Vandaag zijn we begonnen met een stop bij het strand van Ytri-Tunga. Daar hadden we gisteren de zeehonden gezien en omdat we dat erg leuk vonden en er toevallig toch langs kwamen wilden we nog wel even genieten van deze dieren. Maar net als bij de papegaaiduikers hadden we ook hier een tweede keer geen geluk. Het was vloed en dus was er geen zeehond te zien! We zijn blij dat we hier gisteren nog even heengereden zijn, want eigenlijk stond dit sowieso pas voor vandaag op de planning.

Na deze stop zijn we doorgereden naar Raudamelur. Weer zo'n moeilijke naam, maar dit zijn eigenlijk gewoon basaltformaties.
Aan de de andere kant van de weg zagen we de krater van de vulkaan Eldborg liggen. We hadden gepland om deze te beklimmen, maar op een of andere manier hebben we de afslag gemist...
Niet heel erg, want niet veel later kwamen we opnieuw een vulkaankrater tegen, de Grábrók. Deze krater was leuk en heel anders dan de voorgaande vulkanen. Je hoeft hier namelijk niet te klimmen, maar je loopt naar de krater via een trap, waarbij je automatisch midden in de krater terecht komt. Daarna kun je verder lopen via dezelfde trap over de rand van de vulkaan. Het was bij het omhoog klimmen gewoon warm; 17 graden en een klein beetje zon.
Na deze vulkaan kwamen we bij toeval de waterval 'Glanni Paradise' tegen. Ook die wilden we natuurlijk wel even bekijken. In eerste instantie hadden we het idee dat het niet zoveel zou zijn, maar uiteindelijk bleek het best een mooie waterval!

Vervolgens hebben we bij een restaurantje een typisch IJslandse delicatesse op; de pylsur. Oftewel, een hotdog. We waren er allebei niet heel erg kapot van, maar ach, nationale gerechten moet je proberen toch?

Na deze stop zijn we iets verder het binnenland ingereden. Na een half uurtje rijden kwamen we Deildartunguhver tegen. Dit is een heetwaterbron die qua volume de grootste is van Europa. Hij produceert 180 liter water per seconde met een temperatuur van 100 graden. Dit water wordt gebruikt voor douches en verwarming in het gebied waar wij nu zitten. Geen wonder dus dat het warme water naar zwavel ruikt!

Na de hete bronnen kwamen we langs Reykholt. Dit is een erg mooie historische plaats. Na een rondje door het dorpje met o.a. kerkjes en turfhuizen zijn we doorgereden naar de grote attractie van dit gebied, de Hraunfossar.
Dit is echt een hele bijzondere waterval. Het is namelijk een waterval van 900 meter breed, zie dat maar eens op de foto te krijgen!

Het water komt uit een bovenliggend lavagebied, vandaar ook de naam want die betekent 'lavawatervallen'.
Ooit is er een vulkaan uitgebarsten die een groot lavaveld heeft achtergelaten. Deze lava ligt op een waterdichte ondergrond, waardoor smeltwater en regenwater door de lava heenstroomt maar vervolgens niet verder kan. Zo komt het als het ware als een muur naar beneden, de rivier in.

Bij dit punt bevindt zich ook de Barnafoss waterval. Een hele krachtige waterval, maar hij haalt het niet bij de bovenstaande.

Na de laatste 2 watervallen hadden we eigenlijk alles gezien en gedaan wat we wilden doen vandaag. Omdat we de Eldborg gemist hadden waren we een half uurtje eerder klaar dan gepland. We besloten naar ons hotel te rijden en daar een restaurant uit te gaan zoeken. Uiteindelijk was het maar goed dat we vandaag wat eerder klaar waren dan gepland, we reden het dorpje nog niet binnen of er was een enorme wolkbreuk! Je wordt er niet vrolijk van als je dan precies bij een waterval staat...

Gelukkig voor ons is het weer dus ook vandaag weer meegevallen, alleen een behoorlijke bui toen we bij het hotel waren. Laten we hopen dat dit de laatste paar dagen ook zo is!