Een metershoge laag skeletten van minuscule planten en dieren prijkt langs het wandelpad. De onderkant van de muur verdwijnt achter planten met roze en gele bloemen. Weten dat dit landschap de laatste duizenden jaren weinig veranderd is, maakt de wandeling nog specialer.
Ik wandel over het Krijtlandpad, een honderd kilometer lang streekpad tussen Vaals en Maastricht. Vijf dagen geniet ik van de Maas, het Plateau van Margraten, de geuldalen en de Vijlener bossen. Al deze prachtige stukken natuur vind je op een groot krijtplateau waaraan het Krijtlandpad zijn naam dankt. Het krijt bestaat uit de skeletjes van minuscule planten en dieren die 80 tot 65 miljoen jaar geleden in de zee leefden, waarvan de kustlijn in die tijd in Zuid-Limburg lag. Deze skeletjes vormen samen een driehonderd meter dikke laag krijt. Toen de zee zich terugtrok, sleten de Maas en haar zijrivieren diepe geulen in de zachte krijtlaag. Hierdoor veranderde het voormalige plateau langzaam in een heuvellandschap.
Wandelen over het Krijtlandpad voelt als een tijdreis. Het pad slingert langs overblijfselen van vroegere bewoning, die wel vijfduizend jaar oud kunnen zijn. In die tijd bewerkten prehistorische boeren de (droog)dalen in het landschap. De grond was daar vruchtbaar door löss, een grondsoort met een korrelgrootte tussen die van zand en klei in, dat met het water van de hellingen in de rivierdalen terecht kwam. Er groeide hier gras voor de dieren, en zo dicht bij de rivier was er altijd genoeg drinkwater, waardoor dit een geliefde plek was om te wonen.
Vuursteen, een bruikbaar materiaal voor gereedschap, werd gewonnen uit krijtgroeves in Valkenburg. De zeven groeves in de muur liggen dicht langs het pad en zijn gemakkelijk te missen als je niet op de bordjes let. Een paar dagen later loop ik in het Vijlenerbos langs twee 3500 tot 5000 jaar oude grafheuvels. Vroeger stonden zij midden in het open landschap, inmiddels zijn ze omgeven door bos en begroeid met kleine bloemen.
Ik ben niet de eerste die over deze paden loopt. De vele mensen die mij in de laatste duizenden jaren voor gingen, sleten sporen in de zachte grond van de droogdalen. Door de vele voetstappen en de stroming van het water, holde het pad steeds verder uit. Sommige holle wegen zijn inmiddels zo diep uitgesleten, dat je er bij hevige regenval bijna met een raft naar beneden zou kunnen. De holle wegen zijn omgeven door metershoge heggen, die bescherming bieden tegen de zon, regen en harde wind. Ook in de weilanden naast de wegen staan veel heggen. Deze heggen worden al honderden jaren gebruikt als alternatief voor prikkeldraad om vee binnen de weilanden te houden. Zo tussen de heggen in het glooiende, groene landschap, waan ik me op het Engelse platteland.
Recentere bewoners van het Krijtland hebben sporen achtergelaten in de vorm van vakwerkhuizen en kastelen. De vakwerkhuizen, met hun buitenmuren met houten draagbalken en daartussen leem, zie je in Nederland alleen in Zuid-Limburg. Hout en leem hadden ze hier vroeger genoeg en spijkers en schroeven waren niet nodig dankzij een slimme constructie van pennen en gaten. Het oudste vakwerkhuis van Zuid-Limburg staat in Epen, op een paar honderd meter lopen van het Krijtlandpad. In vrijwel elk dorp langs het Krijtlandpad passeer je nieuwere vakwerkhuizen. Sommigen zijn netjes onderhouden, anderen zien eruit alsof ze elk moment in elkaar kunnen storten.
Verspreid in de dalen liggen pittoreske dorpen met relatief grote kerken en kastelen. Vanaf de heuvels lijken de dalen verlaten, maar elk uur verraden kerkklokken waar de dorpen liggen. Dichter bij het dorp zie je eerst de kerktoren boven de glooiende heuvel uitkomen, gevolgd door een enkele dorpsstraat met oude huizen. Ook langs de wegen vind je op veel plekken uitingen van religie. Vooral langs het noordelijke deel van het Krijtlandpad staan houten en metalen kruisen, kapellen en Mariabeelden met steeds een andere tekst over de Heer.
Ik besef pas hoe afwisselend het Zuid-Limburgse landschap is, als mijn uitzicht ruim een kilometer lang beperkt wordt door hoge heggen. Tot dat moment wisselden stille dorpjes, glooiende heuvels, smalle bospaden en boomgaarden elkaar snel af. Zelfs de bossen onderling verschillen van elkaar. Het ene bestaat uit dennenbomen met op de bodem anderhalve meter hoge varens, de ander uit loofboom-strubben. Ik verveel me geen moment op de route, en het uitzicht bovenop elk heuveltje en om elke hoek is steeds weer een verrassing. Dat is ook mijn grootste valkuil, de verrassingen op het pad zijn zo verslavend dat ik elke dag veel verder loop dan gepland. Het wandelen door dit stille landschap voelt bijna meditatief. Op het geruis van de wind in de bomen en het gekrijs van jonge buizerds in de lucht na, is het doodstil. ’s Nachts hoor ik vanuit mijn tent een uil door het bos roepen en een omgevallen boom als een droog scharnier tegen een andere boom kraken. Na vijf dagen lopen over het Krijtlandpad is mijn interne batterij weer helemaal opgeladen en ben ik er nog meer van overtuigd dat je voor het ultieme vakantiegevoel de landsgrenzen niet over hoeft.
Meer avonturen lezen over het Krijtlandpad? Lees dan de blog: 'Wandeltocht door Zuid-Limburg: mag ik in je tuin slapen?'
Voeg eenvoudig verhalen toe aan je dagboek in onze online editor of app
Voeg je afbeeldingen toe en kies je pagina-indelingen
Deel je reis in realtime zonder gedoe!