Jakarta een stad van extremen. Verkeersproblemen, overbevolking en luchtvervuiling, dit staat vaak niet vermeld in de reis brochures. Een stad waar rijkdom zich af wisselt met ellendige armoede. Naast de hypermoderne reuzen van glas en beton, staan de provisorische krottenwijken. De hutten bestaan uit een paar kubieke meter lucht, wat houten planken, karton en golfplaten. De mensen moeten dagelijks een keiharde strijd leveren om te overleven.
Dit zouden onze laatste uren zijn op Java, het vliegtuig vertrek pas vroeg in de avond. Dus nog tijd genoeg om de stad te dwalen. We beginnen in Oud Batavia, de vracht haven Sunda Kelapa. Al in de 15de eeuw deden Europese kruiden handelaren Jakarta aan. Later werd het een belangrijke handelshaven voor Nederland. De haven ligt vol met oude Schoeners. Tegenwoordig vervoeren ze geen kruiden meer maar er worden nog allerlei andere goederen mee vervoerd. Er staan nauwelijks kranen of andere mechanische hulpmiddelen in de haven, maar havenarbeiders lossen de vracht.
Iets buiten de haven staat bastion Culemborg, een gerestaureerde vuur- en wachttoren uit 1839. Naast de vuurtoren ligt het Bahari museum. Het is een langgerekt en twee verdiepingen tellend VOC gebouw uit 1652. En diende als opslag voor koffie, thee en kruiden. Nu is het een scheepvaartmuseum.
We lopen verder en lopen richting het oude stadhuis. Het stadhuis is gebouwd in 1627 en was vroeger het officiële gemeentehuis van Batavia. Het diende ook als militair hoofd kwartier, gerechtshof en gevangenis. Nu is het een museum voor de geschiedenis van de stad Jakarta. Na het kopen van een kaartje en onze eigen slippers te hebben omgeruild voor museum slippers, mogen we in het museum rondlopen. Mooie meubels en voorwerpen uit de koloniale tijd, portretten en tekeningen. Bij verschillende tekeningen staat er nog in het Nederlands vermeld wat het is.
Na een uurtje vinden we het weer tijd voor onze eigen slippers en lopen we verder. Bij een restaurant stappen we naar binnen om wa t te eten. Als we rook vrij willen eten kunnen we in een aparte ruimte zitten. In Nederland zou dit anders om zijn, de rokers gaan dan apart zitten. We zitten gezellig in een glazen huisje maar we hebben weer lekker gegeten. Na het eten lopen we verder en gaan opzoek naar een taxi. Aan de overkant van een drukke weg staan er verschillende te wachten. We moeten alleen nog aan de overkant zien te komen. Gelukkig komt het verkeer van een kant maar wel variërend 4 a 5 naast elkaar en dan nog over al brommers tussendoor. Na 5 pogingen stonden we er nog! Daar kwam opeens n lege taxi aan door t drukke verkeer. Jan steekt z'n hand op en hij komt onze kant op. Snel instappen en op weg naar het hotel.