Nara, de stad waar 1200 wilde herten rondlopen, is voor Japanse begrippen een kleine stad. Alle bezienswaardigheden liggen dan ook op loopafstand. We stappen uit de auto en lopen naar een grasveld waar we voer voor de herten kopen. Gelijk komen er 3 hongerige herten op ons afgelopen die niet weggaan zonder dat ze eten hebben gekregen van ons. We lopen het grasveld over en volgen een pad dat ons naar een gebied brengt met verschillende tempels. We beginnen bij de kofuku-ji, een 5 verdiepingen pagode. Het is de op één na hoogste van Japan en dateert uit 1426. De rij om naar binnen te gaan is zo lang dat we onze route door Nara voortzetten. We lopen onder de grond door naar de hoofdstraat van Nara. Hier lopen veel toeristen en erg veel herten rond. Ook eettentjes en souvenirwinkels zijn er te vinden. Aan het einde van deze straat staat de Todai-ji tempel. We kopen entreekaartjes om dit grote, mooie boedistisch tempelcomplex van binnen te bekijken. Terwijl we stilletjes naar de ingang van de tempel wandelen zien we de grote bronzen boeddha die in het complex staat steeds beter verschijnen. We lopen een rondje om de boeddha heen en nog steeds onder de indruk van Todai-ji verlaten we dit deel van Nara en we gaan via trappen een berg op naar een tempel met uitzicht over de stad. Door de kleurrijke tuinen, vele tempels en lantaarns is de sfeer in Nara magisch.