Toon&Stef en het grote avontuur....

De kerstnacht hebben we doorgebracht op het vliegveld van Ho Chi Min City. Zonder ook maar enige aankondiging vond de vliegtuigmaatschappij het wel een goed idee om ons kerst te laten vieren onder de kerstboom in de vertrekhal van dit vliegveld.
Dat 00:15uur 04:30uur werd vond blijkbaar niemand nodig om te melden. Waar ze waarschijnlijk wel heel hard om gelachen hebben in de controlekamer was het feit dat zo'n grapjurk 3 minuten voor originele boarding time het gatenummer veranderde.
"Let op, let op. Moet je ze zo zien rennen" moeten ze daar in dat kamertje tegen elkaar gezegd hebben. Want toen het bordje van gate 10 naar gate 16 flipte, begon er een groepje van een kleine 200 man aan een soort marathon voor minder validen met hindernissen door de vertrekhal. Wij hadden minder hindernissen, want waar wij netjes met 1 tasje handbagage stonden is het hier de normaalste zaak om naast je handbagage nog 2 tassen extra mee te nemen. En een doos. En nog een. Soms een televisie. Een slaapzakken of een traditioneel reistasje, je kent ze wel: van die Marokkaanse wit-zwart verticaal gestreepte grote tassen van een soort onverwoestbaar plastic. Dit voortgesleept door een merendeel van 60+ vrouwen in een soort pyjama's, want dat is hier de nationale klederdracht. Dat moet toch een mooi gezicht zijn geweest om dit op camera's te kunnen volgen. Om uiteindelijk alle gezichten te zien bij een gate zonder lampjes en waar geen crewlid te bekennen was. Haha, grapje!
Een uurtje na de originele vertrektijd kwam er zonne nozem op de proppen om te melden dat het vliegtuig vertraging had. Verrekte Einstein!
Na deze ontroerende en beladen kerstnacht belandden we uiteindelijk in Manilla. Wat buiten meteen opviel waren alle jeepneys. Dit zijn echt de meest felgekleurde oude Jeep Wranglers waar ze een enorm stuk tussen hebben gelast, zodat zo'n ding makkelijk plaats biedt aan 8 westerse mensen, wat gelijk staat aan 36 filipino's. Want die stapelen ze gewoon op, net zolang totdat ook het dak vol zit en ze bij de chauffeur op schoot zitten. Voor een duppie en een lollie brengt zo'n busje je dan naar de andere kant van de stad.

ditonio

9 chapters

15 Apr 2020

Manilla, Boracay en Donsol

December 25, 2014

|

Filipijnen

De kerstnacht hebben we doorgebracht op het vliegveld van Ho Chi Min City. Zonder ook maar enige aankondiging vond de vliegtuigmaatschappij het wel een goed idee om ons kerst te laten vieren onder de kerstboom in de vertrekhal van dit vliegveld.
Dat 00:15uur 04:30uur werd vond blijkbaar niemand nodig om te melden. Waar ze waarschijnlijk wel heel hard om gelachen hebben in de controlekamer was het feit dat zo'n grapjurk 3 minuten voor originele boarding time het gatenummer veranderde.
"Let op, let op. Moet je ze zo zien rennen" moeten ze daar in dat kamertje tegen elkaar gezegd hebben. Want toen het bordje van gate 10 naar gate 16 flipte, begon er een groepje van een kleine 200 man aan een soort marathon voor minder validen met hindernissen door de vertrekhal. Wij hadden minder hindernissen, want waar wij netjes met 1 tasje handbagage stonden is het hier de normaalste zaak om naast je handbagage nog 2 tassen extra mee te nemen. En een doos. En nog een. Soms een televisie. Een slaapzakken of een traditioneel reistasje, je kent ze wel: van die Marokkaanse wit-zwart verticaal gestreepte grote tassen van een soort onverwoestbaar plastic. Dit voortgesleept door een merendeel van 60+ vrouwen in een soort pyjama's, want dat is hier de nationale klederdracht. Dat moet toch een mooi gezicht zijn geweest om dit op camera's te kunnen volgen. Om uiteindelijk alle gezichten te zien bij een gate zonder lampjes en waar geen crewlid te bekennen was. Haha, grapje!
Een uurtje na de originele vertrektijd kwam er zonne nozem op de proppen om te melden dat het vliegtuig vertraging had. Verrekte Einstein!
Na deze ontroerende en beladen kerstnacht belandden we uiteindelijk in Manilla. Wat buiten meteen opviel waren alle jeepneys. Dit zijn echt de meest felgekleurde oude Jeep Wranglers waar ze een enorm stuk tussen hebben gelast, zodat zo'n ding makkelijk plaats biedt aan 8 westerse mensen, wat gelijk staat aan 36 filipino's. Want die stapelen ze gewoon op, net zolang totdat ook het dak vol zit en ze bij de chauffeur op schoot zitten. Voor een duppie en een lollie brengt zo'n busje je dan naar de andere kant van de stad.

Na een inhaalslapie zijn we weer eens op stadsverkenning gegaan. Standaard zonder kaart en aan de wandel. We waren op zoek naar een kerstdiner, het was immers Kerst in de Filipijnen. Die eerste stappen leidden gelijk tot verbaasde blikken en een wijd openstaande mond. Wij dachten dat we in Myanmar al wel wat gewend waren, maar hier sliepen zo ongelofelijk veel mensen op een kartonnetjes op straat, dat het leek alsof je om de meter door iemands woonkamer moest stappen. Het waren een soort rijtjeshuizen op de stoep. Wat daarnaast ook meteen opviel was dat er bizar veel kleine kindjes tussen lagen. Iedere moeder had er wel een stuk of vier. En zwanger. Iets wat wij allebei echt heel slecht trekken. Als je dan niks hebt en op straat leeft, zorg er dan in godsnaam voor dat je er een plastic zak overheen trekt en doe dit je toekomstige kinderen niet aan.
Na een wandeling die zo ongeveer 2 uur op dezelfde manier door ging belandden we bij het super de luxe Sofitel, prachtig versierd met geweldige lichtjes en kerstbomen. Dit moest een super kerstdinertje worden, totdat we de prijs zagen. Uiteindelijk is het een vies bordje traditioneel Filipijns geworden onder de romantische tl-verlichting van het fastfoodrestaurant om de hoek. Dit fastfoodrestaurant leek trouwens het minst op een fastfood keten in een rij met alleen maar fastfood. De hele stad is alleen maar fastfood, echt ongelofelijk. Honderden mc Donaldsen, Wendy's, Burger Kings, Pizza hutten en nog meer namaak fastfoodketens.
De dagen die volgden hebben we ons een weg proberen te banen door de stad die geen stad is. De 'stad' heeft geen centrum, maar is opgebouwd uit zeven steden, verspreid over een enorme oppervlakte. Allemaal met hun eigen centrum. Bijna allemaal bestaand uit enorme armoede, fastfoodketens en shoppingmalls. Behalve Makati, dat is een centrum van fastfoodketens, shoppingmalls EN luxe wolkenkrabbers. En op een of andere niet te verklaren manier geen enkel spoor van armoede. Dit is de wijk van de rijke Filipijnen en westerlingen. Filipijnen die hier bij de dure restaurants zoveel eten bestellen dat ze na 1 hapje biefstuk het bord aan de kant schuiven en aan de zalm beginnen, om daarmee hetzelfde te doen en door te gaan naar de spaghetti.
Een tochtje richting noordkant van het eiland boeken was ook een drama. We hebben er een dagtaak aan gehad om tot de conclusie te komen dat er zo goed als geen tourorganisaties zijn die het doen en dat diegene die er zijn echt niet te betalen waren. Zo eindigden we dus met 7 dagen Manilla. Wat er ongeveer 4 teveel zijn.
Een van de best besteedde dagen was onze 'slum tour'. Met een gids zijn we naar de Smokey Mountains gegaan. Een krottenwijk aan de rand van de stad. Duizenden mensen leven letterlijk op een rokende vuilnisbelt. Drie weken geleden had het geregend en was de rivier buiten zijn oevers getreden en had besloten de 'straten' van de krottenwijk te veranderen in aftakkingen van de rivier. Ruim 20 dagen verder dreef er her en der nog steeds het rotzooi door de steegjes welke van aangestampt afval tot straat waren omgedompeld. Triest om te zien dat met name kinderen van boven tot onder echt vies waren en dat het de normaalste zaak van de wereld leek. De tourguide vertelde ook dat al het eten wat hier wordt verkocht en gegeten uit de vuilnisbakken van de grote stad komt. Dit spoelen ze af en bakken het nog een keer, om het vervolgens in plastic zakjes weer te verkopen aan de inwoners van de vuilnisbelt.
Overal waar je keek lag het vuilnis metershoog opgestapeld, kinderen al spelend in de bergen meuk of al voetballend met een kapot blikje op blote voeten of op slippers welke 6 maten te groot waren. Terwijl de mannen bergen afval aan het scheiden waren, zaten tig vrouwen een halve meter verder de labeltjes van de plastic wegwerp flesjes te snijden. Op deze manier konden ze letterlijk een paar cent extra verdienen na een dag hard werken, omdat gescheiden afval iets extra's opleverde.
Het was echt onwerkelijk om mensen daadwerkelijk zo te zien leven. We hebben er echt moeite mee gehad, met name ook omdat de kleinste kindertjes je hand vastpakten en ze voor 'goed westers geluk' tegen hun eigen voorhoofden aan duwden.
Dat westers geluk was niet voor iedereen weggelegd. Op het moment dat hier iemand overleden was en er was geen geld, dan lieten ze diegene gewoon in de hut liggen. Net zo lang totdat de buren gingen klagen over stankoverlast. Kwam er dan nog niemand om een begrafenis te regelen, dan deed de staat het en was het gratis.

Nadat we terug waren in het hotel hebben we er toch nog wel een poosje bij stilgestaan, om vervolgens ons 'westers geluk' een stuk zuidelijker te mogen gaan beproeven. Het was oudejaarsdag en het moment waar we al een hele tijd naar uit hadden gekeken was aangebroken. Vandaag vlogen we naar Boracay. Waarschijnlijk het meest tropische Bounty eiland van onze hele reis. Oud en nieuw aan de andere kant van de wereld moest en zou er een worden om nooit te vergeten. En omdat de strandfeesten met oud en nieuw op dit prachtige stukje wereld als de beste van Azie bekend stonden, was onze keuze snel gemaakt.

Omdat de wekker ging voordat er überhaupt ook maar een haan wakker was, ging het opstaan niet heel vlotjes. Na een kort taxiritje mochten we achteraan aansluiten bij de incheckbalie. Toen we moet een schuin oog op het vertrekbord keken viel het al op dat er veel verschillende kleurtjes waren. Een enkele groene, een berg oranje en nog meer rode lettertjes maakten een soort van polonaise over het bord. Ook de woorden confirmed, delayed en cancelled maakten daar hun opwachting. Bij onze vlucht stond gelukkig confirmed. Aan de gezichten van passagiers en drukte in de vertrekhal konden we wel zien dat dit niet voor bepaald iedereen het geval was. Sinds twee dagen raasde er een tropische storm over zuid oost Azie. Op de eerste dag was het eerste toestel van AirAsia ergens in zee verdwenen en de dag voor ons vertrek was er op onze bestemming een toestel van de zelfde maatschappij naast de landingsbaan gegleden. Ook dat was niet bepaald mega geruststellend. Toen de vertrektijd naderde veranderde het 'groene confirmed' in een 'oranje delayed'. En het was er eentje met onbekende vertragingstijd. Terwijl sommige vliegtuigen om ons heen wel vertrokken, zelfs richting zelfde bestemming, werd het al wat vervelender. Wat ook nog eens erger werd gemaakt door de grondbemanning die allen met een ander verhaal kwamen: technisch mankement, weer op de bestemming is slecht, vliegtuig moet van een andere baan komen en het vliegtuig moet nog omdraaien, wat dat ook moge betekenen.

Een uurtje of vier later mochten we dan uiteindelijk boarden om een klein uurtje later te landen op Kalibo. Met een busritje van een uur en een stormachtig tochtje in een minibootje over een nogal ruwe zee belandden we uiteindelijk op Boracay. Een soort bakwagentje met veredeld containertje achterop bracht ons naar ons hotel. We hadden het goedkoopste van het goedkoopste hutje geboekt, omdat Boracay met oud en nieuw niet bepaald goedkoop was. 'Helaas' bleek het om een overboekt hutje te gaan en kregen we van Agoda het Alto Vista Resort aangeboden, dat klonk toch wel even iets anders als het 'Jeannettes hostel Inn' wat van origine op de planning stond. De kamer waar we uiteindelijk belandden was ongeveer even groot als alle andere hotelkamers van de afgelopen 4 maanden Azie bij elkaar opgeteld.
Prima toeven dus. Halverwege de avond trokken we met ons gratis shuttlebusje richting strand. Het miezerde, maar om een of andere lastig verklaarbare reden (mijn fout) lieten we de paraplu in de bus en onze plastic regenjasjes op de hotelkamer. Toen de eerste pinautomaat niet helemaal meewerkte zijn we naar de andere gelopen. Een soort halve marathon, want er zijn er niet heel veel op het eiland. Per stap die we zetten liepen we verder weg van het strand en begon het iedere keer iets harder te regenen. Dit resulteerde in een wandeling van een paar kilometer en een stortbui waar in Nederland alle kelders van onder water zouden zijn gelopen. We kunnen stellen dat we als 2 verzopen katjes ons nieuwjaar hebben gevierd op onze hotelkamer. En toch had het zijn charme, vanaf het balkon hebben we naar het vuurwerk gekeken. En ja, het is wel een oudejaarsavond welke we nooit meer zullen vergeten.
De dagen erop werd het langzaam beter, de storm trok weg en het werd weer waarvoor we naar dit tropische eiland zijn gekomen. Het hoogtepunt was op 3 januari. Toen kwamen Rachel en Sjosh aan op het eiland. De familie op 't Hoog was nu met drie man vertegenwoordigd in Azie. Heerlijk om elkaar na al die maanden weer terug te zien aan de andere kant van de wereld. We zijn meteen richting boulevard gegaan en hebben die dagen heerlijk bijgekleurd en -gekletst. Ze brachten het prachtige weer mee, want vrijwel direct begon de zon te schijnen. Die zon hebben we gehouden en na een tweede dag heerlijk op het strand gelegen te hebben vertrokken we weer richting Manilla.

Zoals verwacht vertrok ook hier het vliegtuig te laat en misten we onze geplande fietstocht door Manilla. We zijn dus zelf op pad gegaan in de stad die geen stad is en konden zodoende meteen aan Sjosh en Rachel laten zien hoe De Filipijnen er ook uit konden zien.
De armoede en het leven op straat is dan ineens een nog groter leed dan ooit tevoren. Enkele uren eerder zaten we in het zelfde land nog op een parel wit strand met kristalhelder water en een strakblauwe lucht met een prachtig zonnetje, nu slalomden we op straat tussen de kartonnetjes door die dienst deden als bed en woonkamer. Zo vonden we via de shoppingmalls onze weg naar Munich. Een Duits barretje waar je je schoonmoeder nog niet naar binnen zou sturen wanneer je er langs zou lopen, maar op aanraden van pap en Lien zijn we dit gure en vervallen hutje binnengegaan en kunnen we stellen dat ze er toch verdomd lekkere snitzels in elkaar konden knutselen. Het muziekje van die Duitser met zijn accordeon maakte het 'Duitse bierstube festijn in Azie' verhaal wel af.

De volgende ochtend vlogen we echter al weer naar Donsol, de plek waar een van onze dromen moest gaan uitkomen: het zwemmen met walvishaaien.
Weer stond de wekker op standje 'eerder dan de haan uit bed'. We hadden alles ruim berekend. Half uurtje ontbijten, half uurtje rijden en anderhalf uur van te voren op het vliegveld. Het half uurtje ontbijten verliep al niet volgens plan, met onze eigen timing liepen we al een kwartier uit, de serveerster was nou ook niet bepaald snel om maar te zwijgen of sjef kokkie. Vanaf hier liepen we al 20 minuten achter. De taxi chauffeur begon te lachen toen ie hoorden dat we over iets minder dan 2 uur vlogen. Het was 'uitlachen', daar kwamen we al snel achter, want vanaf de allereerste meter was het chaos is Manilla. Het berekend half uurtje werd een uur en een kwartier, wat nog te danken was aan een racende chauffeur. Officieel 3 minuten te laat kwamen we bij de terminal, dat betekende nog 42 minuten voordat de vlucht vertrok. Bij de entree werden we tegen gehouden. Philipines Airlines naar Donsol vertrekt van terminal 2, dit is terminal 3. En die is zonder verkeersproblemen 10 minuten rijden vanaf hier. Dat was nou niet bepaald het geval. Ook dat resulteerde in 5 taxi's die ons niet weg wilde brengen omdat het te druk was. Daar ging onze droom! Met de moed in onze schoenen bracht taxi nummer 6 ons in 20 minuten naar de andere terminal. Nog een minuut of 14 voordat het vliegtuig vertrok. Toch nog maar een pogingen gewaagd om te rennen. De vrouw bij de scan voor de tassencontrole bij de ingang van de terminal keek nogal angstig toen we haar aan alle kanten voorbij vlogen en onze tassen met een rotgang door het x-ray apparaat gooiden. Al rennend, hijgend en met de broek op half 11 belandden we bij de incheckbalie, 40 minuten te laat en 5 minuten voordat het vliegtuig vertrok. We legden het verhaal uit en nadat Stef riep dat we al online ingecheckt waren ging het snel. 'Oké' riep een stewardess, 'follow me and take the luggage' voordat we het wisten begonnen we aan onze zoveelste marathon over een luchthaven. In plaats van de controle van het paspoort en ticket zwaaiden we allen even semi vrolijk naar de douane beambte die een beetje verward om zich heen keek toen we hem voorbij renden, ook de man bij de handbagage scan nam genoegen met 'stuff' als antwoord, nadat zijn apparaat om ongeveer alle deo bussen, flesjes water en parfum begon te piepen en hij vroeg wat er wel niet in de tas zat.
Het laatste stukje rennen eindigde in het vliegtuig waar we al richting laatste rijen wandelend de nodige mensen aan het gangpad kennis lieten maken met de uitstekende zijkanten van onze rugtassen.
10 minuten te laat en met ons en onze spullen aan boord verliet het vliegtuig met vertraging de luchthaven van Manilla.
Aangekomen op Donsol stond er al een vriendelijke nozem met een naambordje te wachten, waardoor we binnen de kortste keren onderweg richting hotel waren. Na een tussenstop met uitzicht op de 'meest perfect gevormde actieve vulkaan ter wereld' kwamen we na een uurtje aan bij ons resort. Aan de zee en een meter of 15 bij een van onze dromen vandaan.

'S Middags zijn we meteen op pad gegaan. De chauffeur had ons verteld dat er een hanengevecht was in het lokale dorp om de hoek van het hotel.
Samen met 2 gidsen en 2 chauffeurs zijn we met 2 tricycles op pad gegaan. Het was inderdaad maar een klein stukje. Toen de asfalt weg onverhard werd hoorden we al rumoer uit het bos komen.
Tussen de houten hutjes stond een enorme massa van lokale mannen. Dicht tegen elkaar aangepropt en opgestapeld om een professorische arena heen. Al schreeuwend en tierend werden er weddenschappen afgesloten. Als buitenstaander begrijp je er echt geen bal van, want het lijkt alsof iedereen hetzelfde roept en dat ze elkaar ieder moment in de haren kunnen vliegen. Nadat we ons eerste gevecht zagen konden we wel met enige zekerheid zeggen dat de Filipijnen niet in het bezit zijn van Marianne Thieme en haar partij voor de dieren. Beide kemphanen hadden om een van hun poten een soort stanleymes waarmee ze elkaar naar de keel vlogen. De meeste gevechten duurden maar een paar seconden. Met een beetje meer pech voor de hanen, werden het gevechten tussen 2 half dode en lekgestoken beestjes.
Diezelfde avond zijn we met een bootje en een gids op pad gegaan om vuurvliegjes langs de rivier te spotten. In het pikkedonker dreven we op een gammel bootje het stroompje af totdat we in de verte een soort van kerstboom zagen oplichten. Dat waren de vuurvliegjes. Honderden van die beestjes die bij elkaar in een boom zaten en met hetzelfde ritme hun lampjes aan en uit deden. Het is bizar om te zien dan een soort vliegende mier zo nu en dan ineens fluoriserend groen wordt.
Langs de rivier waren er zo een aantal bomen die zo nu en dan ineens fluoriserend oplichtten bij het licht van de volle maan.
Toen de gids ons even later bij het 'beste restaurant van de regio' dropte wisten we eigenlijk niet hoe snel we moesten vluchten. Na een kwartiertje nam mevrouw de eigenaresse/de chef kok/ik vind me zelf fantastisch/ik ben de allerbeste kok van het land/iedereen vindt mij leuk de moeite om een keer richting onze tafel te sjokken. In haar armen een bak met verse vis waarvan de ogen zo groot waren als bamischijven.
Nou, dat was niet bepaald wat we in gedachten hadden en nadat ze ons nog had nageroepen dat ze ook met vlees de beste kok ter wereld was zijn we bij de buren een potje lokaal Filipijns naar binnen gaan scheppen.
De volgende ochtend was het zo ver en werd de wandeling ingezet naar de buren. Na een korte uitleg en het invullen van een formuliertje stapten we even later aan boord van een bootje met vier bemanningsleden. Eentje kon er zwemmen, eentje sturen en twee waren er goed in om beestjes te zoeken. Er werd vooraf al duidelijk gezegd dat er geen garantie was om ze te zien, het zijn wilde beesten welke in een enorme omgeving rondzwemmen. Aangezien er nog maar een kleine 1000 leven welke op 5 plekken verspreid over de wereld gezien worden, van nieuw zeeland tot aan Mexico en van Filipijnen tot Fiji, maakte het de kans niet mega groot om er eentje te spotten.

Na een uurtje of drie dobberen op zee begon het ook zo te voelen, totdat een van de spotters plots begon te roepen en te tieren. Zo snel als we konden zaten we gereed met onze snorkel om aan te vallen. Toen we eenmaal het water insprongen konden Sjosh en Stef nog net het puntje van de straat zien wegzwemmen. Dat was onze eerste ervaring met een walvishaai. We klommen terug aan boord om het beestje nog een keer op te zoeken, maar helaas begon na 2 extra uren zoeken de terugtocht naar de haven.

Teruggekeerd bij het resort was de afspraak voor de volgende morgen zo gemaakt. We wilden weer op pad, hopende dat we deze keer meer geluk hadden. Na het ontbijten klauterden we weer aan boord van het bootje en trokken we weer de wijde zee op.
We wisten ondertussen de gang van zaken en zaten rustig onderuit gezakt op het bootje te kletsen en spotters te bekijken. Ook deze keer begon de spotter boven in de mast ineens te gillen.
We kenden de dril en zaten nog sneller dan de dag ervoor op de rand van het bootje. Op het teken van de zweminstructeur plonsden we in het water en begonnen als een wilde om ons heen te draaien op zoek naar die walvishaai.
Plots werd er met een enorme ruk aan onze hand getrokken en ons hoofd naar beneden geduwd. Nog geen meter onder ons zwom een enorm grijs met wit gestipt gevaarte. Het duurde een meter of 12 voordat het beest onder ons voorbij was. Al schreeuwend en roepend liep onze snorkel vol water en konden we ons geluk niet op. Spartelend kwamen we weer boven en keek iedereen elkaar vol ongeloof aan. What the f*ck was dat voor een mega apparaat wat ons even gedag kwam zeggen.
Hoe briljant was het om zo een walvishaai in het echt te zien, in het wild.
Toen we eenmaal op weg terug richting haven gingen had iedereen wel een gelukkig gevoel. Enig minpuntje was dat we net een seconde te laat in het water lagen waardoor we hem net niet aan de voorkant konden bekijken. Terwijl de woorden nog niet uitgesproken waren maakte de speedboat ineens vaart en begon de spotter weer te schreeuwen. Een halve minuut later wachtten we vol ongeduld op het teken van de man die met ons het water inging. Wachten, wachten, wachten, wachten.... NU!!!
We sprongen tegelijk het water in, redelijk gedesoriënteerd met een volgelopen snorkel openden we onze ogen. Net op tijd, want zo een kolos van een meter of 12 was ons tot op een meter genaderd en keek ons vriendelijk recht in de ogen. Alsof ie goede morgen wilde zeggen en rustig z'n weg naar de plaatselijke bakker wilde vervolgen.

Dat was dus het ultieme gevoel en een waargeworden droom. We hadden geluk, want we mochten hetzelfde trucje in het volgende half uur nog 4 keer herhalen. Aan boord klauteren en wachten op het teken. De laatste keer was het meest ultieme. Terwijl we op de rand van de boot zaten zwom de walvishaai een halve meter naast de boot. Wat we niet echt verwacht hadden was dat de man toen 'jump' riep, waardoor we met zijn allen aan alle kanten van de walvishaai terechtkwamen.
Dit gevoel was echt onbeschrijfelijk en kwam met stip ergens boven in de must-do-ranglijst van Onze reis binnen.
Die middag hebben we nagenoten en 2 scooters gehuurd om het dorpje te verkennen.
Op zoek naar een pinautomaat, er was er 1. En die was leeg. Via via kregen we te horen dat er toch misschien nog eentje verstopt zat ergens in een steegje naast het marktplein. Het bankgebouwtje zag eruit alsof het zo uit een Lucky Luke filmpje werd getrokken, oud en vervallen met een bordje 'bank' boven de deur. En er was inderdaad een pinautomaat, volgestopt met briefjes van 100 peso, omgerekend €2, dus onze portemonneetjes werden dik gevuld.
Naderhand hebben we een bezoekje gebracht aan de lokale begraafplaats. De publieke versie welteverstaan. Deze was gratis, maar omdat de begraafplaats al een tijdje vol is hebben ze besloten de kistjes maar op te stapelen. Zo zie je hier dus een flatgebouwtje

van een verdieping of 6 hoog gebouwd van grafkisten langs de kant van de weg. Die begraafplaats lag schuin tegenover een basisschool waar we besloten eens binnen te rijden. We denken dat de school net uit was, want het werd een complete chaos. Honderden kinderen besloten om ons heen botsautootje te gaan spelen, waardoor Stef binnen de kortste keren 50 meter verder ongeveer in een klaslokaal stond. De scooters werden ondertussen door meerdere kleine Filippijntjes als klimtoestellen gebruikt en Sjosh en Rachel werden tegelijkertijd door tig kleintjes aardig aan de tand gevoeld in een onverstaanbare taal. De rest heb ik met een wave proberen bezig te houden.
Voor ons laatste dagje Donsol hadden we een watervallen tourtje geboekt. Het was wel makkelijk om onze schoentjes mee te nemen, want het kon wel een klein stukje glad zijn en een bietje modderig en da was toch lastig op slippertjes. Toen we 's morgens aan kwamen zeilen bij het tourbureautje stond er geen busje te wachten, maar kregen we twee sleuteltjes van 2 vervallen scootertjes. De gids klauterde achterop bij zijn eigen chauffeur en in een scooterpolonaise begonnen we aan een tocht door de binnenlanden van het eiland. Vier beentjes per scooter aan de grond en stuiterend over een zandpad de bergen in, dit was ook wel een ervaring om u tegen te zeggen. Boven op de top van de berg parkeerden we het gammele gevaarte en kregen we twee extra gidsen mee. Twee lokalen op blote voetjes. Die renden door het oerwoud alsof het een vlak asfaltweggetje was. En dat was het niet bepaald, ook niet bepaald een beetje modderig. Binnen een minuut of 3 stonden we tot aan onze knieën in de rivier te dabben.
Na een hike van anderhalf uur belandden we op een van de mooiste plekjes van het land. 2 Totaal verlaten meertjes met watervallen en prachtig zuiver water ergens midden in het tropische oerwoud. Zonder toeristen! Na een potje zwemmen en douchen onder de waterval konden we vanaf een meter of 8 naar beneden springen. Springen was de bedoeling, die gids kreeg een hartverlamming toen Sjoshke besloot head-first naar beneden te vliegen.

De volgende ochtend hadden we natuurlijk weer vertraging, wat het verhaaltje wel compleet maakte. Ons laatste nachtje op Manilla was ook weer een speciale. Rond een uurtje of half 4 's Nachts trilde ons kamertje aardig heen en weer. Na onze blikseminslag in Perth, de tropische storm op Boracay was het nu de beurt aan een aardbeving in Manilla. 5.0 op de schaal van Richter! We kunnen stellen dat De Filipijnen aardig enerverend zijn geweest en echt over meerdere Must-See vakantie spots heeft.

Contact:
download from App storedownload from Google play

© 2024 Travel Diaries. All rights reserved.