerste winkeltje wat we tegenkwamen ons waterschoentjes. Die hadden we eigenlijk al, maar daar zal iemand in Chiang Mai nu wel erg blij mee zijn.
'S avonds hebben we een 'biosje' gepakt. Iemand had in een kroeg die toch niet draaide een oude beamer op de kop getikt en van de straatverkoper een illegale versie van Ted gekocht. Samen met de taaie popcorn, die bijna net zo slecht was als die van de Pathe in Breda werd het een mooi avondje.
Ons houten hutje was wel even wennen. Nadat we eerst de kakkerlakken uit de badkamer met een aansteker en een bus haarlak gefrituurd hebben, hebben we daarna een uur lang naar alle andere beestjes liggen luisteren die we over het strooie dakje van ons hutje heen en weer hoorde lopen. Was op een of andere manier niet heel gemakkelijk om in slaap te komen.
De twee dagen die volgden hebben we gevuld met het bekijken van de real life versie van Finding Nemo. De onderwaterwereld rondom Gili is adembenemend.
Dori, Nemo en zelfs de wilde schildpadden. Fantastisch om ze zo voorbij te zien zweven terwijl jij rustig aan het snorkelen bent. Ze maken zich ook niet bepaald druk om een snorkelaartje meer of minder. Alsof je je buurman 's morgens tegen komt terwijl je de hond aan het uitlaten bent. 'Mogguh buurman', 'mogguh!' En weer door.
Hier hebben we zo van genoten dat we enkele uren al drijvend hebben doorgebracht. Verstandig als we waren met een t-shirt, minder verstandig als we waren zonder zonnebrand op de billetjes en bovenbenen. Tja en dat zijn bij snorkelen ook niet echt bepaald de lichaamsdelen die geheel onder water verdwijnen.
'S avonds ontdekten we de luxe versie van Gili Trawangan. Tot aan het haventje waar we aan waren gekomen was het backpackerswalhalla: zandpaden, vieze dreadlocks, blote voeten, niet echt heel goed eten, te veel toeristenverkoopstalletjes en de meest prachtige quotes op houten bordjes: 'You hugged your toilet today? No? Drink tequila!'
Wat we tot nu toe gemist hadden was hetgeen wat zich afspeelde aan de achterkant van het haventje. Hier veranderde backpackin' Gili in 5 star deluxe Gili.
Vers gestorte betonnen voetpaden, de meest luxe resorts en restaurants, mega zwembaden en een buitenbioscoop-de-luxe. Hier hebben we ons laatste avondje doorgebracht. Toch jammer dat het maar 1 avondje was, want hier voelden we ons toch meer thuis ;-)
De volgende dag hadden we de speedboat richting Bali, om vanaf daar via Kuala Lumpur richting Vietnam te vliegen. Bootje was prachtig. Dansende bemanning, relaxt muziekje, Bintang Radler en een lekker zonnetje waren goede ingrediënten voor een lekker ochtendtochtje. Het middag Bali hebben we gebruikt om onze families met inkt te vereeuwigen. De nacht gebruikt om te reizen, 3 landen in 12 uur tijd! Zo schiet het aardig op met de stempels.
1.
Inpakken en wegwezen....
2.
Bangkok & Koh Phangan
3.
Krabi, Koh Phi Phi, Patong beach en weer Bangkok
4.
Changmai, Mandalay & Bagan
5.
Bangkok, Siem Reap, Phnom Penh, Kuala Lumpur
6.
Melbourne, Sydney en Perth
7.
Bali, Lombok, Gili Trawangan
8.
Hanoi, Halong Bay, Hoi An, Mui Ne en Ho Chi Min City
9.
Manilla, Boracay en Donsol
Create your own travel blog in one step
Share with friends and family to follow your journey
Easy set up, no technical knowledge needed and unlimited storage!