Kolmanskop

Kolmannskuppe is een spookstad in de Namib in het zuiden van Namibië en tien kilometer verwijderd van de havenstad Lüderitz. Ooit was het een klein maar zeer rijk mijndorp en nu is het een toeristische bestemming van de joint venture Namibia- De Beers.

In 1908 vond de arbeider Zacharias Lewala een diamant terwijl hij in dit gebied aan het werk was. Hij liet deze zien aan zijn supervisor, de Duitse spoorweginspecteur August Stauch. Toen ze zich realiseerden dat het gebied rijk was aan diamanten, begonnen Duitse mijnwerkers zich te vestigen.

Kort daarna verklaarde het Duitse rijk een groot gebied als een
" Sperrgebiet " en begon het een diamantveld te exploiteren.
Gedreven door de enorme rijkdom van de eerste diamantmijnwerkers, bouwden de bewoners het dorp in de architectonische stijl van een Duitse stad. Compleet met voorzieningen en instellingen, waaronder een ziekenhuis, ballroom, krachtcentrale, de school, kegelbaan, theater sporthal, casino en ijsfabriek en het eerste röntgenstation op het zuidelijk halfrond. Het had een spoorverbinding met Lüderitz.

De stad raakte in verval na de Tweede Wereldoorlog toen het diamantveld langzaam begon uit te putten. De ondergang van de stad werd versneld door de ontdekking in 1928 van de rijkste diamanthoudende afzettingen ooit op de strandterrassen, 270 km ten zuiden van Kolmanskop, nabij de Oranjerivier.

Veel inwoners verlieten de stad en vertrokken naar het zuiden en lieten hun huizen en bezittingen achter. De nieuwe diamantvondst vereiste slechts het verkennen van de stranden in tegenstelling tot de moeilijkere mijnbouw. De stad werd uiteindelijk verlaten in 1956. Door de geologische krachten van de woestijn werden de huizen gedeeltelijk bedolven onder het zand. Kolmanskop is nu ingericht als een museum. De grote villa's waren eigendom van de bestuurders van de stad.

In het museum is een winkeltje waar je diamanten kunt kopen. Het was zondag en de winkel was gesloten. Voor de mannen onder ons een hele opluchting, de dames dachten hier anders over.

Na Kolmanskop gingen we richting de Fish River Canyon. Onderweg komen we langs Garub waar ongeveer 250 wilde paarden leven. Er is weinig vegetatie te bekennen maar wel een kunstmatig aangelegde waterpoel. Je vraagt je af hoe de paarden in deze omgeving kunnen overleven. We hebben de kudde een tijdje geobserveerd.

Onderweg passeren we de Fish rivier en lunchen in Aus. In de middag komen we aan bij onze lodge, het Cañon Roadhouse. Het terrein staat vol met oude auto's en zelfs de bar en het restaurant staan er vol mee. Het is een leuk onderkomen. Binnen staat een grote bus die dienst doet als receptie. In het winkeltje hebben we nog een mooi slabestek gekocht.